Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Deelnota Jachtrechten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingDeelnota Jachtrechten
CiteertitelDeelnota Jachtrechten
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze deelnota is onderdeel van het Grondbeleid 2017-2022.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-02-2018nieuwe regeling

13-12-2017

wsb-2018-1168

15.68973

Tekst van de regeling

Intitulé

Deelnota Jachtrechten

Het college van hoofdingelanden van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;

 

gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden van 17 oktober 2017, nr. 16.465915;

 

gehoord de commissie Bestuur, Middelen en Waterketen;

 

b e s l u i t :

 

  • 1.

    Het Grondbeleid 2017 - 2022 vast te stellen.

  • 2.

    De deelnota's 'Grondtransacties en –uitgiften', 'Jachtrechten', 'Zakelijk rechten Afvalwatertransportleidingen', 'Erfpacht' en 'Pacht' vast te stellen.

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het hoogheemraadschap heeft veel gronden in eigendom waarvan een groot deel voor de jacht is uitgegeven. Een deelnota voor het verhuren van het jachtrecht ontbrak tot op dit moment nog. In verschillende beleidsnotities zijn tekstpassages gewijd aan jacht of schadepreventie, maar een overkoepelend en specifiek jachtbeleid ontbrak nog. Deze nota is gebaseerd op de evaluatie van de huidige praktijk.

 

1.2 Doel

In deze deelnota zijn de uitgangspunten en voorwaarden samengesteld die worden gehanteerd bij het verhuren van het jachtrecht. Het doel van de deelnota is kaders te bieden om aan de wet- en regelgeving te kunnen voldoen en om het faunabeheer uit te voeren.

Er is strategie en beleid nodig om:

  • ecologische en waterkwaliteitsdoelen te realiseren

  • uitvoering te geven aan de zorgplicht voor schadebestrijding

  • verantwoord medegebruik door verhuur aan wildbeheereenheden (WBE's) mogelijk te maken

  • samenwerking, participatie en communicatie met belanghebbenden te realiseren en invulling te geven aan wildbeheer vanuit privaatrechtelijke zin.

2 Uitgangspunten

Het hoogheemraadschap hanteert onderstaande uitgangspunten bij het verhuren van het jachtrecht:

  • 1.

    Het jachtgenot wordt verhuurd.

  • 2.

    Verhuur en toestemming is in beginsel voorbehouden aan Wildbeheereenheden (WBE).

  • 3.

    Het hoogheemraadschap verhuurt het jachtrecht telkens voor perioden van zes jaar.

  • 4.

    De tarieven voor het jachtrecht zijn gelijk aan die van Provincie Noord-Holland. De toestemming voor beheer en schadebestrijding is om niet.

  • 5.

    In de jachtverhuurovereenkomsten wordt bepaald dat rekening moet worden gehouden met de inrichtingsafspraken die zijn gemaakt met de organisaties die bijdragen hebben geleverd aan de totstandkoming van de inrichting van de eigendommen van het hoogheemraadschap.

  • 6.

    Voor de bestrijding van muskusratten geldt een aparte regeling: dit is voorbehouden aan een hiervoor speciaal samengesteld waterschapsteam van deelnemende waterschappen.

  • 7.

    Ten aanzien van het ganzenbeheer wordt aangesloten bij het Uitvoeringsbeleid Ganzen Noord-Holland.

Deze uitgangspunten worden in de volgende paragrafen nader uitgewerkt.

 

2.1 Het jachtgenot wordt in beginsel verhuurd

Het hoogheemraadschap is in zijn beheersgebied bezitter van veel gronden, die verspreid liggen over het gehele beheergebied. Meestal gaat het om relatief kleine percelen. Veel watergangen, waterkeringen en waterbergingslocaties van het hoogheemraadschap liggen langs of tegen bejaagde gronden. Regelmatig wordt daarom toestemming gevraagd de gronden van het hoogheemraadschap te gebruiken om vandaar uit de jacht te bedrijven, zodat de gronden bij het jachtgebied kunnen worden geteld om tot het (vereiste) aaneengesloten gebied van 40 hectare te komen.

Het hoogheemraadschap heeft, als eigenaar, belang bij de jacht. Op grond van het door Gedeputeerde Staten vastgestelde Faunabeheersplan wordt door de WBE's planmatig beheer gevoerd, wordt schade aan gewassen en flora en fauna voorkomen en bestreden en wordt schadelijke predatie teruggedrongen. De inzet van de grond van het hoogheemraadschap, binnen de gestelde kaders, is noodzakelijk voor het doelmatig beheer. Daarnaast kan de beschikbaarheid van de grond van het hoogheemraadschap voorwaarde zijn om aan de minimum omvang van het beheersterrein te voldoen. Andere eigenaren in het gebied, zoals terreinbeherende organisaties, overheden of particuliere grondbezitters verhuren veelal ook het jachtgenot.

 

2.2 Uitsluitend aan Wildbeheereenheden

Het hoogheemraadschap verhuurt het jachtrecht aan wildbeheereenheden (WBE's), zodat er één aanspreekpunt is.

Een WBE is een rechtspersoonlijkheid bezittend samenwerkingsverband van jacht(akte)houders en anderen dat tot doel heeft te bevorderen dat jacht, beheer en schadebestrijding, al dan niet ter uitvoering van het door de Faunabeheereenheid opgestelde faunabeheerplan, wordt uitgevoerd mede in samenwerking met en mede ten dienste van grondgebruikers of terreinbeheerders.

 

Beheer en schadebestrijding is voorbehouden aan de grondgebruiker en niet de eigenaar. Voor gronden die het waterschap zelf beheert verleent het waterschap dan ook toestemming aan de WBE voor het uitvoeren van beheer en schadebestrijding. Dit geldt ook voor de gronden die in gebruik zijn gegeven of zijn verpacht; in de desbetreffende overeenkomsten is bepaald dat de gebruiker zowel de jacht als het beheer en schadebestrijding moet toestaan.

 

Bij aankoop van grond door het hoogheemraadschap kan het jachtrecht reeds verhuurd zijn aan een particulier. In dat geval respecteert het hoogheemraadschap dit contract, waarbij geldt dat bij het einde van de looptijd van dit contract de grond, indien mogelijk, wordt toegevoegd aan de (lopende) faunabeheerovereenkomst met de plaatselijke WBE.

 

2.3 Periode

Een jachtrechtverhuurovereenkomst kan voor minimaal zes en maximaal twaalf jaar worden afgesloten (artikel 2, lid 1, Jachtbesluit).

Het hoogheemraadschap verhuurt in beginsel voor een periode van zes jaar omdat dan eventuele beleidswijzigingen tijdig kunnen worden doorgevoerd. Hierbij wordt tevens bepaald dat de overeenkomst jaarlijks kan worden herzien voor wat betreft aanpassingen van oppervlakte of wijzigingen in inrichting- of beheersvorm (bijvoorbeeld van landbouwgrond naar ingerichte Ecologische Verbindingszone).

 

2.4 Tarieven

Het hoogheemraadschap hanteert tot de vaststelling van deze deelnota de tarieven die door de voormalige waterschappen werden toegepast. Deze bedragen zijn verouderd en aan herziening toe. Het uitgangspunt is een bedrag in rekening wordt gebracht dat als algemeen gangbaar wordt beschouwd. In dit kader sluit het hoogheemraadschap aan bij het tarief van het Rijksvastgoedbedrijf (thans € 3,00/hectare).

 

2.5 Inrichtingsafspraken

Het hoogheemraadschap kan bij de inrichting van zijn eigendommen afspraken maken met subsidiënten en overige betrokkenen over het gebruik van de grond, waaronder het niet jagen op bepaalde wildsoorten. Deze afspraken worden opgenomen in de jachtverhuurovereenkomsten van de desbetreffende WBE.

 

Het is de verantwoordelijkheid van de bij de inrichting betrokken medewerker van het hoogheemraadschap om deze afspraken kenbaar te maken aan de jachtrechtmedewerker van de cluster Inkoop, Juridische zaken & Grondzaken.

 

2.6 Bestrijding muskusratten

Voor de bestrijding van muskusratten geldt een aparte regeling. Vanaf 1 januari 2012 voert Muskusrattenbeheer de wettelijke taak uit voor zes waterschappen. Zij beschermt de waterstaatswerken tegen schade veroorzaakt door woel- en graafwerk van muskus- en beverratten. Deze taak is vastgelegd in de gewijzigde Waterwet die op 1 juli 2011 is ingegaan. Muskusrattenbeheer West- en Midden Nederland voert deze taak uit voor de waterschappen:

  • Hollands Noorderkwartier;

  • Amstel, Gooi en Vecht;

  • Rijnland;

  • Delfland;

  • Schieland en de Krimpenerwaard;

  • De Stichtse Rijnlanden.

2.7 Ganzenbeheer

Provincie Noord-Holland en de Faunabeheereenheid hebben een akkoord opgesteld over de aanpak van ganzen in de provincie. Op 27 mei 2014 is het Uitvoeringsbeleid Ganzen Noord-Holland 2014 vastgesteld, waarin de voorwaarden voor uitvoering zijn vastgelegd. Dit beleid geeft meer ruimte voor populatiereductie van jaarrond verblijvende ganzen en het terugdringen van de tegemoetkomingen in faunaschade. Tegelijkertijd worden overwinterende ganzen beschermd.

 

In de provincie Noord-Holland hebben vervolgens alle terreinbeherende organisaties, boeren en particuliere grondeigenaren afspraken gemaakt zich in te spannen voor een reductie van ganzen in de provincie. Dit is vastgelegd in het provinciale Ganzenuitvoeringskader. Dit kader geeft voorwaarden voor de uitvoering van dat ganzenbeheer op alle gronden. Van grondeigenaren wordt verwacht dat zij meewerken en toestemming verlenen zodat jagers overal kunnen komen en niet belemmerd worden in de uitvoering.

 

Uitleg Jacht, beheer en schadebestrijding

Degenen die gerechtigd zijn tot het uitoefenen van de jacht zijn jachthouders. Dit zijn de eigenaar van de grond, de (erf)pachter of vruchtgebruiker van de grond, (tenzij het jachtrecht is voorbehouden aan de eigenaar of reeds is verhuurd) en degene die het jachtrecht heeft gehuurd door middel van een huurovereenkomst (art. 3.23, eerste lid, van de Wet natuurbescherming).

Wildbeheer gebeurt volgens een door Gedeputeerde Staten goedgekeurd Faunabeheerplan, eventueel aangevuld met specifieke plannen. Hiermee wordt tevens voor de monitoring gezorgd.

 

Jacht

De Wet natuurbescherming kent slechts vijf wildsoorten (haas, fazant, wilde eend, konijn, houtduif), waarop in beginsel de jacht kan worden geopend. Voor de niet-wildsoorten geldt een regime van beheer en schadebestrijding. Dit regime is ook van toepassing op de zes wildsoorten buiten de openingstijden van de jacht. Per wildsoort is vastgesteld wanneer de jacht geopend is.

Aan de uitoefening van de jacht is een aantal voorwaarden verbonden. Zo gelden er bijvoorbeeld beperkingen ten aanzien van de jachtmiddelen en eisen waaraan jachtvelden dienen te voldoen. Ook is de jacht niet geopend in gebieden die zijn aangewezen als beschermd natuurmonument als bedoeld in de Wet natuurbescherming, of Wetlands of Vogelrichtlijngebieden. De jager is bovendien verplicht om bij het jagen het wild niet onnodig te laten lijden.

 

Beheer en Schadebestrijding

Behalve de jacht is het onder meer ook mogelijk om een uitzondering te maken op de algemene bescherming van beschermde dier- en plantensoorten in het kader van beheer en schadebestrijding. Dit kan via een algemene toestemming (vrijstelling) of via een individuele ontheffing of opdracht.

 

De meeste bevoegdheden in het kader van beheer en schadebestrijding zijn toegekend aan de provincies.

Behalve de minister, kunnen provincies algemene vrijstellingen van de verbodsbepalingen verlenen voor bepaalde soorten (landelijke (bijv. mol, konijn en houtduif) en provinciale soorten (bijv. ganzen). Daarnaast kunnen gedeputeerde staten individuele ontheffingen verlenen ten behoeve van beheer en schadebestrijding en kunnen gedeputeerde staten opdracht geven tot het beperken van de stand van een aantal diersoorten.

 

Het hoogheemraadschap heeft geen publieke taak op het gebied van het beheer van wildsoorten en hun leefgebieden. Wel dient er rekening te worden gehouden met het bredere natuur- en milieubeleid van de rijksoverheid en is het hoogheemraadschap als grondeigenaar verantwoordelijk voor schadebestrijding. Tevens wordt met faunabeheer het toezicht in het gebied vergroot en een bijdrage geleverd aan het bestrijden van stroperij.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 13 december 2017 van het college van hoofdingelanden,

de secretaris,

M.J. Kuipers

de voorzitter,

drs. L.H.M. Kohsiek

Bijlage 3 Format Jachtverhuurovereenkomst

 

De partijen,

 

publiekrechtelijk rechtspersoon Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, rechtsgeldig vertegenwoordigd door ………………………………………, in haar/zijn hoedanigheid van ……………………………………………………, verder te noemen ‘het hoogheemraadschap’

 

en

 

Wildbeheer Eenheid …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

 

ten deze handelende in hun respectieve hoedanigheid van voorzitter en secretaris van de te gevestigde vereniging: ‘’ en als zodanig volgens het bepaalde bij artikel …………… van de statuten van deze vereniging in en buiten rechte vertegenwoordigende en tot na te melden handeling bevoegd, welke vereniging hierna (ook) wordt aangeduid als ‘de huurder’;

 

komen overeen:

 

dat het hoogheemraadschap verhuurt aan de huurder, die in huur aanneemt het genot van de jacht op

 

wateren en gronden, eigendom van het hoogheemraadschap, gelegen ……………, met een totale geschatte grootte van ….. hectare, zoals aangegeven op de bij deze overeenkomst gevoegde tekening met nummer ……, welke tekening deel uitmaakt van deze overeenkomst en bepalend is voor hetgeen is verhuurd en gehuurd, welke gronden en wateren hierna (ook) worden aangeduid als ‘het jachtperceel’,

 

met inachtneming van de volgende inrichtingsafspraken (zie Deelnota Jachtrechten, hoofdstuk 2, paragraaf 2.5):

…;

 

voor de tijd van ………… jaren, ingaande op ………………… en eindigende op ………………, tegen een jaarlijkse huurprijs van € ……… (zegge: ……), jaarlijkse te betalen op ……………………………, voor de eerste maal op …………………….

 

De volgende voorschriften en bepalingen zijn van toepassing op de huurovereenkomst.

 

Betaling huurprijs

 

Artikel 1

  • 1.

    De betaling van de huurprijs dient na ontvangst van de factuur te geschieden door storting of overschrijving op rekeningnummer NL66 NWAB 0636 7537 78 ten name van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.

  • 2.

    Door toezending van een factuur en/of betaling van de huurprijs na het einde van deze overeenkomst of na het tijdstip waarop de huurprijs eventueel kan worden herzien, ontstaan geen rechten op verlenging van deze overeenkomst c.q. op een ongewijzigde huurprijs voor een nieuwe periode.

  • 3.

    De huurder is verplicht de huurprijs te betalen op de in deze overeenkomst aangegeven wijze en vóór of uiterlijk op de in deze akte aangeduide vervaldag(en).

  • 4.

    De huurder is verplicht alle andere bedragen die hij uit hoofde van de huurovereenkomst is verschuldigd, te voldoen op de voor de betaling van de huurprijs aangegeven wijze binnen een maand na het tijdstip van opeisbaarheid.

  • 5.

    Indien de huurder niet tijdig betaalt, is hij in verzuim zonder dat daarvoor ingebrekestelling nodig is en is hij gehouden tot vergoeding van een rente van één procent over het verschuldigde bedrag voor iedere maand of gedeelte hiervan dat hij in verzuim is, met een minimum van twintig euro (€ 20).

  • 6.

    Betalingen ter zake van de huurovereenkomst worden in de eerste plaats in mindering gebracht op de kosten, vervolgens in mindering op de verschenen rente en de verbeurde boete(n) en ten slotte in mindering op de jongste termijn(en) van de hoofdsom en van de lopende rente.

  • 7.

    De huurder is niet bevoegd hetgeen hij uit hoofde van deze overeenkomst is verschuldigd, te verrekenen met vorderingen die hij uit andere hoofde(n) op het hoogheemraadschap heeft.

Aanvaarding

 

Artikel 2

  • 1.

    De huurder kent het jachtperceel volledig en aanvaardt het genot van de jacht op het jachtperceel in de staat waarin dit zich bevindt ten tijde van het aangaan van de huurovereenkomst.

  • 2.

    De huurder heeft geen aanspraak op vermindering van de huurprijs of op schadevergoeding indien het vermelde niet overeenkomt met de werkelijkheid.

  • 3.

    Het hoogheemraadschap is niet aansprakelijk voor eventuele gebreken die het jachtperceel blijkt te hebben en die het hoogheemraadschap op het moment van het aangaan van de huurovereenkomst daadwerkelijk niet kende of naar op dat moment gangbare opvattingen niet hoefde te kennen.

  • 4.

    De huurder heeft geen aanspraak op vermindering, kwijtschelding of teruggave van de huurprijs voor schade of onheilen, hoe ook genaamd, door gewone of buitengewone, voorziene of onvoorziene omstandigheden veroorzaakt.

Uitoefening jacht

 

Artikel 3

  • 1.

    De huurder is verplicht de jacht uit te oefenen als een goed jachthouder en overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 3.5 van de Wet natuurbescherming en de overige relevante regelgeving.

  • 2.

    Indien de grondgebruiker of degene aan wie deze daartoe vergunning heeft verleend, overgaat tot het jagen op wild als bedoeld in artikel 3.20, tweede lid, van de Wet natuurbescherming, heeft de huurder geen recht op schadevergoeding.

Onderverhuur

 

Artikel 4

De huurder is niet bevoegd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het hoogheemraadschap het genot van de jacht geheel of gedeeltelijk onder te verhuren, een toestemming als bedoeld in artikel 3.15, zevende lid, van de Wet natuurbescherming te verlenen of genodigden tegen vergoeding te laten meejagen.

 

Uitvoering werken

 

Artikel 5

  • 1.

    De huurder moet zonder aanspraak op schadevergoeding gedogen dat:

    • om, op, in of boven het jachtperceel door of vanwege het hoogheemraadschap of krachtens publiekrechtelijke vergunning van het hoogheemraadschap zodanige werken of handelingen worden verricht of

    • van het jachtperceel door of vanwege het hoogheemraadschap ten behoeve van werken of handelingen, ook indien die op andere plaatsen worden verricht, zodanig gebruik wordt gemaakt als het hoogheemraadschap in het algemeen belang noodzakelijk oordeelt.

  • 2.

    Het hoogheemraadschap deelt de huurder het voornemen tot het verrichten van werken of handelingen of het gebruik maken van het jachtperceel als bedoeld in het eerste lid, gewoon onderhoud en spoedeisende gevallen uitgezonderd, tijdig mee, ten minste twee maal vierentwintig uren tevoren.

Tussentijdse opzegging

 

Artikel 6

  • 1.

    Het hoogheemraadschap is bevoegd de huurovereenkomst tegen elk gewenst tijdstip tussentijds door opzegging te doen eindigen voor het geheel of voor een zodanig gedeelte van het jachtperceel als hij verkiest indien:

    • a.

      de huurder in verzuim is de huurprijs te betalen;

    • b.

      de huurder tekortschiet in de nakoming van zijn andere verplichtingen;

    • c.

      naar het oordeel van het hoogheemraadschap het belang van het hoogheemraadschap dit vordert.

  • 2.

    Bij opzegging krachtens het bepaalde in het eerste lid is de huurprijs over het lopende huurjaar ten volle verschuldigd. Het verschuldigde bedrag is direct opeisbaar, onverminderd het recht van het hoogheemraadschap op schadevergoeding.

  • 3.

    Bij tussentijdse opzegging heeft de huurder geen recht op schadevergoeding.

Ruilverkaveling

 

Artikel 7

Bij registratie van eigendomsovergang krachtens de Landinrichtingswet van enig in de overeenkomst opgenomen perceel eindigt deze overeenkomst met betrekking tot dat perceel tussentijds.

 

Beperkingen

 

Artikel 8

  • 1.

    Wanneer het jachtgenot gedurende de looptijd van de overeenkomst van overheidswege wordt beperkt, heeft huurder geen recht op restitutie c.q. verlaging van de huurpenningen.

  • 2.

    Huurder verklaart bekend te zijn met eventuele van overheidswege geldende jachtbeperkingen in het in deze jachthuurovereenkomst omschreven gebied.

Aansprakelijkheid schade

 

Artikel 9

  • 1.

    De huurder er is aansprakelijk voor schade of verlies door zijn leden en/of wederverhuurders toegebracht aan eigendommen van verhuurder dan wel derden.

  • 2.

    De huurder vrijwaart het hoogheemraadschap voor aanspraken die een derde jegens het hoogheemraadschap doet gelden ter zake van schade die met de uitoefening van het huurrecht in verband staat.

Beheer en schadebestrijding

 

Artikel 10

Het hoogheemraadschap geeft aan huurder toestemming voor beheer en schadebestrijding ten behoeve van uitvoering van de krachtens de Wet natuurbescherming gegeven vrijstellingen (artikelen 3.15 en 3.16), ontheffingen (artikel 3.17) en opdrachten (artikel 3.18).

Huurder heeft bovendien een inspanningsverplichting tot het voorkomen van schade.

Tevens zal hij op eerste aanzegging van het hoogheemraadschap overgaan tot bestrijding van schade.

 

Tekortkoming in de nakoming

 

Artikel 11

Indien de huurder tekortschiet in de nakoming van een uit de huurovereenkomst voortvloeiende verplichting, is hij in verzuim zonder dat daarvoor ingebrekestelling nodig is.

 

Mededelingsplicht

 

Artikel 12

  • 1.

    De huurovereenkomst eindigt op de datum van ontbinding van de huurder (rechtspersoon). De huurprijs is verschuldigd tot het tijdstip waarop de mededeling als bedoeld in het tweede lid is gedaan.

  • 2.

    De vereffenaars met betrekking tot de rechtspersoon zijn verplicht van het overlijden respectievelijk de ontbinding binnen een maand mededeling te doen aan het hoogheemraadschap.

Aldus in tweevoud opgemaakt en ondertekend te:

 

Heerhugowaard, op ……………………………

………………………………, op …………………

Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

De huurder,