Organisatie | Hulst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleid tot uitwerking van de bevoegdheid van het college tot het aanwijzen van elektrische laadpalen |
Citeertitel | Beleidsregels Elektrische Laadpalen voor Elektrisch Vervoer Gemeente Hulst |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-10-2016 | Nieuwe regeling | 04-10-2016 ZVA | besluitenlijst B&W d.d. 27-09-2016 |
Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Elektrische auto: een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c van de Wegenverkeerswet 1994 dat bij de RDW staat geregistreerd als auto en geheel of gedeeltelijk door een elektromotor wordt aangedreven waarvoor de elektrische energie geleverd wordt door een batterij en waarvan de batterij (mede) kan worden opgeladen door middel van een oplaadpunt;
Houder van een motorvoertuig: degene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt:
degene die een leasecontract heeft met een erkend autoverhuurbedrijf dan wel in dienst is/eigenaar is van een bedrijf op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven en die in het bezit is van dat motorvoertuig of een leasecontract heeft met een erkend autoverhuurbedrijf, of
De elektrische auto mag niet met inbegrip van de lading een lengte hebben van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,40 meter, en mag geen woonwagen, kampeerwagen, kampeerauto, aanhangwagen, keetwagen of ander dergelijk voertuig zijn dat voor de recreatie dan wel anderszins uitsluitend of mede voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebezigd.
In dit artikel is beoogd een afbakening te maken voor de voertuigen die gebruik mogen maken van de voorzieningen die worden getroffen in het kader van het elektrisch rijden. Niet meegenomen zijn snorfiets, scooter, bromfiets en andere (tweewielige) motorvoertuigen met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van ten hoogste 45 km/uur. Verondersteld wordt dat in de meeste gevallen deze voertuigen op eigen terrein kunnen worden opgeladen en er geen voorzieningen nodig zijn in de openbare ruimte. Alleen volledig elektrische en hybride plug-in auto's mogen op een oplaadlocatie parkeren.
Artikel 3 Parkeergelegenheid op eigen terrein
Op een aanvraag wordt géén toestemming verleend wanneer de aanvrager:
Artikel 4 Eén laadpaal per perceel of woning
Per perceel of woning geldt een maximum van één laadpunt in de openbare ruimte.
Mocht er zich een situatie voordoen waarbij er meer dan 4 aanvragen zijn binnen het gebied zoals te bepalen conform artikel 5 sub b., kan overwogen worden een tweede paal te plaatsen indien het gebruik van de reeds aanwezige paal zo groot is, dat het aannemelijk is dat een gebruiker niet de mogelijkheid heeft om zijn/haar auto op te laden.
Voor een aanvraag voor een laadpaal in de binnenstad geldt dat deze enkel gesitueerd mag worden op de Grote Markt, het Oranje bolwerk, het ’s Gravenhofplein, het Galgebolwerk of de Paardenmarkt (zie tekening 58-1-2016). Gekozen zal worden voor de locatie dichtst bij de woonlocatie van de burger waarvoor de aanvraag wordt ingediend en er nog geen laadpunt aanwezig is binnen het gebied zoals te bepalen conform artikel 5 sub b.
Indien het parkeervak dat aangewezen wordt voor het laden van elektrische auto’s, binnen een gebied valt waar betaald parkeren is ingesteld, blijft dit vak ook betaald parkeren.
Een elektrische laadpaal mag alleen in de openbare ruimte geplaatst worden door een bedrijf waarmee de gemeente een overeenkomst tot het plaatsen van laadpalen heeft afgesloten.
Aanvragen van particulieren voor het plaatsen van een eigen laadpaal of laadvoorziening op gemeentelijke grond worden niet toegestaan. De argumentatie hierachter is:
In verband met de openbare veiligheid staat gemeente Hulst geen kabels over openbaar gebied toe. Dit betekent dat een elektrische voertuig, geparkeerd in de openbare ruimte, niet opgeladen mag worden via een laadvoorziening op eigen terrein waarbij de laadkabel over de openbare weg (trottoir, parkeerplaats, fietspad, hoofdweg, plantsoen) ligt.
Het oplaadpunt moet gebruikt kunnen worden binnen de Europese afspraken op het gebied van interoperabiliteit.
De laadpaal dient voorzien te zijn van de door Europa goedgekeurde en aanbevolen laadstekker of moet de mogelijkheid bieden deze te kunnen aankoppelen, zodat er geen onderscheid gemaakt kan worden voor het opladen van een verschillend merk of type elektrische auto.
Doel is dat ook anderen gebruik kunnen maken van voorzieningen in de openbare ruimte, ook al zijn ze geplaatst door particulieren.
Artikel 8 Dubbele laadvoorziening
Er wordt alleen toestemming verleend indien de laadpaal is voorzien of kan worden voorzien van een dubbele laadvoorziening zodat er-gelegenheid is voor het laden van twee elektrische auto's tegelijk.
Hiermee wordt getracht de capaciteit en uitwisselbaarheid van parkeerplaatsen te vergroten. Volgens deze beleidsregel wordt in principe binnen een straal van 250 meter (vogelvlucht) van één van deze laadpalen geen medewerking verleend aan een nieuwe laadpaal op gemeentelijke grond. De houder van de elektrische auto kan dan van deze bestaande laadpaal gebruik maken. Echter, artikel 5 sub f prefereert boven deze.
Indien er leveranciers dan wel bedrijven zijn die grotere aantallen willen plaatsen op of nabij een locatie, dan zullen hier andere afwegingen moeten plaatsvinden buiten deze beleidsregel om. Hiervoor is maatwerk noodzakelijk.
Artikel 9 Kosten plaatsen, onderhoud, beheer en aansprakelijkheid ten gevolge van schade door laadpaal en oplaadpunt
Alle kosten voor het plaatsen, onderhouden, beheren van en schade veroorzaakt door de laadpaal en aan het oplaadpunt, die niet worden gedragen door degene die de laadpaal en het oplaadpunt realiseert en/of exploiteert (bijvoorbeeld de netbeheerder en/of de leverancier), zijn voor rekening van de aanvrager.
De gemeente verleent alleen toestemming op een aanvraag wanneer in een overeenkomst met de leverancier/exploitant ervan is vastgelegd, dat alle aansprakelijkheid voor het gebruik en onderhoud van de laadpalen en oplaadpunten en eventuele schade hierdoor voor rekening van de leverancier/exploitant of de aanvrager komen.
Om de aanleg van laadvoorzieningen te stimuleren, heft de gemeente geen leges voor het te nemen verkeersbesluit en brengt geen degeneratievergoeding in rekening voor de graafwerkzaamheden. Daarnaast stelt zij de grond ‘om niet’ ter beschikking aan de aanvrager en maakt dus geen gebruik van de mogelijkheid tot het heffen van een tarief (precariobelasting) hiervoor.
De gemeente Hulst legt in een overeenkomst met de leverancier/exploitant van de oplaadpalen vast, dat alle aansprakelijkheid waaronder voor het gebruik en onderhoud van de oplaadpalen en eventuele schade bij de gebruiker van een oplaadpaal voor rekening van de leverancier/exploitant van de oplaadpalen of de aanvrager komen. De gemeente Hulst aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor het gebruik en eventuele schade door een laadpaal en oplaadpunt, ook al staat deze op gemeentelijk grondgebied.
Om voor toestemming op een aanvraag in aanmerking te komen, dient een oplaadpaal op de oplaadlocatie werkelijk te kunnen worden gerealiseerd. In dat kader wordt tevens de (technische) haalbaarheid bezien. Daarbij is de aanwezigheid van (hoofd)kabels en leidingen en het voorhanden zijn van een netwerk van belang.
De technische haalbaarheid zal worden bepaald in overleg tussen leverancier/exploitant en de gemeente Hulst.
Voor de realisatie dient de aanvraag, behalve aan de beleidsregels zoals hier omschreven, ook te voldoen aan algemene wetgeving zoals:
Voor het openbreken van de verharding en het graven in de weg om de laadvoorziening te plaatsen en aan te sluiten op het elektriciteitsnetwerk, is op grond van de Algemene plaatselijke verordening (Apv) artikel 2:9 lid 1 een vergunning nodig.
Voor het verlenen van de vergunning zal getoetst worden aan de hiervoor gebruikelijke gemeentelijke regels.
Om er voor te zorgen dat de parkeerplaats bij een laadvoorziening enkel te gebruiken is voor het opladen van elektrische auto’s, dient de gemeente een verkeersbesluit te nemen.
In het verkeersbesluit wijst het college de betreffende parkeerplaats(en) aan door middel van het plaatsen van het verkeersbord E4 of E8 met onderbord ‘alleen voor opladen elektrische voertuigen’. De manager van de afdeling Openbare Ruimte is gemandateerd om namens het college verkeersbesluiten te nemen.
Privaatrechtelijke overeenkomst;
In een overeenkomst tussen de gemeente en de exploitant van het laadpunt worden afspraken vastgelegd over aspecten zoals de eisen aan de laadvoorziening, eigendom en beheer, realisatie en installatie, storingen en calamiteiten, kosten, bereikbaarheid, veiligheid, aansprakelijkheid en dergelijke.
Dhr. E. Piessens, afdelingshoofd Realisatie en Beheer is gemandateerd om namens het college betreffende privaatrechtelijke overeenkomsten te tekenen. Deze overeenkomst is te integraal onderdeel van de overeenkomst met de exploitant.
Aangezien de exploitant geen exclusief recht heeft op het plaatsen van laadpalen binnen de gemeente is in bijlage 1 een modelovereenkomst bijgesloten voor evt. plaatsing van laadpalen door andere partijen dan de exploitant waar de gemeente Hulst een overeenkomst mee heeft gesloten.
Intrekken/wijzigen van vergunning en verkeersbesluit:
Indien de aanvrager (exploitant) van de laadvoorziening zich niet houdt aan de voorschriften verbonden aan de vergunning, kan het college de vergunning intrekken. Het college kan in dat geval ook het verkeersbesluit, waarbij de parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen zijn aangewezen, intrekken.
De vergunning en/of het verkeersbesluit kan tevens worden ingetrokken, wanneer er in de praktijk niet of nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de laadvoorziening. Het is niet gewenst dat daardoor een of meerdere parkeerplaatsen (nagenoeg) geheel onbenut blijven. In deze gevallen heeft de aanvrager het recht en de plicht de laadvoorziening te verwijderen. De hiermee samenhangende kosten zijn voor de rekening van de leverancier/exploitant.
Indien uit de aanvraag blijkt dat er meerdere gebruikers van één elektrische auto zijn (bijvoorbeeld bij een deelauto), kan in afwijking van deze regeling toestemming worden gegeven.
De toestemming voor het realiseren van een laadpaal op grond in eigendom van de gemeente wordt verleend voor de maximale duur van tien jaar met een stilzwijgende verlenging van telkens een jaar.
Deze gaat in op de dag dat partijen de Overeenkomst hebben getekend.
Model privaatrechtelijke overeenkomst plaatsing, beheer en onderhoud van een laadvoorziening voor elektrische auto’s in de openbare ruimte
............................,statutair gevestigd te ............................, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door ............................,, in hoedanigheid van ............................, hierna te noemen “aanvrager”
de publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Hulst, rechtsgeldig vertegenwoordigd door ............................, in hoedanigheid van ............................, hierna te noemen “de gemeente”,
gezamenlijk te noemen: “partijen”.
Aanvrager verklaart hierbij de laadpaal te willen plaatsen en exploiteren t.b.v. onderstaande inwoner van de gemeente Hulst (gebruiker) met in acht name van de “Beleidsregels Elektrische Laadpalen voor Elektrisch Vervoer Gemeente Hulst”:
Naam: ...................................................
BSN: .....................................................
Adres: ...................................................
.............................................................
.............................................................
Partijen nemen in aanmerking dat:
Partijen zijn het volgende overeengekomen:
Een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c van de Wegenverkeerswet 1994 dat bij de RDW staat geregistreerd als een auto en geheel of gedeeltelijk door een elektromotor wordt aangedreven waarvoor elektrische energie geleverd wordt door een batterij en waarvan de batterij (mede) kan worden opgeladen door middel van een voorziening buiten het voertuig. De auto heeft een minimaal bereik van 50 km, haalt een minimale snelheid van 60 km/u, mag niet hoger zijn dan 2,40m en niet langer zijn dan 6m.
Een kabel, in gebruik of eigendom van Gebruiker, benodigd om de Elektrische auto op te laden door deze aan te sluiten op een Laadvoorziening.
Een openbare voorziening, inclusief alle daarbij horende en achterliggende installaties, waar een Elektrische auto kan worden opgeladen. De laadvoorziening bevat tenminste één aansluiting en de mogelijkheid voor twee of meer aansluitingen voor het gelijktijdig opladen van elektrische voertuigen. De benodigde laadkabel maakt geen deel uit van de Laadvoorziening.
Een pas, benodigd voor het gebruik van een Laadvoorziening, aan te bieden door een Service-aanbieder, gebaseerd op de landelijke afspraken op het gebied van interoperabiliteit.
Bedrijf, particulier of andere organisatie dat/die gevestigd, woonachtig of werkzaam is in de gemeente Hulst en in het bezit is van een Elektrische auto door middel van eigendom of een (meerjarige) leaseconstructie die bij een Laadvoorziening zijn of haar Elektrische auto wil opladen. Deze Gebruiker beschikt niet of kan redelijkerwijs niet beschikken over een privéparkeergelegenheid.
De mogelijkheid om met een Laadpas van verschillende Service-aanbieders (aanbieders van laaddiensten) gebruik te maken van een Laadvoorziening van verschillende aanvragers (aanbieders van laadinfrastructuur).
Aanbieder van laaddiensten aan gebruiker(s), zoals de uitgifte van Laadpassen en bijbehorende laadabonnementen.
Bedrijf dat laadvoorzieningen plaatst, onderhoud, exploiteert en beheert.
Overeenkomst: deze overeenkomst.
Het doel van deze overeenkomst is om afspraken te maken onder welke voorwaarden aanvrager een Laadvoorziening op grond in eigendom van gemeente mag plaatsen en om de rechten en verplichtingen van partijen vast te leggen.
Artikel 3. Eisen Laadvoorziening
De aanvrager zorgt ervoor dat:
De Laadvoorziening wordt geplaatst op de overeengekomen locatie, aan de ...............................................................(straatnaam) ter hoogte van nummer ....... , conform de door de gemeente goedgekeurde situatietekening. De Laadvoorziening is of kan worden voorzien van twee aansluitpunten zodat het mogelijk is (om in de toekomst) twee Elektrische auto’s tegelijk te laden.
Artikel 5. Realisatie en installatie
De aanvrager zorgt ervoor dat:
Artikel 6. Storingen en calamiteiten
De aanvrager van de Laadvoorziening zorgt voor een storingsdienst/helpdesk die 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar is voor gebruikers, hulpdiensten en de gemeente in geval van vragen, storingen en calamiteiten. De telefoonnummers van de storingsdienst en helpdesk zijn vermeld op de Laadvoorziening.
Alle kosten voor het plaatsen, onderhouden, beheren van en schade veroorzaakt door de Laadvoorziening zijn voor rekening van de aanvrager. Uitgezonderd hierop zijn de kosten voor het treffen van het verkeersbesluit, de belijning en het plaatsen van een verkeersbord, deze kosten zijn voor rekening van de gemeente. De gemeente brengt geen degeneratievergoeding voor de graafwerkzaamheden in rekening bij de aanvrager.
Jaarlijks verstrekt de aanvrager een rapportage van het gebruik van de Laadvoorziening aan de gemeente.
Artikel 9. Verwijdering en verplaatsing
Indien de aanvrager wegens een aan haar toerekenbare omstandigheid haar verplichtingen op basis van de Overeenkomst, en na voorafgaande ingebrekestelling waarin de aanvrager een redelijke termijn wordt geboden het gebrek te herstellen, niet nakomt heeft de gemeente het recht de Laadvoorziening te laten verwijderen. De hiermee samenhangende kosten zijn voor rekening van de aanvrager.
Indien gedurende een periode van 3 jaar niet of nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de Laadvoorziening heeft de gemeente het recht de aanvrager te verzoeken de Laadvoorziening te verwijderen of eventueel te verplaatsen. De aanvrager dient de Laadvoorziening dan binnen de door de gemeente aangeven termijn te verwijderen of te verplaatsen en de openbare ruimte in oorspronkelijke staat terug te brengen. De hiermee samenhangende kosten zijn voor rekening van de aanvrager.
Wanneer de aanvrager niet meer in staat is tot exploitatie en beheer van de laadvoorziening of hiervan wil afzien, dient zij dit schriftelijk te melden bij de gemeente. De aanvrager is vervolgens verplicht de laadvoorziening zes weken na melding te verwijderen en de openbare ruimte in oorspronkelijke staat terug te brengen. De gemeente trekt binnen zes weken na melding het genomen verkeersbesluit voor de gereserveerde parkeerplaats(en) in.
Indien er een wegreconstructie plaatsvindt als gevolg waarvan de aangewezen parkeerplaats(en) (waarop de in deze Overeenkomst bedoelde Laadvoorziening betrekking heeft), verdwijnt(en), onderzoekt de gemeente samen met de aanvrager of er een alternatieve locatie voor de Laadvoorziening met bijbehorende parkeerplaats(en) in de directe nabijheid mogelijk is. De hiermee samenhangende kosten zijn voor rekening van de gemeente.
Artikel 10. Aansprakelijkheid en niet-nakoming
Schade veroorzaakt wegens een aan de aanvrager toerekenbare tekortkoming in verband met het plaatsen, onderhouden, beheren van de laadvoorziening wordt vergoedt door de aanvrager, tot een maximum van EUR 1.000.000,- per gebeurtenis. De aanvrager vrijwaart de gemeente voor alle schade die door het gebruik van de Laadvoorziening aan derden wordt veroorzaakt voor zover de schade is ontstaan door een aan de aanvrager toerekenbare tekortkoming in verband met het plaatsen, onderhouden, exploiteren en beheren van de laadvoorziening. De aanvrager draagt er zorg voor dat zij voor een bedrag van EUR 1.000.000,- (één miljoen euro) per gebeurtenis verzekerd is tegen aansprakelijkheden en risico’s die verband houden met de Overeenkomst en zal, desgewenst, hiervan aan de gemeente genoegzaam bewijs leveren door het overleggen.
Indien één der partijen tekort schiet in de nakoming van één of meer verplichtingen uit deze overeenkomst, zal de wederpartij hem in gebreke stellen, tenzij nakoming van de betreffende verplichting reeds onmogelijk is, in welk geval de nalatige partij onmiddellijk in gebreke is. De ingebrekestelling zal schriftelijk geschieden, waarbij aan de nalatige partij een redelijke termijn wordt gegund om alsnog zijn verplichting na te komen. Deze termijn heeft het karakter van een fatale termijn.
Artikel 12. Tussentijdse wijzigingen
Indien de omstandigheden waaronder deze Overeenkomst is afgesloten zich zodanig wijzigen, dat in redelijkheid niet van één of van beide partijen gevergd kan worden dat de Overeenkomst ongewijzigd in stand blijft, treden partijen met elkaar in overleg om de in de geest van de bestaande overeenkomst nadere afspraken te maken. Wijzigingen van de Overeenkomst zijn alleen van kracht indien zij schriftelijk zijn overeengekomen.
Artikel 13. Tussentijdse opzegging
Elk der partijen is gerechtigd de Overeenkomst tussentijds, schriftelijk met opgave van redenen, op te zeggen. Er geldt een opzegtermijn van 3 maanden, tenzij anders tussen partijen overeengekomen wordt. Indien één der partijen deze Overeenkomst aldus tussentijds opzegt zijn de kosten voor verwijdering van de laadvoorziening voor rekening van de partij die opzegt, tenzij partijen anders overeenkomen.
Partijen spreken af dat zij in overleg zullen treden om afspraken te maken over de verdeling van andere kosten dan de hierboven genoemde kosten. Aanvrager kan geen schadevergoeding vorderen op grond van gederfde inkomsten na opzegging.
Artikel 14. Geschillen en toepasselijk recht
Eventuele geschillen ten aanzien van deze Overeenkomst worden voorgelegd aan een daartoe bevoegde rechter. Op de Overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing.