Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hulst

Beleid tot uitwerking van de bevoegdheid van het college tot het aanwijzen van elektrische laadpalen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHulst
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleid tot uitwerking van de bevoegdheid van het college tot het aanwijzen van elektrische laadpalen
CiteertitelBeleidsregels Elektrische Laadpalen voor Elektrisch Vervoer Gemeente Hulst
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene Plaatselijke Verordening Hulst 2017
  2. Wegenverkeerswet 1994
  3. Wet basisregistratie personen
  4. Algemeen mandaatbesluit gemeente Hulst
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-10-2016Nieuwe regeling

04-10-2016

ZVA

besluitenlijst B&W d.d. 27-09-2016

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleid tot uitwerking van de bevoegdheid van het college tot het aanwijzen van elektrische laadpalen

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanvraag: de bij de gemeente ingediende aanvraag voor toestemming tot het plaatsen van een laadpaal op grond die in eigendom is van de gemeente;

  • b.

    Aanvrager: toekomstig eigenaar/exploitant van de laadpaal;

  • c.

    Elektrische auto: een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c van de Wegenverkeerswet 1994 dat bij de RDW staat geregistreerd als auto en geheel of gedeeltelijk door een elektromotor wordt aangedreven waarvoor de elektrische energie geleverd wordt door een batterij en waarvan de batterij (mede) kan worden opgeladen door middel van een oplaadpunt;

  • d.

    Laadpaal: openbare voorziening, inclusief alle daarbij behorende en achterliggende installaties, waar een elektrische auto kan worden opgeladen: een laadpaal kan één of meer oplaadpunten bevatten;

  • e.

    Oplaadlocatie: locatie in de openbare ruimte waar een laadpaal en één of meer parkeerplaatsen uitsluitend ten behoeve van het opladen van elektrische auto's aanwezig zijn;

  • f.

    Oplaadpunt: een op de laadpaal aanwezige voorziening waarmee de houder van een elektrische auto deze van stroom kan voorzien;

  • g.

    Opladen: het gedurende een aaneengesloten periode opladen van een elektrisch voertuig bij een openbaar toegankelijke laadpaal;

  • h.

    Bewoner: degene die werkelijk woonachtig is in de gemeente Hulst, blijkens inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

  • i.

    Houder van een motorvoertuig: degene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt:

    • 1)

      degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven, of

    • 2)

      degene die een leasecontract heeft met een erkend autoverhuurbedrijf dan wel in dienst is/eigenaar is van een bedrijf op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven en die in het bezit is van dat motorvoertuig of een leasecontract heeft met een erkend autoverhuurbedrijf, of

    • 3)

      degene die een contract heeft met het – erkende – autoverhuurbedrijf. Het autoverhuurbedrijf moet dan wel eigenaar zijn.

  • j.

    Exploitant: het bedrijf waar gemeente Hulst een overeenkomst mee heeft gesloten voor het plaatsen, onderhouden en exploiteren van elektrische laadpalen in de openbare ruimte.

Artikel 2 Elektrische auto

  • a.

    Op een aanvraag wordt toestemming verleend als de elektrische auto een volledig elektrisch bereik heeft van minimaal 50 kilometer en een snelheid kan halen van minimaal 60 kilometer per uur.

  • b.

    De elektrische auto mag niet met inbegrip van de lading een lengte hebben van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,40 meter, en mag geen woonwagen, kampeerwagen, kampeerauto, aanhangwagen, keetwagen of ander dergelijk voertuig zijn dat voor de recreatie dan wel anderszins uitsluitend of mede voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebezigd.

  • c.

    De elektrische auto mag niet voorzien zijn van een handelaarskenteken (groene kentekenplaat).

In dit artikel is beoogd een afbakening te maken voor de voertuigen die gebruik mogen maken van de voorzieningen die worden getroffen in het kader van het elektrisch rijden. Niet meegenomen zijn snorfiets, scooter, bromfiets en andere (tweewielige) motorvoertuigen met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van ten hoogste 45 km/uur. Verondersteld wordt dat in de meeste gevallen deze voertuigen op eigen terrein kunnen worden opgeladen en er geen voorzieningen nodig zijn in de openbare ruimte. Alleen volledig elektrische en hybride plug-in auto's mogen op een oplaadlocatie parkeren.

Artikel 3 Parkeergelegenheid op eigen terrein

Op een aanvraag wordt géén toestemming verleend wanneer de aanvrager:

  • a.

    Over een privéparkeergelegenheid op het woonadres kan beschikken.

    Dit is het geval indien:

    • -

      men beschikt over een oprit of de mogelijkheid heeft een oprit te realiseren;

    • -

      men beschikt over een garage;

    • -

      bij appartementen die gerealiseerd zijn incl. parkeergelegenheid in/bij het gebouw die gehuurd, geleased of gekocht kunnen worden.

  • b.

    Beschikt over voldoende ruimte om op eigen grond een inrit te realiseren, conform de beleidsregels voor het maken of veranderen van een uitweg.

  • c.

    Feitelijk niet op het opgegeven adres woont en als zodanig in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) is geregistreerd.

  • d.

    Feitelijk niet op het opgegeven adres in het register van de Kamer van Koophandel is geregistreerd (zakelijk-belanghebbende).

Artikel 4 Eén laadpaal per perceel of woning

Per perceel of woning geldt een maximum van één laadpunt in de openbare ruimte.

Artikel 5 Locatiebepaling

  • a.

    Op een aanvraag wordt geen toestemming verleend indien er een openbaar toegankelijk oplaadpunt is binnen maximaal 250 meter (vogelvlucht) van het perceel of de woning van de aanvrager.

  • b.

    Een laadpaal wordt indien mogelijk binnen een straal van 250 m (vogelvlucht) van de aanvrager geplaatst, dus niet per se voor de deur van de aanvrager.

  • c.

    Als adres van de woning geldt voor een bewoner-belanghebbende het adres zoals bedoeld in artikel 3 sub c.

  • d.

    Als adres van het perceel geldt voor een zakelijk-belanghebbende het adres zoals bedoeld in artikel 3 sub d.

  • e.

    De gemeente geeft de voorkeur aan de plaatsing op een goed zichtbare locatie.

  • f.

    Mocht er zich een situatie voordoen waarbij er meer dan 4 aanvragen zijn binnen het gebied zoals te bepalen conform artikel 5 sub b., kan overwogen worden een tweede paal te plaatsen indien het gebruik van de reeds aanwezige paal zo groot is, dat het aannemelijk is dat een gebruiker niet de mogelijkheid heeft om zijn/haar auto op te laden.

  • g.

    Voor een aanvraag voor een laadpaal in de binnenstad geldt dat deze enkel gesitueerd mag worden op de Grote Markt, het Oranje bolwerk, het ’s Gravenhofplein, het Galgebolwerk of de Paardenmarkt (zie tekening 58-1-2016). Gekozen zal worden voor de locatie dichtst bij de woonlocatie van de burger waarvoor de aanvraag wordt ingediend en er nog geen laadpunt aanwezig is binnen het gebied zoals te bepalen conform artikel 5 sub b.

    Indien het parkeervak dat aangewezen wordt voor het laden van elektrische auto’s, binnen een gebied valt waar betaald parkeren is ingesteld, blijft dit vak ook betaald parkeren.

  • h.

    De gemeente heeft de laatste keuze over de uiteindelijke locatie.

Artikel 6 Plaatsen laadpaal

Een elektrische laadpaal mag alleen in de openbare ruimte geplaatst worden door een bedrijf waarmee de gemeente een overeenkomst tot het plaatsen van laadpalen heeft afgesloten.

Aanvragen van particulieren voor het plaatsen van een eigen laadpaal of laadvoorziening op gemeentelijke grond worden niet toegestaan. De argumentatie hierachter is:

  • a.

    De kabels en leidingen gaan door openbaar gebied, kruisen andere kabels en leidingen en gaan onder trottoir, weg en groen door.

  • b.

    De eisen die gesteld worden voor laadpalen, en directe omgeving, in openbaar gebied zijn strenger dan die voor palen voor particulieren op eigen grond.

  • c.

    Vanuit oogpunt van beheer is een veelvoud aan overeenkomsten met particulieren niet praktisch.

  • d.

    Het plaatsen van laadpalen door particulieren betekent een grotere, ongewenste verscheidenheid aan laadpalen, wat de eenduidigheid niet ten goede komt.

  • e.

    In verband met de openbare veiligheid staat gemeente Hulst geen kabels over openbaar gebied toe. Dit betekent dat een elektrische voertuig, geparkeerd in de openbare ruimte, niet opgeladen mag worden via een laadvoorziening op eigen terrein waarbij de laadkabel over de openbare weg (trottoir, parkeerplaats, fietspad, hoofdweg, plantsoen) ligt.

  • f.

    Aan de plaatsing van de laadpaal zijn de volgende voorwaarden van toepassing:

    • -

      de laadpaal staat minimaal 50 cm achter de band.

    • -

      Bij plaatsing in het trottoir dient min. 1,0 m vrije doorloop ruimte aanwezig te blijven.

    • -

      Indien nodig dient een aanrijbeveiliging t.b.v. bescherming van de laadpaal te worden aangebracht.

Artikel 7 Openbaarheid

  • a.

    Op een aanvraag wordt geen toestemming verleend wanneer blijkt dat aanvrager niet de intentie heeft de oplaadvoorziening openbaar toegankelijk te maken voor het opladen van elektrische auto's.

  • b.

    Het oplaadpunt moet gebruikt kunnen worden binnen de Europese afspraken op het gebied van interoperabiliteit.

    De laadpaal dient voorzien te zijn van de door Europa goedgekeurde en aanbevolen laadstekker of moet de mogelijkheid bieden deze te kunnen aankoppelen, zodat er geen onderscheid gemaakt kan worden voor het opladen van een verschillend merk of type elektrische auto.

  • c.

    De oplaadlocatie mag niet zijn voorzien van een bord waaruit zou blijken dat de locatie slechts voor een of meerdere specifiek aangegeven elektrische auto's is bedoeld.

Doel is dat ook anderen gebruik kunnen maken van voorzieningen in de openbare ruimte, ook al zijn ze geplaatst door particulieren.

Artikel 8 Dubbele laadvoorziening

Er wordt alleen toestemming verleend indien de laadpaal is voorzien of kan worden voorzien van een dubbele laadvoorziening zodat er-gelegenheid is voor het laden van twee elektrische auto's tegelijk.

 

Hiermee wordt getracht de capaciteit en uitwisselbaarheid van parkeerplaatsen te vergroten. Volgens deze beleidsregel wordt in principe binnen een straal van 250 meter (vogelvlucht) van één van deze laadpalen geen medewerking verleend aan een nieuwe laadpaal op gemeentelijke grond. De houder van de elektrische auto kan dan van deze bestaande laadpaal gebruik maken. Echter, artikel 5 sub f prefereert boven deze.

Indien er leveranciers dan wel bedrijven zijn die grotere aantallen willen plaatsen op of nabij een locatie, dan zullen hier andere afwegingen moeten plaatsvinden buiten deze beleidsregel om. Hiervoor is maatwerk noodzakelijk.

Artikel 9 Kosten plaatsen, onderhoud, beheer en aansprakelijkheid ten gevolge van schade door laadpaal en oplaadpunt

  • a.

    Alle kosten voor het plaatsen, onderhouden, beheren van en schade veroorzaakt door de laadpaal en aan het oplaadpunt, die niet worden gedragen door degene die de laadpaal en het oplaadpunt realiseert en/of exploiteert (bijvoorbeeld de netbeheerder en/of de leverancier), zijn voor rekening van de aanvrager.

  • b.

    De gemeente aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor kosten, onderhoud en schade die het realiseren en gebruiken van de laadpaal met zich mee kan brengen.

  • c.

    De gemeente verleent alleen toestemming op een aanvraag wanneer in een overeenkomst met de leverancier/exploitant ervan is vastgelegd, dat alle aansprakelijkheid voor het gebruik en onderhoud van de laadpalen en oplaadpunten en eventuele schade hierdoor voor rekening van de leverancier/exploitant of de aanvrager komen.

  • d.

    De kosten voor het verwijderen van een paal mocht er in de toekomst geen gebruik meer van gemaakt worden zijn voor de leverancier/exploitant.

  • e.

    Om de aanleg van laadvoorzieningen te stimuleren, heft de gemeente geen leges voor het te nemen verkeersbesluit en brengt geen degeneratievergoeding in rekening voor de graafwerkzaamheden. Daarnaast stelt zij de grond ‘om niet’ ter beschikking aan de aanvrager en maakt dus geen gebruik van de mogelijkheid tot het heffen van een tarief (precariobelasting) hiervoor.

De gemeente Hulst legt in een overeenkomst met de leverancier/exploitant van de oplaadpalen vast, dat alle aansprakelijkheid waaronder voor het gebruik en onderhoud van de oplaadpalen en eventuele schade bij de gebruiker van een oplaadpaal voor rekening van de leverancier/exploitant van de oplaadpalen of de aanvrager komen. De gemeente Hulst aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor het gebruik en eventuele schade door een laadpaal en oplaadpunt, ook al staat deze op gemeentelijk grondgebied.

Artikel 10 Realisatie

Om voor toestemming op een aanvraag in aanmerking te komen, dient een oplaadpaal op de oplaadlocatie werkelijk te kunnen worden gerealiseerd. In dat kader wordt tevens de (technische) haalbaarheid bezien. Daarbij is de aanwezigheid van (hoofd)kabels en leidingen en het voorhanden zijn van een netwerk van belang.

De technische haalbaarheid zal worden bepaald in overleg tussen leverancier/exploitant en de gemeente Hulst.

Artikel 11 Juridisch kader

Voor de realisatie dient de aanvraag, behalve aan de beleidsregels zoals hier omschreven, ook te voldoen aan algemene wetgeving zoals:

  • a.

    Apv;

    Voor het openbreken van de verharding en het graven in de weg om de laadvoorziening te plaatsen en aan te sluiten op het elektriciteitsnetwerk, is op grond van de Algemene plaatselijke verordening (Apv) artikel 2:9 lid 1 een vergunning nodig.

    Voor het verlenen van de vergunning zal getoetst worden aan de hiervoor gebruikelijke gemeentelijke regels.

  • b.

    Wegenverkeerswet;

    Om er voor te zorgen dat de parkeerplaats bij een laadvoorziening enkel te gebruiken is voor het opladen van elektrische auto’s, dient de gemeente een verkeersbesluit te nemen.

    In het verkeersbesluit wijst het college de betreffende parkeerplaats(en) aan door middel van het plaatsen van het verkeersbord E4 of E8 met onderbord ‘alleen voor opladen elektrische voertuigen’. De manager van de afdeling Openbare Ruimte is gemandateerd om namens het college verkeersbesluiten te nemen.

  • c.

    Privaatrechtelijke overeenkomst;

    In een overeenkomst tussen de gemeente en de exploitant van het laadpunt worden afspraken vastgelegd over aspecten zoals de eisen aan de laadvoorziening, eigendom en beheer, realisatie en installatie, storingen en calamiteiten, kosten, bereikbaarheid, veiligheid, aansprakelijkheid en dergelijke.

    Dhr. E. Piessens, afdelingshoofd Realisatie en Beheer is gemandateerd om namens het college betreffende privaatrechtelijke overeenkomsten te tekenen. Deze overeenkomst is te integraal onderdeel van de overeenkomst met de exploitant.

    Aangezien de exploitant geen exclusief recht heeft op het plaatsen van laadpalen binnen de gemeente is in bijlage 1 een modelovereenkomst bijgesloten voor evt. plaatsing van laadpalen door andere partijen dan de exploitant waar de gemeente Hulst een overeenkomst mee heeft gesloten.

Intrekken/wijzigen van vergunning en verkeersbesluit:

Indien de aanvrager (exploitant) van de laadvoorziening zich niet houdt aan de voorschriften verbonden aan de vergunning, kan het college de vergunning intrekken. Het college kan in dat geval ook het verkeersbesluit, waarbij de parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen zijn aangewezen, intrekken.

De vergunning en/of het verkeersbesluit kan tevens worden ingetrokken, wanneer er in de praktijk niet of nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de laadvoorziening. Het is niet gewenst dat daardoor een of meerdere parkeerplaatsen (nagenoeg) geheel onbenut blijven. In deze gevallen heeft de aanvrager het recht en de plicht de laadvoorziening te verwijderen. De hiermee samenhangende kosten zijn voor de rekening van de leverancier/exploitant.

Artikel 12 Deelauto

Indien uit de aanvraag blijkt dat er meerdere gebruikers van één elektrische auto zijn (bijvoorbeeld bij een deelauto), kan in afwijking van deze regeling toestemming worden gegeven.

Artikel 13 Duur toestemming

De toestemming voor het realiseren van een laadpaal op grond in eigendom van de gemeente wordt verleend voor de maximale duur van tien jaar met een stilzwijgende verlenging van telkens een jaar.

Deze gaat in op de dag dat partijen de Overeenkomst hebben getekend.

Artikel 14 Hardheidsclausule

Er kan van deze regeling worden afgeweken wanneer toepassing ervan, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • a.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • b.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als "Beleidsregels Elektrische Laadpalen voor Elektrisch Vervoer Gemeente Hulst".

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van de gemeente Hulst gehouden op 4 oktober 2016.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst,

De secretaris,

De burgemeester,

Samengevat ziet de procedure voor het aanvragen en realiseren van een laadvoorziening in de openbare ruimte er als volgt uit:

Stap 1:

U vraagt toestemming om een laadpaal te laten plaatsen bij de gemeente Hulst.

De benodigde informatie kan via een begeleidend schrijven inclusief bijlagen gemaild worden naar info@gemeentehulst.nl of opgestuurd worden naar gemeente Hulst t.a.v. het college van B&W, Postbus 49, 4560 AA Hulst o.v.v. aanvraag elektrische laadvoorziening met vermelding van beoogde locatie.

Aan te leveren informatie bij de aanvraag:

  • Naam en adres aanvrager

  • Gewenste locatie laadpaal

  • Merk en type voertuig

Stap 2:

Na ontvangst wordt de aanvraag in behandeling genomen en getoetst aan het beleid. Indien nodig, houdt de gemeente een technisch afstemmingsoverleg met de aanvrager.

De aanvrager ontvangt van de gemeente schriftelijke toestemming voor de plaatsing van een laadpaal.

Stap 3:

Met deze toestemming kunt u de leverancier/exploitant (Allego) waar gemeente Hulst een overeenkomst mee heeft gesloten benaderen voor het realiseren van een laadpaal. Dit bedrijf wordt dan de eigenaar van het laadpunt. De aanvrager maakt verdere afspraken met de exploitant over het gebruik van de laadpaal.

De exploitant zal contact opnemen met de gemeente voor verdere (technische) afstemming.

Voorwaarden van de exploitant zijn te vinden op de website van www.allego.nl

Stap 4:

Indien de laadpaal geplaatst zal worden, wordt door de exploitant en de gemeente een overeenkomst getekend voor de plaatsing van de aangevraagde laadpaal.

Stap 5:

Nadat de overeenkomst ondertekend retour is gekomen van de exploitant, neemt de gemeente een verkeersbesluit.

Stap 6:

De exploitant mag de laadvoorziening pas plaatsen en in gebruik nemen na het onherroepelijk worden van het verkeersbesluit en afgifte van de vergunning. De gemeente voorziet het parkeervak binnen 5 werkdagen na plaatsing van de laadvoorziening, van een verkeersbord E4 of E8 met onderbord ‘alleen voor opladen elektrische voertuigen’. Dit betekent dat er enkel op het parkeervak geparkeerd mag worden gedurende het laden van het voertuig.

Bijlage 1:  

 

Model privaatrechtelijke overeenkomst plaatsing, beheer en onderhoud van een laadvoorziening voor elektrische auto’s in de openbare ruimte

 

De ondergetekenden:

............................,statutair gevestigd te ............................, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door ............................,, in hoedanigheid van ............................, hierna te noemen “aanvrager”

 

en

 

de publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Hulst, rechtsgeldig vertegenwoordigd door ............................, in hoedanigheid van ............................, hierna te noemen “de gemeente”,

 

gezamenlijk te noemen: “partijen”.

 

Aanvrager verklaart hierbij de laadpaal te willen plaatsen en exploiteren t.b.v. onderstaande inwoner van de gemeente Hulst (gebruiker) met in acht name van de “Beleidsregels Elektrische Laadpalen voor Elektrisch Vervoer Gemeente Hulst”:

 

Naam: ...................................................

BSN: .....................................................

Adres: ...................................................

.............................................................

.............................................................

 

Partijen nemen in aanmerking dat:

  • Het bezit en gebruik van elektrische auto’s groeit;

  • Elektrisch rijden bijdraagt aan een schone lucht, minder geluidoverlast, minder energieverbruik en een grotere onafhankelijkheid van fossiel brandstoffen;

  • De gemeente elektrisch vervoer wil stimuleren en faciliteren;

  • De markt voor laaddienstverlening voor elektrisch vervoer zich in de ontwikkelingsfase bevindt en aan veranderingen onderhevig is;

  • Partijen middels deze overeenkomst de samenwerking beschrijven en vastleggen voor het plaatsen, beheren, exploiteren en onderhouden van een laadvoorziening voor Elektrische auto’s door de aanvrager in de openbare ruimte;

  • De samenwerking tussen partijen zoals vastgelegd in de Overeenkomst, de samenwerking met anderen, in welke vorm dan ook, niet uitsluit.

Partijen zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1. Begripsbepaling

Elektrische auto:

Een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c van de Wegenverkeerswet 1994 dat bij de RDW staat geregistreerd als een auto en geheel of gedeeltelijk door een elektromotor wordt aangedreven waarvoor elektrische energie geleverd wordt door een batterij en waarvan de batterij (mede) kan worden opgeladen door middel van een voorziening buiten het voertuig. De auto heeft een minimaal bereik van 50 km, haalt een minimale snelheid van 60 km/u, mag niet hoger zijn dan 2,40m en niet langer zijn dan 6m.

 

Laadkabel:

Een kabel, in gebruik of eigendom van Gebruiker, benodigd om de Elektrische auto op te laden door deze aan te sluiten op een Laadvoorziening.

 

Laadvoorziening:

Een openbare voorziening, inclusief alle daarbij horende en achterliggende installaties, waar een Elektrische auto kan worden opgeladen. De laadvoorziening bevat tenminste één aansluiting en de mogelijkheid voor twee of meer aansluitingen voor het gelijktijdig opladen van elektrische voertuigen. De benodigde laadkabel maakt geen deel uit van de Laadvoorziening.

 

Laadpas:

Een pas, benodigd voor het gebruik van een Laadvoorziening, aan te bieden door een Service-aanbieder, gebaseerd op de landelijke afspraken op het gebied van interoperabiliteit.

 

Gebruiker:

Bedrijf, particulier of andere organisatie dat/die gevestigd, woonachtig of werkzaam is in de gemeente Hulst en in het bezit is van een Elektrische auto door middel van eigendom of een (meerjarige) leaseconstructie die bij een Laadvoorziening zijn of haar Elektrische auto wil opladen. Deze Gebruiker beschikt niet of kan redelijkerwijs niet beschikken over een privéparkeergelegenheid.

 

Interoperabel:

De mogelijkheid om met een Laadpas van verschillende Service-aanbieders (aanbieders van laaddiensten) gebruik te maken van een Laadvoorziening van verschillende aanvragers (aanbieders van laadinfrastructuur).

 

Service-aanbieders:

Aanbieder van laaddiensten aan gebruiker(s), zoals de uitgifte van Laadpassen en bijbehorende laadabonnementen.

 

Aanvrager:

Bedrijf dat laadvoorzieningen plaatst, onderhoud, exploiteert en beheert.

Overeenkomst: deze overeenkomst.

Artikel 2. Doel overeenkomst

Het doel van deze overeenkomst is om afspraken te maken onder welke voorwaarden aanvrager een Laadvoorziening op grond in eigendom van gemeente mag plaatsen en om de rechten en verplichtingen van partijen vast te leggen.

Artikel 3. Eisen Laadvoorziening

De aanvrager zorgt ervoor dat:

  • 3.1

    De Laadvoorziening wordt geplaatst op de overeengekomen locatie, aan de ...............................................................(straatnaam) ter hoogte van nummer ....... , conform de door de gemeente goedgekeurde situatietekening. De Laadvoorziening is of kan worden voorzien van twee aansluitpunten zodat het mogelijk is (om in de toekomst) twee Elektrische auto’s tegelijk te laden.

  • 3.2

    De Laadvoorziening 24 uur per dag en 7 dagen per week openbaar en publiek toegankelijk is voor alle gebruikers van een Elektrisch Voertuig met de beschikking over een interoperabele laadpas. De Laadvoorziening is interoperabel conform de landelijke en internationale afspraken.

  • 3.3

    De Laadvoorziening wordt gevoed door groene stroom zodat ook aan de bron geen CO2 wordt uitgestoten.

  • 3.4

    De Laadvoorziening voldoet aan alle daaraan gestelde (nationale en internationale) veiligheidseisen, -richtlijnen en -normen. De Laadvoorziening is volledig onafhankelijk gekeurd door een erkend instituut volgens de geldende Europese en nationale wetgeving en normeringen.

  • 3.5

    De Laadvoorziening een neutrale uitstraling heeft en slechts functionele informatie en opschriften bevat. Daarnaast is de Laadvoorziening uitgevoerd in corrosiebestendig materiaal.

  • 3.6

    De Laadvoorziening aangeeft wanneer er een storing is en duidelijk maakt of een Elektrisch voertuig geladen wordt.

  • 3.7

    Bij de Laadvoorziening geen aparte straatkast geplaatst wordt.

  • 3.8

    De Laadvoorziening voorzien is van een geijkte kWh meter.

  • 3.9

    Graffity, stickers of andere vervuiling op de laadvoorziening binnen 72 uur na melding zijn verwijderd. Aanstootgevende tekst moet binnen 24 uur verwijderd zijn.

Artikel 4. Eigendom en beheer

  • 4.1

    De Laadvoorziening blijft in eigendom van de aanvrager. Gemeente is nadrukkelijk geen eigenaar van de Laadvoorziening en wenst ook nadrukkelijk geen eigenaar te worden.

  • 4.2

    De aanvrager is tevens verantwoordelijk voor het beheren, onderhouden en exploiteren van de laadvoorziening.

Artikel 5. Realisatie en installatie

De aanvrager zorgt ervoor dat:

  • 5.1

    De benodigde vergunning voor realisatie van de Laadvoorziening van de gemeente zijn verkregen en dat conform de betreffende vergunning wordt gehandeld.

  • 5.2

    De realisatie, installatie, exploitatie en het beheer en onderhoud van de Laadvoorziening plaatsvindt zonder overlast voor derden en schade aan particuliere en gemeentelijke eigendommen.

  • 5.3

    De datum van de installatie en in gebruik name van de Laadvoorziening schriftelijk en uiterlijk 2 weken van te voren wordt gemeld aan de gemeente.

De gemeente zorgt voor:

  • 5.4

    De belijning en het plaatsen van betreffend verkeersbord met een onderschrift, bijvoorbeeld ‘Uitsluitend bestemd voor laden van elektrische voertuigen’.

Artikel 6. Storingen en calamiteiten

  • 6.1

    De aanvrager van de Laadvoorziening zorgt voor een storingsdienst/helpdesk die 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar is voor gebruikers, hulpdiensten en de gemeente in geval van vragen, storingen en calamiteiten. De telefoonnummers van de storingsdienst en helpdesk zijn vermeld op de Laadvoorziening.

  • 6.2

    Calamiteiten zoals veiligheidsproblemen of gebruikers die niet kunnen loskoppelen van de Laadvoorziening dient de aanvrager zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen 2 uur na melding of detectie te verhelpen.

  • 6.3

    Storingen dienen binnen 24 uur na melding of detectie door de aanvrager te zijn verholpen.

Artikel 7. Kosten

  • 7.1

    De gemeente rekent voor het gebruik van de openbare grond geen vergoeding (precario) gedurende de looptijd van deze Overeenkomst. Bij eventuele verlengingen van de Overeenkomst zal de gemeente nader bekijken of een eventuele vergoeding in rekening wordt gebracht.

  • 7.2

    Alle kosten voor het plaatsen, onderhouden, beheren van en schade veroorzaakt door de Laadvoorziening zijn voor rekening van de aanvrager. Uitgezonderd hierop zijn de kosten voor het treffen van het verkeersbesluit, de belijning en het plaatsen van een verkeersbord, deze kosten zijn voor rekening van de gemeente. De gemeente brengt geen degeneratievergoeding voor de graafwerkzaamheden in rekening bij de aanvrager.

Artikel 8. Rapportage

Jaarlijks verstrekt de aanvrager een rapportage van het gebruik van de Laadvoorziening aan de gemeente.

Artikel 9. Verwijdering en verplaatsing

  • 9.1

    Indien de aanvrager wegens een aan haar toerekenbare omstandigheid haar verplichtingen op basis van de Overeenkomst, en na voorafgaande ingebrekestelling waarin de aanvrager een redelijke termijn wordt geboden het gebrek te herstellen, niet nakomt heeft de gemeente het recht de Laadvoorziening te laten verwijderen. De hiermee samenhangende kosten zijn voor rekening van de aanvrager.

  • 9.2

    Indien gedurende een periode van 3 jaar niet of nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de Laadvoorziening heeft de gemeente het recht de aanvrager te verzoeken de Laadvoorziening te verwijderen of eventueel te verplaatsen. De aanvrager dient de Laadvoorziening dan binnen de door de gemeente aangeven termijn te verwijderen of te verplaatsen en de openbare ruimte in oorspronkelijke staat terug te brengen. De hiermee samenhangende kosten zijn voor rekening van de aanvrager.

  • 9.3

    Wanneer de aanvrager niet meer in staat is tot exploitatie en beheer van de laadvoorziening of hiervan wil afzien, dient zij dit schriftelijk te melden bij de gemeente. De aanvrager is vervolgens verplicht de laadvoorziening zes weken na melding te verwijderen en de openbare ruimte in oorspronkelijke staat terug te brengen. De gemeente trekt binnen zes weken na melding het genomen verkeersbesluit voor de gereserveerde parkeerplaats(en) in.

  • 9.4

    Indien er een wegreconstructie plaatsvindt als gevolg waarvan de aangewezen parkeerplaats(en) (waarop de in deze Overeenkomst bedoelde Laadvoorziening betrekking heeft), verdwijnt(en), onderzoekt de gemeente samen met de aanvrager of er een alternatieve locatie voor de Laadvoorziening met bijbehorende parkeerplaats(en) in de directe nabijheid mogelijk is. De hiermee samenhangende kosten zijn voor rekening van de gemeente.

Artikel 10. Aansprakelijkheid en niet-nakoming

  • 10.1

    Schade veroorzaakt wegens een aan de aanvrager toerekenbare tekortkoming in verband met het plaatsen, onderhouden, beheren van de laadvoorziening wordt vergoedt door de aanvrager, tot een maximum van EUR 1.000.000,- per gebeurtenis. De aanvrager vrijwaart de gemeente voor alle schade die door het gebruik van de Laadvoorziening aan derden wordt veroorzaakt voor zover de schade is ontstaan door een aan de aanvrager toerekenbare tekortkoming in verband met het plaatsen, onderhouden, exploiteren en beheren van de laadvoorziening. De aanvrager draagt er zorg voor dat zij voor een bedrag van EUR 1.000.000,- (één miljoen euro) per gebeurtenis verzekerd is tegen aansprakelijkheden en risico’s die verband houden met de Overeenkomst en zal, desgewenst, hiervan aan de gemeente genoegzaam bewijs leveren door het overleggen.

  • 10.2

    Indien één der partijen tekort schiet in de nakoming van één of meer verplichtingen uit deze overeenkomst, zal de wederpartij hem in gebreke stellen, tenzij nakoming van de betreffende verplichting reeds onmogelijk is, in welk geval de nalatige partij onmiddellijk in gebreke is. De ingebrekestelling zal schriftelijk geschieden, waarbij aan de nalatige partij een redelijke termijn wordt gegund om alsnog zijn verplichting na te komen. Deze termijn heeft het karakter van een fatale termijn.

  • 10.3

    De partij, die toerekenbaar tekort schiet in de nakoming van zijn verplichtingen, is aansprakelijk voor vergoeding van de door de wederpartij geleden schade.

  • 10.4

    Daarnaast is de wederpartij gerechtigd de overeenkomst te ontbinden door middel van een aangetekend schrijven.

Artikel 11. Looptijd

  • 11.1

    Deze Overeenkomst wordt op de dag van ondertekening aangegaan voor een periode van 10 jaar en daarna stilzwijgend verlengd met telkens één jaar.

  • 11.2

    Aan het einde van de looptijd van de Overeenkomst, inclusief eventuele verlengingen, zorgt de aanvrager dat de Laadvoorziening binnen 3 maanden op kosten van de aanvrager wordt verwijderd en brengt de openbare ruimte in oorspronkelijke staat terug.

Artikel 12. Tussentijdse wijzigingen

Indien de omstandigheden waaronder deze Overeenkomst is afgesloten zich zodanig wijzigen, dat in redelijkheid niet van één of van beide partijen gevergd kan worden dat de Overeenkomst ongewijzigd in stand blijft, treden partijen met elkaar in overleg om de in de geest van de bestaande overeenkomst nadere afspraken te maken. Wijzigingen van de Overeenkomst zijn alleen van kracht indien zij schriftelijk zijn overeengekomen.

Artikel 13. Tussentijdse opzegging

Elk der partijen is gerechtigd de Overeenkomst tussentijds, schriftelijk met opgave van redenen, op te zeggen. Er geldt een opzegtermijn van 3 maanden, tenzij anders tussen partijen overeengekomen wordt. Indien één der partijen deze Overeenkomst aldus tussentijds opzegt zijn de kosten voor verwijdering van de laadvoorziening voor rekening van de partij die opzegt, tenzij partijen anders overeenkomen.

Partijen spreken af dat zij in overleg zullen treden om afspraken te maken over de verdeling van andere kosten dan de hierboven genoemde kosten. Aanvrager kan geen schadevergoeding vorderen op grond van gederfde inkomsten na opzegging.

Artikel 14. Geschillen en toepasselijk recht

Eventuele geschillen ten aanzien van deze Overeenkomst worden voorgelegd aan een daartoe bevoegde rechter. Op de Overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing.

Artikel 15. Slotbepalingen

  • 15.1

    De rechten en plichten uit deze Overeenkomst kunnen niet aan derden worden overgedragen zonder voorafgaande toestemming van de andere partij. De andere partij zal haar toestemming niet op onredelijke gronden onthouden.

  • 15.2

    Deze overeenkomst laat de publiekrechtelijke bevoegdheden van de bestuursorganen van de gemeente onverlet.

  • 15.3

    Afwijkingen van deze overeenkomst zijn slechts bindend voor zover zij tussen partijen schriftelijk zijn overeengekomen.

Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend:

 

 

Plaats: ...............................

Plaats: ...............................

Datum: ..............................

Datum: ..............................

Gemeente Hulst:

Aanvrager:

Naam: ..............................................

Naam: ..............................................

Functie:

Functie (indien van toepassing):

...........................................................

...........................................................

 

 

Handtekening:

Handtekening: