Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Rivierenland

Nota recreatief medegebruik van waterschapseigendommen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Rivierenland
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingNota recreatief medegebruik van waterschapseigendommen
CiteertitelNota recreatief gebruik van waterschapseigendommen
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp
Externe bijlageNota creatief medegebruik

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Nota recreatief gebruik van waterschapseigendommen van oktober 2007.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-201922-02-2019nieuwe regeling

22-02-2019

wsb-2019-2318

2018116048

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota recreatief medegebruik van waterschapseigendommen

Het Algemeen Bestuur van Waterschap Rivierenland

 

Op voordracht van het college van dijkgraaf en heemraden van 15 januari 2019;

 

Overwegingen:

 

Naar aanleiding van de in november 2018 door het algemeen bestuur vastgestelde nota “Eigendommen” is gebleken dat het wenselijk is om de nota recreatief medegebruik van waterschapseigendommen te actualiseren. De vorige versie van deze nota dateert namelijk van oktober 2007.

 

Gelet op de wettelijke kaders die worden gesteld op Europees, nationaal en regionaal niveau, waaronder:

 

De Europese zwemwaterrichtlijn;

De Natuurambitie grote wateren 2014;

De Kaderrichtlijn water 2000;

Het provinciaal beleid van de provincies Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Zuid-Holland;

Het Wegenbeheerplan 2016 – 2021 van Waterschap Rivierenland;

De Nota Eigendommenbeleid van Waterschap Rivierenland.

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de Nota recreatief medegebruik van waterschapseigendommen.

Artikel 1. Beleidsregel en bijlagen

  • 1.

    Vast te stellen de Nota recreatief medegebruik van waterschapseigendommen, opgenomen als bijlage 1 bij dit besluit.

  • 2.

    Bij dit besluit behoren de volgende bijlage(n):

    • a.

      Bijlage 1: Gebiedskaart;

    • b.

      Bijlage 2: Aanvraagprocedure;

    • c.

      Bijlage 3: Toetsingskader.

Artikel 2. Overgangsrecht

De bijgevoegde Nota recreatief gebruik van waterschapseigendommen vervangt de nota recreatief gebruik van waterschapseigendommen van oktober 2007.

Artikel 3. Intrekking

De Nota recreatief gebruik van waterschapseigendommen van oktober 2007 wordt hierbij ingetrokken.

Artikel 4. Inwerkingtreding

Deze Nota recreatief medegebruik van waterschapseigendommen treedt in werking met ingang van 1 maart 2019 en heeft terugwerkende kracht tot en met 22 februari 2019.

Artikel 5. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Nota recreatief gebruik van waterschapseigendommen”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland van 22 februari 2019 te Tiel.

de secretaris-directeur,

ir. Z.C. Vonk,

de waarnemend dijkgraaf,

M.H.M. Gremmen

Toelichting op de Nota recreatief medegebruik van waterschapseigendommen

1. Algemeen

 

Waterschap Rivierenland heeft als taken het waarborgen van veiligheid tegen overstromingen, het beheer van waterkwaliteit en de waterkwantiteit in het rivierengebied. Bij uitvoering van deze taken kan er tevens sprake zijn van recreatie. Vanuit de maatschappij komen steeds vaker verzoeken om waterschapseigendommen te mogen gebruiken voor een bepaalde vorm van recreatie. Vanuit het Rijk en provincies wordt, net zoals vanuit de Unie van Waterschappen, het openstellen van publieke eigendommen aangemoedigd. In deze nota is beschreven hoe Waterschap Rivierenland om gaat met het recreatieve medegebruik van waterschapseigendommen.

 

Het waterschap hanteert als uitgangspunt dat extensieve recreatie zoals wandelen, fietsen en kanoën op, in en langs de zich daartoe lenende watergangen, waterkeringen en andere waterschapeigendommen mogelijk is. Het recreatief medegebruik van door waterschap aangelegde voorzieningen zal waar mogelijk worden gestimuleerd, tenzij er andere afspraken zijn gemaakt, of dit leidt tot overlast. Bij inrichtingsprojecten houdt het waterschap daarom al in de ontwerpfase rekening met eventuele mogelijkheden van recreatief medegebruik door belanghebbenden bij het project te betrekken.

 

De nota ‘Eigendommen’ is eind 2018 vastgesteld door het Algemeen Bestuur van Waterschap Rivierenland. In deze nota is onder andere ingegaan op het recreatieve medegebruik van waterschapseigendommen. De nota ‘Recreatief Medegebruik van Waterschapseigendommen’ moet gelezen worden als een uitwerking van dit eigendommenbeleid. De kaders die in de nota ‘Eigendommen’ worden gesteld, vormen de basis voor deze nota.

 

2. Hoofdstukgewijs

Hoofdstuk 1 Inleiding en doel

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de aanleiding voor het vaststellen van de Nota recreatief medegebruik van waterschapseigendommen. In deze nota wordt ingegaan op de vormen van recreatie die niet zijn belegd in andere notities. De nota heeft als doel om de visie van Waterschap Rivierenland ten aanzien van recreatief medegebruik te beschrijven. De onderwerpen waar deze beleidsnota op in zal gaan zijn:

  • 1.

    Duidelijkheid over wat wordt bedoeld met recreatief medegebruik van de waterschapseigendommen;

  • 2.

    Het beeld van het huidige beleid ten aanzien van recreatief medegebruik binnen Waterschap Rivierenland;

  • 3.

    Uitgangspunten van het waterschap ten aanzien van de verschillende recreatievormen;

  • 4.

    Het bekend maken van dit beleid en actief uitdragen, zowel intern als extern.

Hoofdstuk 2 Definitie

 

In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de definitie van recreatief medegebruik van waterschapseigendommen. Daarnaast wordt ingegaan op het begrip “waterschapseigendommen”. tot slot wordt ingegaan op de verschillende vormen van recreatief medegebruik.

 

Hoofdstuk 3 Beleidskader

 

In dit hoofdstuk staan de kaders en uitgangspunten voor het beleid ten aanzien van recreatief medegebruik van waterschapseigendommen. Een belangrijk uitgangspunt voor deze nota zijn wettelijke verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor het recreatieve medegebruik van waterschapseigendommen. De visie van het waterschap op recreatief medegebruik vormt een belangrijke bouwsteen van het beleid. Wetten, regels en richtlijnen vormen het externe beleidskader waarbinnen wetenschapsbeleid moet passen. De kaders in dit hoofdstuk worden gesteld op Europees, nationaal en regionaal niveau.

 

Hoofdstuk 4 Beleidslijn Waterschap Rivierenland

 

Binnen hoofdstuk 4 is een kader gesteld waarbinnen recreatief medegebruik zich kan bewegen. Het is van belang dat het hele beheergebied dezelfde lijn volgt, maar dat enige vorm van maatwerk wel mogelijk blijft. In dit hoofdstuk is ingegaan over de wijze hoe het waterschap omgaat met recreatief medegebruik van waterschapseigendommen. Het gebied waarover gesproken wordt, is te vinden in bijlage 1. In bijlage 2 is de procedure aanvraag recreatief medegebruik bij waterschap Rivierenland weergegeven. Het toetsingskader van een ingekomen aanvraag is opgenomen in bijlage 3 “Toetsingskader’.

Bijlage 1 Nota recreatief medegebruik van waterschapseigendommen

 

1. Inleiding en doel

 

1.1 Aanleiding

 

Waterschap Rivierenland heeft als taken het waarborgen van veiligheid tegen overstromingen, het beheer van waterkwaliteit en de waterkwantiteit in het rivierengebied. Bij uitvoering van deze taken kan er tevens sprake zijn van recreatie. Hierbij kan gedacht worden aan een schouwpad dat gebruikt wordt als wandelpad.

Het gebruik van het landelijk gebied voor openluchtrecreatie is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Door bevolkingsgroei, een gestegen welvaart en een toename van de vrije tijd steeg ook de druk op het landelijk gebied. Naast de bestaande en specifiek voor recreatie aangelegde en ingerichte gebieden en terreinen wil de recreant van ook graag de wat minder gangbare paden betreden. Waterschappen kunnen een rol in het aanbod van dergelijke gebieden vervullen.

Waterkeringen en watergangen hebben naast hun functionele waarde namelijk ook een sterke belevingswaarde. Ze vormen een belangrijk deel van de landschappelijke kwaliteiten van het (landelijk) gebied. Vooral water vormt een belangrijk decor voor diverse vormen van recreatie. Wandelen en fietsen krijgen al snel een meerwaarde in een waterrijke omgeving. Daarnaast zijn er natuurlijk verschillende vormen van waterrecreatie zoals zwemmen en kanoën.

Vanuit de maatschappij komen steeds vaker verzoeken om de waterschapseigendommen te mogen gebruiken voor een bepaalde vorm van recreatie. Vanuit het Rijk en provincies, net zoals door de Unie van Waterschappen, wordt het openstellen van publieke eigendommen aangemoedigd. In deze nota is beschreven hoe Waterschap Rivierenland om gaat met het recreatieve medegebruik van waterschapseigendommen.

 

1.2 Uitwerking nota ‘Eigendommen’

 

De nota ‘Eigendommen’ is eind 2018 vastgesteld door het Algemeen Bestuur van Waterschap Rivierenland. In deze nota is ingegaan op het recreatieve medegebruik van waterschapseigendommen. De nota ‘Recreatief Medegebruik van Waterschapseigendommen’ moet gelezen worden als een uitwerking van het eigendommenbeleid. De kaders die in de nota ‘Eigendommen’ gesteld worden, vormen de basis voor deze nota.

Het waterschap hanteert als uitgangspunt dat extensieve recreatie zoals wandelen, fietsen en kanoën op, in en langs de zich daartoe lenende watergangen, waterkeringen en andere waterschapeigendommen mogelijk is. Het recreatief medegebruik van door waterschap aangelegde voorzieningen zal waar mogelijk worden gestimuleerd, tenzij er andere afspraken zijn gemaakt, of dit leidt tot overlast. Bij inrichtingsprojecten houdt het waterschap daarom al in de ontwerpfase rekening met eventuele mogelijkheden van recreatief medegebruik door belanghebbenden bij het project te betrekken. Vier punten blijven hierbij echter altijd als (hoofd)voorwaarde in stand:

 

  • 1.

    Er mag geen strijd zijn of ontstaan met het waterstaatkundig belang (veiligheid/onderhoud) en/of de functie van het water dan wel de oever en de waarden die daar aanwezig zijn. Dit betekent dat elke aanvraag voor een bepaalde vorm van recreatie dient te worden getoetst aan de specifieke situatie ter plaatse.

  • 2.

    Derden mogen geen hinder of schade ondervinden van het recreatief medegebruik. Er vindt daarom altijd een afweging van de belangen plaats.

  • 3.

    Het initiatief voor recreatieve ontwikkelingen ligt niet bij het waterschap. Bij grootschalige waterschap projecten die zich tevens lenen voor een bepaalde vorm van recreatie zoekt het waterschap zelf naar mogelijke partners voor recreatieve ontwikkelingen. Bij kleine projecten dient het initiatief van derden uit te gaan.

  • 4.

    De financiering en onderhoud van recreatieve voorzieningen ligt bij derden. Wanneer voorzieningen tegen geringe meerkosten kunnen worden meegenomen met een regulier waterschap werk, behoort aanleg (als vorm van medefinanciering) door het waterschap tot de mogelijkheden. Over het beheer en onderhoud worden aansluitend daarop afspraken gemaakt met de initiatiefnemers en andere belanghebbenden.

1.3 Recreatie als verwant belang

 

Waterschappen zijn opgericht voor een aantal specifieke taken. Deze zijn reglementair vastgelegd door de provincie(s). Waterschap Rivierenland zorgt ervoor dat zijn inwoners veilig achter de dijken kunnen leven, werken en recreëren en dat er over voldoende oppervlaktewater van goede kwaliteit kan worden beschikt.

Bij de uitoefening van de reglementaire taken kan met andere belangen, de ‘verwante belangen’, rekening worden gehouden. Recreatief medegebruik is een van deze verwante belangen. Het waterschap heeft vele kilometers waterlopen, onderhoudspaden en waterkeringen in beheer en eigendom, die zich vaak prima lenen voor een bepaalde vorm van recreatie. Het waterschap heeft een maatschappelijke functie en wil deze uitdragen. Een van de manieren waarop dit gestalte kan krijgen is door de waterschapseigendommen zoveel mogelijk voor recreatieve doeleinden open te stellen. Dit biedt tevens mogelijkheden om een breed publiek met de werkzaamheden van het waterschap kennis te laten maken. Enkele onderwerpen die zeker binnen het begrip ‘recreatief medegebruik’ vallen, worden bewust buiten deze notitie gelaten. Reden hiervoor is dat voor deze onderwerpen al in een ander verband beleid is. Het betreft de Stichting Werelderfgoed Kinderdijk (SWEK), Vaarwegbeheer en fietspaden in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden.

 

1.4 Doelstelling en resultaat

 

De voorliggende beleidsnota behandelt de vormen van recreatie die niet zijn belegd in andere notities en heeft als doel om de visie van Waterschap Rivierenland ten aanzien van recreatief medegebruik te beschrijven.

De onderwerpen waar deze beleidsnota op in zal gaan zijn:

 

  • 1.

    Duidelijkheid over wat wordt bedoeld met recreatief medegebruik van de waterschapseigendommen;

  • 2.

    Het beeld van het huidige beleid ten aanzien van recreatief medegebruik binnen Waterschap Rivierenland;

  • 3.

    Uitgangspunten van het waterschap ten aanzien van de verschillende recreatievormen;

  • 4.

    Het bekend maken van dit beleid en actief uitdragen, zowel intern als extern.

1.4.1 Een tweede versie van de nota recreatief medegebruik

 

De eerste versie van de voorliggende beleidsnota ‘Recreatief Medegebruik van Waterschapseigendommen’ is eind 2007 door het Algemeen Bestuur van het Waterschap Rivierenland vastgesteld. Nu, ruim 10 jaar later is er behoefte aan een herziene, actuele versie van dit beleid. Er is nieuwe wetgeving waaraan moet worden voldoen, landelijk hebben we te maken met nieuwe visies op het rivierengebied, maar ook de behoefte van de bewoner verandert. Daarnaast is de nota ‘Eigendommen’ geactualiseerd, waardoor het kader van het recreatieve medegebruik op sommige punten is herzien.

 

De ambitie vanuit de beleidsnota 2007 was om de organisatie te positioneren, uniformeren en om het waterschapsbeleid breed naar buiten te brengen. De centrale coördinatie ligt bij het team Beleid Water en Dijken van de afdeling Strategie en Beleid. Vanuit dit team ligt de opdracht voor het actualiseren van de nota. Dit zorgt voor interne consistentie en een direct aanspreekpunt voor de andere teams en afdelingen wanneer het gaat om vragen omtrent het recreatief medegebruik van waterschapseigendommen. Aanvragen komen voornamelijk binnen bij de afdeling Omgeving en Communicatie. Hier vindt de toetsing plaats.

 

Vanuit de gewenste duidelijkheid, wat bedoeld wordt met recreatief medegebruik van waterschapseigendommen, zien we dat hier verdere afbakening gewenst is. Er zit een dunne lijn tussen recreatief gebruik en andere belangen, zoals het waterschapsbelang. Deze nota bevat de gewenste verdere afbakening.

 

Het beeld van Waterschap Rivierenland ten aanzien van recreatief medegebruik is positief, zonder een initiërende rol aan te nemen. Het waterschap fungeert als faciliterende partner. De gedachte hierachter is dat men als belastingbetaler geen aparte omslag voor recreatie betaalt. Vanuit dit oogpunt investeert het waterschap niet actief in het recreatief medegebruik van waterschapseigendommen. Deze koers wordt in hoofdstuk 4 uiteengezet, met de bijbehorende uitzonderingen zoals meekoppelkansen.

 

Het beschrijven van nieuwe uitgangspunten van het waterschap, ten aanzien van de verschillende recreatievormen, is niet nodig. In de afgelopen jaren is er een gering aantal aanvragen geweest en geen één hiervan leverde een reden tot discussie op. Hoofdzakelijk wandelroutes zijn populair. De grootste verandering in de voorliggende nota zal zijn dat ‘hengelsport’ niet meer aangemerkt wordt als recreatief medegebruik van waterschapseigendommen. Dit vanwege het feit dat er sprake moet zijn van een huurovereenkomst visrecht (zie nota ‘Eigendommen’). Waterschap Rivierenland geeft graag voldoende ruimte aan de hengelsport als recreatievorm. Hierom zal de nota ‘Vissen met Beleid’ geactualiseerd worden, zodat de hengelsport als recreatievorm voldoende geborgd blijft.

 

Het doel om het proces te verduidelijken, kent wederom knelpunten. Er is geen centraal punt waar aanvragen van buiten de organisatie binnenkomen en dat kan intern leiden tot verwarring. De focus van de nota zal dan ook liggen om de communicatieve beleidslijn duidelijker uiteen te zetten, zodat erbinnen en buiten de organisatie geen verwarring kan ontstaan. Het relatieblad ‘Waterbalans’ van het waterschap bestaat niet meer. Er is dus nagedacht over een andere manier van communiceren naar externen. Tot slot is er gekeken naar de bebording binnen het beheergebied. Van de bestaande strategische punten en voorzieningen, die zijn aangegeven met borden, zijn er ongeveer 25 vernieuwd. De overige, oude borden, zijn verwijderd.

 

Deze tweede versie van de beleidsnota ‘Recreatief Medegebruik’ omvat de gewenste bijstelling en aanvulling. Nieuwe kennis en inzichten rondom het recreatieve medegebruik zijn in deze nieuwe versie verwerkt. Tot slot voldoet deze herziene versie aan de beleidsstukken, die in de afgelopen jaren intern veranderd zijn.

 

1.5 Leeswijzer

 

In hoofdstuk 2 staat de definitie van recreatief medegebruik uiteengezet, met de daarbij behorende facetten. Hier zijn de recente aanvragen in verwerkt en kort opgesomd welke positie Waterschap Rivierenland inneemt tegenover verschillende soorten recreatie. Hoofdstuk 3 zal zich toespitsen op de beleidsmatige zaken, die we vanuit het Rijk en de provincie meekrijgen. Hoofdstuk 4 zal zich richten op de beleidslijnen, die Waterschap Rivierenland aanhoudt met betrekking tot het recreatieve medegebruik van waterschapseigendommen.

 

2. Definitie

 

Onder het begrip recreatief medegebruik van waterschapseigendommen wordt verstaan: “het gebruik door recreanten van terreinen, wateren en objecten, die een niet-recreatieve hoofdfunctie hebben en waarbij het medegebruik ondergeschikt is aan de hoofdfunctie”. Hierbij gebruiken recreanten dus voorzieningen, die in een ander kader zijn aangelegd. Voorbeelden hiervan zijn: wandelen en fietsen op onderhoudspaden en waterkeringen, varen en schaatsen op boezemwateren et cetera.

 

2.1 Verschil niet-georganiseerd en georganiseerd medegebruik

Onder niet-georganiseerd recreatief medegebruik verstaan we de individuele recreant, die gebruik maakt van de waterschapseigendommen. Meestal betreffen dit wandelaars of fietsers, die nauwelijks of geen problemen veroorzaken. De te verwachten aantallen recreanten zijn dusdanig laag dat ervan uit gegaan kan worden dat de recreatiedruk beperkt blijft. Daarom stelt het waterschap in beginsel alle onderhoudspaden, die hij in eigendom heeft open voor individuele wandelaars. De uitzondering op de regel is wanneer er zwaarwegende redenen zijn om dit niet te doen, bijvoorbeeld afspraken uit het verleden, verwachte schade of overlast.

 

Onder georganiseerd recreatief medegebruik verstaan we recreatieve routes die (deels) over eigendommen van het waterschap lopen, of andere groepsactiviteiten. Essentieel voor georganiseerd recreatief medegebruik is dat er een externe organiserende partij bij is betrokken. Voordat een route over een waterschapseigendom kan worden aangelegd zal eerst een belangenafweging moeten plaatsvinden (bijlage 3). Er moet rekening gehouden met vraagstukken zoals: kan onderhoud en beheer op de huidige manier doorgaan; komt de veiligheid van de recreant niet in het geding; wordt de natuur niet aangetast en wordt er geen overlast verwacht. De aanvrager is belast met het informeren van omwonenden.

 

2.2 Waterschapseigendommen

Waterschapseigendommen zijn alle eigendommen waarvan Waterschap Rivierenland eigenaar is. Hierbij kan gedacht worden aan gronden, wateren en panden. Hoe er omgegaan wordt met deze eigendommen is terug te vinden in het eigendommenbeleid.

Waterschap Rivierenland vindt een robuust en toekomstbestendig waterbeheer belangrijk. Hierbij wordt rekening gehouden met bredere maatschappelijke doelen. Het Waterbeheerprogramma 2016-2021 beschrijft de maatschappelijke waarden in verband met landschap en natuur, cultuurhistorie en archeologie en recreatie. Bij de uitvoering van ons beheer en de realisatie van projecten houden we zoveel mogelijk rekening met landschap, natuur en cultuur. Daarnaast hebben we oog voor archeologische bodemschatten. Het rivierengebied is sterk verbonden met water. Dit is nog steeds terug te zien in het landschap. Samen vormen deze patronen een beleving voor de toerist, die meer en meer geïnteresseerd raakt in de historie van het landschap. Speciale aandacht gaat hierom uit naar de cultuurhistorische objecten van Waterschap Rivierenland. Cultuurhistorische objecten van Waterschap Rivierenland zijn bijvoorbeeld dijkmagazijnen, gemalen en inlaten. Er wordt een aanzet gemaakt om de nota cultuurhistorisch watererfgoed te schrijven. Deze wordt eind 2019 verwacht.

 

2.3 Vormen van recreatief medegebruik

Recreatief medegebruik kan verschillende vormen van recreatie omvatten. In deze nota wordt uitgegaan van de meest gangbare vormen, waar het waterschap verzoeken voor ontvangt en waar het waterschap positief tegenover staat. Dit sluit andere vormen niet per definitie uit, maar de mate van voorkomen zal zo gering zijn dat daar een specifiek advies over dient te worden gegeven.

Hieronder staan de meest voorkomende recreatievormen binnen het beheergebied van Waterschap Rivierenland opgesomd.

 

Wandelen

Gelderland wordt gezien als de mooiste wandelprovincie, maar ook in andere delen van het beheergebied van Waterschap Rivierenland zijn prachtige wandelmogelijkheden. Alle schouwpaden zijn in beginsel opengesteld voor individuele wandelaars, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om dit niet te doen. Bijvoorbeeld verwachte schade, of overlast. Een andere uitzondering is afscherming voor de veiligheid van de wandelaar. Dit is herkenbaar aan afsluiting door middel van een hek of bord. Op alle schouwpaden rust een verbod voor honden. Wanneer hier een uitzondering van toepassing is, dienen ze aangelijnd te zijn. Het waterschap is voor zijn paden verantwoordelijk, wat inhoudt dat deze paden worden onderhouden door het waterschap. Er zullen geen banken/ prullenbakken etc. geplaatst worden, maar wanneer dit bij uitzondering wel gebeurd, is het onderhoud voor derden. Een bijzonder voorbeeld van wandelen op waterschapseigendommen, zijn de klompenpaden. Deze routes gaan over niet standaard plekken in het gebied, maar juist over bijvoorbeeld schouwpaden. In de afgelopen jaren zijn er diverse klompenpaden gerealiseerd in het beheergebied, geïnitieerd of ondersteund door de Stichting Landschapsbeheer Gelderland, in samenwerking met Waterschap Rivierenland. Ook Wandelnet dient verzoeken in voor de realisatie van (lange afstands-) wandelroutes.

 

Fietsen

Fietsen langs water en over dijken is een populaire bezigheid bij de recreanten. Enkele rechtsvoorgangers van Waterschap Rivierenland hebben in hun gebied zelf fietsroutes uitgezet langs waterschapswerken, of meegewerkt aan fietsroutes van derden.

In de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden is het waterschap wegbeheerder en beheert en onderhoudt in die hoedanigheid ook fietspaden. In het overige deel van het beheergebied worden veel delen van de waterkeringen tevens gebruikt als fietsroute. Schouw- en onderhoudspaden zijn in het algemeen niet echt geschikt voor fietsers wanneer ze niet verhard zijn. Naast fietsen zijn er ook een hoop mountainbikers te vinden in het gebied. De praktijk heeft geleerd dat mountainbiken snel leidt tot aantasting van het pad en/of de directe omgeving. Deze vorm van recreatie kan daarom alleen in speciaal daarvoor ingerichte gebieden plaatsvinden. Onder andere de provincie Gelderland is bezig met het aanleggen van speciale mountainbike routes.

 

Skeeleren of in-line skaten

Skeeleren of in-line skaten wordt een steeds populairdere vorm van vrijetijdsbesteding. In het algemeen gebruiken de beoefenaars van deze sport de rustige wegen en fietspaden (bijvoorbeeld de waterkeringen). Het waterschap zal de skeelersport niet faciliteren door middel van bewegwijzering van specifieke skeelerroutes. In dat geval moet het waterschap (de wegbeheerder) namelijk de weg ook voor deze activiteit onderhouden, wat betekent dat het wegdek vrij moet zijn van elke oneffenheid.

 

Zwemmen

In het beheergebied van waterschap Rivierenland is door de provincies aan 27 wateren officieel de functie zwemwater toegekend, die binnen het beheergebied van het waterschap vallen. De kwaliteit van het zwemwater wordt op deze locaties gedurende het zwemseizoen (1 mei- 30 september) tweewekelijks door Aquon, in opdracht van het waterschap, gecontroleerd. Indien uit de controles blijkt dat het zwemwater verontreinigd is, kan de provincie zo nodig een negatief zwemadvies geven. Op de site www.zwemwater.nl kunnen de actuele adviezen bekeken worden. De initiatiefnemer is verantwoordelijk voor het opstellen van een zwemwaterprofiel. Zo'n profiel moet inzichtelijk maken door welke factoren de zwemwaterkwaliteit op een zwemwaterlocatie wordt bepaald. Het waterschap zorgt bij de officiële zwemwateren voor de actualisatie van deze zwemwaterprofielen. Met deze kennis kunnen zo nodig goede, kosteneffectieve beheersmaatregelen worden genomen om de zwemwaterkwaliteit te verbeteren. Het wordt afgeraden om op andere plaatsen te zwemmen dan de officiële zwemwateren. De zwemwaterkwaliteit wordt daar immers niet gecontroleerd en dat kan leiden tot gevaarlijke situaties voor de gezondheid en veiligheid. De officiële zwemwateren zijn in beheer bij recreatieschappen, gemeenten of recreatiebedrijven. Zij zorgen onder andere voor het dagelijks beheer van de stranden, voorzieningen en parkeergelegenheid.

 

 

Schaatsen

De vele kilometers polderwater en ook andere robuuste waterpartijen in het gebied zijn bij uitstek geschikt om tijdens een strenge winter te benutten voor het schaatsen. Het waterschap probeert binnen zijn beheergebied rekening te houden met de mogelijkheden voor schaatsers. Dat wil zeggen dat regulier onderhoudswerk veelal wordt uitgevoerd buiten het schaatsseizoen of, zoals bij maaionderhoud aan oevers, er geen belemmering is voor de schaatsers. Bemaling heeft in het verleden niet voor nadelige effecten gezorgd; gemalen werken in periodes met veel neerslag en dat valt niet samen met de omstandigheden waarin er geschaatst kan worden (een langere periode droog helder vriesweer). Projecten, zoals baggeren en werken aan bruggen in de periode november – maart, kunnen wel van invloed zijn op schaatstochten. In dit soort gevallen bekijken we in hoeverre er rekening gehouden kan worden met schaatsen. Wanneer er op plaatsen toch knelpunten optreden, heeft de waterschapstaak voorrang.

 

Recreatieve vaart

Het beheergebied van Waterschap Rivierenland is zeer waterrijk en leent zich daarom op verschillende plaatsen prima voor verschillende vormen van kleinschalige (on)gemotoriseerde waterrecreatie. Niet alle wateren zijn geschikt. Wateren aan ecologische verbindingszones zijn in beginsel niet geschikt voor intensieve recreatieve druk. Door het niet toestaan van voorzieningen (zoals aanlegsteigers) wordt recreatie op dat soort plekken ontmoedigd. Verder bieden de Linge en de boezemwateren in de Alblasserwaard volop mogelijkheden om op het water te recreëren. Ook in het gebied Alm en Biesbosch liggen verschillende (kano)vaarroutes. Het bestemmingsplan van de desbetreffende gemeente geeft vaak al aan of het water een functie heeft voor recreatie. Indien er gevaarlijke situaties kunnen optreden, wordt dit aangeduid met een (verkeers)bord. Voor afmeren gelden de regels van de Keur.

 

Paardrijden

Schouwpaden, bermen en waterkeringen zijn bij ruiters geliefd om hun sport uit te oefenen. Paardrijden vormt echter een discutabele vorm van recreatie wanneer het gaat om gebruik van waterschapseigendommen. Dijken en kades hebben allereerst een functie in het kader van de veiligheid. Het knelpunt dat hier optreedt is dat, betreding door paarden de erosiebestendigheid van de waterkering en daarmee de stabiliteit van grondlichamen in gevaar kan brengen. Dicht langs watergangen rijden is ongewenst omdat oevers al snel worden vertrapt. Wanneer er een verzoek voor ruiterroutes binnenkomt, is dit alleen mogelijk wanneer de primaire functie niet in gevaar gebracht wordt. Alleen daar waar geen taluds ingetrapt worden, kan eventueel een pad aangelegd worden door derden.

 

Motor- en quadrijden

Gemotoriseerde voertuigen, zoals motoren en quads komen ook voor in het gebied van Waterschap Rivierenland. Schouwpaden lenen zich echter niet voor deze vorm van recreatie. Schouwpaden bestaan uit een niet-verharde ondergrond en zijn hierdoor te kwetsbaar om recreatie toe te staan door motoren en quads.

 

Waterschap Rivierenland heeft het meest te maken met wandelroutes. De eigendommen van het waterschap lenen zich hier goed voor. Samenvattend geldt het volgende ten aanzien van de verschillende recreatievormen:

 

Positief

Gematigd

Negatief

Wandelen

Paardrijden

Zwemmen (overig)

Fietsen

Skeeleren

Motorrijden

Zwemmen (zwemwater)

Mountainbiken

Quadrijden

Varen/kanoën

Schaatsen

 

3. Beleidskader

In dit hoofdstuk staan de kaders en uitgangspunten voor het beleid ten aanzien van recreatief medegebruik van waterschapseigendommen. Een belangrijk uitgangspunt voor deze nota zijn wettelijke verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor het recreatieve medegebruik van waterschapseigendommen. De visie van het waterschap op recreatief medegebruik vormt een belangrijke bouwsteen van het beleid. Wetten, regels en richtlijnen vormen het externe beleidskader waarbinnen wetenschapsbeleid moet passen. De kaders in dit hoofdstuk worden gesteld op Europees, nationaal en regionaal niveau.

 

3.1 Europees beleid

 

3.1.1 Europese zwemwaterrichtlijn

De richtlijn is een aanvulling op de Kaderrichtlijn Water (KRW) en richt zich op bescherming van de gezondheid van zwemmers. De Europese zwemwaterrichtlijn gaat uit van de gedachte: “Liever anticiperen dan reageren”, waarbij de zwemmers centraal staan. Zwemwaterbeheer is een gezamenlijke verantwoordelijkheid, waar Waterschap Rivierenland een rol in heeft. Die rol houdt onder ander in dat er jaarlijks een monitoringsprogramma wordt opgesteld. Elk officieel zwemwater, waar Waterschap Rivierenland waterbeheerder is, wordt tijdens het zwemseizoen (1 mei t/m 30 september) tweewekelijks bemonsterd. Buiten het seizoen wordt dit niet gedaan. Tijdens de bemonstering wordt ook gekeken naar eventuele aanwezigheid van blauwalgen, omdat die een gevaarlijk kunnen vormen voor de volksgezondheid. Vanuit de Europese Zwemwater richtlijn moeten de beheerbare plassen van Waterschap Rivierenland minimaal de kwaliteitsklasse ‘aanvaardbaar’ hebben en is er een inspanningsverplichting om de zwemkwaliteit te verbeteren. Bij deze inspanningsverplichting worden afwegingen gemaakt zoals de verhoudingen van de maatregelen, de verantwoordelijkheden, de kosten en baten en gezondheid. Tot slot is Waterschap Rivierenland tevens verantwoordelijk voor het beheren en het actualiseren van zwemwaterprofielen.

 

3.2 Nationaal beleid

 

3.2.1 Natuurambitie grote wateren 2014

Het Rijk schetst in haar natuurvisie graag een vervlechting tussen natuur en economie te zien. Binnen deze visie wordt een ambitie geschetst die voor Waterschap Rivierenland van belang is. In het toekomstbeeld van de natuurambitie voor 2050 en verder, heeft de natuurlijke dynamiek van overstroming, erosie en sedimentatie meer ruimte en is sturend in de ontwikkeling van vegetatie. Als op bepaalde plekken geen ruimte wordt gecreëerd en natuurlijke rivierdynamiek niet wordt teruggebracht, zullen in 2050 verschillende karakteristieke typen riviernatuur en fauna verdwenen zijn. Het rivierengebied is dan minder aantrekkelijk voor recreatie en beleving van natuur en dit is niet wenselijk.

 

3.2.2 Natuurvisie

De nationale natuurvisie bevat de hoofdlijnen van het te voeren rijksbeleid gericht op het behoud en het zo mogelijk versterken van de biologische diversiteit, het duurzame gebruik van de bestanddelen en de bescherming van waardevolle landschappen. Dit zowel in nationaal en internationaal verband met het behoud en het zo mogelijk versterken van de recreatieve, de educatieve en de belevingswaarde van natuur en landschap. Een en ander in samenhang met het beleid om te komen tot een verduurzaming van de economie. Echter wel met het oog op het behoud van de wezenlijke kenmerken van het gebied.

 

3.2.3 Kaderrichtlijn Water 2000

De Kaderrichtlijn Water (KRW) kan beperkend zijn wat betreft de recreatieve mogelijkheden. De KRW richt zich voornamelijk op ecologisch gezonde systemen. Wanneer dit in het geding komt, mogen - voor het bereiken van een goede ecologische toestand - de hydromorfologische kenmerken gewijzigd worden, ongeacht of dit negatieve invloed kan hebben op de recreatie. Er moet dus altijd de afweging gemaakt worden of de ecologische toestand in gevaar kan komen.

 

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Provincie Gelderland

Recreatie en toerisme spelen een grote rol voor de inwoners van Gelderland. Ongeveer 1 op de 16 Gelderse arbeidsplaatsen is te vinden in deze sector. Gelderland is koploper als favoriete binnenlandse vakantiebestemming en wil dat blijven stimuleren door meer in te zetten op toerisme en recreatie. Zo komen er bijvoorbeeld meer fietspaden, waardoor het veiliger en aantrekkelijker wordt om op de fiets te stappen. Er wordt per gebied gekeken wat er nodig is; een voorbeeld hiervan is dat er mountainbikeroutes worden aangelegd.

 

3.3.2 Provincie Utrecht

Een klein gedeelte van het beheergebied van Waterschap Rivierenland is gelegen in de provincie Utrecht. De provincie Utrecht is bezig met het uitbreiden van het areaal in samenwerking met verschillende partners om recreatief fietsen en wandelen uit te breiden. Dit doen zij door onder andere de stad-land relatie uit te breiden, waardoor de barrièrewerking verkleind wordt. Tot slot wil de provincie Utrecht meer water geschikt maken als zwemwater, waar toegezien wordt op de kwaliteit van het water.

 

3.3.3 Provincie Noord-Brabant

Brabant ziet kansen als het gaat om meer recreanten naar Brabant te trekken. Om ervoor te zorgen dat deze kansen worden opgepakt, hebben zij VisitBrabant opgericht. Een marketingorganisatie voor de Brabantse vrijetijdssector. Hier kunnen initiatiefnemers elkaar vinden, om eventueel samen op te trekken. Dit is onder andere gefaciliteerd door de provincie. De provincie zet zelf in op netwerksturing, waarna verscheidene processen samen met partners worden ingezet. Afhankelijk van het initiatief financiert de provincie initiatieven, maar treedt voornamelijk op als schepper van randvoorwaarden.

 

3.3.4 Provincie Zuid-Holland

Om een uitstekend vestigingsklimaat te creëren, investeert de provincie Zuid- Holland in aanleg van recreatie- en natuurgebieden voor bewoners en bezoekers. Naast behoudt van de biodiversiteit, is het ook van het belang dat de huidige faciliteiten (Natuurnetwerk Nederland) op orde blijven. Dit zorgt ervoor dat passende economische ontwikkelingen doorgevoerd kunnen blijven worden. De provincie wil met name toerisme, recreatie, landschap, cultuur, water en natuur meer met elkaar verbinden, bijvoorbeeld door het faciliteren van waterrecreatie. In de aankomende jaren moet de aanleg van recreatieve routenetwerken klaar zijn, wat moet leiden tot een groot areaal aan wandel, fiets- en vaarroutes.

 

3.4 Beleid van Waterschap Rivierenland

In verschillende nota’s en plannen van het waterschap zijn uitgangspunten met betrekking tot recreatief medegebruik opgenomen, waarbij de Keur leidend is.

 

3.4.1 Het Wegenbeheerplan 2016-2021

In het Wegenbeheerplan 2016-2021 is opgenomen dat veel wegen en paden van met name het voormalig hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden op verschillende manieren worden gebruikt voor de recreatie. Mede door de uitgezette fiets- en wandelroutes is het recreatieve verkeer de laatste jaren toegenomen. Er wordt meegewerkt aan (recreatieve) ontwikkelingen voor zover deze niet in strijd zijn met het wegbeheer en de kosten in redelijke verhouding staan tot het effect en de onderhoudskosten van het wegbeheer. Het beheer en onderhoud is erop gericht het recreatieve gebruik te bevorderen en, waar nodig, te verbeteren. Tevens wordt daar waar de weg gelegen is op een kade of dijk rekening gehouden met de eisen die de waterkering stelt aan het onderhoud.

Het beheer van de onverharde openbare paden is erop gericht het recreatieve gebruik te waarborgen en, waar nodig, te verbeteren. Medegebruik voor agrarische doeleinden (verhuur) wordt toegestaan voor zover de belangen van de voetgangers niet in het geding komen. In de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden zijn veel routes uitgezet ten behoeve van het recreatieve verkeer. Voor de bijbehorende route-aanduidingen (bebording) moet vergunning aangevraagd worden bij het waterschap, waarbij wordt getoetst aan onder meer het verkeersveiligheidsaspect. De objecten worden door de vergunninghouder geplaatst en onderhouden. Het waterschap heeft hierin geen taak.

 

3.4.2 Het Waterbeheerplan 2016-2021

In het Waterbeheerplan 2016-2021 is opgenomen dat het rivierengebied een prachtig landschap is voor recreatie. Daaraan heeft het eeuwenlange waterbeheer bijgedragen. Het waterschap beheert een aantal vaarwegen, die mogelijkheden bieden voor recreatief medegebruik. We investeren meestal niet zelf in voorzieningen, maar geven anderen daarvoor wel de gelegenheid. We geven recreanten en passanten steeds vaker en meer informatie over het werk van het waterschap. Hiervoor gebruiken we informatieborden en digitale hulpmiddelen, zoals sociale media.

 

3.4.3 Nota Eigendommenbeleid

De nota ‘Recreatief Medegebruik van Waterschapseigendommen’ is een uitwerking van de kaders, gesteld in de nota ‘Eigendommen’. Hierin hanteert het waterschap als uitgangspunt dat extensieve recreatie zoals wandelen, fietsen en kanoën op, in en langs de zich daartoe lenende watergangen, waterkeringen en andere waterschapeigendommen mogelijk is. Het recreatief medegebruik van door waterschap aangelegde voorzieningen zal waar mogelijk worden gestimuleerd, tenzij er andere afspraken zijn gemaakt of dit leidt tot overlast. Bij inrichtingsprojecten houdt het waterschap daarom al in de ontwerpfase rekening met eventuele mogelijkheden van recreatief medegebruik door belanghebbenden bij het project te betrekken. Vier punten blijven hierbij echter altijd als (hoofd)voorwaarde in stand:

 

  • 1.

    Er mag geen strijd zijn of ontstaan met het waterstaatkundig belang (veiligheid/onderhoud) en/of de functie van het water dan wel de oever en de waarden die daar aanwezig zijn. Dit betekent dat elke aanvraag voor een bepaalde vorm van recreatie dient te worden getoetst aan de specifieke situatie ter plaatse.

  • 2.

    Derden mogen geen hinder of schade ondervinden van het recreatief medegebruik. Er vindt daarom altijd een afweging van de belangen plaats.

  • 3.

    Het initiatief voor recreatieve ontwikkelingen ligt niet bij het waterschap. Bij grootschalige waterschap projecten die zich tevens lenen voor een bepaalde vorm van recreatie zoekt het waterschap zelf naar mogelijke partners voor recreatieve ontwikkelingen. Bij kleine projecten dient het initiatief van derden uit te gaan.

  • 4.

    De financiering en onderhoud van recreatieve voorzieningen ligt bij derden. Wanneer voorzieningen tegen geringe meerkosten kunnen worden meegenomen met een regulier waterschap werk, behoort aanleg (als vorm van medefinanciering) door het waterschap tot de mogelijkheden. Over het beheer en onderhoud worden aansluitend daarop afspraken gemaakt met de initiatiefnemers en andere belanghebbenden.

4. Beleidslijn Waterschap Rivierenland

 

Binnen hoofdstuk 4 is een kader gesteld waarbinnen recreatief medegebruik zich kan bewegen. Het is van belang dat het hele beheergebied dezelfde lijn volgt, maar dat enige vorm van maatwerk wel mogelijk blijft. In dit hoofdstuk is ingegaan over de wijze hoe het waterschap omgaat met recreatief medegebruik van waterschapseigendommen. Het gebied waarover gesproken wordt, is te vinden in bijlage 1.

 

4.1 Visie

In beginsel staat het Waterschap Rivierenland positief tegen recreatief medegebruik, maar wij zijn geen initiatiefnemer. Dit houdt concreet in dat het waterschap een faciliterende rol aanneemt en projecten zal ondersteunen, maar niet zal trekken. Dit komt vanuit de gedachte, dat de burger geen heffing betaalt om te recreëren. Het waterschap dat optreedt als facilitator past op deze manier geheel in de overheidsparticipatie. Burgers kunnen eigen ideeën, voor bijvoorbeeld een klompenpad, indienen. Vanuit dat startpunt zal het waterschap zijn faciliterende rol aannemen door, waar mogelijk, goedkeuring te verlenen voor het nieuwe klompenpad.

Tot slot willen we met zicht op de Omgevingswet ‘buiten naar binnen halen’. Door het overzichtelijk aangeven wat een recreant moet doen om een aanvraag te laten goedkeuren, heeft de recreant meer duidelijkheid. Recreatief medegebruik van waterschapseigendommen biedt kansen, waar we gebruik van kunnen maken. Naast het ‘buiten naar binnen halen’, bieden waterschapeigendommen ook kansen om ‘binnen naar buiten’ te brengen. Hier wordt gedacht aan het uitdragen van eigendommen, die zich lenen voor recreatie en waarbij het werk van het waterschap meer en meer zichtbaar wordt.

 

4.2 Organisatie van het proces en communicatie

 

4.2.1 Organisatie

Als deze nota is vastgesteld is het allereerst van belang het proces rondom aanvragen goed te organiseren. Op de website zal op een aparte webpagina informatie over het beleid, de toetsingskaders en het proces van aanvragen te vinden zijn. Een aanvraag kan via de website ingediend worden. Deze wordt doorgeschakeld naar een centraal aanspreekpunt in de organisatie. Het toetsen van de aanvragen ligt bij de afdeling Omgeving en Communicatie. De centrale coördinatie met betrekking tot recreatief medegebruik ligt bij het team Beleid Water en Dijken van de afdeling Strategie en Beleid.

 

4.2.2 Interne communicatie

Als dit proces goed georganiseerd is, brengen we medewerkers van diverse afdelingen hiervan op de hoogte. Dit zal gebeuren door aan te sluiten bij interne overleggen en door de informatie over de mogelijkheden via interne middelen onder de aandacht te brengen.

 

4.2.3 Externe communicatie

Voor initiatiefnemers is de webpagina een plek waar ze in een oogopslag kunnen zien of een in te dienen aanvraag kans maakt (bijlage 3) en hoe het proces van de aanvraag verloopt. Daarnaast zal er informatie te vinden zijn over routes die we faciliteren en de herkenbaarheid van waterschapsobjecten, die open staan voor gebruik. Deze webpagina zullen we via diverse (online) communicatiekanalen onder de aandacht brengen. Zoals ook nu al gebeurt, zullen we beelden van recreanten inzetten bij de corporate communicatie ten behoeve van de zichtbaarheid van het waterschap.

 

4.3 Handhaving en onderhoud

 

Optreden tegen overtredingen is de laatste schakel in de keten. De overtredingen zijn terug te vinden in de verbodsbepalingen van de Keur. De handhavers/toezichthouders hebben een signalerende rol wanneer het gaat om de kennisneming van knelpunten en probleemzones. Wanneer blijkt dat bepaalde eigendommen zich niet lenen voor recreatie, vanwege kwetsbaarheid, schade, overlast of onveiligheid, kan het object worden afgesloten door middel van een hekwerk of verbodsbord.

Naast handhaving hebben ook de buitendienstmedewerkers binnen beheer en onderhoud een signalerende functie. Uitgangpunt hier is dat we waterschapseigendommen onderhouden en geen onderhoud plegen aan niet-waterdomseigendommen. De uitzondering hierop is onderhoud dat, vrijwel kosteloos, meegenomen kan worden in het reguliere onderhoud. In alle gevallen moeten hier afspraken over gemaakt worden met de belanghebbenden.

 

4.4 Toegankelijkheid

 

Toegankelijkheid van waterschapseigendommen betekent dat toegang in de praktijk mogelijk is en dus niet wordt belemmerd door obstakels en verbodsborden. Met deze toegang krijgt de recreant, daar waar medegebruik mogelijk is, de kans om op waterschapseigendommen te recreëren.

Rekening houden met elkaars belangen is hier een belangrijke randvoorwaarde. Recreatieve activiteiten op, in en langs het water gaan veelal in harmonie met de belangen van inwoners, aanliggende grondeigenaren, zoals agrariërs en terreinbeheerders en de natuur. Niettemin komen er ook situaties voor waarin recreanten op onze gronden onvoldoende rekening houden met de belangen van andere partijen. Als waterschap willen we een ‘goede buur’ zijn en overlast zo veel als mogelijk voorkomen. Schade en overlast kunnen redenen zijn om waterschapseigendommen niet open te stellen voor recreatief medegebruik of reeds toegankelijke eigendommen te sluiten.

Bij georganiseerd medegebruik wordt er van de initiatiefnemer verwacht dat hij voorkomt dat het waterschap klachten krijgt. Het is aan de initiatiefnemer om per locatie in te schatten welke inspanning nodig is en met wie hij contact opneemt. Aandachtspunten vanuit het waterschap moeten hierbij worden meegenomen. Onder aandachtspunten wordt onder andere verstaan: kostenneutraliteit voor het waterschap, zijn belanghebbenden in de gelegenheid gesteld hun zienswijze naar voren te brengen en worden de primaire waterschapstaken geborgd?

Bij de openstelling van eigendommen is speciale aandacht vereist voor de veiligheid van de recreant. De algemene veiligheidsnormen moeten in acht worden genomen en het waterschap heeft hierin een zorgplicht. Plannen dienen vooraf op veiligheid te worden getoetst en de inrichting van oever en waterloop moet periodiek op veiligheid worden gecontroleerd. Het waterschap aanvaardt in beginsel geen aansprakelijkheid voor persoonlijk letsel en schade aan persoonlijke eigendommen, opgelopen bij het recreatieve medegebruik. Wel geldt dat wanneer het waterschap expliciet toestemming verleent voor een bepaalde recreatievorm en het eigendom zo onderhoudt dat dit gevaar oplevert, een zekere mate van aansprakelijkheid niet altijd uit te sluiten is. Dat is echter altijd afhankelijk van de omstandigheden van het ongeval. Wanneer er sprake is van gevaarlijke situaties moet Waterschap Rivierenland de gebruiker waarschuwen. Dit kan door middel van het plaatsen van borden, waarop vermeld staat dat betreden op eigen risico is.

 

4.5 Financieel

Het waterschap heft belasting van zijn ingelanden. Binnen deze belasting zit geen aparte omslag voor het heffen van belasting voor recreatie. Om deze reden ligt het niet voor de hand dat er structurele bedragen aan recreatief medegebruik worden uitgegeven. Aan de andere kant betalen de inwoners van het rivierengebied heffing aan het waterschap en zou het vanuit deze gedachte zinvol zijn als zij op een positieve manier kennis kunnen nemen van de activiteiten van het waterschap en hier ook plezier aan kunnen beleven. Dit draagt bij aan een positief imago van het waterschap en hier moet dus rekening mee gehouden worden. De eventuele bijdrage door het waterschap zal meestal plaatsvinden in de vorm van (extra) onderhoud en (extra) voorzieningen in een waterschapsproject. Bij een nieuw project kan in een vroeg stadium rekening worden gehouden met mogelijk toekomstig recreatief medegebruik. In dat geval kunnen meekoppelkansen vaak eenvoudig worden ingepast en zullen deze geen of weinig extra kosten met zich meebrengen. Bij aanvragen die niet gekoppeld kunnen worden aan een waterschapsproject zal het waterschap geen, of een ondergeschikte financiële rol spelen. Wanneer er aan bepaalde wensen van derden tegemoet gekomen moet worden, die niet op het normale werkterrein van het waterschap zijn, zullen de kosten hierin voor die derde partij zijn. In het gros van de gevallen zal de bijdrage van het waterschap in beginsel niet financieel zijn, maar eerder faciliterend. Wanneer recreatief medegebruik een andere, lees: duurdere, vorm van beheer vraagt zullen de extra kosten in principe voor rekening komen van de initiatiefnemer.

 

Bijlage 1: Gebiedskaart

 

Bijlage 2: Aanvraagprocedure

Procedure aanvraag recreatief medegebruik bij Waterschap Rivierenland

 

Bijlage 3: Toetsingskader

 

Wanneer er een aanvraag binnen komt met het verzoek om een bepaalde vorm van recreatief gebruik, moet worden getoetst in hoeverre dit mogelijk is en of mogelijk andere belangen in het geding zijn. De volgende criteria worden hierbij onder andere in acht genomen:

 

  • Eigendom

  • Wanneer het waterschap geen eigenaar is van het object waarop de aanvraag betrekking heeft kan het verzoek niet in behandeling worden genomen.

  • Recreatievorm

  • De vorm van recreatief medegebruik moet binnen de kaders van het waterschapsbeleid passen (wandelen, fietsen, zwemmen etc.). Het betreft recreatievormen die geen schadelijke effecten op de eigendommen hebben.

  • Functies

  • De activiteiten mogen niet in strijd zijn met de toegekende functie en het hierop afgestemde beheer. Met name natuurwaarden worden hiermee beschermd. Ook kunnen zones of specifieke periodes (broedseizoen) worden uitgesloten.

  • Beheer en onderhoud

  • Het beheer en onderhoud ten behoeve van de primaire waterhuishoudkundige functie mogen niet worden belemmerd door het recreatief gebruik.

Afspraken/overeenkomsten met derden

Voordat het waterschap eigendommen openstelt moet worden nagegaan of er geldige afspraken van kracht zijn op het betreffende eigendom. Gedacht kan worden aan afspraken met aanliggende eigenaren over beperking van het toekomstig gebruik van bijvoorbeeld schouwpaden. Ook in huur-en pachtovereenkomsten (visrecht, beweiding) kunnen bepalingen zijn opgenomen over beperking van gebruik van het eigendom door andere partijen. Openstelling kan dan alleen in onderling overleg, eventueel na aanpassing van de lopende overeenkomst.