Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Alphen aan den Rijn

Beleidsregel bekostiging gymnastiekruimte Gemeente Alphen aan den Rijn 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlphen aan den Rijn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel bekostiging gymnastiekruimte Gemeente Alphen aan den Rijn 2014
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2015Nieuwe regeling

02-01-2015

gmb-2022-299559

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel bekostiging gymnastiekruimte Gemeente Alphen aan den Rijn 2014

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn;

 

gelet op:

- artikel 117, 134 en 136 van de Wet op het primair onderwijs (WPO);

- artikel 115, 128 en 130 van de Wet op de expertisecentra (WEC);

- artikel 86 van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO);

 

gezien het gevoerde overleg met vertegenwoordigers van de schoolbesturen d.d. 11 december 2013;

 

besluit vast te stellen de volgende:

 

Beleidsregel bekostiging gymnastiekruimte Gemeente Alphen aan den Rijn 2014

 

Artikel 1 Omvang en bekostiging gebruik

1. De omvang van het door de gemeente bekostigde gebruik van een gymnastiekruimte door een school voor basisonderwijs en een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs is gebaseerd op het aantal klokuren per week waarin volgens het activiteitenplan door de school de gymnastiekruimte wordt gebruikt. Voor een basisschool wordt het maximaal aantal klokuren dat voor bekostiging in aanmerking komt vastgesteld volgens het bepaalde in artikel 14 van het Besluit bekostiging WPO. Het aantal klokuren bedraagt ten hoogste 1,5 klokuur per week per groep leerlingen van zes jaar en ouder. Voor een speciale school voor basisonderwijs en een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs wordt het maximaal aantal klokuren dat voor bekostiging in aanmerking komt vastgesteld volgens het bepaalde in het vierde lid van artikel 136 WPO en artikel 14 van het Besluit bekostiging WEC. Het aantal klokuren bedraagt ten hoogste 3,75 klokuur per week per groep leerlingen jonger dan zes jaar indien de school niet de beschikking heeft over een speellokaal en ten hoogste 2,25 klokuur per groep leerlingen van zes jaar en ouder.

2. Het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school voor basisonderwijs of school voor (voortgezet) speciaal onderwijs dat eigenaar is van een gymnastiekruimte ontvangt jaarlijks bekostiging. De hoogte van de bekostiging wordt vastgesteld volgens het bepaalde in de bijlage bij deze regeling, op basis van de door het betreffende bevoegd gezag ingevolge artikel 32, eerste lid van de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs verstrekte gegevens. Het maximaal aantal voor bekostiging in aanmerking komende klokuren wordt op grond van het eerste lid vastgesteld. Wanneer er sprake is van medegebruik van de gymnastiekruimte door een of meer andere scholen voor basisonderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs wordt voor de bepaling van de hoogte van de vergoeding het aantal klokuren getotaliseerd.

3. Het college keert de ingevolge het tweede lid vastgestelde jaarlijkse vergoeding in twee termijnen uit aan het bevoegd gezag als bedoeld in het tweede lid, waarbij de eerste termijn aanvangt aan het begin van het schooljaar.

 

Artikel 2 Beslissing college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van deze regeling betreffende, waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

 

Artikel 3 Indexering

Het college stelt jaarlijks de in het kader van deze regeling gehanteerde normbedragen voor de klokuurvergoeding bij op basis van de in bijlage IV, paragraaf 7, van de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs opgenomen prijsindexen en systematiek van prijsbijstelling.

 

Artikel 4 Citeertitel; inwerkingtreding

1. Deze regeling kan worden aangehaald als: Beleidsregel bekostiging gymnastiekruimte.

2. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

 

Bijlage Grondslag bekostiging voor materiële instandhouding lichamelijke oefening

 

Basisschool

Voor een basisschool is het aantal groepen bepalend voor het aantal klokuren gymnastiek. Per groep 6-12-jarigen wordt maximaal 1,5 klokuur gymnastiek vergoed. Het aantal groepen is afhankelijk van het aantal formatieplaatsen. Bij de bepaling van het aantal formatieplaatsen en daarop gebaseerde aantal groepen wordt uitgegaan van de formule en bepalingen zoals vastgelegd in artikel 14 van het Besluit bekostiging WPO. Dit vloeit voort uit het derde lid van artikel 136 WPO.

Voor het bepalen van het aantal groepen 6-12 jarigen wordt aangesloten bij het normatieve overzicht ‘splitsing aantal groepen leerlingen’ zoals weergegeven in tabel 1.

 

Tabel 1 Splitsingstabel aantal groepen leerlingen

Deze tabel geeft inzicht in de genormeerde splitsing van het aantal gymgroepen leerlingen in groepen 4- en 5-jarigen en groepen 6- tot en met 12-jarigen ten behoeve van het onderwijs in de lichamelijke oefening.

 

Splitsingstabel aantal groepen leerlingen

Aantal gymgroepen per school (G)

Aantal gymgroepen 4/5-jarigen

Aantal gymgroepen 6/12-jarigen

2

1

1

3

1

2

4

2

2

5

2

3

6

2

4

7

3

4

8

3

5

9

3

6

10

3

7

11

4

7

12

4

8

13

4

9

14

5

9

15

5

10

16

5

11

17

6

11

18

6

12

19

6

13

20

6

14

21

7

14

22

7

15

23

7

16

24

8

16

25

8

17

26

8

18

27

9

18

28

9

19

29

9

20

30

9

21

 

Speciale school voor basisonderwijs

Voor een speciale school voor basisonderwijs is het aantal groepen bepalend voor het aantal klokuren gymnastiek. Per groep met leerlingen jonger dan 6 jaar wordt, indien de school niet de beschikking heeft over een speellokaal, maximaal 3,75 klokuur gymnastiek vergoed. Per groep met leerlingen van 6 jaar en ouder wordt maximaal 2,25 klokuur gymnastiek vergoed.

Het aantal groepen wordt bepaald door het aantal leerlingen te delen door de 'N-factor' zoals bepaald in het vierde lid van artikel 136 WPO. De 'N-factor' is bepalend voor de groepsgrootte. De N-factor voor een speciale school voor basisonderwijs is 15. Het verkregen getal wordt alleen naar boven afgerond indien het cijfer achter de komma groter is dan 5. In het andere geval wordt het getal naar beneden afgerond.

 

School voor (voortgezet) speciaal onderwijs

Het aantal groepen is bepalend voor het aantal klokuren gymnastiek. Per groep met leerlingen jonger dan 6 jaar word maximaal 3,75 klokuur gymnastiek vergoed, indien de school of nevenvestiging niet de beschikking heeft over een speellokaal,. Per groep met leerlingen van 6 jaar en ouder wordt maximaal 2,25 klokuur gymnastiek vergoed.

Bij de bepaling van het aantal groepen wordt uitgegaan van het bepaalde in artikel 14 van het Besluit bekostiging WEC. Dit vloeit voort uit het derde lid van artikel 130 WEC.

 

Vergoeding per klokuur

Ingevolge artikel 117 en artikel 136 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 115 en artikel 130 van de Wet op de Expertisecentra worden de volgende vergoedingsbedragen voor het gebruik van een gymnastiekzaal vastgesteld. De bedragen bevatten een vergoeding voor onderhoud aan de binnenzijde van het gebouw, de materiële instandhouding alsmede een vergoeding voor vervanging en aanpassing van onderwijsleerpakket en meubilair. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van het stichtingsjaar van de gymnastiekaccommodatie en de oppervlakte van de oefenzaal.

De vergoeding bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag per vastgesteld klokuur (genoemde bedragen gelden voor het kalenderjaar 2014 (= 2013 x 1,0045)).

 

Stichtingsjaar en omvang

Vast bedrag

 

Variabel bedrag

Tot 1987

 

 

- < 90 m2

€ 2.886,26

€ 350,69

- 90-130 m2

€ 3.703,55

€ 443,77

- 130-170 m2

€ 4.049,55

€ 478,90

- 170-190 m2

€ 3.864,55

€ 523,97

- 190-230 m2

€ 3.701,22

€ 577,26

- > 230 m2

€ 4.188,91

€ 645,75

Vanaf 1987

 

 

- >= 252 m2

€ 3.325,943

€ 587,22

 

Medegebruik/huur van een niet-eigen voorziening

Naast bewegingsonderwijs in een eigen lokaal van de school is ook bewegingsonderwijs mogelijk in een bestaand lokaal bewegingsonderwijs door middel van:

a. medegebruik van een gebouw van een andere school of de gemeente of

b. huur van een gebouw van een commerciële exploitant.

Recht op vergoeding is afhankelijk van de eigenaar van de accommodatie en van de onderwijssoort die van de accommodatie gebruik maakt.

 

De gemeente:

a vergoedt, als het bevoegd gezag eigenaar van de school voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs eigenaar is van het lokaal bewegingsonderwijs, aan de eigenaar het vaste bedrag vermeerderd met het variabele deel, gebaseerd op het aantal klokuren x het klokuurbedrag als het lokaal bewegingsonderwijs door een school of nevenvestiging voor primair onderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs wordt gebruikt;

b vergoedt, als het bevoegd gezag van de school of nevenvestiging voor voortgezet onderwijs eigenaar is van het lokaal bewegingsonderwijs aan de eigenaar het vaste en het variabele deel van het klokuurbedrag naar rato van het aantal klokuren gebruik als het lokaal bewegingsonderwijs door een school of nevenvestiging voor primair onderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs wordt gebruikt;

c stelt, als de gemeente eigenaar is van het gebouw en het lokaal bewegingsonderwijs wordt gebruikt door een school of nevenvestiging voor primair onderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs het lokaal bewegingsonderwijs om niet beschikbaar;

d vergoedt aan de commerciële exploitant de huurprijs, bestaande uit stichtingskosten + kosten materiële instandhouding als het lokaal bewegingsonderwijs wordt gebruikt door een school of nevenvestiging voor primair onderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs;

e vergoedt, als de school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van een lokaal bewegingsonderwijs van een commerciële exploitant, aan de school voor voortgezet onderwijs de stichtingskostenvergoeding, die onderdeel uitmaakt van de door de school voor voortgezet onderwijs te betalen huurprijs.

Het bedrag van de stichtingskostenvergoeding wordt als volgt berekend:

- totale huurbedrag –/- (aantal klokuren gebruik x het vaste en variabele deel van het klokuurbedrag).

 

De school voor voortgezet onderwijs is verschuldigd aan:

a de gemeente, als de school voor voortgezet onderwijs een lokaal bewegingsonderwijs van de gemeente gebruikt, een bedrag aan exploitatiekosten voor het aantal lesuren gebruik. De hoogte van de vergoeding wordt berekend voor zowel het vaste en variabele deel op basis van het aantal klokuren gebruik.

b. een school voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs, als het lokaal bewegingsonderwijs van een school voor primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs wordt gebruikt, zowel het vaste en variabele deel op basis van het aantal klokuren gebruik voor het aantal lesuren medegebruik. De gemeentelijke vergoeding voor het vaste deel aan de school voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs wordt in deze situatie verminderd met het aantal klokuren als gevolg van het medegebruik door de VO-school en

c. aan een commerciële exploitant, als een gymnastiekaccommodatie van de commerciële exploitant wordt gebruikt, de huurprijs (stichtingskosten en materiële instandhouding).

 

Voor de hoogte van het vaste deel van het klokuurbedrag onder a, b en c wordt het vaste bedrag, genoemd in bovenstaande tabel, gedeeld door 26. Het op deze wijze verkregen bedrag wordt vermenigvuldigd met het aantal klokuren. Het berekende bedrag van de vaste vergoeding wordt verhoogd met de berekende vergoeding per klokuur en het saldo is het totale vergoedingsbedrag dat een school voor voortgezet onderwijs moet vergoeden.

 

TOELICHTING

Beleidsregel voor bekostiging gymnastiekruimte

In deze beleidsregel is de vergoeding voor gymnastiekruimten voor het primair onderwijs nader geregeld. De verlegging per 1 januari 1997 van de geldstroom 'materiële instandhouding gymnastiek' voor het primair onderwijs naar de gemeenten via het Gemeentefonds leidt tot de opdracht aan het college om na overleg met de schoolbesturen voor het onderwijs in lichamelijke opvoeding het aantal klokuren vast te stellen dat ten hoogste per groep leerlingen voor vergoeding in aanmerking komt (artikel 117 en 136 WPO, artikel 115 en 130 WEC). Deze wettelijke opdracht is nader uitgewerkt in deze beleidsregel.

 

Artikel 1 Omvang en vergoeding gebruik

Lid 1

De capaciteit en het gebruik van gymnastiekaccommodaties wordt uitgedrukt in een aantal klokuren onderwijsgebruik

Hiertoe is in het eerste lid bepaald dat het college voor het basisonderwijs ten hoogste 1,5 klokuur gymnastiek per bovenbouwgroep bekostigt; voor het speciaal basisonderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs is dit ten hoogste 2,25 klokuur per bovenbouwgroep. In een specifiek geval is het in het (voortgezet) speciaal onderwijs mogelijk om voor een groep leerlingen jonger dan zes jaar een vergoeding te verkrijgen voor het gebruik van een gymnastiekruimte voor ten hoogste 3,75 klokuren per week. Deze mogelijkheid was al verankerd in de bekostigingsregels, zoals deze golden voor 1 januari 1997. De formulering 'ten hoogste' betekent dat het college ook minder klokuren kan bekostigen wanneer op basis van het activiteitenplan van de school het gebruik van de gymnastiekruimte onder dit niveau ligt. De formulering sluit tevens uit dat het gebruik boven deze norm voor bekostiging van gemeentewege in aanmerking komt. De wijze waarop het aantal groepen, waarvan de omvang van het gebruik wordt afgeleid, vastgesteld wordt, is voor wat betreft het reguliere basisonderwijs neergelegd in artikel 14 van het Besluit bekostiging WPO, voor het speciaal basisonderwijs in het vierde lid van artikel 136 WPO en voor wat betreft het speciaal onderwijs in artikel 14 van het Besluit bekostiging WEC.

Leden 2 en 3

Hier wordt de hoogte en wijze van vergoeding geregeld voor het gebruik door het primair onderwijs van gymnastiekruimten die in eigendom zijn van een schoolbestuur van een niet door de gemeente in stand gehouden school. Anders dan voor de gymnastiekruimten die door of vanwege de gemeente beschikbaar zijn voor het onderwijsgebruik, dient in dit geval een vergoeding aan het schoolbestuur te worden verstrekt. Een school voor primair onderwijs welke een gemeentelijke accommodatie gebruikt als gymnastiekruimte krijgt hiervoor geen vergoeding. De gemeente bekostigt immers tot aan het genoemde maximum in lid 1 zelf de exploitatie van dit gebruik. Wanneer een schoolbestuur, niet zijnde de gemeente, eigenaar is van de accommodatie dan dient dit wel een vergoeding te ontvangen teneinde de kosten van het onderwijsgebruik te kunnen dekken.

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 15 april 2014.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn,

De secretaris, De burgemeester.