Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Subsidieregeling combinatiefunctionarissen sport Den Haag 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling combinatiefunctionarissen sport Den Haag 2022
CiteertitelSubsidieregeling combinatiefunctionarissen sport Den Haag 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpSubsidieregeling combinatiefunctionarissen sport Den Haag 2022
Externe bijlageRIS312550 bijlage

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening Den Haag 2020

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-202201-01-2024nieuwe regeling

28-06-2022

gmb-2022-298534

RIS312550 OCW/10329601

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling combinatiefunctionarissen sport Den Haag 2022

Toelichting

 

Subsidieregeling combinatiefunctionarissen sport Den Haag 2022 is een uitvoering van de Brede Regeling Combinatiefuncties van 29 juni 2018, de nota ‘Den Haag Sportief in Beweging 2015-2030 en het Haagse Sportakkoord 2020-2022. Middels deze regeling draagt de gemeente bij aan een leven lang inclusief sporten en bewegen, het tot stand brengen en uitbouwen van lokale verbindingen en het duurzaam versterken en innoveren van sport- en beweegaanbieders. Door middel van deze subsidieregeling wordt lokaal maatwerk bevorderd alsmede aansluiting hiervan bij het sportbeleid van het Rijk en de doelstellingen uit het Haags Sportakkoord.

 

Subsidieregeling combinatiefunctionarissen sport Den Haag 2021 is afgerond. Naar aanleiding van een evaluatie is een aantal inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd, waardoor een nieuwe geactualiseerde Subsidieregeling combinatiefunctionarissen sport Den Haag 2022 van toepassing is.

 

Besluitvorming

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;

 

gelet op:

 

  • -

    artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

 

besluit:

 

  • -

    vast te stellen de Subsidieregeling combinatiefunctionarissen sport Den Haag 2022:

 

Hoofdstuk 1Algemene bepalingen

 

Artikel 1:1Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

ASV:

Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

Awb:

Algemeen wet bestuursrecht;

bewezen interventiemethodiek:

sport- en beweeginterventiemethodiek die is beoordeeld en erkend volgens een landelijk afgesproken beoordelingssysteem;

college:

college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

combinatiefunctionaris:

een professional, in dienst bij een werkgever, die zijn functie uitvoert in lijn met de omschreven doelen en activiteiten in deze regeling en die verbindingen legt tussen sport en minimaal één andere sector zoals onderwijs, zorg, welzijn, kinderopvang en gezondheid;

fte:

fulltime-equivalent; werkbelasting van een werknemer, waarbij uitgegaan wordt van een werkbelasting van 36 uur per week, minimaal 40 weken per jaar;

normbedrag laag:

een bedrag van € 50.000,- aan bruto loonkosten voor de aanstelling van 1 fte combinatiefunctionaris zonder hbo- of wo-diploma;

normbedrag hoog:

een bedrag van € 65.000,- aan de bruto loonkosten voor de aanstelling van 1 fte combinatiefunctionaris met minimaal een hbo-diploma;

opleidingskosten:

kosten voor trainingen, cursussen, scholing en dergelijke, voor zover die ten gunste komen van de ontwikkeling van de in dienst genomen combinatiefunctionarissen;

overhead:

de kosten die een organisatie structureel maakt voor gebouwen en buitenterreinen, personeel, administratie, ICT en andere vaste lasten, die niet rechtstreeks verbonden zijn met het uitvoeren van de subsidiabele activiteiten;

positieve sportcultuur:

een cultuur waarin iedereen met plezier, eerlijk, veilig en zonder zorgen kan sporten, zoals aangegeven in het Actieplan ‘Een positieve sportcultuur' Den Haag 2020-2022 (RIS306264);

structurele sportdeelname:

sportdeelname van minimaal 1 keer per week – frequente sporter – volgens de Richtlijn Sportdeelname Onderzoek (RSO) norm;

kwetsbare volwassen Hagenaar:

inwoner van Den Haag die extra ondersteuning nodig heeft bij het vitaal blijven, zelfstandig functioneren of het deelnemen aan de samenleving;

vitale sportverenigingen en -stichtingen:

een sportorganisatie die in staat is om nu en in de toekomst zelfstandig sport aan te bieden aan eigen en potentiële leden.

 

Artikel 1:2Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.

 

Artikel 1:3Doel van de subsidieregeling

Het doel van de subsidieregeling is met inzet van combinatiefunctionarissen:

  • a. inwoners van Den Haag, die achterblijven in sportdeelname, stimuleren om op hun eigen manier te sporten en bewegen;

    b. sportverenigingen en -stichtingen versterken zodat die in staat zijn sportaanbod te bieden dat aansluit op de sportbehoefte van inwoners van Den Haag; en

    c. kinderen in de leeftijd 6 tot 18 jaar na schooltijd kennis laten maken met sporten en bewegen.

 

Artikel 1:4Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het aanstellen van combinatiefunctionarissen die activiteiten uitvoeren, die jaarrond worden uitgevoerd en bijdragen aan minimaal één van de in artikel 1:3 genoemde doelen en waarbij zij sport verbinden met minimaal één ander werkveld zoals onderwijs, zorg of welzijn.

  • 2.

    Er zijn drie categorieën activiteiten waarvoor subsidie kan worden aangevraagd: categorie A, B en C.

  • 3.

    In aanvulling op het eerste en tweede lid wordt subsidie voor categorie A uitsluitend verstrekt voor het aanstellen van combinatiefunctionarissen die activiteiten uitvoeren die gericht zijn op één van de volgende twee doelgroepen:

    a. kwetsbare volwassen Hagenaars in de gebieden die achterblijven in sportdeelname zoals bedoeld in de bij deze regeling vastgestelde bijlage en Haagse senioren die niet voldoen aan de landelijke RSO sportdeelname norm;

    b. Hagenaars met een motorische, zintuiglijke of mentale beperking of stoornis, of met een chronische aandoening die het algemeen dagelijks functioneren belemmert.

  • 4.

    In aanvulling op het eerste en tweede lid wordt subsidie voor categorie B uitsluitend verstrekt voor het aanstellen van combinatiefunctionarissen die activiteiten uitvoeren die gericht zijn op

    a. het versterken van het technisch kader bij sportverenigingen en -stichtingen op pedagogisch, didactisch en sporttechnisch gebied;

    b. het realiseren van aantrekkelijk of vernieuwend sportaanbod en nieuwe lidmaatschapsvormen voor behoud of aanwas van leden of deelnemers;

    c. behoud of aanwas van vrijwilligers;

    d. het realiseren van een positieve sportcultuur;

    e. het versterken van de maatschappelijke rol van sportverenigingen en -stichtingen;

    f. de samenwerking tussen sportverenigingen en -stichtingen en onderling leereffect bevorderen; en

    g. het sporten en bewegen van schoolgaande kinderen vanaf 6 jaar op het primair onderwijs, na schooltijd en op school, waarbij de verbinding wordt gelegd tussen de scholen en sportverenigingen en -stichtingen.

  • 5.

    In aanvulling op het eerste en tweede lid wordt subsidie voor categorie C uitsluitend verstrekt voor het aanstellen van combinatiefunctionarissen die activiteiten uitvoeren die gericht zijn op het sporten en bewegen van jeugd in de leeftijd 6 tot 18 jaar op alle door de gemeente hiervoor aangewezen pleinen of speelvelden in de gebieden zoals bedoeld in de bijlage bij deze regeling.

 

Artikel 1:5Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen.

 

Artikel 1:6Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Voor subsidie in aanmerking komen:

    a. de loonkosten van elke combinatiefunctionaris zonder hbo- of wo-opleiding, tot een maximum van het lage normbedrag per fte;

    b. de loonkosten van elke combinatiefunctionaris met een hbo- of wo-opleiding, tot een maximum van het hoge normbedrag per fte;

    c. een percentage van maximaal 2% van de bruto loonkosten voor de opleidingskosten van de combinatiefunctionaris;

    d. de kosten die naar het oordeel van het college direct verbonden zijn aan de uitvoering van de in artikel 1.4 bedoelde activiteiten;

    e. de BTW over de gesubsidieerde kosten, voor zover de BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht;

    f. maximaal 10% van de bruto loonkosten voor overhead.

  • 2.

    Indien subsidie wordt aangevraagd voor categorie B moet uit de begroting blijken dat 65% van de kosten wordt gemaakt in het kader van de activiteiten genoemd in artikel 1.4, vierde lid, onderdelen a tot en met f en 35% van de kosten wordt gemaakt in het kader van de activiteit genoemd in artikel 1.4, vierde lid, onderdeel g.

  • 3.

    Indien subsidie wordt aangevraagd voor categorie A, doelgroep a. moet uit de begroting blijken dat 80% van de kosten wordt gemaakt in het kader van kwetsbare volwassen Hagenaars in de gebieden die achterblijven in sportdeelname zoals bedoeld in de bij deze regeling vastgestelde bijlage en 20% in het kader van Haagse senioren die niet voldoen aan de landelijke RSO sportdeelname norm.

  • 4.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    a. de kosten die zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag;

    b. de kosten van activiteiten die eerder op basis van een subsidieregeling of anderszins door het college en andereen zijn gefinancierd of die in aanmerking komen voor financiering door niet-gemeentelijke regelingen.

 

Artikel 1:7Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt:

  • a. voor categorie A: minimaal € 260.000,- en maximaal € 700.000,- per aanvrager;

    b. voor categorie B: minimaal € 2.000.000,- en maximaal € 2.255.000,- per aanvrager;

    c. voor categorie C: minimaal € 600.000,- en maximaal € 770.000,- per aanvrager.

 

Artikel 1:8Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2023 een subsidieplafond van € 3.985.000,-.

  • 2.

    Het subsidieplafond bedoeld in het eerste lid, wordt verdeeld in de volgende deelplafonds:

    a, voor categorie A, doelgroep a.: € 700.000,-;

    b. voor categorie A, doelgroep b.: € 260.000,-;

    c. voor categorie B: € 2.255.000,-;

    d. voor categorie C: € 770.000,-.

  • 3.

    Indien een deelplafond niet volledig wordt benut kan het college bepalen dat de overgebleven middelen worden toegevoegd aan een ander deelplafond binnen deze regeling.

 

Artikel 1:9Wijze van verdeling categorie A

  • 1.

    Het college brengt een rangschikking in de aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie binnen categorie A per aan doelgroep gekoppeld deelplafond.

  • 2.

    Bij de rangschikking van de in categorie A ingediende aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

    a. de mate waarin uit de aanvraag blijkt dat er inzicht is in dat wat nodig is om de doelgroep te ondersteunen om te kunnen sporten en bewegen:

    1° goed inzicht: 6 punten;

    2° voldoende inzicht: 3 punten;

    3° weinig tot geen inzicht: 0 punten;

    b. de mate waarin uit de aanvraag blijkt dat de activiteiten aansluiten op de behoeften van de doelgroep:

    1° sluit heel goed aan: 6 punten;

    2° sluit redelijk aan: 3 punten;

    3° sluit nauwelijks of niet aan: 0 punten;

    c. de mate waarin uit de aanvraag blijkt dat de activiteiten zijn gericht op het stimuleren en faciliteren van structurele sportdeelname van de doelgroep:

    1° volledig gericht: 6 punten;

    2° deels gericht: 3 punten;

    3° nauwelijks of niet gericht: 0 punten;

    d. het aantal jaren ervaring van de aanvrager met het ondersteunen om te kunnen sporten en bewegen van de doelgroep zoals blijkt uit de beschreven ervaring in de aanvraag:

    1° drie jaar of meer: 2 punten;

    2° minder dan drie jaar: 0 punten;

    e. indien gebruik wordt gemaakt van een bewezen interventiemethodiek passend bij de beoogde doelgroep in het betreffende gebied: 2 punten.

 

Artikel 1:10Wijze van verdeling categorie B

  • 1.

    Het college brengt een rangschikking aan in de aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie.

  • 2.

    Bij de rangschikking van de in categorie B ingediende aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria:

    a. de mate waarin uit de aanvraag blijkt dat de ondersteuning van sportverenigingen en -stichtingen projectmatig wordt vormgegeven:

    1° veel flexibiliteit: 3 punten;

    2° weinig flexibiliteit 1 punt;

    3° geen flexibiliteit 0 punten;

    b. de mate waarin uit de aanvraag blijkt dat wordt samengewerkt met relevante partners. Dit moet blijken uit de, in de aanvraag uitgewerkte, structurele overlegstructuren en uit de frequentie van deze overleggen:

    1° veel aantoonbare samenwerking: 3 punten;

    2° weinig aantoonbare samenwerking: 1 punt;

    3° geen aantoonbare samenwerking: 0 punten;

    c. de mate waarin uit de aanvraag blijkt welke stappen worden doorlopen om sportverenigingen en -stichtingen op één of meerdere onderdelen zo snel mogelijk vitaal te maken:

    1° volledig proces: 10 punten;

    2° onvolledig proces: 5 punten;

    3° geen proces: 0 punten;

    d. de mate waarin uit de aanvraag blijkt dat activiteiten op thema en binnen een sporttak met ketenpartners of andere sportverenigingen en -stichtingen zullen worden uitgevoerd:

    1° zowel op thema als binnen een sporttak: 3 punten;

    2° niet gericht op zowel thema als sporttak: 0 punten;

    e. de mate waarin uit de aanvraag blijkt dat de activiteiten aansluiten bij de behoeften en wensen van de deelnemende scholen:

    1° goede aansluiting: 10 punten;

    2° voldoende aansluiting: 5 punten;

    3° onvoldoende aansluiting: 0 punten;

    f. het aantal jaren ervaring van de aanvrager met het uitvoeren van activiteiten zoals genoemd in artikel 1.4, vierde lid, onderdelen a tot en met g:

    1° drie of meer jaar ervaring: 3 punten;

    2° minder dan drie jaar ervaring: 0 punten;

    g. de mate waaruit blijkt dat de aanvrager op het moment van uitvoering van de activiteiten over voldoende expertise beschikt om alle in artikel 1.4, vierde lid, onderdelen a tot en met g genoemde activiteiten uit te voeren:

    1° ruim voldoende expertise: 10 punten;

    2° voldoende expertise: 5 punten;

    3° onvoldoende expertise: 0 punten.

 

Artikel 1:11Wijze van verdeling categorie C

  • 1.

    Het college brengt een rangschikking aan in de aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie in categorie C.

  • 2.

    Bij de rangschikking van de in categorie C ingediende aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria:

    a. de mate waarin uit de aanvraag inzicht blijkt in de behoefte van de doelgroep:

    1° veel inzicht: 6 punten;

    2° redelijk inzicht: 3 punten;

    3° weinig tot geen inzicht: 0 punten;

    b. de mate waarin uit de aanvraag blijkt dat de activiteit is gericht op het stimuleren van structurele sportdeelname in georganiseerd verband van minimaal 1 keer per week:

    1° volledig gericht: 6 punten;

    2° deels gericht: 3 punten;

    3° nauwelijks of niet gericht: 0 punten;

    c. de mate waarin uit de aanvraag blijkt dat de activiteiten aansluiten op de behoeften van de doelgroep:

    1° sluit heel goed aan: 6 punten;

    2° sluit redelijk aan: 3 punten;

    3° sluit nauwelijks of niet aan: 0 punten;

    d. het aantal jaren ervaring van de aanvrager met het uitvoeren van activiteiten voor de doelgroep zoals beschreven in artikel 1.5:

    1° drie jaar of meer: 2 punten;

    2° minder dan drie jaar: 0 punten;

    e. indien gebruik wordt gemaakt van een bewezen interventiemethodiek: 2 punten.

 

Artikel 1:12Verdeelwijze bij bereiken subsidieplafond

  • 1.

    Wanneer het totaalbedrag van de te honoreren aanvragen hoger is dan een vastgesteld subsidiedeelplafond, honoreert het college de aanvragen in volgorde van het door het college aangebrachte rangschikking per categorie, totdat het voor de subsidie vastgestelde subsidiedeelplafond is bereikt.

  • 2.

    Als het subsidiedeelplafond wordt overschreden als gevolg van aanvragen die bij beoordeling gelijk zijn gerangschikt, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

 

Hoofdstuk 2Aanvraag subsidie en termijnen

 

Artikel 2:1Aanvraag subsidie

  • 1.

    Subsidie wordt aangevraagd per categorie A, doelgroep a, categorie A, doelgroep b, categorie B of categorie C.

  • 2.

    Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    a. een verklaring waaruit blijkt in hoeverre de subsidieontvanger als BTW belaste ondernemer is aan te merken;

    b. een specificatie van verrekenbare en niet-verrekenbare BTW;

    c. een overzicht waaruit blijkt dat de aanvrager beschikt over een relevant netwerk in de Haagse sportwereld.

  • 3.

    De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van door het college vastgestelde digitale aanvraagformulier en begrotingsformat.

 

Artikel 2:2Aanvraagtermijn

Een aanvraag voor een subsidie voor het jaar 2023 wordt ingediend van 5 juli 2022 tot en met 19 augustus 2022.

 

Artikel 2:3Beslistermijn

Het college beslist binnen acht weken na sluiting van de aanvraagtermijn.

 

Hoofdstuk 3Weigeringsgronden

 

Artikel 3:1Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4.25, tweede lid, en 4.35 van de Awb en artikel 11, eerste, tweede en derde lid van de ASV weigert het college de aanvraag indien:

  • a. een aanvraag in categorie A of C minder dan 10 punten scoort;

    b. een aanvraag in categorie B minder dan 25 punten scoort;

    c. een aanvraag anderszins niet voldoet aan de in deze regeling gestelde eisen.

 

Hoofdstuk 4Verplichtingen

 

Artikel 4:1Verplichtingen

Onverminderd Afdeling 4.2.4. van de Awb en artikel 12 en 13 van de ASV gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a. subsidieontvangers verstrekken het college voor 1 juli 2023 een tussenrapportage, bestaande uit een activiteitenverslag en een financiële rapportage op basis van de daarvoor beschikbaar gestelde formats;

    b. de subsidieontvanger draagt zorg voor de werving, aanstelling en begeleiding van combinatiefunctionarissen;

    c. de subsidieontvanger voert de activiteiten zoals beschreven in artikel 1.4 professioneel en beroepsmatig uit;

    d. subsidieontvangers in categorie B zijn verplicht ervoor te zorgen dat combinatiefunctionarissen geen reguliere werkzaamheden bij sportverenigingen en -stichtingen uitvoeren.

 

Hoofdstuk 5Eindverantwoording en vaststelling

 

Artikel 5:1Wijze van verantwoorden

  • 1.

    De aanvraag tot vaststelling bevat in aanvulling op artikel 17, vierde en vijfde lid van de ASV:

    a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid;

    b. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag, conform artikel 17, vijfde lid.

  • 2.

    Het inhoudelijk verslag bevat in ieder geval:

    a. een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de gerealiseerde activiteiten;

    b. een beschrijving van de uitvoering van de gerealiseerde activiteiten;

    c. een beschrijving waaruit blijkt of en in hoeverre aan de subsidieverplichtingen is voldaan;

    d. een beschrijving van de mate waarin de resultaten zoals opgenomen in de aanvraag zijn gehaald;

    e. een beschrijving van de mate waarin de in de aanvraag geformuleerde doelstellingen zijn gehaald.

  • 3.

    Het financieel verslag bevat in ieder geval:

    a. een overzicht van de inkomsten en uitgaven conform de bij de aanvraag ingediende begroting;

    b. een toelichting op afwijkingen groter dan 10% op hoofdposten van de begroting;

    c. de (niet verrekenbare) BTW.

 

Hoofdstuk 6Overige bepalingen

 

Artikel 6:1 Hardheidsclausule

Het college kan een of meerdere artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van artikelen 1:2 en 1:4, voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 6:2 Evaluatie

Het college evalueert deze subsidieregeling in elk geval één jaar na inwerkingtreding en vervolgens elke twee jaar én binnen één jaar na afloop van de regeling.

 

Artikel 6:3 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van publicatie in het Gemeenteblad en vervalt met ingang van 1 januari 2024.

 

Artikel 6:4 Intrekking

De Subsidieregeling combinatiefunctionarissen sport Den Haag 2021 wordt ingetrokken.

 

Artikel 6:5 Overgangsrecht

De bepalingen van de Subsidieregeling combinatiefunctionarissen sport Den Haag 2021 blijven van toepassing op subsidies die vóór inwerkingtreding van de Subsidieregeling combinatiefunctionarissen sport Den Haag 2022 zijn aangevraagd op basis van de Subsidieregeling combinatiefunctionarissen sport Den Haag 2021.

 

Artikel 6:6 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling combinatiefunctionarissen sport Den Haag 2022.

 

Den Haag, 28 juni 2022

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

Ilma Merx

 

de burgemeester,

Jan van Zanen