Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rhenen

Gemeente Rhenen – Toeristisch Recreatief beleidsplan

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRhenen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGemeente Rhenen – Toeristisch Recreatief beleidsplan
CiteertitelToeristisch Recreatief Beleidsplan
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-10-2001oude beleidsregel (voor verplichting 01-07-2022)

25-09-2001

Rhenense Betuwse Courant

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeente Rhenen – Toeristisch Recreatief beleidsplan

 

De raad van de gemeente Rhenen,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 juli 2001

besluit:

tot vaststelling van het Beleids- en Actieplan Toeristisch-Recreatief beleid gemeente Rhenen' over te gaan.

1. INLEIDING

1.1 Achtergrond

In 1987 is een toeristisch beleidsplan (Toeristisch beleidsplan gemeente Rhenen, Heidemij Adviesbureau, juni 1987) opgesteld voor de verbetering van het toeristisch product van de gemeente Rhenen. Redenen voor een herijking van dit beleidsplan zijn niet moeilijk te vinden. Het vigerende toeristisch beleidsplan is immers al ruim een decennium 'oud'. Geconstateerd kan worden dat publieke en private partijen er onvoldoende in zijn geslaagd de verbeteringsvoorstellen tot uitvoering te brengen. Mede daarom acht de gemeente Rhenen de tijd rijp om na te gaan of de destijds ingeslagen weg dient te worden vervolgd of dat het wellicht verstandiger is de koers op dit beleidsterrein te verleggen of te kiezen voor een andere aanpak. Zijn de destijds geformuleerde doelstellingen en de daaraan gekoppelde voorstellen nog wel actueel? Kunnen deze op voldoende draagvlak rekenen, met name in de toeristische sector zelf?

 

In de tussentijd heeft de tijd niet stilgestaan. De ontwikkelingen op het gebied van toerisme en recreatie gaan snel. Consumenten vertonen een voortdurend wijzigend en daardoor grillig vakantie- en recreatiegedrag. De toerist of recreant van vandaag is veeleisend en wil vooral zelf kunnen kiezen en bepalen. De ene keer is hij (of zij) op zoek naar avontuur en afwisseling, de andere keer juist naar rust in een natuurlijke omgeving. Waar de consument ook voor kiest: uitgangspunt is dat de in het algemeen schaarse tijd goed dient te worden besteed: 'quality time'. In het verlengde van de marktontwikkelingen zijn aanbieders meer klantgericht gaan denken. Er wordt niet langer gedacht in termen van 'vaste' doelgroepen, maar in termen van 'behoeftepatronen'. Ook marketing- en promotiestrategieën worden hierop aangepast. Het lokale 'eiland-denken' maakt steeds vaker plaats voor het denken in 'toeristische regio's'. Zowel beleidsmatig, als ten aanzien van productontwikkeling, marketing en promotie.

 

Rhenen wenst aan deze ontwikkelingen niet voorbij te gaan. Zo voert de gemeente Rhenen regelmatig overleg met vertegenwoordigers van de provincie Utrecht. Rhenen fungeert in wezen als een 'pilot' in een traject, waarin gemeenten - in overleg met en gesteund door de Provincie - het (lokale) beleid voor toerisme en recreatie (her)formuleren en plaatsen in een regionale context. Kortom, het lijkt tijd voor een nieuwe koers, of in elk geval voor een nieuw elan.

 

1.2 Opdrachtformulering

Bij de herijking van het toeristisch beleid en de formulering van nieuwe beleidsdoelstellingen en daarmee samenhangende activiteiten achtte de gemeente Rhenen deskundige hulp onontbeerlijk. De opdracht voor de externe deskundige luidde:

 

Stel een actueel toeristisch en recreatief beleidsplan op, waarin nieuwe doelstellingen en daaraan gekoppelde activiteiten worden geformuleerd op basis van enerzijds een evaluatie van de eerder in 1987 geformuleerde beleidsuitgangspunten en anderzijds nieuwe inzichten, kansen en uitdagingen (waaronder een meer integrale en regionale benadering).

 

De ontwikkelingsbasis voor nieuw beleid en nieuwe activiteiten kan aanzienlijk worden verhoogd door de bij het toerisme betrokken partijen in Rhenen nauwer te laten samen­ werken. De gewenste samenwerking komt tot stand door publieke en private partijen te wijzen op het belang van het gezamenlijk ontwikkelen, onderschrijven en uitdragen van één toeristische visie en strategie. Met name het stimuleren en activeren van het (lokaal) particulier initiatief tot daadwerkelijke participatie in de uitbouw van het toeristisch-recreatief product Rhenen verdient de nodige aandacht.

 

Hiervoor is aangegeven dat de gemeente Rhenen belang hecht aan integrale en regionale beleidsontwikkeling. In dit verband wordt verwezen naar een aantal gespreksnotities naar aanleiding van de rondetafelgesprekken met de provincie Utrecht in 1997 en 1998. In deze notities wordt een aantal onderwerpen genoemd, die mede de basis dienen te vormen voor het nieuw te ontwikkelen toeristisch en recreatief beleid van de gemeente Rhenen.

 

1.3 Opbouw van het rapport

In hoofdstuk 2 worden de beleidskaders op landelijk, provinciaal, regionaal en lokaal niveau aangegeven. In hoofdstuk 3 wordt het toeristisch-recreatief beleid voor Rhenen geformu­ leerd. In hoofdstuk 4 wordt het voorgestane lokale beleid vertaald naar actiepunten en projecten: het Actieplan. In dit hoofdstuk worden concrete voorstellen gedaan voor het versterken van het toeristisch-recreatief product Rhenen, waarbij 'groen' en 'kwaliteit' voorop staan.

 

2. BELEIDSKADERS

2.1 Inleiding

Voor het bepalen van de lokale beleidsstrategie op het gebied van toerisme en recreatie is het zinvol om kort stil te staan bij het beleid op hogere schaalniveaus en daar vervolgens ook bij aan te sluiten. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste speerpunten, thema's en ontwikkelingen op het gebied van toerisme en recreatie op landelijk, provinciaal en regionaal schaalniveau samengevat. Deze vormen mede de input voor het te ontwikkelen lokale beleid. Voorts wordt in paragraaf 2.5 teruggeblikt op de uitgangspunten voor het toeristisch beleidsplan 1987 en het resultaat van de vanaf 1997 gevoerde rondetafelgesprekken met de provincie Utrecht.

 

 

2.2 Landelijk beleidskader

Toerisme is ondergebracht bij het Ministerie van Economische Zaken. De afgelopen jaren is EZ zeer actief betrokken geweest bij het stimuleren van toeristisch-recreatieve ontwikkelingen in Nederland, mede vanwege de economische betekenis van toerisme. De inspanningen van EZ waren vooral gericht op het verbeteren van de samenwerking tussen de publieke en de private sector en de onderlinge samenwerking binnen de toeristische sector, productontwikkeling (zowel fysieke productontwikkeling als de marketing en promotie daarvan) en professionalisering van de toeristisch-recreatieve sector. Deze activiteiten zijn grotendeels overgenomen door de spitsorganisaties Nederlands Bureau voor Toerisme en Toerisme & Recreatie AVN, in 2000 met de ANVV samengevoegd tot de overkoepelende organisatie Toerisme en Recreatie Nederland (TRN). Deze nieuwe organisatie speelt een belangrijke rol bij de productontwikkeling en de marketing en promotie van Nederland in binnen- en buitenland. Op provinciale schaal spelen de Provinciale Bureaus voor Toerisme de rol van regisseur. Zij vormen als het ware de intermediaire schakel tussen het lokale en regionale niveau en het landelijk niveau met als belangrijkste taken signalering en het initiëren en stimuleren van ontwikkelingen (aanjager).

 

Aan het landelijk beleid wordt richting gegeven door concentratie op een vijftal thema's:

  • Water

  • Steden

  • Cultuur(historie)

  • Kust

  • Natuur, Milieu en Mobiliteit.

 

Voor zover relevant voor Rhenen, worden deze landelijke speerpunten van beleid van het ministerie van Economische Zaken kort toegelicht.

 

Het beleid met betrekking tot Nederland-Waterland is vooral gericht op behoud van de kwaliteit van het aanbod en hiernaast het interesseren van nieuwe doelgroepen via een marktgericht aanbod. Het toervaartnet neemt in het beleid een belangrijke plaats in, waar­ bij het voornamelijk gaat om het oplossen van knelpunten in het vaarnet en een gebiedgerichte benadering. Om dit te bereiken kunnen met behulp van subsidies op vele plaatsen aanlegplaatsen worden gerealiseerd, voorzieningen worden verbeterd en milieuproblemen worden bestreden.

Het stedenbeleid is voornamelijk gericht op het creëren of verstevigen van samenwerkingsverbanden tussen steden met een interessant toeristisch-recreatief product dat nog onbenutte potenties heeft. Gezamenlijke productontwikkeling en eenduidige marktprofilering kunnen in dit verband zorgdragen voor meer toeristische bestedingen en werk­ gelegenheid. Voorbeeldprojecten van deze beleidslijn zijn onder meer Hanzesteden, de Oud-Hollandse steden, de Vestingsteden en de Zuiderzeesteden.

 

Cultuur is nog steeds een belangrijk bezoekmotief voor toeristen. Door de ministeries van EZ en OCW zijn projecten ondersteund op het gebied van cultuurtoerisme. Ook in het landelijk gebied kan cultuur een bezoekmotief zijn. In dit verband wordt gewezen op de aandacht voor agrotoerisme, waarbij wordt ingezet op typisch streekeigen kwaliteiten en producten en routegebonden structuren.

 

Toerisme wordt steeds vaker opgevat als een ketenproduct van verblijf, vermaak en ver­ voer. Hiermee is de link gelegd tussen toerisme en recreatie enerzijds en natuur, milieu en mobiliteit anderzijds. Het gaat hierbij om vraagstukken als verantwoord recreatief medegebruik van natuurgebieden, het ontwikkelen van milieuzorgsystemen voor de sector toerisme en recreatie en het beperken van de mobiliteit, met name in gebieden met relatief hoge natuur- en landschapswaarden.

 

Belangrijke aanknopingspunten bij het recreatief beleid van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij (LNV) zijn het bevorderen van wandelen en fietsen en verdere professionalisering van de kleinere en vaak ongeorganiseerde recreatieondernemers. Ter bevordering van de routegebonden recreatie zijn diverse subsidieregelingen getroffen. Daarnaast voert het Ministerie van LNV een actief agrarisch beleid om in de toekomst vrijkomende land­ bouwgronden te behouden, teneinde de landschappelijke kwaliteit te handhaven. In de nota "Dynamiek en Vernieuwing" pleit LNV voor een ondernemende instelling van de agrarische sector, waarbij recreatie wordt gezien als een aanvullende of alternatieve inkomstenbron. De praktijk wijst inmiddels uit dat recreatie doorgaans voor enkele boeren in een toeristisch-recreatief gebied substantiële (neven) inkomsten genereert. Het Ministerie stimuleert het recreatief medegebruik op het platteland met bescheiden, in de regel routegebonden, subsidies (Kwaliteitsimpuls). Hiernaast zijn op aanvraag subsidies beschikbaar voor grootschalige(r) projecten in het kader van plattelandsvernieuwing.

 

Het keuzeproces van de consument inzake de vakantiebestemming geeft mede het belang van regiomarketing aan. In het algemeen kiest men in de eerste plaats voor een bepaald soort vakantie, gekoppeld aan bepaalde activiteiten. Vervolgens zoekt men daarbij een regio die geschikt is voor het uitoefenen van deze activiteiten. De laatste stap in dit bestemmingskeuzeproces is vaak de keuze voor de verblijfsplaats. Het is daarom van groot belang dat consumenten worden geïnformeerd over de verschillende toeristisch-recreatieve mogelijkheden op het schaalniveau van de regio. Deze informatie dient vervolgens overal in de regio, bij VVV's en bijvoorbeeld verblijfs-accommodaties, verkrijgbaar te zijn. Crossselling, maatwerk en arrangementontwikkeling spelen een belangrijke rol in het optimaal bedienen van de consument, zodat deze op grond van eigen voorkeuren een programma op kan stellen om diens korte of langere verblijf in de regio zo aangenaam mogelijk te maken.

 

2.3 Provinciaal beleidskader

De provincie Utrecht heeft in haar Beleidsplan Recreatie en Toerisme 1994-1998 de hoofd­ lijnen van het beleid ter zake geformuleerd. In dit Beleidsplan wordt het accent gelegd op vijf speerpunten, die van belang worden geacht voor de toeristisch-recreatieve ontwikkeling op provinciaal niveau en waarvan er vier ook voor Rhenen relevant zijn:

  • Utrechtse Heuvelrug (zie hieronder);

  • Water (met accenten op Rivierenland Holland en de recreatieve toervaart);

  • Cultuurhistorie (accent op promotie, toegankelijkheid en bereikbaarheid);

  • outestructuren (accent op completeren bestaand netwerk, schakels/verbindingen en opheffen belemmeringen).

 

De Utrechtse Heuvelrug is met een oppervlakte van 23.000 ha het derde grootste aaneen­ gesloten natuurgebied van Nederland. De recreatieve aantrekkingskracht van de Utrechtse Heuvelrug is zeer groot: circa 10 miljoen (van de in totaal 200 miljoen) bosbezoeken per jaar. Het bosbezoek is veruit de belangrijkste vorm van vrijetijdsbesteding in het gebied. De Utrechtse Heuvelrug wordt gekenmerkt door een goede toegankelijkheid, een ruim aanbod van wandel-, fiets- en ruiterpaden, verblijfsrecreatieve voorzieningen, dagrecreatieterreinen, bossen, parken en tuinen en in het gebied gelegen toeristische attracties (Zoals Ouwehands Dierenpark, Dierenpark Amersfoort, de Pyramide van Austerlitz, Huis Doorn en Kasteel Amerongen.)•

 

In het Beleidsplan worden een aantal speerpunten genoemd, gericht op de verdere toeris­ tisch-recreatieve ontwikkeling van de Utrechtse Heuvelrug:

  • Continuering inzet oprichting Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug;

  • Ontwikkeling toeristisch-recreatieve visie voor de Utrechtse Heuvelrug (in uitvoering);

  • Bevorderen natuurgerichte recreatie (uitvoering Utrechts Landschap en Recreatieschap) onder meer door de realisatie van een bezoekerscentrum op de Utrechtse Heuvelrug;

  • Uitbreiding en kwaliteitsverbetering verblijfsrecreatieve voorzieningen;

  • Uitbreiding van het aanbod meerdaagse arrangementen;

  • Ontwikkelingsvisie en inrichtingsplan Grebbeberg (Heimenberg);

  • Verbetering van de toeristische promotie: het Utrechts Bureau voor Toerisme is gevraagd een marketing en promotieplan voor de Utrechtse Heuvelrug op te stellen;

  • Toeristische ontwikkeling Piramide van Austerlitz;

  • Verbeteren van het openbaar vervoer, in het bijzonder tussen verblijfsaccommodaties en attractiepunten; evaluatie Bosbusproject na derde proefjaar.

 

De rol van de Provincie bestaat in essentie uit advisering, het verstrekken van subsidies en het verlenen van planologische medewerking ter realisatie van programma-onderdelen.

Versterking en verbetering van het toeristisch-recreatief product is een zaak van gezamenlijke inspanning van publieke en private partijen. Als het gaat om financiële en planologische maatregelen heeft het provinciebestuur ook de medewerking van rijk en gemeenten nodig. De particuliere sector is onmisbaar voor investeringen in productontwikkeling en kwaliteitsverbetering.

 

2.4 Regionaal beleidskader

2.4.1 Nationaal park i.o.

Voor Rhenen is vooral de ligging op de Utrechtse Heuvelrug relevant. Niet alleen is de Utrechtse Heuvelrug een landelijk bekende toeristische regio, het gebied staat momenteel ook volop in de belangstelling vanwege de status van Nationaal Park i.o. Recentelijk is het Overlegorgaan van het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug i.o. ingesteld. Al in 1996 heeft de Gebiedscommissie Utrechtse Heuvelrug een plan van uitgangspunten voor het Nationaal Park opgesteld. In dit plan worden de doelen van het eerdere ontwerpadvies van de Voorlopige Commissie Nationale Parken als vertrekpunt genomen: de bescherming en ontwikkeling van de natuur, het stimuleren van natuurgerichte recreatie en educatie en het bevorderen van natuuronderzoek in het gebied.

 

De Utrechtse Heuvelrug is aangeduid als kerngebied van de Ecologische Hoofdstructuur. De Utrechtse Heuvelrug strekt zich uit van Huizen aan het Gooimeer tot aan de Grebbeberg bij Rhenen. In ongeveer 40% van het bosareaal ligt het accent op natuur. Daarnaast bevat het gebied multifunctioneel bos, heidevelden, stuifzanden en vennen. Het plangebied ver­ vult een belangrijke recreatieve functie voor de inwoners van het gebied en recreanten en toeristen van buitenaf.

 

Het doelgroepenprofiel van de Utrechtse Heuvelrug is: natuurgerichte recreanten, wandelaars, fietsers en ruiters. In het gebied zal natuurgerichte recreatie worden bevorderd. Zo­ nering en geleiding dienen daarbij voor de nodige rust te zorgen. De vrije toegang in het gebied blijft het uitgangspunt. De onderlinge aansluiting van routestructuren voor wandelen, fietsen en paardrijden dient te worden verbeterd. Uitbreiding van campings en parken met zomerhuisjes wordt afgeremd. Intensivering van de samenwerking tussen beheerders en toezichthouders is onontbeerlijk voor een goed beheer en regulering van het bezoek aan het gebied.

 

Het Utrechts Landschap, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten beheren een groot aantal waardevolle terreinen op de Utrechtse Heuvelrug. De gemeente Rhenen heeft voor de Grebbeberg, Plantage Willem 111 en de Remmerdense Heide te maken met Het Utrechts Landschap.

 

2.4.2 Recreatieschap

Het Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied heeft eind 1997 een beleidsplan voor haar werkgebied (Dit werkgebied omvat het grondgebied van veertien deelnemende gemeenten van de Utrechtse Heuvelrug, het Kromme Rijngebied en het Utrechtse deel van de Gelderse Vallei.) opgesteld. Het beleidsplan bestaat uit twee delen: de beleidsvisie en het maatregelenplan. In de beleidsvisie zijn voor een vijftal bestemmingsgebieden streefbeelden opgesteld, die de toekomstige toeristisch-recreatieve waarde van de gebieden schetsen. Het betreft de volgende streefbeelden:

 

Streefbeeld 1: Utrechtse Heuvelrug

De rust, leegte en wildernis maken de Utrechtse Heuvelrug bijzonder geschikt voor natuur­ gerichte rustzoekers. Het reliëf maakt de Heuvelrug extra spannend en avontuurlijk voor toeristen en recreanten. De Heuvelrug geniet nationale bekendheid als zeer mooi en geschikt ruitergebied. De vrije toegankelijkheid van de Heuvelrug wordt gekoppeld aan op kennis en beleving toegesneden informatie en educatie. Het uitgekiende netwerk van wandel- en fietspaden waarborgt de rust en stilte waarnaar de meeste recreanten en toeristen op de Utrechtse Heuvelrug op zoek zijn.

 

Streefbeeld 2: Gelderse Vallei

Een ruimtelijk en open landschap waar actieve vormen van sportieve recreatie kunnen worden ondernomen: wandelen, fietsen, ATB-en, kanovaren, vissen en paardrijden. In de Gelderse Vallei ligt de Grebbelinie met forten, schansen en liniedijken. Dit gedeelte herbergt grote historische, landschappelijke en natuurwaarden. Voor de 'cultuurtoerist' biedt de Grebbelinie volop informatie over de (beleving van de) verdedigingslinie. Naast mogelijk­ heden voor landschap- en cultuurbeleving (waaronder landgoederen) voor de actieve recreant en cultuurtoerist is agrotoerisme een belangrijke recreatievorm in de Gelderse Vallei. Recentelijk is de Vereniging Vallei & Boerderij opgericht, waarin agrarische onder­ nemers op hun boerderij, (opgenomen in toeristische routestructuren), hun producten en diensten aanbieden op het gebied van agrotoerisme: bed & breakfast, mini­ campings, rondleidingen, zuivel- en kaasboerderijen, biologisch geteelde groenten, huifkar­ tochten, bezoek graanmolen en dergelijke.

 

Streefbeeld 3: Neder Rijn

Vrijheid, ruimte en dynamiek vormen de ingrediënten van het waterrijke Neder Rijngebied tussen Amerongen, Wijk bij Duurstede en Rhenen. Dwars door het landschap en over winter- en zomerdijken langs moeras- en oevervegetaties fietsend en wandelend wordt een oerstuk Nederland herontdekt. De Neder Rijn vormt als verbindingswater bovendien een belangrijke schakelfunctie voor de watersport. Informatie en educatie verschaffen de toerist of recreant kennis over de ontstaansgeschiedenis van (en daarmee de betrokkenheid met) het omringende landschap.

 

Streefbeeld 4: Stichtse Lustwarande

De vele restaurants, oudheidkamers, musea, parken en parkbossen, tuinen (in Engelse landschapsstijl) en te bezichtigen landhuizen aan weerszijden van de oude Rijksweg maken de Stichtse Lustwarande tot een harmonieuze combinatie van natuur en cultuur.

De Lustwarande vormt een gordel van buitenplaatsen langs de zuidflank van de Utrechtse Heuvelrug, die zijn weerga in Nederland niet kent.

 

Streefbeeld 5: Kromme Rijngebied

Door de afwisseling van het halfopen agrarische landschap met fraaie boerderijen, forten, landgoederen, landhuizen en beschermde dorpsgezichten is het Kromme Rijngebied van grote (cultuur)landschappelijke waarde. Het gebied is vooral geschikt voor het maken van schitterende fietstochten en kanovaren. Ook wandelaars kunnen er terecht. Door middel van informatiepanelen wordt de toerist of recreant over het (cultuur)landschap geïnformeerd. Natuurgerichte excursies door het oeverlandschap langs de meanderende Kromme Rijn en een bezoek aan een boomgaard vergroten de beleving voor de toerist of recreant. Belangrijke recreatieve kwaliteiten van het Kromme Rijngebied zijn Amelisweerd, Rhijnauwen en Langbroekerwetering.

 

Beleidsvisie

Aan de beleidsvisie van het recreatieschap liggen twee uitgangspunten ten grondslag:

  • 1.

    Netwerkgedachte

    Hierbij staat het integreren van recreatieve kwaliteiten binnen een samenhangend systeem centraal. De ruggengraat van dit netwerk bestaat uit routegebonden structuren.

  • 2.

    Transfergedachte

    Waar verschillende wegen, paden en routes samenkomen, ontstaat een transferpunt van veelal verschillende vervoerswijzen. Dit biedt de mogelijkheid om in een transferpunt van activiteit te veranderen. Een transferpunt vormt voor recreanten het beginpunt van een (nieuwe) activiteit. Op transferpunten komen allerlei voorzieningen samen: informatie, ho­ reca, fiets- en kanoverhuur, ruitervoorzieningen, veerponten en kleinschalige overnach­ tingsmogelijkheden (bijvoorbeeld trekkershutten). Transferpunten zijn niet alleen vertrek­ punten; het kunnen ook rustpunten, overstap- en uit- of afstappunten zijn.

 

De transfergedachte is door het Recreatieschap uitgewerkt naar drie varianten:

  • Poorten;

  • Knooppunten;

  • Steunpunten.

 

Poorten hebben het hoogste voorzieningenniveau en vervullen een bovenregionale functie. Steunpunten hebben een laag voorzieningenniveau en vervullen een lokale functie. De knooppunten liggen daar met een gemiddeld voorzieningniveau en een regionale functie precies tussenin. Binnen de netwerkgedachte wordt veel aandacht besteed aan een goede, getrapte informatievoorziening:

  • over het transferpunt;

  • op en vanaf het transferpunt;

  • in het gebied.

 

Naar aard is de informatie:

  • natuureducatie (flora, fauna, et cetera);

  • cultuurhistorisch (monumenten, musea, landgoederen, et cetera);

  • algemeen toeristisch (toeristische voorzieningen).

 

Naast het verstrekken van informatie aan de toerist/recreant wordt een goede bewegwijzering nagestreefd. Niet alleen is dit klantgericht, een goede bewegwijzering voorkomt 'on­ gewenst' zoekgedrag van de toerist/recreant. Voor promotie over en samenwerking binnen het plangebied en deelgebieden wordt gedacht aan het oprichten van een Platform Recreatie.

 

Maatregelenplan

Als uitwerking van de beleidsvisie is een Maatregelenplan opgesteld. Niet alleen het Recreatieschap heeft plannen voor de toeristisch-recreatieve ontwikkeling van de Utrechtse Heuvelrug. De taak van het Recreatieschap is onder meer dat van het schap ook een inhoudelijke en financiële bijdrage wordt verwacht bij de voorbereiding en uitvoering van recreatieve voorzieningen in het kader van andere plannen. Omdat dit nu eenmaal mens­ kracht en geld kost, heeft het Recreatieschap prioriteiten gesteld bij de uitvoering van de voorgestelde projecten in het Maatregelenplan. De plannen van het Recreatieschap blijken een stimulans te zijn voor de in het schap participerende gemeenten om de in het Maatregelenplan opgenomen projecten tot inzet van het gemeentelijk (toeristisch-recreatief) beleid te maken. In de meeste gevallen vragen de gemeenten het Recreatieschap projectgroepen in te stellen voor het nader uitwerken en uitvoeren van deelprojecten op het grondgebied van de betreffende gemeenten.

 

Voor Rhenen worden in het Maatregelenplan vier projecten genoemd:

  • a.

    Poortfunctie Rhenen: NS-station Rhenen vormt, samen met het P&R terrein, een poort voor recreanten die de intentie hebben Rhenen en omgeving te bezoeken.

  • b.

    De ligging van Rhenen aan de voet van de Utrechtse Heuvelrug in combinatie met de ligging aan het rivierenlandschap van de Rijn geeft deze poort extra waarde.

  • c.

    Knooppunt Kwintelooyen: dagrecreatiegebied Kwintelooyen ligt in een gebied met vele mogelijkheden. Jaarlijks trekt Kwintelooyen circa 150.000 bezoekers.

  • d.

    Vanaf Kwintelooyen zijn verschillende wandelroutes uitgezet over de Utrechtse Heuvelrug en richting Neder Rijn. In dat opzicht vervult Kwintelooyen al deels de functie van transferpunt voor recreanten (grotendeels afkomstig uit Veenendaal en omgeving).

  • e.

    Steunpuntfuncties Rhenen: specifiek voor Rhenen worden Plantage Willem 111, Stadsparren en De Blauwe Kamer genoemd.

  • f.

    Groene Haltes: bij Kwintelooyen en Plantage Willem 111.

 

Daarnaast worden door het Recreatieschap tal van, voor Rhenen relevante, suggesties en voorstellen gedaan:

  • Het ontwikkelen van dagtochtenprogramma's naar bijvoorbeeld de Stichtse Lustwarande, streekmusea, de Grebbelinie en wandelgebieden, aangevuld met eet- en drinkgelegenheden onderweg voor de recreant.

  • Het ontwikkelen van een Utrechtse Heuvelrug Reispas, naar het model van de Veluwe Reispas.

  • Het ontwikkelen van een NS-dagtochtbestemming Rhenen (Ouwehands Dierenpark, oude kern Rhenen, Blauwe Kamer, Grebbeberg).

  • Evenementontwikkeling (bijvoorbeeld Heuvelrugloop van Huizen naar Rhenen);

  • Verbetering recreatief fietspadennetwerk, inclusief routeontwikkeling, rustpunten, bezoekmogelijkheden en bewegwijzering.

  • Verbeteringen recreatief wandelpadennetwerk, inclusief routeontwikkeling, geleiding, rustpunten, bezoekmogelijkheden en bewegwijzering.

  • Realisatie samenhangend ruiterpadennetwerk (aanleggen schakels en verbindingen).

 

2.4.3 Utrechts Landschap

Het Utrechts Landschap heeft in totaal circa 4.000 ha in eigendom, voornamelijk op de Utrechtse Heuvelrug. Het Utrechts Landschap ontwikkelt en beheert een groot aantal waardevolle terreinen op deze stuwwal: de Grebbeberg, de Remmerdense Heide met Plantage Willem 111, het Amerongse Bos, Breeveen, de landgoederen Bornia, Noordhout en Heidestein, het Zeisterbosch, landgoed Beerschoten en de Ridderoordse Bossen.

De terreinen van het Utrechts Landschap zijn voor iedereen vrij toegankelijk. Het Utrechts Landschap ziet de Utrechtse Heuvelrug als een 'gaaf leesboek van de geschiedenis' en wil de toerist of recreant laten kennismaken met de unieke kwaliteiten van dit gebied. Het Utrechts Landschap onderschrijft de mening van de Provincie en het Recreatieschap dat, mede vanwege de toenemende recreatieve druk op het gebied, enerzijds een beleidsvisie en anderzijds maatregelen nodig zijn om deze druk te spreiden en te reguleren. Zonering en de ontwikkeling van poorten, knooppunten en steunpunten nemen hierbij een belangrijke plaats in.

 

Voor de komende jaren stelt het Utrechts Landschap zich verschillende doelen:

  • de kerngebieden op de Utrechtse Heuvelrug met elkaar verbinden;

  • wandelen over de kammen van de Utrechtse Heuvelrug;

  • de relatie met het Rivierengebied versterken;

  • de overgangsgebieden recreatief ontsluiten;

  • een wandelroute realiseren langs de Neder Rijn.

 

Op dit moment werkt het Utrechts Landschap, in samenwerking met de Provincie en de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB), aan het opstellen van een ontwikkelingsvisie voor de Grebbeberg en de nabij gelegen fortificaties. Voor dit uiterste puntje van de Utrechtse Heuvelrug wordt momenteel een inrichtingsplan opgesteld. Het doel is maximaliseren van de landschappelijke, de cultuurhistorische en natuurwaarden van dit gebied en het mogelijk maken van educatief-recreatief medegebruik. Onder meer door het uitzetten van verschillende routes door het gebied en het plaatsen van informatiepanelen, waarop de betekenis en geschiedenis van objecten wordt verteld. Het gebied kent ver­ schillende kwaliteiten: de Heimenberg (middeleeuwse ringwalburcht), de fortificaties (onderdeel van de Grebbelinie) en het graften/akker-complex.

 

Onderzocht wordt in hoeverre integraal beheer mogelijk is van de Grebbeberg met de ernaast gelegen Blauwe Kamer. Wellicht is ook een relatie mogelijk met Ouwehands Dieren­ park (thematisch). Ook zal worden onderzocht op welke wijze kan worden omgegaan met de verschillende bezoekersprofielen en bezoekersstromen. Nu nog is sprake van drie ver­ schillende producten: Ouwehands Dierenpark, de Blauwe Kamer en de Grebbeberg. De eerste twee hebben een eigen entree, de Grebbeberg kan via verschillende ingangen worden betreden. Bij een eventuele verdere conceptuele integratie van deze drie elementen en ook om het bezoek aan alle drie te bevorderen, kan het gewenst zijn voor een min of meer gemeenschappelijke entree te kiezen. Deze entree kan dan dienen als informatie- en start­ punt voor de verschillende routes.

 

Voor Rhenen is voorts relevant dat het Utrechts Landschap bezig is met integrale gebiedsontwikkeling nabij Remmerden. Het doel is dit deel van de Utrechtse Heuvelrug (Plantage Willem 111), het overgangsgebied en de uiterwaarden van de Neder Rijn met elkaar te ver­ binden en te ontwikkelen tot een aaneengesloten natuurgebied met allerlei verrassende karakteristieken, inclusief het aanleggen van enkele wandelroutes.

 

In de rondetafelgesprekken met de Provincie is vastgesteld dat ook het aangrenzende Amerongen over een aantrekkelijke toeristisch-recreatieve productenmix beschikt.

De uitdaging bestaat uit de verschillende producten op een zowel verantwoorde als toeristisch-recreatief attractieve manier aan elkaar te koppelen. Het Utrechts Landschap ziet mogelijkheden om ter plekke een steunpunt te realiseren met als componenten: Kasteel Amerongen, de Bovenpolder (kwelmoeras} en de Amerongse Berg. Verbindende wandel­ en/of fietsroutes knopen deze elementen aan elkaar. Zo komen cultuur, natuur en avontuur samen. Kasteel Amerongen kan fungeren als informatie- en startpunt voor wandelen, fietsen en MTS-routes in de omgeving van Amerongen.

 

2.5 Lokaal beleidskader 2.5.1 Toeristisch beleidsplan 1987

Op basis van een inventarisatie en analyse van het destijds aanwezige toeristisch-recreatief product, kwam de Heidemij tot een vijftal ontwikkelingsstrategieën:

  • a.

    Versterken van de centrumfunctie van Rhenen.

    Onder meer door het versterken van de aantrekkelijkheid van Rhenen voor winkelen, het vergroten van de uitgaansmogelijkheden, het vergroten van de attractiviteit van het centrum, het uitbouwen van de evenementen in Rhenen en het uitbreiden van culturele activiteiten.

  • b.

    Stimuleren mogelijkheden voor (korte) actieve en trekvakanties.

    Genoemde maatregelen zijn het vergroten van de mogelijkheden voor wandelen, fietsen en paardrijden. Het ontwikkelen van goedkope verblijfsvoorzieningen (zoals natuurkampeerterreinen, trekkershutten of logeren bij particulieren}. Het ontwikkelen van goed geoutilleerde accommodaties (recreatiebungalows} in combinatie met (doe}arrangementen. Het ontwikkelen van mogelijkheden voor langlaufen, surfen, golfen, tennissen en squashen.

  • c.

    Benutten (potentieel aanwezige) watersportmogelijkheden.

    Genoemd worden het Veerwegproject (jachthaven en surfplas}, het ontwikkelen van vaar­ mogelijkheden vanuit Rhenen en het realiseren van wandel- en fietsmogelijkheden door en langs de uiterwaarden.

  • d.

    Uitbouwen mogelijkheden voor congressen en studies met bijbehorende activiteiten.

    Hierbij wordt gedacht aan de uitbouw en verbetering van bestaande congresaccommodatie (Ouwehands Dierenpark en Het Koetshuis}, het realiseren van een luxe hotelaccommodatie (gekoppeld aan de congresaccommodatie} en het ontwikkelen van een aanvullend programma voor congressen (zoals ontspanningsmogelijkheden en partnerprogramma's}.

  • e.

    Versterken samenhang Ouwehands Dierenpark en de kern Rhenen.

    Geconstateerd werd dat de uitstralingseffecten van het bezoek aan de dagattractie Ouwehands Dierenpark op het centrum van Rhenen zeer beperkt bleken. Om de relatie tussen het dierenpark en de kern van Rhenen te versterken, werd gedacht aan promotieactiviteiten voor Rhenen in Ouwehands Dierenpark (informatiepanelen, flyers, voordeelcoupons en dergelijk) en het ontwikkelen van combi-arrangementen voor verblijf in Rhenen, gekoppeld aan een bezoek aan Ouwehands Dierenpark.

 

Ten aanzien van de punten a. en c. is inmiddels het een en ander gerealiseerd, respectieve­ lijk nader uitgewerkt. De overige, in 1987 geformuleerde, ontwikkelingsstrategieën zijn in feite ook nu nog actueel, al kan worden geconstateerd dat de planologische ruimte voor uitbreiding van vooral verblijfsrecreatieve voorzieningen beperkt lijkt.

 

2.5.2 Visie Historische Stad, Structuurvisie en DPO

In de periode 1997-1998 is een visie voor de 'historische stad' opgesteld, welke tot doel heeft door middel van een aantal maatregelen de fysieke omgeving (groen, bestrating en dergelijke) van de binnenstad qua beleving terug te brengen in de sfeer, die past bij de architectuur en stijl van de oudere woningen in het centrum. De maatregelen zijn inmiddels in uitvoering.

 

Daarnaast is in juli 1999 een distributieplanologisch onderzoek (DPO) uitgevoerd en een structuurvisie opgesteld voor Rhenen, binnenstad oost. In de structuurvisie wordt geconstateerd dat de Provincie hecht aan de bereikbaarheid van centrumvoorzieningen (onder meer door het realiseren van parkeergelegenheid buiten het oude centrum), een cultuurhistorisch waardevol stadsbeeld, bedrijvensanering en de uitbouw van recreatieve concentratiepunten langs de Neder Rijn. Hoewel de uitgangspunten van het vigerende bestemmingsplan nog steeds actueel zijn, is de gemeente voornemens een nieuw bestemmingsplan op te stellen voor de binnenstad oost en de gehele binnenstad. Het concentratiebeleid voor horeca is niet meer actueel. Gekozen wordt voor horeca op strategische locaties, aan de rand van het winkelcentrum. Omdat er haast geen historische gebouwen meer over zijn in Rhenen hecht men veel belang aan versterking van de structuren.

De gemeente maakt nieuw beleid voor verkeer en parkeren: wegcategorisering, verblijfsgebieden, voorzieningen voor langzaam verkeer, het scheiden van lang en kort parkeren door parkeergarages en betaald parkeren. Een oplossing voor de toegenomen parkeerdruk in het centrum is lang parkeren op afstand. Goede oplossingen voor het verkeer zijn functioneel van groot belang voor het centrum en ruimtelijk voor behoud en herstel van het stratenpatroon, de verblijfsruimte en het schootsveld.

 

De afgelopen jaren is de winkelconcentratie in het centrum toegenomen. Plannen voor het toevoegen van een 'trekker' konden niet worden gerealiseerd. De voorgenomen verhuizing van het gemeentehuis naar een andere locatie biedt een nieuwe kans om het winkelcentrum te versterken met een 'trekker', de overige winkels en horeca te herschikken en bovenwoningen (sociale veiligheid en leefbaarheid) toe te voegen. Door de sloop van het bestaande gemeentehuis en herinrichting van dit gebied kan de winkelconcentratie de vorm krijgen van een circuit: een vanzelfsprekende en korte looproute tussen trekkers, overige winkels, horeca en parkeervoorzieningen. Het voorkeurmodel gaat uit van de situering van de nieuwe Albert Heijn met bovenwoningen en een parkeergarage aan de buitenzijde van het schootsveld. Meer naar het noorden wordt de buitenrand van het schootsveld versterkt door nieuwe woonbebouwing. Het schootsveld ligt aan de westzijde tussen de Plantsoen­ straat en het nieuwe supermarkt-complex en staat zichtbaar in verbinding met de zuidelijke helft van het schootsveld en de uiterwaarden. Het winkelcircuit wordt versterkt door kleine winkels langs de Plantsoenstraat.

 

In het DPO zijn aanbod, concurrentiepositie, ruimtelijke structuur en visueel-ruimtelijke kwaliteit van het winkelapparaat in Rhenen nader onderzocht. Geconcludeerd wordt onder meer dat Rhenen vooral een boodschappenfunctie heeft en het ontbreekt aan een goed winkelcircuit. Om de concurrentieslag met andere gemeenten aan te kunnen gaan, zal Rhenen moeten blijven streven naar (kwaliteits)verbetering en de daartoe aanwezige potenties moeten (blijven) benutten.

 

De gemeente streeft naar realisatie van een eigentijds, modern winkelcentrum, met het accent op dagelijkse boodschappen en voldoende sfeer en eigen identiteit voor multifunctioneel bezoek en recreatief winkelen. Dat laatste kan worden gezien als een noodzakelijke voorwaarde om bezoekers van buiten te trekken (dag- en verblijfsrecreanten). Resulterend in een redelijk compleet en aaneengesloten winkelapparaat in een historische setting, geschikt voor zowel 'runshoppen' (lokale bevolking) als 'fun-shoppen' (regio, toeristen- en recreanten).

 

2.5.3 Actualisering

Op initiatief van de Provincie is in 1997 gestart met de zogenaamde rondetafelgesprekken in de regio. Deze vorm van overleg met vertegenwoordigers van lokale overheden en de toeristisch-recreatieve sector is bedoeld om het toeristisch product ter plekke te ontwikkelen en te verbeteren. In dit verband hebben ook gesprekken met Amerongen (zie 2.4.3) en Rhenen plaatsgevonden. De rondetafelgesprekken met Rhenen hebben geleid tot het op­ stellen van een aantal uitgangspunten en opgaven, die mede de basis kunnen vormen voor het nieuw op te stellen Toeristisch Recreatief Beleids- en Actieplan:

  • Integrale ontwikkelingsvisie Grebbeberg, waarbij de aandacht uitgaat naar het leggen van relaties tussen de volgende elementen: Ouwehands Dierenpark, Grebbeberg, kern Rhenen en de Blauwe Kamer.

  • Het aanbrengen van samenhang in het toeristisch-recreatief product. Hierbij wordt gedacht aan zowel de fysieke infrastructuur (het onderling verbinden van voorzieningen) als het aanbrengen van samenhang door middel van informatievoorziening, promotie en arrangementontwikkeling.

  • Regionale aanpak. Regionalisering van het toeristisch-recreatief product Rhenen door het leggen van relaties met de Utrechtse Heuvelrug en waar mogelijk ook met de Gelderse Vallei en de Betuwe, en het leggen van relaties met elementen als de Stichtse Lustwarande, Plantage Willem 111, recreatiegebied Kwintelooyen en Kasteel Amerongen.

  • Het verbeteren van de bereikbaarheid van gebieden binnen de gemeente en de onderlinge bereikbaarheid van voorzieningen. Hierbij wordt vooral gedacht aan nieuwe, innovatieve vormen van openbaar vervoer.

  • Uitbreiding bestaande verblijfsrecreatieve voorzieningen en het ontwikkelen van nieuwe, kleinschalige verblijfsrecreatie zoals kamperen bij de boer, bed & breakfast en dergelijke.

  • Het ontwikkelen en uitbouwen van de mogelijkheden voor waterrecreatie (kanovaren, roeien, rondvaarten over de Lek, arrangementontwikkeling).

  • Marketing en promotie (samenwerking VVV-organisaties zuidelijk deel van de Utrechtse Heuvelrug). Het Utrechts Bureau voor Toerisme is inmiddels gevraagd een marketing en promotieplan op te stellen voor de gehele Utrechtse Heuvelrug.

  • Het ontwikkelen van dag- en meerdaagse arrangementen (verblijf en activiteiten in omgeving Rhenen).

  • Het in de toeristisch-recreatieve ontwikkeling betrekken van de in Rhenen (en omgeving) aanwezige cultuurhistorische waarden en monumenten. De verblijfskwaliteit van de oude kern wordt inmiddels verbeterd door maatregelen op het gebied van groen en bestrating (zie ook Visie Historische Stad).

  • Optimalisering van de inpassing in het routenetwerk van de Utrechtse Heuvelrug (uitvoering Recreatieschap) ten behoeve van wandelen, fietsen en paardrijden.

  • Het instellen van een lokaal toeristisch platform.

 

Verder is het van belang te vermelden dat recentelijk bestuurlijk overleg heeft plaats­ gevonden tussen de gemeente Rhenen en aangrenzende gemeenten (WERV staat voor Wageningen, Ede, Rhenen en Veenendaal.)• Dit zogenaamde WERV-overleg vindt plaats in het kader van het landelijk overleg inzake de ruimtelijke in­ richting van Nederland en de compacte stad in het bijzonder. Het WERV-gebied ligt aan de corridor die vanuit de Randstad, via het Knooppunt Arnhem-Nijmegen, loopt naar het Ruhrgebied. Voor het gehele WERV-gebied wordt een integrale aanpak nagestreefd met als doel het in onderlinge samenwerking (her)ontwikkelen van stedelijke en groene functies. Binnen deze vierhoek kunnen Ede en Veenendaal worden getypeerd als economische (groei)centra, Wageningen als kenniscentrum en vervult Rhenen een toeristische functie.

 

2.6 Resumé

 

Hieronder volgt een overzicht van alle - voor Rhenen relevante - thema's en speerpunten uit het landelijk, provinciaal, regionaal en lokaal beleidskader.

Beleidskader

Thema / speerpunt

 

Landelijk

  • aansluiten bij aandacht van rijksoverheid voor natuur, water en cultuur

Provinciaal

  • Utrechtse Heuvelrug (natuurgerichte recreatie

  • Rivierenland Holland en recreatietoer- vaart (water)

  • cultuur(historie)

  • routestructuren (lokaal/regionaal)

  • ontwikkelingsvisie Grebbeberg

  • ruimte-uitbreiding voor kwaliteitsverbetering verblijfsrecreatie

  • (meerdaagse) arrangementontwikkeling

  • verbetering toeristische promotie

  • bevordering milieuvriendelijk vervoer

Regionaal

  • poort-, knooppunt- en steunfuncties voor Rhenen

  • routegebonden structuren

  • regiomarketing

  • plannen Utrechts Landschap

  • agrotoerisme en cultuurhistorie Gelderse Vallei

Lokaal

  • meer profiteren van unieke ligging en kernkwaliteiten natuur, water en cul- tuurhistorie

  • samenhang/koppeling toeristisch- recreatief product

  • bevordering mobiliteit tussen recreatieve bestemmingen/onderdelen

  • arrangementontwikkeling

  • versterking verblijfsklimaat centrum

 

3. BELEIDSPLAN

3. 1 Beleidsinzet

In dit hoofdstuk wordt het toeristisch-recreatieve beleid voor de komende jaren geschetst. De strategische meerjaren visie voor de ontwikkeling van toerisme en recreatie in en _rond de gemeente Rhenen is deels gebaseerd op de voor Rhenen relevant geachte speerpunten van beleid en toeristisch-recreatieve ontwikkelingen op hogere schaalniveaus en deels op de uitgangspunten en opgaven voor het lokaal te ontwikkelen beleid. Van groot belang bij het formuleren van de strategische meerjaren beleidsvisie voor toerisme en recreatie voor de gemeente Rhenen is het besef dat Rhenen deel uitmaakt van een grotere toeristische­ recreatieve gebiedseenheid. Om een stap vooruit te kunnen maken, dient Rhenen aan te sluiten bij ontwikkelingen in de regio en de eigen kwaliteiten en kansen optimaal te benut­ ten.

 

Geografisch en beleidsmatig gezien vormt de unieke ligging van Rhenen aan de voet van de Utrechtse Heuvelrug, aan de Neder Rijn en in de Gelderse Vallei het belangrijkste referentiekader voor de gemeente Rhenen. Juist deze unieke ligging, de combinatie van heuvels, weiland, polders en water en de aanwezigheid van cultuurhistorische kwaliteiten in Rhenen en omgeving geven kleur aan de toeristisch-recreatieve kwaliteiten van Rhenen. Door het aanbrengen van samenhang in deze kwaliteiten en de onderbelichte kwaliteiten beter te benutten door middel van productontwikkeling en promotie, worden zowel de toeristisch-recreatieve marktpositie als de toeristisch-recreatieve beleving versterkt.

 

De voor de regio geformuleerde doelstellingen, ontwikkelingsrichtingen en streefbeelden zijn zeker relevant voor het lokale toeristisch-recreatieve beleid. Door aan te sluiten bij de regionale visie en aanpak van betrokken partijen (Met name van het Recreatieschap, het Utrechts Landschap en de Regio VVV Utrechtse Heuvelrug i.o ), kunnen de aanwezige kansen beter worden benut en kan worden geprofiteerd van de regionale inspanningen op het gebied van productontwikkeling, marketing en promotie. Voor doelgroepen en activiteiten wordt het accent gelegd op groene (natuurgerichte), blauwe (op de waterrecreatie gerichte) en rode (op cultuurhistorie gerichte) vormen van recreatie.

 

3.2 Aanknopingspunten voor het toeristisch-recreatieve beleid

Kort samengevat, kunnen de volgende aanknopingspunten worden genoemd voor het te ontwikkelen toeristisch-recreatieve beleid van de gemeente Rhenen:

  • De landelijke en provinciale aandacht voor natuur, water en cultuurhistorie;

  • De aandacht voor het ontwikkelen van routegebonden structuren en transferpunten;

  • De maatregelen en projecten, gericht op het optimaal benutten van de aanwezige natuur- en recreatiegebieden en het leggen van een relatie met het water;

  • De eigen cultuurhistorische waarden en monumenten en de Stichtse Lustwarande;

  • Gelderse Vallei: agrotoerisme en cultuurhistorie (o.a. fortificaties Grebbelinie);

  • Provinciale doelstelling uitbreiding verblijfsrecreatieve voorzieningen voor kwaliteitsverbetering;

  • Arrangementontwikkeling;

  • De plannen voor regionale marketing en promotie van de Utrechtse Heuvelrug;

  • De lokale plannen voor versterking van het verblijfsklimaat in de kern Rhenen.

 

3.3 Kern van het beleid

Voor het formuleren van het toeristische-recreatieve beleid van Rhenen is het van belang de uitgangssituatie vast te stellen. Objectief gezien, is Rhenen, mede vanwege het ontbreken van voldoende verblijfsrecreatieve capaciteit, geen zelfstandige vakantiebestemming. De gemeente maakt deel uit van een grotere toeristische regio, waarin vooral de Utrechtse Heuvelrug fungeert als bestemmingsgebied voor vakanties en dagtochten. Afgezien van de dagattractie Ouwehands Dierenpark heeft het huidige toeristisch-recreatieve product Rhenen nog onvoldoende inhoud en aantrekkingskracht om als volwaardige dag(deel)­ bestemming in dit grotere geheel een rol van betekenis te spelen. Gelet op de aanwezige overige kwaliteiten is het begrijpelijk dat de gemeente hierin verandering wenst te brengen.

 

Het toeristisch-recreatieve beleid voor Rhenen zal de komende jaren zijn gericht op het versterken van de eigen marktpositie binnen de regio, waaronder worden begrepen de Utrechtse Heuvelrug, de Gelderse Vallei, het overgangslandschap naar de Neder Rijn en de Neder Rijn zelf. Enerzijds door het versterken van de relatie met deze gebieden en anderzijds door het ontwikkelen van de eigen toeristisch-recreatieve potenties. Uitgaande van de constatering dat de kracht van Rhenen juist ligt in het bij elkaar komen van de voor toerisme en recreatie aantrekkelijke elementen: bosrijke heuvels, weilanden, polders, water en cultuurhistorie.

 

De speerpunten in het nieuwe toeristisch-recreatieve beleid zijn:

  • 1.

    Het versterken van de toeristisch-recreatieve marktpositie van Rhenen, door:

    • Versterking van de toeristisch-recreatieve infrastructuur;

    • Het aanbrengen van samenhang in het lokale toeristisch-recreatief product;

    • Profilering van toeristisch-recreatief Rhenen als 'Ontmoetingsplaats tussen na­ tuur, water en geschiedenis';

    • Arrangementontwikkeling.

  • 2.

    Versterking van het toeristisch verblijfsklimaat in de kern Rhenen, door:

    • Herinrichting van de oude kern en het winkelcentrum;

    • Het versterken van de aanwezige cultuurhistorische kwaliteiten.

  • 3.

    Kwaliteitsverbetering (en diversificatie) van het verblijfsrecreatief aanbod.

  • 4.

    Meer profiteren van de ligging aan de Neder Rijn door het versterken van de moge­ lijkheden voor water(gebonden)recreatie.

  • 5.

    Sterker inzetten op marketing en promotie, door:

    • Aan te sluiten bij de Regio VVV Utrechtse Heuvelrug i.o.;

    • Onderzoek strategische relocatie kantoor VVV Rhenen.

  • 6.

    Het oprichten van een lokaal toeristisch-recreatief platform.

  • 7.

    Het, waar zinvol geacht, ondersteunen van initiatieven op het gebied van agrotoerisme, evenementenontwikkeling, arrangementontwikkeling en milieuvriendelijk vervoer en het desgevraagd leveren van een bijdrage aan het realiseren van maatregelen ten behoeve van de regionale ontwikkeling van toerisme en recreatie.

 

4. ACTIEPLAN

4.1 Inleiding

De in dit hoofdstuk geselecteerde en hierna omschreven projectvoorstellen vormen een eerste uitvoeringsgerichte vertaling van de speerpunten in het nieuwe toeristisch­ recreatieve beleid van de gemeente Rhenen. Van de projectvoorstellen kan een stimuleren­ de impuls uitgaan tot het concreet invullen van de wens tot versterking van de aanwezige kernkwaliteiten: natuur, water en cultuur(historie).

 

De voorgestelde projecten en maatregelen hebben tot doel de recreatieve mogelijkheden voor de eigen inwoners te vergroten en tegelijkertijd meer bezoekers van buiten aan te trekken. Recreatie en toerisme liggen hierbij in elkaars verlengde. De projecten zijn enerzijds gericht op het optimaal benutten van de aanwezige kwaliteiten en anderzijds op verlenging van de verblijfsduur en daarmee op verhoging van de bestedingen en versterking van de lokale economische structuur, resulterend in een toename van de directe- en indirecte werkgelegenheid. De voorgestelde projecten dienen overigens bewust niet om massatoerisme aan te trekken, maar eerst en vooral om de aanwezige toeristisch-recreatieve potenties beter te benutten.

 

De gemeente stelt zich in beginsel tot doel de in het Actieplan genoemde projecten in de periode 2001 tot 2010 tot uitvoering te brengen. Door dit voornemen wordt de daadwerkelijke uitvoering van de projectvoorstellen bevorderd. Dit commitment heeft organisatorische en financiële consequenties voor de gemeente Rhenen. Uitvoering van het Actieplan vraagt immers ook van de gemeente personele inzet en de bereidheid financieel bij te dra­ gen in de realisatie van projecten.

 

4.2 Overzicht projectvoorstellen

Gekozen is voor zes speerpunten, voorlopig uitgewerkt in achttien projecten, en een zeven­ tal aanvullende voorstellen. De speerpunten vormen in feite het kader voor actuele en toekomstige product- en marktontwikkeling. Vanzelfsprekend kan het actieplan in de loop van de tijd, door het inbrengen van nieuwe projecten, worden uitgebreid. Initiatieven, die pas­ sen in het voorgestane beleid, dienen zoveel mogelijk te worden ondersteund, omdat zij in beginsel bijdragen aan liet versterken van de toeristisch-recreatieve kwaliteit en aantrekkingskracht van Rhenen.

 

De projectvoorstellen zijn terug te vinden in het hierna volgende overzicht. Daarna wordt per project een korte omschrijving gegeven van het project(voorstel).

Speerpunt

ProJectvoorstel

1. Versterking TR-positie Rhenen:

  • TR-infrastructuur (1 a-el

  • Samenhang (2a-b)

  • Profilering (3a)

  • Arrangementontwikkeling (4a)

  • 1.

    Poortfunctie Rhenen

  • 2.

    Knooppuntfunctie Kwintelooyen

  • 3.

    Steunpuntfunctie Rhenen

  • 4.

    Toeristische bewegwijzering

  • 5.

    Welkomstborden

  • 6.

    Informatiepanelen

  • 7.

    Ontwikkeling Grebbebergcomplex

  • 8.

    Toeristisch treintje

  • 9.

    Slogan

  • 10.

    Arrangementontwikkeling

2. Versterking toeristisch verblijfsklimaat kern Rhenen

2.1 Integrale versterking kern Rhenen

2.2 Cultuurhistorie

3. Kwaliteitsverbetering (en diversificatie) verblijfsrecreatief aanbod

3.1 Kwaliteitsverbetering Recreatiepark De Thijmse Berg

3.2 Behoud jeugdherbergvoorziening

4. Profiteren ligging Neder Rijn

4.1 Waterrecreatieproject uiterwaarden Neder Rijn

5. Marketing en promotie

5.1 Regiomarketing

5.2 Onderzoek strategische relocatie VVV Rhenen

6. Intensiveren lokaal overleg

6.1 Toeristisch-recreatief platform

7. Ondersteunen initiatieven

7.1 Diversificatie verblijfsrecreatief aanbod

7.2 Kanovaren en fietsen De Grift

7.3 Bosbus

7.4 Groene Haltes

7.5 Vereniging Vallei & Boerderij

7.6 Uitbreiding evenementen

7.7 Regionale maatregelen toerisme en recreatie

 

4.3 Projectomschrijvingen

In deze paragraaf worden de projecten per speerpunt omschreven. Achter de titel van het betreffende project staat omschreven welke prioriteit het project heeft: H= hoog, M=midden en L=laag.

 

Een hoge prioriteit geeft aan dat het betreffende project voor de versterking van de toeristisch-recreatieve positie van Rhenen van groot belang wordt geacht en dus bij voorkeur met voorrang wordt opgepakt. Een lage prioriteit betekent dat het betreffende project voor dat doel minder belangrijk wordt geacht en een M-aanduiding houdt in dat de prioriteit van het betreffende project daar ergens tussenin ligt. Tevens wordt per project aangegeven of van de gemeente een actieve (Al of passieve (P) rol wordt verwacht. Actief houdt in dat de gemeente initiatiefnemer is van het betreffende project. Passief houdt in dat het initiatief in beginsel bij een of meer andere partijen ligt en dat de gemeente daarop kan reageren. In beginsel is de rol van de lokale overheid beperkt tot het scheppen van de noodzakelijke randvoorwaarden voor toeristisch-recreatieve ontwikkeling en ligt het primaat voor de uitvoering bij de particuliere sector.

 

Project 1.1 Poortfunctie Rhenen (H,A)

Het Recreatieschap stelt in haar Maatregelenplan voor om NS Station Rhenen, samen met het P&R-terrein, te ontwikkelen tot een poort voor het opvangen van recreanten die Rhenen en omgeving willen bezoeken. Volgens het Recreatieschap geeft de ligging van Rhenen aan de voet van de Utrechtse Heuvelrug in combinatie met de ligging aan het rivierenland­ schap van de Neder Rijn deze poort extra waarde. Zij geeft immers toegang tot de nabij­ gelegen Grebbeberg, de Blauwe Kamer, Ouwehands Dierenpark, de kern van Rhenen en de oevers van de Neder Rijn.

 

Maatregelen om deze poortfunctie te realiseren, hebben met name betrekking op verbeter­ de informatievoorziening en het uitzetten van routes naar de verschillende bestemmingslocaties, inclusief toeristische bewegwijzering. Door deze maatregelen wordt ook de samen­ hang in het toeristisch-recreatief product versterkt.

 

Gegeven het feit dat de Grebbeberg al een concentratiepunt van bezoekers is en voor het Grebbebergcomplex verdere plannen bestaan voor toeristisch-recreatieve ontwikkeling (zie project 1.7), dient te worden overwogen of het niet verstandiger is juist daar de gewenste poortfunctie voor Rhenen te realiseren. Bij voldoende vraag vanuit de markt kan vanaf het NS-station shuttlevervoer worden ingezet, zodat het Grebbebergcomplex en de oude kern van Rhenen gemakkelijk bereikbaar worden voor bezoekers die met de trein komen, onder meer in het kader van de te ontwikkelen NS-dagtocht.

 

Project 1.2 Knooppuntfunctie Kwintelooyen (M,P)

Het dagrecreatiegebied Kwintelooyen ligt in een gebied met vele mogelijkheden; jaarlijks trekt Kwintelooyen circa 150.000 bezoekers. Vanaf Kwintelooyen zijn verschillende wandelroutes uitgezet over de Utrechtse Heuvelrug en richting Neder Rijn. In dat opzicht vervult Kwintelooyen al deels de functie van transferpunt voor recreanten (overwegend afkomstig uit Veenendaal en omgeving). Om zich te kunnen ontwikkelen tot knooppunt, zijn aanvullende maatregelen nodig:

  • Autoluw maken Oude Veensegrindweg;

  • Verbeteren bereikbaarheid Kwintelooyen per fiets;

  • Verbeteren bereikbaarheid met openbaar vervoer door aanleg Groene Halte Kwintelooyen;

  • Bewegwijzering vanuit Veenendaal en Rhenen;

  • Aanleg fietspaden vanuit Kwintelooyen;

  • Uitzetten fiets- en paardrijroutes over de Utrechtse Heuvelrug en door de Gelderse Vallei;

  • Informatievoorzieningen over recreatieve mogelijkheden in de omgeving;

  • Kleinschalige horecavoorziening, gecombineerd met informatievoorziening en fietsverhuur.

 

Project 1.3 Steunpuntfunctie Rhenen (M,P)

Ter hoogte van de manege - kruising Zwijnsbergen met de N225 - is bij Plantage Willem 111 een parkeerplaats ingericht. Vanaf deze parkeerplaats zijn al wandelroutes uitgezet naar de Utrechtse Heuvelrug, Plantage Willem 111, de uiterwaarden en Kwintelooyen. Het voornemen van het Recreatieschap op deze plek een steunpuntfunctie te realiseren, sluit goed aan bij de plannen van het Utrechts Landschap voor de integrale ontwikkeling van dit gebied.

 

Het doel is dit deel van de Utrechtse Heuvelrug (Plantage Willem 111, Remmerdense Heide), het overgangsgebied en de uiterwaarden van de Neder Rijn met elkaar te verbinden en te ontwikkelen tot een aaneengesloten natuurgebied met allerlei verrassende karakteristieken.

 

Om deze steunpuntfunctie te realiseren, zijn de volgende maatregelen nodig:

  • Overzichtspaneel met informatie over de verschillende wandelroutes;

  • Verplaatsing huidige parkeerplaats Stadsparren richting kern Rhenen;

  • Defensieweg afsluiten voor gemotoriseerd verkeer;

  • Strategisch geplaatste informatiepanelen op de verschillende locaties;

  • Uitzetten wandelroutes voor het gehele gebied (inclusief verbindingen);

  • Uitzetten paardrijdroutes over de Utrechtse Heuvelrug en door de Gelderse Vallei;

  • Toeristische bewegwijzering.

 

Realisatie van de poortfunctie Rhenen vraagt om nauwe samenwerking tussen het Recreatieschap, het Utrechts Landschap, Ouwehands Dierenpark, de gemeente Rhenen en de VVV Rhenen. Realisatie van de knooppuntfunctie Kwintelooyen vraagt om nauwe samenwerking tussen het Recreatieschap en de gemeenten Rhenen en Veenendaal.

Realisatie van het steunpunt Rhenen vraagt om nauwe samenwerking tussen het Recreatieschap, het Utrechts Landschap en de gemeente Rhenen. Deze projectmatige samenwerking is nodig voor de verdere conceptuele ontwikkeling en de financiering van deze projecten.

 

Op dit moment heeft het Recreatieschap met de ANWB een project in uitvoering voor een systeem van toeristische informatievoorziening en bewegwijzering. In het voorjaar van 2000 zijn op verschillende recreatieterreinen de eerste informatiepanelen geplaatst.

Uit het oogpunt van uniformiteit, herkenbaarheid voor de recreant en kostenefficiency wordt voorgesteld bij verdere informatievoorziening en bewegwijzering aan te sluiten bij dit systeem.

 

Uitwerking en uitvoering van de transferpunten is grotendeels in handen van het Recreatie­ schap en - deels - van het Utrechts Landschap. De ontwikkelingskosten bedragen gemiddeld ongeveer f 200.000 per transferpunt. Van deelnemende gemeenten wordt een financiële bijdrage gevraagd van gemiddeld 25% per transferpunt (circa f 50.000). Voor het realiseren van knooppuntfunctie Kwintelooyen ligt medefinanciering door de gemeente Veenendaal in de rede.

 

De in het Maatregelenplan van het Recreatieschap genoemde projecten zijn opgenomen in een meerjarenplanning van het Recreatieschap. De uitwerking en realisatie van Knooppunt Kwintelooyen staat voor de periode 2000-2001 op de agenda. Tot 2004 zijn in de meerjarenplanning van het Recreatieschap geen Rhenense projecten opgenomen. Bij realisatie wordt van de gemeente Rhenen - voor zover gelegen op het eigen grondgebied - een bijdrage gevraagd voor:

  • Verbetering van het recreatief fietspadennetwerk, inclusief routeontwikkeling, rust­ punten, bezoekmogelijkheden en bewegwijzering;

  • Verbetering van het recreatief wandelpadennetwerk, inclusief routeontwikkeling, geleiding, rustpunten, bezoekmogelijkheden en bewegwijzering;

  • Realisatie van een samenhangend ruiterpadennetwerk (schakels en verbindingen).

De precieze bijdrage van de gemeente Rhenen kan in overleg met het Recreatieschap per project nader worden vastgesteld.

 

Project 1.4 Toeristische bewegwijzering (H,A)

Om de weg in toeristisch Rhenen en omgeving te kunnen vinden, is toeristische bewegwijzering (ANWB) nodig, verwijzend naar alle toeristische objecten. Bij voorkeur onderdeel uitmakend van een uniform en universeel systeem van toeristische bewegwijzering voor de hele Utrechtse Heuvelrug. Door de toeristische bewegwijzering gezamenlijk op te pakken, kan bovendien kostenbesparing worden gerealiseerd.

Partners: ANWB, Stichting Samenwerking Utrechtse Heuvelrug VVV's en/of Utrechts Bureau voor Toerisme, Provincie en Utrechtse Heuvelrug gemeenten.

 

Project 1.5 Welkomstborden (H,A)

Bij de entree van Rhenen (weerszijden van de N225) en aan de noordzijde (vanaf Veenendaal-Achterberg) dienen welkomstborden te worden geplaatst met het gemeentelijke logo en de tekst: 'Welkom in Rhenen, ontmoetingsplaats tussen natuur, water en geschiedenis' en aan de andere zijde van de weg (bij het verlaten van Rhenen): 'Dank u voor uw bezoek en tot ziens'. De borden kunnen worden gecombineerd met de aankondiging van evenementen (verwisselbare deelborden). De totale kosten bedragen ca. f 8.000.

 

Project 1.6 Informatiepanelen (H,A)

Informatiepanelen bij landschappelijk waardevolle objecten (zie ook andere projecten). De kosten bedragen - afhankelijk van de producent en de uitvoering - gemiddeld circa f 5.000 tot f 7 .500 per stuk. Op de informatiepanelen komt een visualisatie van de omgeving en een tekst met informatie en uitleg over het object, eventueel gecombineerd met een anekdote over het object. Teksten en visualisaties in overleg met projectpartners. Bij de cultuurhistorisch waardevolle objecten in het centrum van Rhenen zijn reeds informatiepanelen geplaatst.

 

Project 1. 7 Ontwikkeling Grebbebergcomplex (H,P)

Zoals eerder aangegeven, werkt het Utrechts Landschap, in samenwerking met de Provincie en de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB), aan het opstellen van een ontwikkelingsvisie voor de Grebbeberg. Het Grebbebergcomplex kan worden aangemerkt als het toeristisch-recreatief zwaartepunt van Rhenen. Het aantal dagrecreanten dat het gebied bezoekt, ligt rond de één miljoen per jaar, waarvan het grootste gedeelte komt voor een bezoek aan Ouwehands Dierenpark. Ook de Militaire Erebegraafplaats, de Grebbeberg als wandelgebied en De Blauwe Kamer trekken bezoekers. In 2001 wordt een in­ richtingsplan opgesteld, dat tot doel heeft de landschappelijke natuur- en cultuurhistorische waarden van dit gebied te maximaliseren en tegelijkertijd educatief-recreatief medegebruik mogelijk te maken. Dit laatste kan worden gerealiseerd door het uitzetten van verschillende routes door het gebied en het plaatsen van informatiepanelen, waarop de betekenis en geschiedenis van objecten wordt verteld. Het gebied is ook in trek bij mountainbikers. Deze zullen in de toekomst worden geweerd, onder meer vanwege schadelijke effecten, zoals erosie van de omwalling van de ringwalburcht.

 

Het project wil de volgende elementen ontsluiten:

  • Heimenberg (herstel van de omwalling van het aardkundig monument en grootste middeleeuwse ringwalburcht van Nederland en terugplaatsen van de Koningstafel);

  • Gedeeltelijke ontsluiting respectievelijk versterken zichtfunctie fortificaties (onderdeel Grebbelinie);

  • Ontsluiting graften-akker-complex.

 

Het Utrechts Landschap onderzoekt de mogelijkheid van integraal beheer van de Grebbeberg en de nabijgelegen Blauwe Kamer. Ook wordt gezocht naar mogelijkheden om de relatie met Ouwehands Dierenpark (thematisch) te leggen respectievelijk te versterken. Zoals bekend ontplooit Ouwehands Dierenpark als natuurlijke, met haar omgeving verweven dierentuin, nationale en internationale initiatieven op het gebied van soortbehoud, leefgebied en dierenbescherming. Ouwehands Dierenpark steunt natuurbeschermingsprojecten in gebieden waar diersoorten dreigen uit te sterven als gevolg van vervuiling, stropen, kappen of jagen. Ouwehands Dierenpark is ook actief op het gebied van educatie. Een bezoek aan het Grebbebergcomplex biedt derhalve vele mogelijkheden om op speelse, educatieve wijze kennis te maken met flora, fauna en cultuurhistorie.

 

Punt van aandacht is op welke wijze het beste kan worden omgegaan met de verschillende bezoekersprofielen en bezoekersstromen. Nu nog is sprake van drie min of meer zelfstandige producten: Ouwehands Dierenpark, de Blauwe Kamer en de Grebbeberg. De eerste twee hebben een eigen entree, de Grebbeberg kan via verschillende ingangen worden betreden. Bij de eventuele verdere conceptuele integratie van deze drie elementen en ook om het bezoek aan alle drie te bevorderen, is het gewenst een min of meer gemeenschappelijke entree te creëren. Hieraan kan de functie van parkeren, informatiepunt en startpunt voor de verschillende routes worden gekoppeld.

 

Vanwege de concentratie van grote bezoekersaantallen is het de overweging waard nader te onderzoeken of het mogelijk is de VVV-functie te verplaatsen naar de Grebbeberg.

Van de gemeente Rhenen wordt gevraagd actief te participeren in dit project. Door mee te denken over het uiteindelijke concept en de mogelijke relocatie van de VVV Rhenen, door het leveren van een nader te bepalen financiële bijdrage en door eventueel noodzakelijke wijzigingen in het vigerende bestemmingsplan aan te brengen. Ten einde de eigen wensen voor de uiteindelijke ontwikkeling (waarvoor dit plan het uitgangspunt kan vormen) naar voren te kunnen brengen, is actieve participatie in het projectoverleg op zo kort mogelijke termijn gewenst.

 

De beoogde partners voor (het overleg ter uitvoering van) dit project zijn:

  • Utrechts Landschap;

  • Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek;

  • Ouwehands Dierenpark;

  • Gemeente Rhenen;

  • VVV Rhenen.

 

Project 1.8 Toeristisch treintje (L,P)

De exploitant van Recreatiepark Thijmse Berg overweegt de exploitatie van een toeristisch treintje in de zomermaanden. In het traject kunnen verschillende haltes worden ingelast: Recreatiepark Thijmse Berg - NS Station - Ouwehands Dierenpark/Grebbeberg - kern Rhenen - recreatievoorziening Neder Rijn- Recreatiepark Thijmse Berg.

Belangrijkste partner: Recreatiepark Thijmse Berg.

Van de gemeente Rhenen wordt desgevraagd medewerking (vergunning) verwacht voor de plannen van deze initiatiefnemer, en mogelijk een bescheiden jaarlijkse financiële bijdrage voor de instandhouding van het treintje. De hoogte hiervan is afhankelijk van de wijze waarop het project uiteindelijk wordt uitgevoerd en dient in nader overleg met de initiatief­ nemer te worden vastgesteld.

 

Project 1.9 Slogan {H,A)

De unieke ligging van Rhenen, temidden van natuur, water en cultuurhistorie, kan worden uitgebuit door een slogan voor de gemeente te ontwikkelen en deze te gebruiken voor het versterken van het toeristisch-recreatief imago en in communicatieve uitingen in de richting van de toeristisch-recreatieve markt. De slogan zou kunnen zijn: 'Rhenen, ontmoetingsplaats tussen natuur, water en geschiedenis'. In het logo kunnen de kernkwaliteiten worden geëtaleerd door afbeeldingen van een boom, een zeilboot en de Cuneratoren.

 

Project 1.10 Arrangementontwikkeling (M,P)

Een goede strategie voor het optimaal benutten van aanwezige toeristisch-recreatieve kwaliteiten en verlenging van de verblijfsduur is arrangementontwikkeling. Naast het bestaande aanbod lijkt ruimte aanwezig voor het ontwikkelen van nieuwe aansprekende arrangementen. Er is behoefte aan zowel dagvullende programma's als arrangementen voor verblijfstoeristen in combinatie met één of meer overnachtingen in Rhenen of omgeving. Voorgesteld wordt de mogelijkheden voor de volgende arrangementen nader te onderzoeken (mede afhankelijk van het realiseren van overige projecten uit het Actieplan):

  • a.

    'Historisch' arrangement; Stichtse Lustwarande, Kasteel Amerongen, Grebbelinie en cultuurhistorie Rhenen.

  • b.

    'Kanovaren in het groen' arrangement (De Grift).

  • c.

    'Sportieve' arrangementen Kwintelooyen.

  • d.

    'Rhenen Natuurlijk' arrangementen met verschillende combinatiemogelijkheden: Ouwe­ hands Dierenpark, de Grebbeberg, de Blauwe Kamer, Plantage Willem 111 e.o.

  • e.

    NS-dagtochtbestemming Rhenen (Ouwehands Dierenpark, Blauwe Kamer, Grebbeberg, cultuurhistorie Rhenen).

  • f.

    'Fietsen op de Utrechtse Heuvelrug': meerdaagse rondtrekkende fietstocht over de Utrechtse Heuvelrug met verblijf op campings of in hotels (incl. bagagevervoer).

Partners:

  • a.

    Kasteel Amerongen, Utrechts Landschap, cultuurpartners Rhenen en verblijfs- accommodaties;

  • b.

    Kanoverhuurbedrijf en eventueel verblijfsaccommodatie;

  • c.

    Verblijfsaccommodatie (zorgt eventueel voor MTB/ATB);

  • d.

    Ouwehands Dierenpark, verblijfsaccommodaties, Utrechts Landschap, beheerder Palmerswaard;

  • e.

    NS, Ouwehands Dierenpark, Utrechts Landschap en cultuurpartners Rhenen;

  • f.

    Samenwerkende Utrechtse Heuvelrug VVV's, verblijfsaccommodaties.

Voor alle projecten zijn ook de VVV Rhenen en/of het UBT partner.

 

Speerpunt 2.Versterking toeristisch verblijfsklimaat kern Rhenen

Dit speerpunt richt zich op de mogelijkheid om op verschillende fronten de aantrekkelijkheid van Rhenen voor de toerist en recreant te vergroten en zo de verblijfsduur te verlengen.

 

Project 2.1 Integrale versterking kern Rhenen (H,A)

Om als toeristische verblijfsplaats - voor kortere of langere tijd - aantrekkingskracht uit te oefenen op bezoekers dient een aantrekkelijk verblijfsklimaat te worden gerealiseerd. Het betreft hier een integrale benadering van de functies parkeren, recreatief winkelen, wan­ delen, informatievoorziening, openstelling cultuurhistorisch waardevolle objecten en horecagelegenheden. Daarnaast is de 'aankleding' van de stad van belang, waarbij te denken valt aan bestrating (deels gerealiseerd), straatmeubilair, vlaggen met het logo van de stad, informatiepanelen (gerealiseerd), bewegwijzering en verlichting. In de structuurvisie en het distributieplanologisch onderzoek (DPO) worden voorstellen gedaan voor het verbeteren van het verblijfsklimaat. Onder meer voor het oplossen van de parkeerproblematiek, upgrading en versterking van het winkelapparaat en het realiseren van een 'natuurlijke' looproute door een geconcentreerd winkelcentrum. De kwaliteit van het verblijfsklimaat is van groot belang voor de toeristische aantrekkingskracht van een gemeente.

 

Het verdient daarom aanbeveling de aanbevelingen uit de structuurvisie en het DPO over te nemen en op korte termijn tot uitvoering te brengen. De overige in dit project genoemde maatregelen dienen hierbij te worden betrokken. Realisatie valt primair onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Rhenen en de gezamenlijke ondernemers. In dit verband wordt tevens aanbevolen bij (toekomstige) nieuwbouwplannen te kiezen voor kwalitatief hoogwaardige woningbouw voor de categorie midden- en hogere inkomensgroepen, die het lokale economisch draagvlak kunnen vergroten, hetgeen de instandhouding en kwalitatieve versterking van het winkelapparaat bevordert.

 

Project 2.2 Cultuurhistorie (H,A)

Cultuurhistorie en/of monumenten vormen geen hoofdmotief voor een bezoek aan Rhenen. Toch beschikt Rhenen over een aantal cultuurhistorische objecten, die de interesse van bezoekers kunnen wekken:

  • De Cunerakerk en de van veraf zichtbare Cuneratoren.

  • Stadswallen, Ringwalburcht, Graf van Cunera.

  • Het Oude Raadhuis met het daarin te vestigen Museum Het Rondeel.

  • De Panoramamolen.

 

Om dit cultuurhistorisch product tot (toeristische) ontwikkeling te laten komen, dient aan drie randvoorwaarden te worden voldaan:

  • Het aan elkaar koppelen van de verschillende objecten door middel van een cultuur­ historische stadswandeling (gerealiseerd);

  • Ruime bezichtigingmogelijkheden en openstelling: dit laatste geldt in het bijzonder voor de Cunerakerk en het pronkstuk van Rhenen: de Cuneratoren.

  • Voldoende informatie over de verschillende objecten, door middel van toeristische informatie (routebeschrijving stadswandeling, verkrijgbaar bij de VVV Rhenen) en informatiepanelen bij de objecten (gerealiseerd).

 

Ook andere, bestaande en nieuwe, elementen kunnen aan dit toeristisch product worden toegevoegd.

 

Speerpunt 3.Kwaliteitsverbetering (en diversificatie) verblijfsrecreatief aanbod

De verblijfsrecreatieve sector heeft behoefte aan ruimtelijke uitbreiding als gevolg van de kwaliteitseisen die de markt stelt. De markt vraagt om ruimere standplaatsen en meer ruimte voor groen en natuurontwikkeling op het terrein. Diversificatie van het verblijfsrecreatieve aanbod -m.n. meer toeristische plaatsen- biedt de mogelijkheid tot het aantrek­ ken van meer verblijfstoeristen en leidt tot een toename van de verblijfsduur en een brede­ re basis voor toeristische bestedingen en toeristenbelasting. Zie ook project 7.1.

 

Project 3.1 Kwaliteitsverbetering Recreatiepark De Thijmse Berg (H,A)

Dit project richt zich specifiek op het actief (planologisch) ondersteunen van de uitbreidingsplannen van Recreatiepark de Thijmse Berg, dat 70 toeristische plaatsen wenst te realiseren. De gewenste uitbreiding en algehele kwaliteitsverbetering vinden plaats in com­ binatie met natuurontwikkeling en natuurbeheer binnen het Recreatiepark.

De kosten komen voor rekening van de betreffende ondernemer.

 

Project 3.2 Behoud jeugdherbergvoorziening (H,A)

Het voortbestaan van de NJHC Jeugdherberg in Elst wordt bedreigd. Het gemeentelijk be­ leid is erop gericht een jeugdherbergvoorziening voor Rhenen te behouden.

 

 

Speerpunt 4.Profiteren ligging Neder Rijn

Rhenen is schitterend gelegen aan de Neder Rijn. Juist de ligging op het snijvlak tussen natuur (de Utrechtse Heuvelrug) en water (de Neder Rijn) maakt een bezoek aan Rhenen zo bijzonder. De recreatieve mogelijkheden op en aan het water zijn in Rhenen beperkt. Het zou daarom interessant zijn te onderzoeken of de relatie met het water niet kan worden versterkt.

 

Project 4.1 Waterrecreatieproject uiterwaarden Neder Rijn (M,A)

De uiterwaarden langs de Neder Rijn, en het overgangsgebied tussen de rivier en de stuw­ wal (Utrechtse Heuvelrug) bieden fraaie mogelijkheden voor recreatief (mede)gebruik.

Dit project heeft vooral tot doel de toeristisch-recreatieve waarde en aantrekkingskracht van het uiterwaardengebied in eigendom van de gemeente Rhenen te versterken. Een deel van het gebied kan worden benut voor natuurontwikkeling met een beperkt en extensief recreatief medegebruik.

 

Voor de herinrichting van de uiterwaarden langs de Neder Rijn kan in eerste instantie aan de volgende elementen worden gedacht:

  • Upgrading passantenhaven en realisatie basisvoorzieningen ten behoeve van de recreatieve toervaart, zoals een milieuservicepunt, aansluitpunten elektra, een onderkomen met douches en toiletten, bankjes en een picknickgelegenheid;

  • Aanleggelegenheid voor rondvaartboten (draagvleugelboot, pannenkoekboot);

  • Wandel- en fietspaden (incl. aansluiting op bestaande routes);

  • Recreatieve schaatsbaan met verlichting;

  • Parkeerterrein annex evenemententerrein;

  • Beperkte voorzieningen voor de sportvisserij;

  • (Gedeeltelijk) herstel voormalige 17e eeuwse Koningstuin (indien mogelijk);

  • Horecavoorziening (hotel-restaurant-grand-café);

  • Natuurontwikkelingsgebied (extensief recreatief gebruik);

  • Riviergerichte ligweide.

 

Realisatie van een herinrichtingsplan met deze of een soortgelijke formule voor de uiterwaarden langs de Neder Rijn zal een duidelijke versterking betekenen van het toeristisch­ recreatief product Rhenen. De aantrekkingskracht van Rhenen als doellocatie wordt door de toevoeging van het element water immers versterkt. Zowel voor inwoners van Rhenen en omgeving als voor de toeristen en recreanten die elders in de regio verblijven, en voor het marktsegment recreatietoervaart. Toeristisch en economisch gezien is het - gelet op deze laatste categorie bezoekers - bovendien interessant een duidelijke relatie te leggen tussen de passantenhaven, de kern van Rhenen {recreatief winkelen, cultuurhistorie), het Grebbebergcomplex en de recreatieve mogelijkheden op de Utrechtse Heuvelrug. Informatie ter plekke en toeristische bewegwijzering vanaf dit punt kunnen dit bevorderen.

 

Speerpunt 5.Marketing en promotie

Project 5.1 Regiomarketing {H,Pl

De marketingslagkracht van Rhenen kan sterk worden vergroot door te participeren in regionaal verband. In opdracht van de Utrechtse Heuvelrug Vakantieparken wordt door het Utrechts Bureau voor Toerisme een marketing- en promotieplan opgesteld voor de Utrechtse Heuvelrug als toeristische regio. Tegelijkertijd onderhandelt de VVV Rhenen met andere VVV-organisaties in de regio over het oprichten van een regionale VVV voor de Utrechtse Heuvelrug.

 

Als eerste stap in deze richting hebben de VVV's van Amerongen, Doorn en Leersum reeds in 1996 de Stichting Samenwerking Utrechtse Heuvelrug VVV's opgericht. Het doel van deze stichting is 'het gezamenlijk bevorderen van de recreatieve mogelijkheden in het ge­ bied van de zuidelijke Utrechtse Heuvelrug en het aangrenzende Kromme Rijngebied en het ondersteunen en coördineren van de plaatselijke en regionale informatiedienstverlening in brede zin'. In 1998 hebben de besturen van de VVV's Driebergen-Rijsenburg, Rhenen, Veenendaal, Woudenberg, Wijk bij Duurstede en Zeist zich in een intentieverklaring positief uitgesproken over deze samenwerkingsvorm. Het streven is om per 1 juli 2001 de Regio VVV Utrechtse Heuvelrug op te richten. Inmiddels is op 16 januari 2001 een samenwerkings-overeenkomst is getekend en een bestuur ingesteld.

 

Concreet betekent dit dat de marktbewerking en de vervaardiging van promotiemateriaal ter hand wordt genomen door de Regionale VVV, in samenwerking met het Utrechts Bureau voor Toerisme. Het promotiemateriaal zal vervolgens bij alle VVV's op de Utrechtse Heuvelrug verkrijgbaar zijn. In het kader van de samenwerking wordt ook overeengekomen dat afzonderlijke VVV's actief verwijzen naar de overige mogelijkheden voor toerisme en recreatie elders op de Utrechtse Heuvelrug en directe omgeving {het zogenaamde crossselling principe). Ook op vakantiebeurzen en bij andere publicitaire en promotionele gelegenheden wordt de Utrechtse Heuvelrug als toeristische eenheid gepresenteerd. Daarnaast wordt gestreefd naar informatie-uitwisseling met aangrenzende regio's, zoals het Kromme Rijngebied en de Gelderse Vallei.

 

Project 5.2 Onderzoek strategische relocatie kantoor VVV Rhenen (H,A)

Naast haar verantwoordelijkheden als onderdeel van de regionale marketing- en promotie­ organisatie in oprichting heeft de VVV Rhenen een aantal lokale taken, waaronder de pro­ motie van lokale evenementen en activiteiten in samenwerking met het lokale bedrijfsleven. Daarnaast ligt het in de bedoeling dat de VVV Rhenen vaste deelnemer wordt in het op te richten Toeristisch Platform Rhenen.

 

De huidige locatie van de VVV Rhenen is niet optimaal. De toeristische functie (het informeren van toeristen en recreanten) is, door het relatief geringe aantal bezoekers van buitenaf dat deze locatie passeert, respectievelijk weet te vinden, zeer beperkt. Op dit mo­ ment bestaan plannen om de huisvesting van de VVV Rhenen in het Oude Raadhuis uit te breiden. Gekoppeld aan het plan om Museum Het Rondeel eveneens in het Oude Raadhuis te huisvesten en vervolgens de VVV-functie en de museumfunctie aan elkaar te koppelen, hetgeen zou moeten leiden tot synergie en efficiëntie (kostenbesparing).

 

Het verdient evenwel aanbeveling deze plannen te heroverwegen en het in project 1.7 ge­ lanceerde voorstel, namelijk relocatie van de VVV Rhenen naar een nader te bepalen locatie op de Grebbeberg, nader te onderzoeken. De Grebbeberg is nu reeds het toeristisch­ recreatief zwaartepunt van Rhenen. Ouwehands Dierenpark, de Militaire Erebegraafplaats, de Grebbeberg (wandelgebied) en de Blauwe Kamer (bezoekerscentrum, wandelgebied) trekken gezamenlijk jaarlijks ruim een miljoen bezoekers. De geplande verdere ontwikkeling van het Grebbebergcomplex leidt tot vergroting van de aantrekkingskracht en versterking van het toeristisch zwaartepunt van Rhenen. Het ligt daarom in de rede een toeristisch­ recreatief informatiepunt ergens in dit concentratiegebied te realiseren naast of in plaats van die in het centrum, zoals nu het geval is. Ook commercieel gezien (merchandising) zal vestiging van de VVV Rhenen op de voorgestelde nieuwe locatie een aanmerkelijke verbetering betekenen ten opzichte van de huidige locatie.

 

Speerpunt 6.Intensiveren lokaal toeristisch overleg

Het verdient aanbeveling het overleg en de samenwerking tussen de verschillende partijen op het gebied van toerisme en recreatie te intensiveren. En zo de gekozen beleidskoers te bewaken en sturing te geven aan verdere product- en marktontwikkeling volgens de beginselen van het poldermodel.

 

Project 6.1 Oprichten Toeristisch Platform (M,A)

Dit kan worden gestructureerd door het oprichten van een actiegericht lokaal toeristisch platform. Als deelnemende partijen in het toeristisch platform worden in eerste instantie voorgesteld:

  • Gemeente Rhenen;

  • VVV Rhenen (voorzitter);

  • Ouwehands Dierenpark;

  • Verblijfsrecreatie {vertegenwoordiging via Recreatiepark De Thijmse Berg);

  • Horeca (via vertegenwoordiging);

  • Museum het Rondeel;

  • Winkeliersvereniging(en).

 

Het initiatief tot de oprichting van het toeristisch platform gaat uit van de gemeente Rhenen. Het toeristisch platform komt regelmatig bij elkaar, in eerste instantie ten minste twee keer per jaar. Tijdens de eerste zitting wordt in onderling overleg de agenda voor het overleg opgesteld. Binnen het toeristisch platform kan worden overlegd inzake de voort­ gang van en de afstemming in de uitvoering van het Actieplan. Daarnaast kan het toeristisch platform de functie krijgen van advisering en belangenbehartiging op het gebied van toerisme en recreatie (bijvoorbeeld inzake de uitvoering van structuurvisie en distributieplanologisch onderzoek).

 

Binnen het toeristisch platform wordt gestreefd naar continue informatie-uitwisseling, productvernieuwing en kwaliteitsverbetering. Afhankelijk van de agenda kunnen (per thema of project) andere partijen worden uitgenodigd. Bijvoorbeeld aangrenzende gemeenten, Provincie Utrecht, Recreatieschap, Utrechts Landschap, Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei, Vereniging Vallei & Boerderij, ANWB (regioconsulent) et cetera. Het motto van het toeristisch platform is: SAMEN STERK.

 

 

Speerpunt 7.Ondersteunen initiatieven

Project 7 .1 Diversificatie verblijfsrecreatief aanbod (L,P)

Het beperkt aanwezige verblijfsrecreatieve aanbod vraagt om diversificatie, waardoor meerdere marktsegmenten kunnen worden bediend. Gedacht kan worden aan een natuur­ camping, logiesmogelijkheden op de landgoederen (denk aan de landhuizen van de Stichtse Lustwarande) en een toeristische camping in het Rhenense deel van de Gelderse vallei (die dan weer opgenomen zou kunnen worden in de Boerenvalleiroute). Voorgesteld wordt in beginsel positief te reageren op initiatieven en aanvragen voor diversificatie van het verblijfsrecreatieve aanbod.

 

Project 7 .2 Kanovaren op en fietsen langs de Grift/Valleikanaal (L,P)

Van verschillende kanten wordt al jaren gesuggereerd kanovaren op de Grift mogelijk te maken. Het Recreatieschap heeft in haar werkgebied een aantal kanoroutes gerealiseerd en doet in haar Maatregelenplan nadere voorstellen voor nieuwe locaties.

 

Kanovaren past goed bij de trend actieve en op natuurbeleving gerichte vormen van recreatie. Bij recreatieve kanotochten wordt gemiddeld een afstand van 5 tot 15 kilometer afgelegd, waarbij af en toe een rustpauze wordt ingelast. De Grift leent zich, qua karakter en het omliggende landschap, uitstekend voor het ontwikkelen van een of meer korte kano­ routes. In verband met de aanwezigheid van een aantal stuwen, zullen op verschillende plekken overdraagplaatsen moeten worden gerealiseerd. Verder is het van belang dat de participanten bij de realisatie van een of meer kanoroutes op de Grift ondernemers weten te werven die geïnteresseerd zijn in de exploitatie van een of twee eenvoudige restauratieve voorzieningen, bij voorkeur gecombineerd met kanoverhuur, informatievoorziening en voorlichting.

 

De participanten bij de routeontwikkeling en realisatie van kanoroutes zijn het Waterschap, het Recreatieschap, de Provincie en de betreffende gemeente(n). De kosten voor de aanleg van een kanoroute bedragen ongeveer f 2.000 tot f 2.500 per kilometer, afhankelijk van obstakels en hindernissen op de route.

weken in het hoogseizoen verblijfsaccommodaties en attracties op de Utrechtse Heuvelrug met elkaar verbond. De Bosbus had plaatselijke haltes bij De Thijmse Berg, Ouwehands Dierenpark en in het centrum van Rhenen. Aan het mobiliteitsplan Bosbus werkten mee: Connexxion, de Stichtse Milieu Federatie en het Utrechts Bureau voor Toerisme, in samenwerking met de ANWB, het Recreatieschap en het toeristisch bedrijfsleven op de Utrechtse Heuvelrug. Op basis van de evaluatie is een nieuwe koers uitgezet waarin diversificatie van het aanbod uitgangspunt is. Het is mogelijk dat de gemeente Rhenen wordt benaderd voor participatie in de nieuwe ontwikkelingen.

Partners: SMF, UBT, KvK, attracties, verblijfsaccommodaties, fiets- en kanoverhuurbedrijven. Combinatie met project 7.4 (Groene Haltes) behoort tot de mogelijkheden, inclusief de introductie van een Utrechtse Heuvelrug Reispas.

 

Project 7 .4 Groene Haltes (L,P)

Groene Haltes zijn bushaltes waar wandelroutes in bos- en natuurgebieden starten en eindigen. De Groene Haltes worden ingepast in de reguliere lijndiensten van de betreffende busonderneming. Deze geeft een aparte folder uit, waarin deze Groene Haltes, inclusief reisinformatie, staan vermeld. Bij de Groene Haltes is een overzichtskaart geplaatst met informatie over de betreffende wandelroute. De bereikbaarheid en toegankelijkheid van de bos- en natuurgebieden wordt hierdoor verbeterd, terwijl tegelijkertijd een zekere sturing van bezoekers plaatsvindt. In veel gevallen zijn de wandelroutes aan elkaar gekoppeld, zodat de wandelaar ook kan terugkeren naar de parkeerplaats, waar deze de auto heeft geparkeerd. Groene Haltes zijn bij voorkeur gesitueerd nabij een horecavoorzieningen of verblijfplaats (hotel of camping). In het Maatregelenplan van het Recreatieschap is voorzien in Groene Haltes bij Kwintelooyen en Plantage Willem lil. Desgevraagd wordt van de gemeente Rhenen verwacht medewerking te verlenen aan de realisatie van nieuwe haltes.

 

Naast realisatie van de Groene Haltes is communicatie met de (potentiële) recreant in de herkomstgebieden van belang. Als communicatiemiddel is gekozen voor het Groene Boek­ je, waarin (bij voorkeur) alle wandelroutes op de Utrechtse Heuvelrug zijn opgenomen. Het Groene Boekje wordt verspreid in de belangrijkste herkomstgebieden: de regio zelf, Amersfoort en de Randstad. Bij voorkeur wordt het Groene Halte concept gekoppeld aan een Reispas voor de Utrechtse Heuvelrug, naar het voorbeeld van de Veluwe Reispas.

Partners: ANWB, Connexxion, Recron, Recreatieschap en (toeristische) ondernemers in de regio.

 

Project 7 .5 Agrotoerisme: participatie in Vereniging Vallei & Boerderij (L,P)

De Gelderse Vallei biedt volop mogelijkheden voor landschap- en cultuurbeleving (waaronder landgoederen en de Grebbelinie) voor de actieve recreant en cultuurtoerist. Recentelijk is de Vereniging Vallei & Boerderij opgericht, waarin agrarische ondernemers op hun boe­ renbedrijven, die zijn opgenomen in toeristische routestructuren, producten en diensten aanbieden op het gebied van agrotoerisme: bed & breakfast, minicampings, rondleidingen, zuivel- en kaasboerderijen, biologisch geteelde groenten, huifkartochten, bezoek graanmolen en dergelijke. In het Rhenense deel van de Gelderse Vallei ontbreken momenteel dergelijke schakels. Voorgesteld wordt dat de gemeente Rhenen zich bereid verklaart haar medewerking te verlenen bij aanvragen van potentiële kandidaten, die in deze routestructuur willen worden opgenomen. De gemeente kan deze kandidaten ook doorverwijzen naar de Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei en/of de Vereniging Vallei & Boerderij.

 

Project 7 .6 Uitbreiding evenementen (L,P)

Rhenen kent al een aantal aansprekende evenementen, die redelijk veel bezoekers trekken: de Rijnweek, Koninginnedag, MTB kampioenschappen en Motorcrossevenementen, de Berg tot Berg Race tussen Wageningen en Rhenen, de Kerstmarkt en Rhenen Mu­ ziekstad. Daarnaast lijkt - in samenwerking met de overige gemeenten op de Utrechtse Heuvelrug - ruimte voor een sportief evenement: de 'Heuvelrugloop' van Huizen naar Rhenen. Van de gemeente Rhenen wordt gevraagd medewerking te verlenen in de randvoorwaardelijke sfeer bij aanvragen voor de realisatie van nieuwe evenementen op het grond­ gebied van de gemeente.

 

Project 7. 7 Regionale maatregelen toerisme en recreatie

Een aantal regionaal opererende partijen, zoals het Recreatieschap en het Utrechts Land­ schap, maar ook de Provincie Utrecht, heeft plannen of maatregelen in voorbereiding om de regionale toeristisch-recreatieve marktpositie te versterken. De gemeente Rhenen is bereid aanvragen voor het leveren van een bijdrage ter realisatie van die plannen of maat­ regelen in overweging te nemen. Een en ander mede afhankelijk van de mate waarin deze bijdragen tot het verwezenlijken van de eigen doelstellingen.

 

4.4 Organisatie en financiering

4.4.1Organisatie

Voor het uitvoeren van de projectvoorstellen is een organisatiekader noodzakelijk.

Het verdient aanbeveling per project een projectgroep te formeren, bestaande uit de direct betrokkenen bij de uitvoering van het betreffende project. In de projectvoorstellen is hier­ toe een eerste aanzet gegeven. De projectgroep stelt een plan van aanpak op, waarin taken en verantwoordelijkheden inzake de uitvoering worden vastgelegd.

 

In de uitvoering kunnen veranderingen optreden voor de hier gedane voorstellen. Bijvoorbeeld qua opzet, partnership en financiering. Die ruimte moet er zijn. Voor nieuwe initiatie­ ven, bij voorkeur passend in het speerpuntenbeleid van de gemeente, kan men nieuwe projectgroepen in het leven roepen.

 

Het verdient aanbeveling per project een trekker aan te wijzen. Deze is verantwoordelijk voor het initiëren, coördineren en bewaken van het project. Soms kan dit de gemeente zijn,

(excuses, gedeelte niet te lezen in bestand)

kostenindicatie afgegeven. Daarnaast kan bij de uitvoering van een aantal projecten gebruik worden gemaakt van verschillende subsidie-instrumenten. De meeste subsidies lopen via de Provincie. In nauw overleg met de Provincie kan binnen elk project worden vastgesteld of en zo ja van welke subsidie-instrumenten gebruik kan worden gemaakt en welke procedure daartoe dient te worden gevolgd. In voorkomende gevallen kan men de subsidiedesk van Stichting Recreatie raadplegen.

 

Aanbevolen wordt om extra middelen op de begroting te reserveren voor recreatie en toerisme, in relatie tot de volgende projecten:

  • Realisatie poortfunctie, inclusief strategische relocatie VVV kantoor: P.M. na concept-ontwikkeling in overleg met genoemde partners);

  • Toeristische bewegwijzering (bijdrage aan regionaal project: P.M.);

  • Welkomstborden (circa f 8.000);

  • Informatiepanelen (circa f 25.000);

  • Ontwikkeling Grebbebergcomplex (P.M. na conceptontwikkeling met genoemde partners);

  • Slogan en logo (circa f 5.000);

  • Integrale versterking kern Rhenen (inpassen in reguliere begroting);

  • Waterrecreatieproject uiterwaarden Neder Rijn (P.M. na conceptontwikkeling).

 

 

 

 

Voorwoord

Rhenen kiest voor een toeristisch-recreatieve positionering en profilering op basis van haar vele kernkwaliteiten. De gemeente Rhenen is schitterend gelegen op het meest zuidoostelijke punt van de Utrechtse Heuvelrug, in het gedeelte dat zich binnenkort Nationaal Park mag noemen. Wie aan Rhenen denkt, denkt ook aan Ouwehands Dierenpark en de Grebbe­ berg. Aan haar unieke ligging, op de uitloop van de bos- en natuurrijke Utrechtse Heuvelrug en aan de zuidzijde begrensd door het typische en oer-Hollandse rivierlandschap van de Neder Rijn, ontleent Rhenen haar belangrijkste toeristisch-recreatieve kwaliteiten.

 

In het sterk verstedelijkte en dichtbevolkte Nederland bieden de nog aanwezige en meer grootschalige bos- en natuurgebieden ons de mogelijkheid letterlijk 'op adem' te komen, bij te komen van de drukte en de stress van ons hectische bestaan. Ruimtelijk-economisch gezien, kunnen gemeenten voor de volgende keuzes komen te staan: verdere verstedelijking, het ontwikkelen van (meer) bedrijvigheid of voor het ontwikkelen van toerisme en recreatie in een natuurlijke omgeving. Rhenen legt het accent op het laatste. Daarmee sluit zij voor de toekomst de overige twee opties niet helemaal uit.

 

In het voor u liggende Beleids- en Actieplan worden bouwstenen aangedragen, die deze keuze nader motiveren. Voor het toeristisch-recreatieve beleid wordt gekozen voor een ontwikkelingsstrategie, die aansluit bij de uitgangspunten voor het provinciale en gebiedsgerichte beleid. Rhenen beseft dat zij geen geïsoleerde gemeente is, maar onlosmakelijk deel uitmaakt van een groter geheel. Rhenen ligt immers op het 'snijvlak' van de Utrechtse Heuvelrug, het rivierenlandschap van de Neder Rijn en de Gelderse Vallei. Het is juist deze unieke ligging temidden van bosrijke heuvels, weiland, polder en water, die Rhenen als gemeente om te wonen en te recreëren zo aantrekkelijk maakt. Het toekomstige toeristisch-recreatieve beleid zal er dan ook op gericht zijn optimaal gebruik te maken van het gegeven dat deze vier elementen nu juist bij Rhenen bij elkaar komen.

 

In het Actieplan vindt u voorstellen, die een mogelijke uitwerking vormen van de keuze voor de ontwikkeling van toerisme en recreatie op basis van de unieke ligging in een regionale context. Daarbij wordt gekozen voor een beperkt aantal projecten, waarvan verwacht mag worden dat deze bijdragen aan de centrale doelstelling: versterking van de toeristisch­ recreatieve marktpositie en aantrekkelijkheid van de gemeente Rhenen.

 

Drs. R. van Hummel Senior adviseur

Marktplan Adviesgroep b.v.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 25 september 2001

R. Jeltema L.W. Vink

Secretaris voorzitter