Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rhenen

Gemeente Rhenen – Beleidsregel nieuwe gevallen permanente bewoning campings

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRhenen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGemeente Rhenen – Beleidsregel nieuwe gevallen permanente bewoning campings
CiteertitelBeleidsregel nieuwe gevallen permanente bewoning campings
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-06-1998oude beleidsregel (voor verplichting 01-07-2022)

02-06-1998

Rhenense Betuwse Courant

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeente Rhenen – Beleidsregel nieuwe gevallen permanente bewoning campings

Burgemeester en wethouders van de gemeente R h e n e n;

overwegende;

dat in de gemeente twee kampeerterreinen of recreatiebedrijven; De Thijmse Berg, Nieuwe Veenendaalseweg 227-229, en camping Bergbad, Oude Veensegrindweg 76, zijn gevestigd;

 

dat op grond van het geldende bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Rhenen ter plaatse de bestemming "Verblijfsrecreatieterrein Rv" geldt;

 

dat op grond van artikel 26 van de voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied gronden met laatstgenoemde bestemming zijn bestemd voor recreatiebedrijven waar personen die hun vaste verblijfplaats elders hebben, voor hun recreatie verblijf kunnen houden;

 

dat op grond van artikel 44 van de voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied het verboden is gronden en bouwwerken te gebruiken, te doen of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming;

 

dat het op grond van deze wettelijke voorschriften verboden is permanent te wonen op beide kampeerterreinen;

 

dat hieruit volgt dat degenen, die in een recreatiewoonverblijf of onderkomen op een kampeerterrein verkeren, elders feitelijk over een woning en een hoofdwoonverblijf moeten kunnen beschikken;

 

dat op dit moment het verbod van permanente bewoning op beide campings op grote schaal wordt overtreden;

 

dat het in ieder geval wenselijk is een halt toe te roepen aan de omvang van deze illegale permanente bewoning door streng op te treden tegen nieuwe gevallen van permanente bewoning;

 

dat er in de toekomst een passend beleid zal worden ontwikkeld ten aanzien van de vraag of en hoe zal moeten worden opgetreden tegen bestaande gevallen van permanente bewoning op beide campings;

 

dat het mitsdien van belang is duidelijkheid te scheppen tussen bestaande en nieuwe gevallen van permanente bewoning;

 

dat het wenselijk is een en ander in een beleidsregel vast te leggen;

 

dat onder beleidsregel wordt verstaan een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan;

 

Gelet op het bepaalde van de artikelen 1, onder ab en ac, 26 en 44 van de voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Rhenen, de artikelen 26 en 27 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, artikel 125 e.v. van de Gemeentewet en de artikelen 5:21 e.v., 5:32 e.v. en 1:3 en 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

b e s I u i t e n:

 

 

 

  • I.

    te bepalen dat het meergenoemde verbod van permanente bewoning is of wordt overtreden indien eenzelfde persoon in recreatiewoonverblijven of onderkomens verblijft zonder elders over een hoofd(woon-)verblijf te beschikken;

 

  • II.

    te bepalen dat het meergenoemde verbod van permanente bewoning is of wordt overtreden indien eenzelfde persoon in recreatiewoonverblijven of onderkomens verblijft en op een ander adres uitsluitend een post- of briefadres of een zogenaamd papieren adres heeft;

 

  • III.

    te bepalen dat het meergenoemde verbod van permanente bewoning is of wordt overtreden indien het gemeentebestuur op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgevens (GBA) verplicht is of verplicht wordt een persoon of personen op het woonadres van de camping in het GBA in te schrijven;

 

  • IV.

    te bepalen dat tegen nieuwe gevallen van permanente bewoning op een camping, en overtreding van het meergenoemde verbod van permanente bewoning, direct en stringent zal worden opgetreden door te besluiten tot toepassing van bestuursdwang of te besluiten tot de oplegging van een last onder dwangsom;

 

  • V.

    dat als nieuwe gevallen van permanente bewoning worden aangemerkt alle gevallen die niet vallen onder het in VI en VII van deze beleidsregel omschreven bestaande gevallen van permanente bewoning;

 

  • VI.

    als bestaande gevallen van permanente bewoning aan te merken alle personen die, op het moment dat deze beleidsregel in werking treedt, zijn ingeschreven in het GBA en permanent wonen op een camping;

 

  • VII.

    als bestaande gevallen van permanente bewoning aan te merken alle personen die kunnen aantonen dat zij, op het moment dat deze beleidsregel in werking treedt, reeds permanent wonen op een camping;

 

  • VIII.

    uitdrukkelijk uit te spreken dat aan de inhoud van deze beleidsregel en aan de status van bestaand geval van permanente bewoning, zoals genoemd en bedoeld onder VI en VII van deze beleidsregel, geen (toekomstige) rechten ten aanzien van het (blijvend) permanent mogen wonen op de camping kunnen worden ontleend. In een later stadium zullen burgemeester en wethouders hierover beslissingen nemen;

 

  • IX.

    dat dit besluit in werking treedt 1 dag na de publicatie of bekendmaking in de Rhenense Betuwse Courant van woensdag 24 juni 1998;

 

  • X.

    dat dit besluit kan worden aangehaald als: Beleidsregel nieuwe gevallen permanente bewoning campings.

 

Vastgesteld door burgemeester en wethouders op 2 juni 1998.

secretaris, loco-burgemeester,

D.J. Krol. L.W. Vink.