Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Elburg

Beleidsregel Plussenbeleid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieElburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel Plussenbeleid
CiteertitelPlussenbeleid Gemeente Elburg
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4:83 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  4. Omgevingsverordening Gelderland
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-05-2019Geconsolideerde regelgeving

26-03-2019

Website gemeente Elburg

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel Plussenbeleid

De Gemeenteraad van de gemeente Elburg;

 

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

artikel 2.5.3.2 van de Omgevingsverordening Gelderland (januari 2018). Voor de beleidsregel zijn vooral lid 1 en 2 van belang. De leden 3 tot en met 6 gaan in op het overgangsrecht, waarbinnen de bestemmingsplannen moeten zijn aangepast aan de Omgevingsverordening Gelderland.

 

b e s l u i t vast te stellen de volgende beleidsregel: Plussenbeleid Gemeente Elburg

 

 

Artikel 1. Inleiding

In de Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening Gelderland heeft de provincie het zogenaamde 'Plussenbeleid' opgenomen. Dit beleid voorziet in uitbreidingsmogelijkheden voor niet-grondgebonden veehouderij, waardoor een duurzame ontwikkeling van deze bedrijven mogelijk gemaakt kan worden. Dit kan niet zo maar. Om uit te kunnen breiden zal aan een aantal voorwaarden (de plussen) moeten worden voldaan.

Het Plussenbeleid dient doorvertaald te worden in gemeentelijk beleid (bestemmingsplannen of via een beleidsregel). Voor de gemeente Elburg is het 'Plussenbeleid' uitgewerkt in de beleidsregel.

Het 'Plussenbeleid gemeente Elburg'. In deze beleidsregel wordt stilgestaan bij de maatregelen die getroffen moeten worden op het gebied van ruimtelijke kwaliteit (de plussen). Het voldoen aan generieke wettelijke eisen en regelingen staat hier los van. De maatregelen kunnen daarom gezien worden als extra ‘A maatschappelijke' plussen. De plussen komen alleen bij uitbreiding van meer dan 500 m2 in beeld. Tot en met 500 m2 is het 'Plussenbeleid' niet van toepassing, maar geldt de restrictie dat van deze mogelijkheid maar één keer in de vijf jaar gebruikt kan worden.

Artikel 2. Beoogd effect

Het plussenbeleid moet bijdragen aan (een versnelde) duurzame ontwikkeling van niet-grondgebonden veehouderij. Daarnaast zorgt het plussenbeleid ervoor dat er bij die ontwikkeling impulsen worden gegeven op het gebied van ruimtelijke kwaliteit, milieu en dierenwelzijn. De kwaliteit van bedrijf en omgeving worden hierdoor verbeterd. Omdat ook een dialoog met de omgeving moet worden aangegaan, zorgt het 'Plussenbeleid' mede voor transparantie, zorgvuldigheid en maatwerk. Bovendien wordt invulling gegeven aan participatie en het bevorderen van draagvlak.

Artikel 3. Argumenten

1. Het 'Plussenbeleid' sluit aan bij de omgevingsvisie en -verordening van de provincie Gelderland. Het plussenbeleid van de gemeente Elburg volgt de lijn die is ingezet door de provincie Gelderland om de groei van niet-grondgebonden veehouderijen alleen mogelijk te maken als deze duurzaam is en als voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden.

2. Het biedt een niet-grondgebonden veehouderijtak extra mogelijkheden, waarmee ook direct invulling kan worden gegeven aan de transitie naar duurzame veehouderij.

Door de verplichting te investeren in de omgeving/in het bedrijf, zal er bewuster vast te leggen dat bij voorgenomen uitbreiding de kwaliteit van bedrijf en omgeving verbeterd dient te worden geeft dit een extra prikkel om als bedrijf te verduurzamen.

3. Zorgt voor meer participatie van de omwonenden. In het plussenbeleld is vastgelegd dat In een vroeg stadium van de voorgenomen uitbreiding de dialoog moet worden aangegaan. Dit moet bijdragen aan meer begrip en draagvlak. De gemeente speelt hierin een faciliterende rol.

4. Alleen uitbreiding bij een verbeterde kwaliteit van bedrijf en omgeving. Uitbreiding kan alleen als er daadwerkelijk sprake is van een 'plus' in de duurzaamheid van het bedrijf en één of meerdere plussen voor de directe omgeving. Overigens is het 'Plussenbeleid' één van de toetsingskaders. Het is niet zo dat wanneer voldaan wordt aan het 'Plussenbeleid', medewerking kan worden verleend. De bestaande situatie en wet- en regelgeving zijn eveneens een belangrijk toetsingskader.

Artikel 4. Kanttekeningen

Geen expliciete aandacht voor cultuur-historische plus. De mogelijke plussen die In het beleid worden genoemd gelden op het gebied van ruimtelijke kwaliteit, milieu (volksgezondheid) en dierenwelzijn. Hierin wordt de cultuurhistorische plus niet expliciet genoemd Dit neemt niet weg dat dit aspect onderdeel kan zijn van de ruimtelijke kwaliteit en op die manier meegenomen kan worden In het totale beeld.

Artikel 5. Financiën

Aan het vaststellen van de beleidsregels Zijn geen extra kosten verbonden.

Artikel 6. Communicatie

Met de doorvertaling van het 'Plussenbeleid' uit de Omgevingsverordening Gelderland, is sprake van het uitvoeren van hogere regelgeving waarbij de raad geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft. Op grond van de gemeentelijke Inspraakverordening wordt dan geen inspraak verleend. Er kan desgewenst gebruik gemaakt worden van het spreekrecht.

In het op 28 januari 2019 vastgestelde bestemmingsplan voor het buitengebied is een lijst van niet-grondgebonden bedrijven opgenomen. Het gaat om drie bedrijven, gelet op het geringe aantal bedrijven en gezien het feit dat het 'slechts' om een doorvertaling van provinciaal beleid gaat, is een persbericht niet nodig.

De vastgestelde beleidsregel wordt op gebruikelijke Wijze gepubliceerd

Artikel 7. Inleiding

In maart 2017 is het ‘Plussenbeleid’ in werking getreden. Met het ‘Plussenbeleid’, zoals vastgelegd in de Omgevingsvisie- en verordening Gelderland (januari 2018) geeft de provincie vorm en inhoud aan haar beleid voor de niet-grondgebonden veehouderij (intensieve veehouderij).

Het ‘Plussenbeleid’ is gericht op een duurzame ontwikkeling in de veehouderij zonder dat dit ten koste gaat van de natuur. Met het Plussenbeleid wordt extra ruimte geboden aan niet-grondgebonden bedrijven (intensieve veehouderij) om uit te breiden. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen uitbreiding tot en met 500 m² en uitbreiding van meer dan 500 m². Aan een uitbreiding van meer dan 500 m² kan alleen medewerking worden verleend als in initiatiefnemer bereid is in zogenaamde ‘maatschappelijke plussen’ te investeren (zie hoofdstuk 5).

Het ‘Plussenbeleid’ zoals vastgelegd in de Omgevingsverordening Gelderland werkt door in bestemmingsplannen. Met inachtneming van een overgangstermijn moeten uiteindelijk alle bestemmingsplannen in Elburg waar niet-grondgebonden veehouderij in opgenomen zijn, voldoen aan de Omgevingsverordening. Voor Elburg is dat op dit moment alleen het bestemmingsplan voor het Buitengebied.

De Omgevingsverordening Gelderland stelt dat een bestemmingsplan een uitbreiding van een niet-grondgebonden veehouderijtak, welke ligt in het gebied dat is aangewezen als ‘gebied Plussenbeleid’ (zie bijlage 1), alleen mogelijk kan maken als deze voldoet aan door de gemeenteraad vastgestelde beleidsregel.

Artikel 8. Wat is een beleidsregel

Een beleidsregel is een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, over de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan. Onder titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht wordt ingegaan op beleidsregels.

Bij de ‘Beleidsregel Plussenbeleid gemeente Elburg’ gaat het om de bevoegdheid van het bestuursorgaan de raad tot het vaststellen van een bestemmingsplan (artikel 3.1 e.v. van de Wet ruimtelijke ordening) en, daaruit afgeleid de bevoegdheid van het bestuursorgaan het college van B&W tot wijziging van een bestemmingsplan (artikel 3.6 e.v. van de Wet ruimtelijke ordening). In aansluiting op de Omgevingsverordening Gelderland wordt in deze beleidsregel onder bestemmingsplan ook verstaan een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid onderdeel a, onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (projectafwijkingsbesluit) van het bestemmingsplan wordt afgeweken.

Met het toepassen van deze bevoegdheden wordt mede invulling gegeven aan een goede ruimtelijke ordening. Deze beleidsregel richt zich vooral op het geven van een uitleg op welke wijze en onder welke voorwaarden een bestemmingsplan of projectafwijkingsbesluit met ruimte tot uitbreiding van een niet-grondgebonden veehouderijtak invulling wordt gegeven aan een goede ruimtelijke ordening. Doel is daarmee bij te dragen aan een transparante en consistente besluitvorming en een efficiënte procedure.

Artikel 9. Omgevingsverordening Gelderland ‘Plussenbeleid’

Het ‘Plussenbeleid’ vindt zijn wettelijke grondslag in artikel 2.5.3.2 van de Omgevingsverordening Gelderland (januari 2018). De volledige tekst van dit artikel is in bijlage 2 weergegeven.

Voor de beleidsregel zijn vooral lid 1 en 2 van belang. Lid 1 vormt het hart van het ‘Plussenbeleid’. Daar is vastgelegd dat het ‘Plussenbeleid’ moet worden toegepast bij bestemmingsplannen die uitbreiding van een niet-grondgebonden veehouderijtak mogelijk maken.

Ook is daarbij aangegeven dat de beleidsregel in overeenstemming moet zijn met paragraaf 3.9.10 (Verdieping) van de Omgevingsvisie Gelderland (zie bijlage 3). In lid 2 wordt een onderscheid gemaakt tussen uitbreiding die wel of niet in aanmerking komen voor toepassing van het ‘Plussenbeleid’. Voor kleine uitbreidingen is het ‘Plussenbeleid’ niet van toepassing. De grens wordt gelegd bij 500 m² uitbreidingsruimte per vijf jaar.

De leden 3 tot en met 6 gaan in op het overgangsrecht, waarbinnen de bestemmingsplannen moeten zijn aangepast aan de Omgevingsverordening Gelderland.

De Omgevingsverordening Gelderland kent ook een aan het ‘Plussenbeleid’ gerelateerd artikel voor ammoniakbuffergebieden. Deze (voormalige extensiverings)gebieden zijn aangewezen op de bij de verordening behorende kaart (regels Landbouw, bijlage 1). Binnen deze gebieden mag de emissie van ammoniak op de locatie niet toenemen. Nieuw- en hervestiging van niet-grondgebonden veehouderij binnen deze gebieden is niet toegestaan. Het ‘Plussenbeleid’ is wel van toepassing op gronden binnen de ammoniakbuffergebieden. De volledige regels zijn te lezen in bijlage 2.

Artikel 10. Omgevingsverordening Gelderland ‘Plussenbeleid’

Het ‘Plussenbeleid’ is alleen van toepassing in het gebied zoals dat is aangegeven op de bij de Omgevingsverordening behorende kaart ‘Regels Landbouw’ (bijlage 1). Dit geldt voor de gehele gemeente, met uitzondering van in ieder geval de woongebieden, bedrijventerreinen, defensieterreinen en natuurgebieden. Het Plussenbeleid is niet opgenomen in het vastgestelde bestemmingsplan ‘Buitengebied Elburg 2012, actualisatie 2018’. Dit betekent dat in het voorkomende geval door middel van een afwijkingsprocedure invulling gegeven kan worden aan het ‘Plussenbeleid’. Bij de veegherziening van of in het verzamelplan voor het buitengebied zal het ‘Plussenbeleid’ meegenomen moeten worden. In dat plan zal dan expliciet verwezen moeten worden naar de onderhavige beleidsregels. De beleidsregel kan ook geïntegreerd worden in het veeg- c.q. verzamelplan.

Bijlage 1 van de regels behorende bij het op 28 januari 2019 vastgestelde bestemmingsplan ‘Buitengebied Elburg 2012, (actualisatie 2018) somt de locaties op waar intensieve veehouderij is toegestaan en die zowel binnen het gebied waarvoor het ‘Plussenbeleid’ geldt als binnen het ammoniakbuffergebied liggen. Voor de in die bijlage genoemde bedrijven geldt boven op het ‘Plussenbeleid’ dat de emissie van ammoniak niet mag toenemen. Dit geldt voor de volgende drie locaties:

  • 1.

    Bovenweg 45

  • 2.

    Bovenweg 46b

  • 3.

    Verlengde Vaarbekerweg 1

Omdat het ‘Plussenbeleid’ op het gehele agrarische grondgebied van de gemeente van toepassing is, kunnen niet-grondgebonden veehouderijbedrijven alleen uitbreiden als aan het ‘Plussenbeleid’ wordt voldaan.

Artikel 11. Omgevingsverordening Gelderland ‘Plussenbeleid’

Het ‘Plussenbeleid’ vindt zijn toepassing binnen de bevoegdheid van raad en college tot het vaststellen van respectievelijk het bestemmings-/wijzigingsplan of een projectafwijkingsbesluit. Bij de inhoudelijke afweging of een aanvraag tot herziening van het bestemmingsplan of een vergunning niet in strijd is met de goede ruimtelijke ordening spelen diverse factoren een rol. Belangrijk zijn:

  • a.

    Generieke wettelijke eisen en vigerend provinciaal beleid en gemeentelijk beleid;

  • b.

    Gebieds- en locatieafhankelijke omstandigheden.

Voorbeelden hiervan zijn de Wet natuurbescherming, regels uit de Omgevingsverordening over het Gelders Natuurnetwerk, Groene ontwikkelingszone en Ammoniakbuffergebied. Andere voorbeelden zijn het niet aantasten van het beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld, het niet onevenredig aantasten van in het gebied voorkomende waarden, het voorzien in een kwalitatief zorgvuldige inpassing in het landschap en het niet ontstaat van onevenredige hinder voor de omgeving.

Een aanvraag tot uitbreiding van een niet-grondgebonden veehouderijtak wordt gewogen op ruimtelijke aanvaardbaarheid en uitvoerbaarheid aan de hand van deze factoren. Aanvullend daarop wordt de aanvraag getoetst aan het ‘Plussenbeleid’.

Hieruit volgt dat bij toetsing van de aanvraag de raad (of college bij een wijzigingsplan of een projectafwijkingsbesluit) op basis van de goede ruimtelijke ordening kan besluiten dat, ook al wordt voldaan aan de voorwaarden uit deze beleidsregels, een uitbreiding van een niet-grondgebonden veehouderijtak ruimtelijk niet aanvaardbaar en/of uitvoerbaar wordt geacht.

Het gemeentelijk ‘Plussenbeleid’ wordt aan de hand van diverse aspecten ingevuld en vastgelegd. Hierbij wordt ingegaan op de volgende aspecten:

  • a.

    Definities

  • b.

    Dialoog

  • c.

    Investering

  • d.

    Plussen

  • e.

    Verzekering uitvoering

A. Definities

De definities uit de Omgevingsverordening Gelderland zijn gevolgd waarbij de volgende zaken nader worden geduid:

Uitbreiding (bij veehouderij): vergroting van de agrarische bebouwing op een bestaand agrarisch bouwperceel al dan niet gepaard gaande met een vergroting van het bouwperceel;

Niet-grondgebonden veehouderijbedrijf: agrarisch bedrijf dat hoofdzakelijk is gericht op veehouderij waarvan het voer voor de landbouwhuisdieren voor het grootste gedeelte niet geteeld wordt op de gronden die in de nabijheid van het agrarisch bouwperceel zijn gelegen en waarop de veehouderij rechten heeft;

Niet-grondgebonden veehouderijtak: onderdeel van een agrarisch bedrijf dat is gericht op niet-grondgebonden veehouderij;

B. Dialoog

Burgerparticipatie is in Elburg een belangrijk onderdeel bij de voorbereiding van besluiten tot herzien of wijzigen van een bestemmingsplan. Doel is dat de initiatiefnemer daarmee voorafgaand aan de formele planprocedure - investeert in draagvlak door in gesprek te gaan met omwonenden en dorps- of wijkraden. Het gesprek bestaat in ieder geval uit een informatiebijeenkomst waar een ambtelijke vertegenwoordiging van de gemeente Elburg bij aanwezig is.

Het gesprek start (direct ) nadat de gemeente het initiatief getoetst heeft op kansrijkheid. Wanneer een initiatief voor wat betreft de omgevingsaspecten als kansrijk wordt beoordeeld, sluiten initiatiefnemer en gemeente in beginsel een overeenkomst waarin de verplichting tot de dialoog wordt vastgelegd. In beginsel vindt de dialoog plaats op basis van een door de gemeente Elburg geaccordeerd schetsplan en de daarbij behorende gegevens. In dat stadium zijn er nog mogelijkheden om – waar en indien nodig – het plan aan te passen of te verfijnen. Initiatiefnemer draagt zorg voor vastlegging van de dialoog en verwerking van de uitkomsten daarvan in het plan en de plantoelichting.

C. Investering

Het Plussenbeleid gaat uit van aanvullende maatregelen (maatschappelijke plussen) die door de initiatiefnemer getroffen moeten worden. De mate waarin is uitgedrukt in een investeringsbijdrage. De vereiste investering in de maatschappelijke plussen bedraagt € 15,- tot € 20,- per vierkante meter bruto stalvloeroppervlakte van de uitbreiding. De investering dient in beginsel zoveel mogelijk plaats te vinden op het erf. Indien dit aantoonbaar niet mogelijk is, dan vindt de investering in de omgeving van het erf plaats of verder in de omgeving. De berekening van de investeringsbijdrage moet deel uit maken van de toelichting van het bestemmings- of wijzigingsplan, dan wel van het projectafwijkingsbesluit.

D. Plussen

Uitbreidingen van de niet-grondgebonden veehouderijtak zijn alleen mogelijk indien het bedrijf aanvullende maatregelen van ruimtelijke kwaliteit treft op het gebied van milieu, landschappelijke inpassing of fysieke maatregelen op het gebied van dierwelzijn. Zoals al aangegeven gaat het om maatregelen die verder gaan dan standaard beleid. Aanvullende maatregelen zijn bijvoorbeeld extra investeringen in:

Ruimtelijke kwaliteit / landschappelijke inpassing:

  • a.

    extra streekeigen beplanting

  • b.

    fruitbomen

  • c.

    loop- en wandelpaden

  • d.

    innovatieve architectuur m.b.t. stalconcepten

  • e.

    sloop van vrijkomende (agrarische) bebouwing

Milieu:

  • a.

    filtersysteem

  • b.

    afzuigsysteem

  • c.

    luchtwassysteem

  • d.

    biofilter

Het gaat bij aanvullende maatregelen niet om de gangbare emissie reducerende technieken of gangbare Best Beschikbare Technieken (BBT). Wat gangbaar is, is onder meer omschreven in artikel 1.1 van de Wabo. Dit verschilt per diersoort, per jaar en per gebied. Voor ammoniak kan in het kader van aanvullende BBT-maatregelen bijvoorbeeld gekeken worden naar kolom C van “Besluit emissiearme huisvesting” gepubliceerd in de Staatscourant van 25 juni 2015 waarin gewenste grenswaarden voor 2018 worden genoemd. De ondernemer moet aantonen waarom zijn maatregel voor een plus in aanmerking komt en moet dat expliciet maken.

Dierwelzijn:

  • a.

    oppervlakte

  • b.

    groepsgrootte

  • c.

    stalinhoud

  • d.

    voorkomen hittestress

  • e.

    schuurvoorziening

  • f.

    erfverharding

  • g.

    mestafvoerpunten

Voorbeelden van maatregelen op het gebied van ruimtelijke kwaliteit, milieu en dierwelzijn zijn ook te vinden in de Maatlat Duurzame Veehouderij en het Beter Leven Keurmerk (sterrensysteem) en Milieukeur. Deze certificaatsystemen zijn waardevol omdat zij aangeven wat in algemeenheid duurzamere stalconcepten zijn.

e. Verzekering uitvoering

Uitgangspunt is de uitvoering van de aanvullende maatregelen te verzekeren in de vorm van een voorwaardelijke verplichting of ander voorschrift/regel in het bestemmings-, wijzigingsplan of projectafwijkingsbesluit. Indien zo’n regeling gelet op het recht niet mogelijk is, dan dient met een privaatrechtelijke overeenkomst (inclusief boete- en kettingbeding) met de ondernemer de uitvoering van de maatregelen verzekerd te worden.

Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Na bekendmaking van de vastgestelde beleidsregel ligt deze gedurende 6 weken ter inzage, waarna de beleidsregel in werking treedt.

2. Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Plussenbeleid van de gemeente Elburg.

 

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad gemeente Elburg in de vergadering van 26 maart 2019.

De burgemeester, ir. J.N. Rozendaal

De griffier, mr. ir. M.C. Luiting