Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Meerssen

Beleidsregel voor de toepassing van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur gemeente Meerssen 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMeerssen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel voor de toepassing van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur gemeente Meerssen 2022
CiteertitelBeleidsregel Bibob Meerssen 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgemeester.

Deze regeling vervangt de Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur gemeente Meerssen (Bibob-beleidslijn), vastgesteld op 20 februari 2018 en het Aanwijzingsbesluit Bibob bij evenementen, vastgesteld op 1 maart 2018.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-07-2022nieuwe regeling

21-06-2022

gmb-2022-297225

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel voor de toepassing van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur gemeente Meerssen 2022

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meerssen, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

 

Overwegende dat:

 

de gemeente Meerssen graag zaken wilt doen met integere partijen;

 

de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: Wet Bibob) hierbij een instrument is om te beoordelen of partijen waar de gemeente beschikkingen en subsidies aan verleent (of heeft verleend), dan wel overheidsopdrachten aan gunt (of heeft gegund) of vastgoedtransacties mee aangaat (of is aangegaan), integer zijn;

 

het doel van de Wet Bibob is het voorkomen dat de gemeente strafbare activiteiten faciliteert en/of dat onrechtmatig verkregen voordelen worden gebruikt. Dit gebeurt door middel van het uitvoeren van een Bibob-toets. Kern van de Bibob-toets is het onderzoek naar betrokkene(n) en relevante Bibob-relaties van betrokkene(n);

 

de Wet Bibob de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;

 

de vergunningen/ontheffingen voortkomende uit landelijke wet- en regelgeving en gemeentelijke verordeningen, zoals opgenomen in dit beleid, zijn gekozen op basis van ervaringen in de achterliggende jaren. Daaruit is gebleken dat de bedrijfsmatige activiteiten, gefaciliteerd middels deze beschikkingen, gekenmerkt worden door onder andere:

 

  • grote laagdrempeligheid vanwege de geringe functie-eisen voor de betreffende ondernemingen;

  • grootschalig gebruik van zogenaamd "cash-geld", waardoor zij extra bevattelijk zijn voor invloeden vanuit criminele organisaties voor zogenaamde "witwaspraktijken";

  • mindere locatie-/plaatsgebondenheid, waardoor het zogenaamde "waterbedeffect" zich hier nadrukkelijk kan voordoen.

Besluiten:

 

vast te stellen de “Beleidsregel voor de toepassing van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur gemeente Meerssen 2022”.

 

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    De begripsbepalingen van paragraaf 1.1 van de Wet Bibob zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregel, tenzij daarover in lid 2 anders is bepaald.

  • 2.

    In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      bestuursorgaan: de burgemeester onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meerssen;

    • b.

      eigen onderzoek: de wijze waarop de gemeente Meerssen toepassing geeft aan artikel 7a van de wet, waarbij onderzoek wordt gedaan naar feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 3, lid 1 tot en met lid 6, en artikel 9, lid 2 en lid 3 van de wet. Het eigen onderzoek is nader omschreven in de toelichting op deze beleidsregel;

    • c.

      Bibob-vragenformulier: een formulier gebaseerd op de ministeriële regeling als bedoeld in artikel 7a, lid 5 van de wet.

    • d.

      rechtspersoon met een overheidstaak: de gemeente Meerssen;

    • e.

      RIEC: Regionaal informatie- en expertisecentrum, het regionaal samenwerkingsverband zoals bedoeld in artikel 28, lid 2 onder d van de wet;

    • f.

      Bureau Bibob: het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur zoals bedoeld in artikel 8 van de wet;

    • g.

      wet: de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob).

  • 3.

    Waar in deze beleidsregel “gemeente Meerssen” wordt genoemd, wordt hiermee zowel het bestuursorgaan als -indien van toepassing- de rechtspersoon met een overheidstaak bedoeld.

     

Paragraaf 2 Publiekrechtelijke beschikkingen

Artikel 2.1 Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen

De toepassing van de wet zal door de gemeente Meerssen op de hieronder aangeduide beschikkingen en op de volgende wijze plaatsvinden:

 

  • 1.

    Uitvoering van het eigen onderzoek vindt plaats bij elke aanvraag om een beschikking als bedoeld in:

    • a.

      artikel 3 van de Alcoholwet (alcoholwetvergunning);

    • b.

      een aanvraag om een exploitatievergunning openbare inrichting als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Meerssen;

    • c.

      een aanvraag om een exploitatievergunning speelgelegenheid als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Meerssen;

    • d.

      een aanvraag om een vergunning voor het uitoefenen van een seksinrichting/escortbedrijf als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Meerssen.

  • 2.

    Uitvoering van het eigen onderzoek vindt plaats bij onderstaande aanvragen om een beschikking indien deze vallen onder één van de in Bijlage 1 genoemde risicocategorieën en/of risicogebieden:

    • a.

      de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, aanhef en onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning bouwactiviteit);

    • b.

      de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, aanhef en onder e van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, lid 1 van die wet, (omgevingsvergunning inrichtingen Wet Milieubeheer);

    • c.

      de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, aanhef en onder i van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van die wet is bepaald, dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden bedoeld in artikel 3 van de wet kan worden geweigerd (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

    • d.

      een aanvraag om een evenementenvergunning als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Meerssen. De toepassing van het eigen onderzoek zal daarbij beperkt blijven tot aanvragen voor evenementen die door of namens commerciële partijen worden georganiseerd, dan wel worden georganiseerd op een bedrijfsmatige wijze.

  • 3.

    Uitvoering van het eigen onderzoek kan bij onderstaande aanvragen voor een beschikking plaatsvinden indien er sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC en/of wanneer er vanuit het Bureau Bibob informatie als bedoeld in artikel 11 en/of 11a dan wel vanuit het OM informatie als bedoeld in artikel 26 van de wet wordt verstrekt, duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat ten aanzien van de betrokkene(n) en/of derden als bedoeld in artikel 3, lid 4 van de wet, mogelijk sprake is van een ernstige, dan wel mindere mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet:

    • a.

      de aanvraag als bedoeld in artikel 30a van de Alcoholwet (bijschrijving leidinggevende op alcoholwetvergunning);

    • b.

      artikel 30b van de Wet op de kansspelen (aanwezigheidsvergunning kansspelautomaat).

  • 4.

    Uitvoering van het eigen onderzoek kan verder plaatsvinden bij:

    • a.

      overige aanvragen om een beschikking, niet genoemd in deze beleidsregel, indien uit ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een of meerdere partners uit het samenwerkingsverband RIEC en/of wanneer er vanuit het Bureau Bibob informatie als bedoeld in artikel 11 en van de wet, dan wel vanuit het OM informatie als bedoel in artikel 26 van de wet wordt verstrekt, duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat ten aanzien van de betrokkene(n) en/of derden als bedoeld in artikel 3, lid 4 van de wet, mogelijk sprake is van een ernstige, dan wel mindere mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet;

    • b.

      navraag als bedoeld in artikel 11a van de wet door de gemeente Meerssen bij het Bureau Bibob en daaruit blijkt dat tegen de aanvrager van een beschikking in de afgelopen twee jaar advies is uitgebracht of een adviesaanvraag in behandeling is genomen bij het Bureau Bibob.

  • 5.

    Uitvoering van het eigen onderzoek blijft in beginsel achterwege, tenzij daartoe aanleiding bestaat, in het geval een aanvraag afkomstig is van een overheidsinstantie, semioverheidsinstantie of woning(bouw)corporatie die op grond van de Woningwet is aangewezen als toegelaten instelling voor de volkshuisvesting.

Artikel 2.2 Toepassingsbereik bij verleende beschikkingen

  • 1.

    De gemeente Meerssen kan een eigen onderzoek starten bij verleende beschikkingen indien:

    • a.

      de verstrekte beschikking betrekking heeft op een activiteit en/of gelegen is een concreet bepaald gebied, dat op basis van een daartoe genomen besluit van de gemeente Meerssen na vetrekking van beschikking, in Bijlage 1 is aangewezen als risicocategorie en/of valt binnen een in Bijlage 1 genoemd risicogebied;

    • b.

      er op basis van ambtelijke informatie, dan wel op basis van informatie afkomstig van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC, duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen dat er mogelijk sprake is van een ernstige, dan wel mindere mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet;

    • c.

      er op basis van informatie afkomstig van het Bureau Bibob als bedoeld in artikel 11 en/of 11a van de wet, dan wel op basis van informatie afkomstig van het OM als bedoeld in artikel 26 van de wet, duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen dat er mogelijk sprake is van een ernstige, dan wel mindere mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet;

    • d.

      bekend wordt, dat tegen betrokkene(n) in een andere gemeente op grond van de wet een ernstige, dan wel mindere mate van gevaar is geconstateerd en aan betrokkene(n) alhier een soortgelijke beschikking is verstrekt.

Artikel 2.3 Weigering invullen Bibob-vragenformulieren

  • 1.

    Bij het niet of niet volledig invullen van het Bibob-vragenformulier worden de regels van de Algemene wet bestuursrecht toegepast. Volharding om de Bibob-formulieren niet of niet volledig in te vullen, leidt tot het buiten behandeling stellen van een aanvraag om een beschikking op grond van artikel 4:5, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Indien het Bibob-onderzoek wordt verricht met het oog op een beslissing ter zake van de intrekking van een beschikking als bedoeld in artikel 4, lid 1 van de wet, wordt de weigering om het Bibob-vragenformulier niet of niet volledig in te vullen, aangemerkt als ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3, lid 1 van de wet. De verleende beschikking zal als gevolg daarvan worden ingetrokken.

Artikel 2.4 Toepassingsbereik bij subsidies

  • 1.

    De gemeente Meerssen kan een eigen onderzoek starten met betrekking tot een aanvraag om een subsidie, dan wel een reeds verleende subsidie zoals bedoeld in de Algemene subsidieverordening Meerssen indien:

    • a.

      de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd of reeds subsidie is verleend, valt onder één of meer van de in de Bijlage 1 genoemde risicocategorieën en/of risicogebieden of;

    • b.

      er sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC en/of wanneer er vanuit het Bureau Bibob informatie als bedoeld in artikel 11 en/of 11a dan wel vanuit het OM informatie als bedoeld in artikel 26 van de wet wordt verstrekt, duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat ten aanzien van de betrokkene(n) en/of derden als bedoeld in artikel 3, lid 4 van de wet, mogelijk sprake is van een ernstige, dan wel mindere mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.

     

Paragraaf 3 Privaatrechtelijke transacties

Artikel 3.1 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties

  • 1.

    De gemeente Meerssen kan de wet toepassen voorafgaand aan een vastgoedtransactie en bij een reeds aangegane vastgoedtransactie, waarbij de gemeente Meerssen partij is.

  • 2.

    Bij de start van onderhandelingen daartoe, zal de gemeente Meerssen de wederpartij in kennis stellen dat de gemeente Meerssen eigen onderzoek kan starten, dan wel advies kan inwinnen als bedoeld in artikel 9, lid 3 van de wet, alvorens de vastgoedtransactie wordt aangegaan.

  • 3.

    In de overeenkomst wordt een integriteitsclausule opgenomen, op basis waarvan kan worden overgegaan tot opschorting of ontbinding van de overeenkomst, dan wel beëindiging van de rechtshandeling inzake de vastgoedtransactie.

  • 4.

    In geval van een vastgoedtransactie kan de gemeente een eigen onderzoek starten indien:

    • a.

      de activiteiten behoren tot een als zodanig door de gemeente Meerssen benoemde risicocategorie en/of risicogebied zoals benoemd in Bijlage 1;

    • b.

      er sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC en/of wanneer er vanuit het Bureau Bibob informatie als bedoeld in artikel 11 en/of 11a dan wel vanuit het OM informatie als bedoeld in artikel 26 van de wet wordt verstrekt, duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat ten aanzien van de betrokkene(n) en/of derden als bedoeld in artikel 3, lid 4 van de wet, mogelijk sprake is van een ernstige, dan wel mindere mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.

Artikel 3.2 Toepassingsbereik bij overheidsopdrachten

  • 1.

    De gemeente Meerssen kan de wet toepassen bij een gunning van een overheidsopdracht en bij een reeds gegunde overheidsopdracht.

  • 2.

    In aanbestedingsdocumenten zal worden opgenomen dat inschrijvende partijen rekening dienen te houden met de mogelijkheid dat de gemeente Meerssen, een eigen onderzoek kan starten, dan wel advies kan inwinnen als bedoeld in artikel 9, lid 2 van de wet, alvorens over te gaan tot gunning.

  • 3.

    In geval van een overheidsopdracht kan de gemeente een eigen onderzoek starten, indien:

    • a.

      de activiteiten behoren tot een als zodanig door de gemeente Meerssen benoemde risicocategorie en/of risicogebied zoals benoemd in Bijlage 1;

    • b.

      er sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC en/of wanneer er vanuit het Bureau Bibob informatie als bedoeld in artikel 11 en/of 11a dan wel vanuit het OM informatie als bedoeld in artikel 26 van de wet wordt verstrekt, duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat ten aanzien van de betrokkene(n) en/of derden als bedoeld in artikel 3, lid 4 van de wet, mogelijk sprake is van een ernstige, dan wel mindere mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.

     

Paragraaf 4 Vervolg na eigen onderzoek

Artikel 4.1 Besluitvorming naar aanleiding van eigen onderzoek

  • 1.

    Als het bestuursorgaan op basis van het eigen onderzoek in het kader van de wet genoeg aanwijzingen heeft om in redelijkheid te kunnen aantonen dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet, kan het overgaan tot:

    • a.

      weigering van de gevraagde beschikking, dan wel;

    • b.

      intrekking van de reeds verleende beschikking.

  • 2.

    Voor zover blijkt dat geen sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in het eerste lid, kan de gemeente Meerssen op grond van artikel 3, lid 7 van de wet bij mindere mate van gevaar aan de beschikking voorschriften verbinden welke zijn gericht op het wegnemen of beperken van dergelijk gevaar.

  • 3.

    De gemeente Meerssen heeft eenzelfde bevoegdheid als bedoeld in lid 2 indien sprake is van een ernstig gevaar waarbij de ernst van de strafbare feiten weigering of intrekking van de beschikking niet rechtvaardigt.

    De gemeente Meerssen kan een op grond van deze bepaling gegeven voorschrift wijzigen. Indien niet wordt voldaan aan een op grond van deze bepaling gegeven voorschrift, kan de gemeente Meerssen de beschikking intrekken.

  • 4.

    Als het bestuursorgaan op basis van het eigen onderzoek in het kader van de wet genoeg aanwijzingen heeft om in redelijkheid te kunnen aantonen dat er sprake is van een ernstige of mindere mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet, kan het:

    • a.

      de (voorgenomen) overheidsopdracht of vastgoedtransactie niet aangaan, dan wel;

    • b.

      de gegunde overheidsopdracht intrekken of de overeenkomst opschorten, ontbinden, of de rechtshandeling beëindigen.

Artikel 4.2 Aanvragen advies Bureau Bibob

Aanvullend op eigen onderzoek kan door het bestuursorgaan een advies bij het Bureau Bibob worden gevraagd indien:

  • a.

    vragen ontstaan of bestaan over de integriteit van de betrokkene(n) en/of zijn potentiële, huidige of voormalige Bibob-relaties als bedoeld in artikel 3, lid 4 van de wet;

  • b.

    na het eigen onderzoek vragen blijven bestaan over de bedrijfsstructuur van aan de uitvoering van de beschikking te verbinden onderneming(en);

  • c.

    na het eigen onderzoek vragen blijven bestaan over de financiering van de aan de betreffende beschikking te verbinden activiteiten;

  • d.

    het Bureau Bibob de gemeente Meerssen adviseert om ten aanzien van een betrokkene een eigen onderzoek te doen en eventueel daarna het Bureau Bibob om een advies te vragen, zoals bedoeld in artikel 11 van de wet;

  • e.

    de officier van justitie de gemeente Meerssen adviseert om ten aanzien van een betrokkene advies aan te vragen, zoals bedoeld in artikel 26 van de wet.

 

Paragraaf 5 Besluitvorming naar aanleiding van een Bibob-onderzoek

Artikel 5.1 Gevolgen van een Bibob-onderzoek bij beschikkingen

  • 1.

    De gemeente Meerssen gaat in beginsel over tot een weigering van de gevraagde beschikking, dan wel intrekking van een verleende beschikking, indien uit het eigen onderzoek en/of een eventueel daarop afgegeven advies van het Bureau Bibob blijkt, dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.

  • 2.

    Voor zover blijkt dat geen sprake is van ernstig gevaar als bedoeld in het eerste lid, kan de gemeente Meerssen bij mindere mate van gevaar op grond van artikel 3, lid 7 van de wet aan de beschikking voorschriften verbinden welke zijn gericht op het wegnemen of beperken van dergelijk gevaar.

  • 3.

    De gemeente Meerssen heeft eenzelfde bevoegdheid als bedoeld in lid 2 indien sprake is van een ernstig gevaar waarbij de ernst van de strafbare feiten weigering of intrekking van de beschikking niet rechtvaardigt. De gemeente Meerssen kan een op grond van deze bepaling gegeven voorschrift wijzigen. Indien niet wordt voldaan aan een op grond van deze bepaling gegeven voorschrift, kan de gemeente Meerssen de beschikking intrekken.

  • 4.

    De gemeente Meerssen kan een advies op grond van artikel 29 van de wet gedurende vijf jaren gebruiken in verband met een andere beslissing.

Artikel 5.2 Gevolgen van een Bibob-onderzoek bij vastgoedtransacties

  • 1.

    De gemeente Meerssen gaat in beginsel over tot het afbreken van de onderhandelingen inzake een vastgoedtransactie, dan wel het opschorten of ontbinden van de reeds aangegane overeenkomst, of het beëindigen van een rechtshandeling inzake een vastgoedtransactie, indien uit het eigen onderzoek en/of een eventueel daarop afgegeven advies van het Bureau Bibob blijkt dat ten minste één van de onderstaande situaties zich voordoet:

    • a.

      er is sprake van ten minste een mindere mate van gevaar dat de vastgoedtransactie mede zal worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten;

    • b.

      er is sprake van ten minste een mindere mate van gevaar dat in of met de onroerende zaak waar de vastgoedtransactie betrekking op heeft, mede strafbare feiten zullen worden gepleegd;

    • c.

      er is sprake van feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat betrokkene in relatie staat tot ernstige strafbare feiten die naar het oordeel van de gemeente een integriteitsrisico vormen (ongeacht de mate van gevaar);

    • d.

      er is sprake van feiten en omstandigheden die er op wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat ter verkrijging van de vastgoedtransactie een strafbaar feit is gepleegd;

    • e.

      in de gevolgen van een Bibob-onderzoek dat is gestart nadat de vastgoedtransactie is aangegaan, wordt bij overeenkomst voorzien.

Artikel 5.3 Gevolgen van een Bibob-onderzoek bij overheidsopdrachten

  • 1.

    De Gemeente Meerssen gaat in beginsel over tot afwijzing van een inschrijving op een overheidsopdracht, dan wel het opschorten of ontbinden van de reeds aangegane overeenkomst, of het beëindigen van een rechtshandeling inzake de overheidsopdracht indien uit het eigen onderzoek en/of eventueel daarop afgegeven advies van het Bureau Bibob blijkt, dat mogelijk sprake is van een ernstige, dan wel mindere mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.

  • 2.

    In geval van een inschrijving op een overheidsopdracht, kan de informatie uit het Bibob-onderzoek dienen als onderbouwing van een of meerdere uitsluitingsgronden als genoemd in de Aanbestedingswet 2012.

     

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 6.1 Intrekken oude beleidsregel

De “Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur gemeente Meerssen (Bibob-beleidslijn)”, vastgesteld op 20 februari 2018, wordt ingetrokken. Daarmee wordt tevens het Aanwijzingsbesluit Bibob bij evenementen, vastgesteld op 1 maart 2018, ingetrokken.

Artikel 6.2 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel is vastgesteld door de burgemeester respectievelijk het college van burgemeester en wethouders op 21 juni 2022 en treedt in werking de dag na bekendmaking.

Artikel 6.3 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregel Bibob Meerssen 2022”.

Aldus vastgesteld op 21 juni 2022

Burgemeester van de gemeente Meerssen,

M.A.H. Clermonts-Aretz

Burgemeester en wethouders van de gemeente Meerssen,

De secretaris,

J.J.M. Eurlings

De burgemeester,

M.A.H. Clermonts-Aretz

Bijlage 1 Risicocategorieën

 

Risicocategorieën waarbij de gemeente Meerssen in beginsel de Wet Bibob toepast:

 

  • Evenementen

  • Kamerverhuurbedrijven (alsmede omgevingsvergunningen voor kamerverhuur- en/of logiespanden waarbij sprake is van vijf of meer kamers)

  • Omzettingsvergunningen kamerverhuur

  • Recreatieparken en jachthavens

  • Horecabedrijven als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet en/of de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Meerssen

  • Prostitutie- en seksbedrijven, escortbedrijven, seksbioscopen, erotische massagesalon

  • Sekswinkels

  • Smartshops/-headshops

  • Speelautomatenhallen/gamecenters

  • Afvalbewerking- en -verwerkingsbedrijven

  • Afvalrecyclingbedrijven

  • Inrichtingen voor het reinigen van drukhouders, insluitsystemen, ketels, vaten, mobiele tanks, tankauto's, tank- of bulkcontainers

  • Autohandel (verkoop en verhuur)

  • Sloopbedrijven

  • Autodemontagebedrijven

  • Vuurwerkbranche

  • Wellnesscentra/zonnestudio’s

  • Fitnessbedrijven

  • Energieproducenten (w.o. vergisters, windmolens etc.)

  • Zonneparken

  • Kavelverkoop met een bedrag vanaf € 100.000,-

  • Verhuur gemeentelijke vastgoed

  • Verkoop (voormalige) overheidsgebouwen met een bedrag vanaf € 100.000,-

  • Transformatie kantoorpanden

  • Overheidsopdrachten met een bedrag vanaf € 100.000,-

  • Omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen met een bouwsom vanaf € 100.000,- indien de bouwactiviteit betrekking heeft een van de aangewezen risicocategorieën. In andere gevallen met een bouwsom vanaf € 500.000,-.

Aangewezen risicogebieden waarbij de Gemeente Meerssen in beginsel de Wet Bibob toepast:

 

PM

 

Toelichting op de uitvoering van het eigen onderzoek door de gemeente Meerssen

Ten aanzien van het eigen onderzoek wordt opgemerkt dat de hierna genoemde stappen bedoeld zijn om het eigen onderzoek door de gemeente voor de betrokkene(n) en eventuele relevante Bibob-relaties inzichtelijk te maken. De gemeente behoudt zich het recht om het eigen onderzoek op een andere wijze uit te voeren, binnen de hiervoor gestelde wettelijke kaders en bevoegdheden.

 

Uiteindelijk zijn de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet Bibob, de Aanbestedingswet 2012 en het Burgerlijk Wetboek (ten aanzien van de privaatrechtelijke overeenkomsten) van toepassing bij het uitvoeren van het eigen onderzoek.

 

Ten aanzien van de privaatrechtelijke overeenkomsten zijn de bepalingen opgenomen in het (algemene) inkoopbeleid van de gemeente, (algemene) verkoopvoorwaarden van de gemeente en bepalingen in (voorgenomen) overeenkomsten leidend.

 

1. Eigen onderzoek

 

  • 1.

    In de in deze beleidsregel bepaalde gevallen, zal betrokkene, naast de gebruikelijke aanvraagformulieren, de Bibob-vragenformulieren dienen in te vullen en in te leveren bij de gemeente Meerssen. Daarbij dienen ook de documenten te worden gevoegd, die in deze vragenformulieren zijn vermeld en/of bij de uitreiking van de formulieren door of namens het bestuursorgaan zijn genoemd. De Bibob-vragenformulieren bevatten in elk geval de in artikel 7a, lid 2 van de Wet Bibob genoemde vragen en daarnaast mogelijk aanvullende vragen, die de gemeente Meerssen zo goed mogelijk in staat stelt om het eigen onderzoek te kunnen verrichten.

  • 2.

    In het geval dat de aanvraag betrekking heeft op een nieuwe beschikking, maken de Bibob-vragenformulieren onderdeel uit van de aanvraag om een beschikking.

  • 3.

    Alvorens het eigen onderzoek naar het zich voordoen van weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob wordt gestart, wordt een aanvraag beoordeeld conform de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de reguliere weigeringsgronden vanuit de onderliggende regelgeving van de desbetreffende aanvraag om een beschikking.

Het daarop aansluitende eigen onderzoek naar het zich voordoen van de weigerings- en intrekkingsgronden als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob bestaat uit een tweetal stappen:

 

Stap 1

 

  • a.

    Het onderzoek behelst in ieder geval:

    • -

      de controle en analyse van de door de betrokkene aangereikte informatie/documenten bij de Bibob-vragenformulier(en), inclusief bijlagen, en de door de betrokkene daarbij aangeleverde documenten;

    • -

      de controle en analyse van eventuele extra, op verzoek van de gemeente Meerssen, door betrokkene overlegde documenten of informatie;

    • -

      open bronnenonderzoek (zoals Kamer van Koophandel, Kadaster, etc.) ten aanzien van de betrokkene(n) en mogelijke relevante Bibob-relaties;

    • -

      het bevragen van politiegegevens ten aanzien van de betrokkene(n) op grond van artikel 4.3 onder l van het Besluit politiegegevens;

    • -

      het opvragen van Justitiële gegevens ten aanzien van de:

      • de betrokkene, bedoeld in artikel 1, lid 1, van de Wet Bibob;

      • degene die direct of indirect leiding geeft of heeft gegeven aan betrokkene;

      • degene die direct of indirect zeggenschap heeft of heeft gehad over betrokkene;

      • degene die direct of indirect vermogen verschaft of heeft verschaft aan betrokkene;

      • degene die als leidinggevende, beheerder, bedrijfsleider of vervoersmanager is of zal worden vermeld op de beschikking die is aangevraagd of is gegeven;

      • degene die redelijkerwijs met betrokkene gelijk kan worden gesteld op grond van zijn feitelijke invloed op de betrokkene.

    • -

      het eventueel bevragen van de betrokkene bij het Bureau Bibob zoals bedoeld in artikel 11a van de Wet Bibob;

  • b.

    Ten aanzien van de financiering van het project/ activiteit geldt dat de financiering aannemelijk en transparant dient te zijn. Om de financiering aannemelijk en transparant te maken, gelden ten aanzien van de financiering nog de volgende bepalingen:

    • -

      bij financiering door middel van eigen vermogen dient de aanwezigheid en de herkomst van dit eigen vermogen aangetoond te worden;

    • -

      wanneer sprake is van financiering uit eigen vermogen door middel van contante gelden, dient de aanwezigheid en de herkomst van het contante geld aannemelijk en inzichtelijk te worden gemaakt door de betrokkene(n);

    • -

      bij financiering door middel van vreemd vermogen dient altijd een (in het Nederlands dan wel vertaalde) leningsovereenkomst overlegd te worden waaruit de financiering blijkt en onder welke voorwaarden deze financiering is verstrekt;

    • -

      bij financiering door middel van vreemd vermogen dient de identiteit van de vermogensverschaffer aangetoond te worden door middel van een geldig Identiteitsbewijs en actuele adres- en woonplaatsgegevens van de vermogensverschaffer;

    • -

      wanneer financiering van vreemd vermogen plaatsvindt door middel van contante gelden dient de geldstroom van de vermogensverschaffer naar betrokkene(n) volledig inzichtelijk en aannemelijk te worden gemaakt;

    • -

      wanneer financiering van vreemd vermogen plaatsvindt door middel van crowdfunding dan wel vergelijkbare financiering, kan de gemeente het betreffende platform verplichten de identiteit van de uiteindelijke vermogensverschaffers kenbaar te maken aan de gemeente;

  • c.

    Wanneer het Bibob-vragenformulier niet of niet volledig wordt ingevuld, dan wel de gegevens zoals genoemd onder b (financiering) niet of niet volledig zijn verstrekt, wordt de aanvraag op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling gesteld, nadat aanvrager de gelegenheid heeft gehad binnen een door de gemeente gestelde termijn de gegevens aan te vullen. Een weigering om gevraagde (extra) informatie aan te leveren, dan wel het onvolledig aanleveren, kan leiden tot het buiten behandeling stellen van de aanvraag of het intrekken van de verleende vergunning;

  • d.

    In het geval van een (voorgenomen) overheidsopdracht gunt de gemeente een overheidsopdracht niet, indien de betrokkene heeft nagelaten:

    • -

      de op grond van artikel 7a van de Wet Bibob gevraagde gegevens en bescheiden te verschaffen en/of heeft nagelaten de vragen die hem door de gemeente zijn gesteld op basis van dat artikel binnen de door de gemeente gestelde termijn volledig en naar waarheid te beantwoorden;

    • -

      de wijze van financiering, zoals genoemd onder b van stap 1 (financiering) door de betrokkene(n) onvoldoende aannemelijk en inzichtelijk is gemaakt;

    • -

      de op grond van artikel 12 van de Wet Bibob gevraagde gegevens en bescheiden te verschaffen en/of heeft nagelaten de vragen die hem door het Bureau zijn gesteld op basis van dat artikel binnen de door het Bureau gestelde termijn volledig en naar waarheid te beantwoorden.

  • e.

    In het geval van een (voorgenomen) vastgoedtransactie zal geen overeenkomst tot stand komen, wanneer:

    • -

      betrokkene heeft nagelaten de op grond van artikel 7a van de Wet Bibob gevraagde gegevens en bescheiden te verschaffen en/of heeft nagelaten de vragen die hem door de gemeente zijn gesteld op basis van dat artikel binnen de door de gemeente gestelde termijn volledig en naar waarheid te beantwoorden;

    • -

      de wijze van financiering, zoals genoemd onder b van stap 1 (financiering) door de betrokkene(n) onvoldoende aannemelijk en inzichtelijk is gemaakt;

    • -

      betrokkene heeft nagelaten de op grond van artikel 12 Wet Bibob gevraagde gegevens en bescheiden te verschaffen en/of heeft nagelaten de vragen die hem door het Bureau zijn gesteld op basis van dat artikel binnen de door het Bureau gestelde termijn volledig en naar waarheid te beantwoorden.

  • f.

    Bij reeds aangegane overeenkomsten ten aanzien van vastgoedtransacties wordt bij overeenkomst voorzien;

  • g.

    Het Bibob-vragenformulier dient volledig en naar waarheid te worden ingevuld. Het opzettelijk verschaffen van onjuiste informatie is strafbaar, net als het opzettelijk weglaten van informatie (art. 227a en 227b, Wetboek van Strafrecht).

    De gemeente Meerssen kan de vergunning in dat geval weigeren of intrekken. Indien er een vermoeden bestaat dat ter verkrijging van de aangevraagde vergunning valsheid in geschrifte is gepleegd kan de gemeente Meerssen aangifte doen bij de politie.

  • h.

    Bij de uitvoering van het eigen onderzoek kan de informatiepositie van bestuursorganen versterkt worden vanuit het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC). Ook kan het bestuursorgaan of rechtspersoon met een overheidstaak desgewenst gebruik maken van de expertise van het RIEC bij het toepassen van de Wet Bibob;

  • i.

    Als het bestuursorgaan op basis van het eigen onderzoek in het kader van de Wet Bibob genoeg aanwijzingen heeft om in redelijkheid te kunnen aantonen dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in de Wet Bibob, kan het de gevraagde beschikking weigeren of de verleende beschikking intrekken;

  • j.

    Voor zover blijkt dat geen sprake is van ernstig gevaar als bedoeld in de Wet Bibob, kan de gemeente Meerssen bij mindere mate van gevaar aan de beschikking voorschriften verbinden welke zijn gericht op het wegnemen of beperken van dergelijk gevaar;

  • k.

    De gemeente Meerssen heeft eenzelfde bevoegdheid als bedoeld in j indien sprake is van een ernstig gevaar waarbij de ernst van de strafbare feiten weigering of intrekking van de beschikking niet rechtvaardigt. De gemeente Meerssen kan een op grond van deze bepaling gegeven voorschrift wijzigen. Indien niet wordt voldaan aan een op grond van deze bepaling gegeven voorschrift, kan de gemeente Meerssen de beschikking intrekken;

  • l.

    Als het bestuursorgaan op basis van het eigen onderzoek in het kader van de Wet Bibob genoeg aanwijzingen heeft om in redelijkheid te kunnen aantonen dat er sprake is van een ernstige of mindere mate van gevaar als bedoeld in de Wet Bibob, kan dit aanleiding zijn om de (voorgenomen) overheidsopdracht of vastgoedtransactie niet aan te gaan, dan wel de overeenkomst te ontbinden of op te schorten.

Stap 2

 

Aanvullend op eigen onderzoek kan een advies bij het Bureau Bibob worden gevraagd indien:

 

  • a.

    vragen ontstaan of bestaan over de integriteit van de betrokkene en/of zijn potentiele, huidige of voormalige Bibob-relaties als bedoeld in artikel 3, lid 4 van de Wet Bibob;

  • b.

    na het eigen onderzoek vragen blijven bestaan over de bedrijfsstructuur van aan de uitvoering van de beschikking te verbinden onderneming(en);

  • c.

    na het eigen onderzoek vragen blijven bestaan over de financiering van de aan de betreffende beschikking te verbinden activiteiten;

  • d.

    het Bureau Bibob de gemeente Meerssen adviseert om ten aanzien van een betrokkene advies aan te vragen, zoals bedoeld in artikel 11 van de Wet Bibob;

  • e.

    de officier van justitie de gemeente Meerssen adviseert om ten aanzien van een betrokkene advies aan te vragen, zoals bedoeld in artikel 26 van de Wet Bibob.

Een toetsing aan de Wet Bibob met behulp van een advies van het Bureau Bibob geldt in beginsel als een uiterst middel om de integriteit van een betrokkene en diens relaties te controleren. Bij deze zware inbreuk op de privacy zal de gemeente Meerssen de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit in acht nemen. Deze eisen brengen mee dat de gemeente Meerssen eerst gebruik zal maken van de eigen instrumenten of de weigerings- en intrekkingsgronden van de onderliggende regelgeving.

 

De adviesaanvraag bij het Bureau Bibob is geen beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Hiertegen staat derhalve geen bezwaar of beroep open. Wel is de aanvrager van een vergunning te allen tijde toegestaan de aanvraag in te trekken.

 

2. Informatieplicht

 

  • 1.

    De gemeente Meerssen informeert betrokkene schriftelijk over een adviesaanvraag aan het Bureau Bibob. Betrokkene wordt daarbij gewezen op de opschorting van de beslistermijn als bedoeld in artikel 31 van de Wet Bibob. Een afschrift van deze brief wordt gevoegd bij het adviesverzoek aan het Bureau Bibob;

  • 2.

    In geval een van het Bureau Bibob ontvangen advies ten grondslag wordt gelegd aan een motivering om een gevraagde beschikking te weigeren dan wel een eerder verleende beschikking in te trekken, of wanneer op basis van dit advies voorschriften worden verbonden aan de beschikking, wordt aan betrokkene een afschrift van het advies ter hand gesteld. Betrokkene wordt daarbij door de gemeente Meerssen schriftelijk gewezen op zijn geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 28 van de Wet Bibob;

  • 3.

    Lid 2 is eveneens van toepassing op de in artikel 28 en 33 van de Wet Bibob bedoelde derde, met dien verstande dat alleen die onderdelen uit het advies worden verstrekt wordt zover het op hem betrekking heeft.

3. Adviestermijn

 

  • 1.

    Indien de gemeente Meerssen een advies aanvraagt bij het Bureau Bibob, wordt op grond van artikel 31 van de Wet Bibob, de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking dient te worden gegeven, opgeschort voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies door het Bureau in behandeling wordt genomen en eindigt met de dag waarop het advies is ontvangen, met dien verstande dat deze opschorting niet langer duurt dan de termijn, zoals genoemd in artikel 15, lid 1 van de Wet Bibob.

  • 2.

    Indien het Bureau het advies niet binnen de in lid 1 gestelde termijn kan geven, heeft het de mogelijkheid om op grond van artikel 15, lid 3 van de Wet Bibob, de termijn te verlengen. Deze verlenging bedraagt niet meer dan de termijn, genoemd in artikel 15, lid 3 van de Wet Bibob.

  • 3.

    Het Bestuursorgaan informeert betrokkene onverwijld over een verlenging als bedoeld in het vorige lid.

  • 4.

    De verlenging van de adviestermijn van het Bureau, alsmede eventuele tijdelijke opschorting van de adviestermijn van het Bureau in gevallen als bedoeld in artikel 15, lid 2 van de Wet Bibob, leiden tot een verdere opschorting van de wettelijke beslistermijn op de beschikking.