Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Elburg

Standplaats- en Ventvergunningenbeleid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieElburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingStandplaats- en Ventvergunningenbeleid
CiteertitelStandplaats- en ventvergunningenbeleid voor de gemeente Elburg 2006
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4:83 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  4. Algemene Plaatselijke Verordening
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2006Geconsolideerde regelgeving

13-09-2005

Website gemeente Elburg

Tekst van de regeling

Intitulé

Standplaats- en Ventvergunningenbeleid

Burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg;

 

het gewenst is om beleidsregels vast te stellen omtrent de uitleg van de wettelijke voorschriften in de APV, de Grondwet, de Gemeentewet, de Wet Milieubeheer, de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de Colportagewet, de Warenwet en de Winkeltijdenwet, omdat deze wetten grenzen stellen aan het bedrijven van handel;

 

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

artikel 5:14 tot en met 5:20 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Elburg;

 

b e s l u i t vast te stellen de volgende beleidsregel: Standplaats- en Ventvergunningenbeleid van de gemeente Elburg2006

Hoofdstuk 1. Richtlijnen

Artikel 2.  

De vergunning wordt bij burgemeester en wethouders schriftelijk aangevraagd.

Artikel 3.  

Een vergunning wordt slechts afgegeven aan één handelingsbekwaam, natuurlijk persoon.

Artikel 4.  

De vergunninghouder vent en neemt de standplaats persoonlijk in. Afstaan aan een ander of in gebruik geven aan een ander is niet toegestaan. De vergunninghouder mag zich wel op de standplaats of bij het venten doen bijstaan. De vergunninghouder en degene die hem bijstaat mogen zich niet schuldig maken aan wangedrag of bedrog. Een vergunninghouder die wegens ziekte verhinderd is van de vergunning gebruik te maken licht het college hierover schriftelijk in en kan zich laten vervangen. Desgevraagd overlegt de vergunninghouder in verband met de verhindering een geneeskundige verklaring. In (andere) bijzondere omstandigheden – ter beoordeling van het college – kan de vergunninghouder zich laten vervangen. Desgevraagd overlegt de vergunninghouder in verband met zijn verhindering een bewijsstuk.

Artikel 5.  

De aanvrager is in het bezit van een geldig Bewijs van Registratie afgegeven door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel en Ambacht van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel, Afdeling Markt-, Straat- en Rivierhandel en een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel en Fabrieken.

Artikel 6.  

Het gebruik van een standplaats of het venten kan, aan de hand van het onder artikel 5 genoemde Bewijs van Registratie, worden beperkt tot één branche of een onderdeel daarvan.

Artikel 7.  

De aanvrager kan zich desgevraagd legitimeren met een door een officiële instantie afgegeven identiteitsbewijs (d.i. geen rijbewijs, wel een paspoort of ID-kaart) met een goed gelijkende foto.

Artikel 8.  

De aanvrager beschikt over een WA-verzekering, die hetzij individueel is afgesloten, hetzij collectief is afgesloten door een marktbond of andere organisatie. De vergunninghouder verstrekt bewijs van lidmaatschap of bewijs dat de verschuldigde premie is voldaan.

Artikel 9.  

De vergunninghouder plaatst een mand, bak of soortgelijk voorwerp in of nabij het verkooppunt op een duidelijk zichtbare plaats, waarin het publiek papier, etensresten, verpakkingsmateriaal en ander afval kan achterlaten en draagt ervoor zorg dat deze (afval-)bak steeds tijdig wordt geledigd. Ook verwijdert de vergunninghouder na het ophouden met verkopen de in de nabijheid van de verkoopplaats op de weg achtergebleven stoffen of voorwerpen, voorzover die kennelijk uit of van het verkooppunt afkomstig zijn.

Artikel 10.  

De vergunninghouder vrijwaart de gemeente van aansprakelijkheid voor elke vorm van schade, toegebracht aan zaken van de gemeente (zoals bestrating), aan derden en aan zaken van derden, die is toe te rekenen aan het gebruikmaken van de vergunning.

Artikel 11.  

De vergunninghouder volgt de aanwijzingen van politie en/of door ons daartoe aangewezen ambtenaren stipt op.

Artikel 12.  

De bepalingen van de Winkeltijdenwet gelden op grond van artikel 2 van die wet ook voor de ambulante handel. Voor de zondag wordt derhalve geen vergunning verleend. De vergunning wordt afgegeven voor minstens één dag en hoogstens zes dagen per week.

Artikel 13.  

Bij de eerste aanvraag geldt een eventuele vergunning voor twaalf maanden. Bij herhalingsaanvragen kan de vergunning desgevraagd voor een langere periode worden verleend, doch nooit langer dan een periode langer dan vijf jaar.

Artikel 14.  

Op grond van artikel 1.6 APV kan een vergunning (tijdelijk) worden ingetrokken of gewijzigd indien:

  • 1.

    Na het verlenen van de vergunning de omstandigheden of inzichten veranderd zijn;

  • 2.

    Voorschriften en beperkingen niet worden nagekomen;

  • 3.

    De aanvrager er zelf om verzoekt;

  • 4.

    Ter verkrijging van de vergunning onjuiste en/of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • 5.

    Gedurende een redelijke termijn geen gebruik van de vergunning is gemaakt.

Artikel 15.  

Het college of door ons daartoe aangewezen ambtenaren wijst/wijzen de exacte locatie van de standplaats aan.

Artikel 16.  

Bij het indienen van een aanvraag om een standplaatsvergunning zijn leges verschuldigd.

Artikel 17.  

De standplaatsvergunning is locatiegebonden, hetgeen betekent dat de standplaats alleen ingenomen kan worden op de locatie waarvoor de vergunning geldt.

Artikel 18.  

Een aanvrager voor een standplaatsvergunning heeft de mogelijkheid om voor meerdere locatie vergunning aan te vragen, mits steeds wordt voldaan aan het bepaalde onder artikel 16 en 17.

Artikel 19.  

Standplaatsvergunninghouders houden rekening met het feit dat zij, op momenten dat er braderieën of andere evenementen worden gehouden op de toegewezen locatie, geen gebruik kunnen maken van hun vergunning.

Artikel 20.  

Het is de houders van een ventvergunning verboden ten behoeve van de verkoop stil te staan binnen een afstand van 100 meter van een winkelier of andere vergunninghouder, indien dit dezelfde branche betreft.

Artikel 21.  

Bij het indienen van een aanvraag om een ventvergunning zijn leges verschuldigd.

Artikel 22.  

Ventvergunninghouders houden rekening met eventuele evenementen en onthouden zich van gedragingen die kunnen leiden tot overlast voor de organisatie of bezoekers van dat evenement.

Hoofdstuk 2. Voorschriften

Artikel 23. Algemeen

Aan de hand van de in de APV vastgestelde weigeringsgronden en het hierop gebaseerde beleid kan getoetst worden of de gevraagde vergunning kan worden verstrekt. Een vergunning is persoonsgeboden en is derhalve niet overdraagbaar. In de vergunning wordt in elk geval opgenomen:

  • 1.

    Voor welke dag of dagen per week zij geldt;

  • 2.

    De goederen die verkocht mogen worden;

  • 3.

    De locatie(s);

  • 4.

    De tijdstippen.

Paragraaf 1. Voorschriften aan standplaatsvergunningen

Artikel 24.  

Met inachtneming van de genoemde richtlijnen worden aan elke standplaatsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften verbonden:

  • a.

    De juiste plaatsbepaling/tijdstippen;

  • b.

    De vergunninghouder dient tijdens het innemen van een standplaats in het bezit te zijn van een geldig bewijs van Registratie afgegeven door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel en Ambacht van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel, Afdeling Markt-, Straat- en Rivierhandel en een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel en Fabrieken.

  • c.

    De vergunninghouder verwijdert na het ophouden met verkopen de in de nabijheid van de verkoopplaats op de weg achtergebleven stoffen of voorwerpen, voorzover die kennelijk uit of van het verkooppunt afkomstig zijn.

  • d.

    De vergunning dient bij het innemen van de standplaats en tijdens de openingstijden desgevraagd te worden getoond.

  • e.

    De vergunninghouder vrijwaart de gemeente van aansprakelijkheid voor elke vorm van schade, toegebracht aan zaken van de gemeente (zoals bestrating), aan derden en aan zaken van derden, die is toe te rekenen aan het gebruikmaken van de vergunning.

  • f.

    De vergunninghouder volgt de aanwijzingen van politie en/of door ons daartoe aangewezen ambtenaren stipt op.

  • g.

    In verband met bijzondere gelegenheden, evenementen en dergelijke kan een andere locatie worden aangewezen dan waarvoor vergunning is verleend.

Artikel 25. Aanwijzing locaties

Teneinde de beoordeling te vereenvoudigen zijn in de gemeente Elburg geschikte locaties geïnventariseerd en als standplaatslocaties aangewezen. Bij de aanwijzing van de locaties is rekening gehouden met het feit dat het voor standplaatshouders belangrijk is dat zij op plaatsen staan waar veel mensen bij elkaar kunnen komen. Daarnaast is bij de aanwijzing rekening gehouden met het voorkomen en beperken van overlast, de verkeersveiligheid en –vrijheid en het uiterlijk aanzien van de kern. De locaties zijn:

  • a.

    Elburg vesting, inclusief gebied beschermd stadsgezicht Buiten de Veste + haven;

  • b.

    Elburg: winkelcentrum De Vrijheid;

  • c.

    Doornspijk: kernwinkelgebied (Fa. Vlieger en Van Boven tot IJssalon De Melkbus);

  • d.

    De Hoge Enk: parkeerterrein nabij Ons Huus;

  • e.

    't Harde: winkelcentrum 't Harde;

  • f.

    Overig: parkeerplaats aan de Eperweg te 't Harde, onbepaalde locatie aan het Veluwemeer en Drontermeer.

Voor de woonwijken Molendorp, Oosthoek, Achterweg, Kerkenland en De Pal worden geen locaties aangewezen, omdat daar op grond van het te voeren beleid, geen standplaatsvergunningen worden verstrekt, doch slechts ventvergunningen.

Artikel 26. Tijdstippen waarop standplaatsen mogen worden ingenomen

In de Winkeltijdenwet zijn tijden opgenomen waarbinnen de straathandel mag worden uitgeoefend. Deze tijden zijn: werkdagen tussen 6.00 uur en 22.00 uur (maandag t/m vrijdag of maandag t/m zaterdag). Aan de Winkeltijdenwet liggen geen motieven van openbare orde ten grondslag.

Paragraaf 2. Voorschriften aan ventvergunningen

Artikel 27.  

Met inachtneming van de genoemde richtlijnen worden aan elke ventvergunning in ieder geval de volgende voorschriften verbonden:

  • a.

    De vergunninghouder dient tijdens het venten in het bezit te zijn van een geldig bewijs van Registratie afgegeven door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel en Ambacht van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel, Afdeling Markt-, Straat- en Rivierhandel en een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel en Fabrieken.

  • b.

    Tijdens het venten dienen de regels die gesteld zijn bij of krachtens de Wegenverkeerswetgeving in acht worden genomen: de vergunninghouder dient er op toe te zien dat de verkeersveiligheid door de verkoopactiviteiten niet in gevaar wordt gebracht.

  • c.

    Het gebruik van optische en geluidssignalen, ander dan ter afwending van dreigend gevaar, is niet toegestaan.

  • d.

    De vergunninghouder vrijwaart de gemeente van aansprakelijkheid voor elke vorm van schade, toegebracht aan zaken van de gemeente (zoals bestrating), aan derden en aan zaken van derden, die is toe te rekenen aan het gebruikmaken van de vergunning.

  • e.

    De vergunninghouder volgt de aanwijzingen van politie en/of door ons daartoe aangewezen ambtenaren stipt op.

  • f.

    Het is verboden ten behoeve van de verkoop stil te staan binnen een afstand van 100 meter van een winkelier of andere vergunninghouder, indien dit dezelfde branche betreft.

  • g.

    Vergunninghouder houdt rekening met eventuele evenementen en onthoudt zich van gedragingen die kunnen leiden tot overlast voor de organisatie of bezoekers van dat evenement.

Hoofdstuk 3. Toepassing maximumstelsel

Artikel 28.  

Voor het uitgeven van vergunningen wordt een maximumstelsel gehanteerd. Indien het aantal aanvragen voor en vergunning groter is dan het vastgestelde maximum worden deze branchegewijs (niet op volgorde van binnenkomst) op een wachtlijst gezet. Wanneer er een plaats vrij komt kan er een aanvrager van de wachtlijst worden gehaald. Vervolgens wordt bepaald wie (en dus welke branche) er wordt benaderd. Kandidaten uit de wachtlijst gaan voor als er een plek vrij komt en er staat geen kandidaat uit de gezocht branche op de lijst om de vrijgekomen plek in te vullen.

Artikel 29.  

Ventvergunningen en standplaatsvergunningen zijn niet zondermeer uitwisselbaar. Alleen op het moment van het ontbreken van kandidaten én het bestaan van een wachtlijst mogen vergunningen worden omgezet. Anders is er simpelweg een plek vrij.

Artikel 30.  

Met behulp van elementen van openbare orde, verkeersveiligheid en ruimtelijk aanzien vindt een verdeling van het maximum aantal plaatsen per kern over het grondgebied van de gemeente Elburg plaats. In een aantal gevallen is regulering van de vergunninguitgifte onder verwijzing naar het MKB-rapport door middel van een branchebeding mogelijk.

Artikel 31.  

Voorkomen dient te worden dat er een permanente voorziening vervalt ten gunste van een voorziening welke slechts één of enkele uren geboden wordt, waardoor het verzorgingsniveau ter plaatse wordt aangetast.

Artikel 32.  

De volgende branches worden onderscheiden:

1. Food:

  • a.

    Aardappel, groente en fruit

  • b.

    Zuivelproducten (melk, boter, kaas en eieren)

  • c.

    Snacks, belegde broodjes, patates frites en ijs

  • d.

    (Vietnamese) loempia's

  • e.

    Poelierswaren

  • f.

    Brood, koek en banket

  • g.

    Chocola, drop en suikerwerken

  • h.

    Stroopwafels (uitsluitend ter plaatse bereid)

  • i.

    Vlees en vleeswaren

  • j.

    Noten en verduurzaamde zuidvruchten

  • k.

    Reformartikelen

  • l.

    Kruiden, specerijen, thee en koffiesoorten

  • m.

    Rijsttafelartikelen

  • n.

    Diepvriesartikelen

  • o.

    Oliebollen

  • p.

    Vis

2. Non-food:

  • a.

    Bloemen en planten

  • b.

    Kleding

  • c.

    Huishoudelijke en geschenkartikelen

  • d.

    Drogisterijartikelen

  • e.

    Diervoer en benodigdheden

  • f.

    Schoeisel

  • g.

    Tassen, koffers, veters, schoenreparatie

  • h.

    Horloges en sieraden

  • i.

    Speelgoed

  • j.

    Lectuur en posters

  • k.

    Wenskaarten, hobbyartikelen

  • l.

    Geluid- en beelddragers

  • m.

    Ijzerwaren en motortechnische artikelen

  • n.

    Kerstbomen

  • o.

    Kleinvakartikelen

Artikel 33.  

De branches ‘oliebollen’ en 'kerstbomen’ vallen – gelet op de seizoensgebondenheid – niet onder het maximumstelsel.

Artikel 34.  

Het aantal standplaatsen per locatie bedraagt:

  • a.

    Elburg vesting: twee standplaatsen;

  • b.

    Elburg, winkelcentrum De Vrijheid: twee standplaatsen, waarbij de aanvrager van een standplaats middels een distributie-planologisch onderzoek moet aantonen dat er marktruimte is voor de aanvrager, en er geen standplaatsvergunningen voor koopavonden en zaterdagen worden afgegeven (de huidige standplaatsvergunning valt onder het overgangsrecht);

  • c.

    Doornspijk: drie standplaatsen, waarbij de aanvrager van een standplaats middels een distributie-planologisch onderzoek moet aantonen dat er marktruimte is voor de aanvrager;

  • d.

    De Hoge Enk: geen standplaatsen (de huidige standplaatsvergunning valt onder het overgangsrecht);

  • e.

    't Harde: twee standplaatsen, waarbij de aanvrager van een standplaats middels een distributie-planologisch onderzoek moet aantonen dat er marktruimte is voor de aanvrager, en er geen standplaatsvergunningen voor koopavonden en zaterdagen worden afgegeven (de huidige standplaatsvergunning valt onder het overgangsrecht en waarbij de zaterdagmorgenmarkt buiten beschouwing wordt gelaten.

  • f.

    Parkeerplaats aan de Eperweg tussen 't Harde en Elburg: een standplaats;

  • g.

    Veluwemeer en Drontermeer: twee standplaatsen voor 'koek-en-zopietenten' tijdens vorstperiode.

Artikel 35.  

In Elburg vesting worden geen ventvergunningen uitgegeven.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 36. Overgangsrecht

Standplaatshouders en venters, die reeds voor inwerkingtreding van het onderhavige beleid een standplaats innemen of venten hebben rechten verworven. Het intrekken van de aan hen verstrekte vergunning zou in strijd zijn met die rechten. Zij kunnen dan ook gebruik maken van hun vergunning, maar indien zij hun standplaats willen wijzigen naar een nadere dag of locatie, dan zullen de dan van kracht zijnde beleidsregels worden gehanteerd.

Artikel 37. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2006.

2. Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Standplaats- en ventvergunningenbeleid voor de gemeente Elburg 2006.

 

 

 

 

 

Artikel 1. Algemeen

Het is van belang om de uitvoering van het standplaats- en ventvergunningenbeleid en de toepassing van het maximumstelsel op een heldere wijze weer te geven. Hiertoe is een aantal standaardvoorwaarden en richtlijnen geformuleerd, waarmee bij de beoordeling van aanvragen rekening wordt gehouden.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg op 13 september 2005.

Burgemeester: drs. H. Visser

Secretaris: K. van der Linde

Bijlage 1. Toelichting op locaties

1. Elburg vesting (inclusief beschermd stadsgebied Buiten de Veste en haven)

De vesting Elburg vormt het historische, en het functionele hart van Elburg. Ten opzichte van de overige bebouwing van Elburg ligt de oude binnenstad enigszins geïsoleerd. De kern Elburg telt ca. 11.000 inwoners. Tussen deze wijken en de binnenstad bevindt zich een open ruimte van ongeveer 300 meter. In de wijk ten zuiden van de binnenstad (Molendorp) wonen ruim 1500 inwoners. Ook deze wijk is ruimtelijk gescheiden van de binnenstad.

De binnenstad zelf telt plm. 875 inwoners. Het aantal woningen in de binnenstad bedraagt 444. De belangrijkste gemeentelijke centrumvoorzieningen op het vlak van de consument zijn verzorgende bedrijven (detailhandel en horeca) zijn in Elburg-vesting gevestigd, met uitzondering van de supermarktbranche. Vlak bij de vesting is deze sector aanwezig met een De Boer-supermarkt. Tevens wordt op een gedeelte van de een parkeerplaats op dinsdagmorgen warenmarkt gehouden (plm. 35 standplaatsen). De winkelvoorzieningen in de vesting hebben een lokale en beperkt streekverzorgende functie.

De historische binnenstad van Elburg heeft een fraaie, maar zeer kleinschalige bebouwing. Om het historisch karakter van de stad te behouden zijn de mogelijkheden voor modernisering van gebouwen aan beperkingen geboden. Het gebied buiten de veste is aangewezen als beschermd stadsgezicht. De cultuurhistorische waarde en stedenbouwkundige waarde van het gebied dient zoveel mogelijk gerespecteerd te worden en noodzakelijke ontwikkelingen die tot veranderingen van het gegeven zouden leiden moeten worden vormgegeven op een wijze die het karakter van het gebied niet aantast. Momenteel worden de volgende twee standplaatsen ingenomen: (1) een permanente standplaats voor de verkoop van vis op de Vischmarkt, en (2) een standplaats voor de verkoop van ijs gedurende de zomermaanden, eveneens op de Vischmarkt.

Ventvergunningen worden niet verstrekt doordat hierdoor de verkeersveiligheid en –vrijheid in het gedrang kan komen. De aanwezigheid van voertuigen van venters kan met name in drukke straten onveilige situaties veroorzaken en een vlotte doorgang van het verkeer belemmeren. De volgende drie criteria spelen een belangrijke rol bij het toewijzen van een standplaatsvergunning: (1) het uiterlijk aanzien van de gemeente; (2) het bestemmingsplan; (3) de verkeersvrijheid en –veiligheid.

Op grond van het bestemmingsplan is het verboden de betreffende standplaatsen te gebruiken voor detailhandelsdoeleinden (ambulante handel). Hiervan kan vrijstelling worden verleend. De in 2002 geïnstalleerde begeleidingscommissie Binnenstad, bestaande uit bewoners en ondernemers van de vesting, heeft geadviseerd zo min mogelijk standplaatsen binnen en rondom de vesting meer beschikbaar te stellen. De historische vesting is het visitekaartje van Elburg. Het uiterlijk van de monumentale vesting is zeer belangrijk. Elke inbreuk hierop moet worden voorkomen. Deze commissie is van mening dat de viskraam op de Vischmarkt en een ijscokarretje standplaats kan blijven innemen, mits voorwaarden worden gesteld aan de uiterlijke verschijningsvorm. Daarnaast is de begeleidingscommissie van mening geen standplaatsen beschikbaar te stellen op en nabij de rondom de vesting gesitueerde parkeerplaatsen. Het innemen van standplaatsen kan de veiligheid en vrijheid van het verkeer in gevaar brengen.

Standplaatsen kunnen leiden tot een – in omvang en/of in tijd – ongewenste verkeersaantrekkende werking. Standplaatsen kunnen het uitzicht van verkeersdeelnemers belemmeren, voetgangers en fietsers kunnen gedwongen worden om gebruik te moeten maken van een rijbaan indien een standplaats wordt ingenomen op een (smal) trottoir of in een smalle berm of wanneer veel wachtende consumenten bij de kraam staan, het innemen van standplaatsen op parkeergelegenheden vermindert het beschikbare aanbod van parkeerplaatsen, hetgeen aanleiding kan zijn tot verkeersonveilige situaties ter plaatse of elders, tevens kunnen standplaatsen obstakels vormen op onoverzichtelijke of anderszins onveilige situaties. MKB Reva rapporteert dat met betrekking tot het aantal te verlenen standplaatsvergunningen landelijk als norm wordt gehanteerd één dagvergunning op 1.000 inwoners in het verzorgingsgebied.

Verder dient er distributief gezien ruimte in de markt te zitten. Met deze twee uitgangspunten wordt voor de gemeente Elburg per winkelgebied geanalyseerd hoeveel en aan welke branches standplaatsvergunningen kunnen worden verstrekt. In de binnenstad en de aangrenzende wijk ten zuiden (Molendorp) wonen gezamenlijk bijna 2.500 inwoners. Dit biedt ruimte voor twee dagvergunningen. Momenteel zijn in en nabij de vesting twee vergunningen voor standplaatsen verleend, te weten voor ijs en vis. Verder wordt er op dinsdagmorgen op de parkeerplaats buiten de vesting een warenmarkt gehouden met ca. 35 plaatsen. Deze valt buiten het beleid ten aanzien van standplaatsvergunningen. Met deze twee standplaatsen is er in en nabij de vesting geen ruimte voor extra standplaatsen. Bovendien worden extra standplaatsen binnen de vesting niet toegestaan in het bestemmingsplan.

2. Elburg, winkelcentrum De Vrijheid

Het betreft een compleet buurtwinkelcentrum met een aanbod dat zich voornamelijk richt op de dagelijkse verzorging van de consumenten (8.000) van de woonwijken ten oosten van de historische vesting Elburg. De volgende 16 vestigingen zijn in het winkelcentrum gehuisvest: twee supermarkten, drogist, bakker, slager, groenteboer, bloemist, schoemakerij, gemakswinkel (wenskaarten, tabak, tijdschriften etc.), elektronische artikelen, snackbar, videowinkel, bank, textiel, kapsalon, fotozaak.

Planologisch is het mogelijk twee standplaatsen in gebruik te nemen. Standplaatsvergunning i afgegeven gedurende een dagdeel voor de volgende branches: kleding (2x), vis (2x), (Vietnamese) loempia's, poelierswaren, brood-, koek- en banket (2x).

Door de omvang van het winkelaanbod en de aanwezigheid van twee supermarkten zijn er in alle branches meerdere aanbieders. De regulering van de vergunninguitgifte voor venters en standplaatsen blijft daarom beperkt tot het bepalen van een maximum. Blijkens het MKB Reva rapport biedt De Vrijheid ruimte voor 8 dagvergunningen voor standplaatsen. Momenteel worden aan aanbieders in de volgende branches vergunningen verleend: vis (2x), Vietnamese loempia’s, vrijetijds(dames)kleding, brood-, koek- en banket (2 vergunningen) en poelierswaren. Dit betekent dat nog één dagvergunning verleend kan worden. Echter, uit de draagvlakanalyse blijkt dat met betrekking tot de versspeciaalzaken in de foodsector er in Elburg geen distributieve ruimte meer is. Bovendien zijn in winkelcentrum De Vrijheid alle gangbare versbranches vertegenwoordigd. Daarom wordt ten aanzien van aanbieders in de foodsector geadviseerd geen standplaatsvergunningen meer af te geven, tenzij door de aanvrager middels een distributie planologisch onderzoek wordt aangetoond dat er toch ruimte voor is. Ook voor non-broodbranches geldt dat middels een distributie planologisch onderzoek dient te worden aangetoond dat er marktruimte is. Een gedeelte van de parkeerplaats wordt beschikbaar gesteld voor het innemen van een standplaats. De bezetting van de beschikbare parkeerplaatsen is gedurende de koop- avond en de zaterdag erg hoog. Vanuit een oogpunt van verkeer is het ongewenst dat tijdens deze tijd- stippen standplaats wordt ingenomen. Het innemen van standplaatsen op parkeergelegenheden vermindert het beschikbare aanbod van parkeerplaatsen, hetgeen aanleiding kan zijn tot verkeersonveilige situaties ter plaatse of elders. Daarnaast kunnen standplaatsen leiden tot een ongewenste verkeersaantrekkende werking. Momenteel worden er gedurende deze tijdstippen twee standplaatsen (vis en loempia’s op de zaterdag) ingenomen. Deze standplaats valt onder het overgangsrecht. Nieuwe standplaatsvergunningen gedurende de koopavond en de zaterdag kunnen niet meer worden uitgegeven.

3. Doornspijk

Het aantal inwoners van de kern Doornspijk bedraagt ongeveer 1525. In de nabije omgeving van deze kern wonen ongeveer 1500 personen. Het aantal winkels is de laatste jaren drastisch teruggelopen.

Twee buurtsupers zijn in 2004 gestopt. Het huidige winkelbestand is als volgt: supermarkt, kleding, slager, kapsalon, bloemist, slijter, twee horecabedrijven, horloges-, en sieraden, elektronische artikelen, ijssalon, bank, twee bouwmarkten. Daarnaast zijn er twee winkelwagens actief.

Standplaatsvergunning is afgegeven gedurende een dagdeel voor de volgende branches: vis en brood, koek en banket.

Gezien het aantal inwoners is het aantal standplaatsen van drie voldoende. Blijkens het MKB-Reva rapport is er in Doornspijk ruimte is voor drie standplaatsvergunningen. Momenteel zijn er twee afgegeven, aan vis en brood/koek/banket. Er is dus nog een ruimte voor één vergunningen. Wanneer er een verzoek wordt ingediend om een nieuwe vergunning, dient voor zowel de foodsector als voor de non-foodsector, middels een distributie planologisch onderzoek te worden aangetoond dat hier ruimte voor is.

4.De Hoge Enk

Het aantal inwoners van deze kern bedraagt enkele honderden personen. Winkels zijn niet (meer) aanwezig. Wel wordt de kern bezocht door enkele rijdende winkels. Een dagdeel per week wordt standplaats op het parkeerterrein nabij Ons Huus ingenomen voor de verkoop van vis. Blijkens het huidige bestemmingsplan mag ter plaatse geen standplaats worden ingenomen. De huidige standplaats valt onder Overgangsrecht. MKB Reva rapporteert dat gelet op het aantal bewoners er geen ruimte is voor een standplaatsvergunning. Momenteel wordt er één standplaats (vis) ingenomen, welke echter onder overgangsrecht valt. Nieuwe standplaatsvergunningen kunnen niet worden uitgegeven.

5. 't Harde

Het betreft een compleet buurtwinkelcentrum met een aanbod dat zich voornamelijk richt op de dagelijkse verzorging van de consumenten (ongeveer 6.300). De volgende vestigingen zijn in het winkelcentrum gehuisvest: supermarkt (2x), drogist (2x), bakker, bloemist (3x), schoenen, boeken / kantoorartikelen, juwelier, rijwielhandel, slijter, video, huishoudartikelen, tweedehands-artikelen, dierenbenodigdheden, restaurant, kapsalon (5x), fotozaak, kleding, slijter.

In het winkelcentrum is het planologisch mogelijk twee standplaatsen in gebruik te nemen. Standplaatsvergunning is afgegeven gedurende een dagdeel voor de volgende branches: (Vietnamese) loempia's, zuivelproducten, vis (2x), vlees en vleeswaren, aardappelen / groente / fruit, kleding (2x).

MKB Reva rapporteert dat gelet op het verzorgingsgebied van ’t Harde er ruimte is voor maximaal zes dagvergunningen. De zaterdagmorgen markt, die officieel uit standplaatsvergunningen bestaat, wordt distributief gezien als warenmarkt beschouwd. Deze standplaatsen zullen daarom in deze notitie buiten beschouwing worden gelaten. Verder zijn er voor ’t Harde acht standplaatsvergunningen verleend in de volgende branches: Vietnamese loempia’s, zuivel, vis (2x), vlees en vleeswaren, aardappelen, groente en fruit, kleding en oliebollen.

Dit betekent dat er geen ruimte is voor nieuwe standplaatsvergunningen. Overigens is het momenteel bestaande aanbod op de standplaatsen in de foodsector een goede aanvulling op het winkelbestand, want in ’t Harde zijn geen groenteboer, slagerij en viszaak meer. Mocht er door het wegvallen van huidige vergunningen weer ruimte zijn voor een nieuwe standplaatsvergunning, dan zou voor de foodsector als de non-foodsector gelden dat de aanvrager met een distributie planologisch onderzoek uit dient te wijzen dat er ruimte in de markt is.

Een gedeelte van de parkeerplaats wordt beschikbaar gesteld voor het innemen van een standplaats. De bezetting van de beschikbare parkeerplaatsen is gedurende de koopavond en de zaterdag erg hoog. Vanuit een oogpunt van verkeer is het ongewenst dat tijdens deze tijdstippen standplaats wordt ingenomen. Het innemen van standplaatsen op parkeergelegenheden vermindert het beschikbare aanbod van parkeerplaatsen, hetgeen aanleiding kan zijn tot verkeersonveilige situaties ter plaatse of elders. Daarnaast kunnen standplaatsen leiden tot een ongewenste verkeersaantrekkende werking.

6. Overig

Parkeerplaats aan de Eperweg tussen ’t Harde en Elburg: op de parkeerplaats (picknickplaats) tussen de kernen ’t Harde en Elburg wordt permanent standplaats ingenomen voor de verkoop van snacks. Tegen het innemen van één standplaats op deze locatie bestaan geen planologische bezwaren.

Veluwemeer en Drontermeer: tijdens een vorstperiode worden twee standplaatsen als ‘koek-en-zopietent’ in gebruik genomen op het Veluwemeer en Drontermeer. Uit een oogpunt van openbare orde zijn meerdere standplaatsen ongewenst. Over het innemen van standplaatsen op deze locaties is planologisch niets geregeld. Gelet op et zeer speciale karakter van deze standplaatsen, dat het ondoenlijk is een exacte locatie aan te wijzen en het feit dat gedurende een bepaalde periode ijs en weder dienende standplaats ingenomen kan worden gerechtvaardigd dat in afwijking van het bestemmingsplan maximaal twee standplaatsen beschikbaar worden gesteld.

Innemen van standplaatsen in het buitengebied: in het buitengebied van de gehele gemeente worden de consumenten bediend door rijdende winkelwagens. Het innemen van standplaatsen wordt met uitzondering van het bepaalde onder 1 planologisch geweerd. Er zijn geen redenen hiervan af te wijken.

Woonwijk Molendorp: in de woonwijk Molendorp zijn geen winkels gevestigd.