Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Almere

Suppletie GKB-lening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlmere
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSuppletie GKB-lening
CiteertitelSuppletie GKB-lening
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-09-2011geconsolideerde beleidsregel

25-07-2011

Almere Vandaag d.d. 27-08-2011

geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Suppletie GKB-lening

Het college van burgemeester en wethouders van Almere,

 

Besluit:

 

vast te stellen de navolgende beleidsregel Suppletie GKB-lening

 

 

Belanghebbende dient, behalve bij goederen van medische aard, in eerste instantie altijd te worden verwezen naar een krediet verlenende instelling (Kredietbank Nederland (KN)): dit is een voorliggende voorziening.

 

In eerste instantie wordt belanghebbende altijd doorverwezen naar de KN. Als de KN overweegt een lening te verstrekken waarvan de rente en aflossing hoger zijn dan het van toepassing zijnde aflossingsbedrag volgens de normenlijst, kan er mogelijk aanvullende bijstand (een suppletie) worden verstrekt voor de betaling van rente en aflossing. Hiervoor is het echter nodig dat er een samenwerkingsverband bestaat tussen de krediet verlenende instelling en de afdeling sociale zaken.

 

De cliënt dient voor bijstand voor de betaling van rente en aflossing een aparte bijstandsaanvraag in te dienen. Hierop volgen rapportage, besluit en beschikking. De KN ontvangt een kopie van de toekenningsbeschikking. Behoudens noodsituaties worden door de dienst geen voorschotten op de financiering van de KN, of een andere krediet verlenende instelling, verstrekt. Bijvoorbeeld als anders de noodzakelijke verhuizing niet kan plaats vinden.

 

Wanneer aanvullende bijstand voor betaling van rente en aflossing?

 

Er kan bijstand voor betaling van rente en aflossing van een krediet worden verleend, indien de gemeente op grond van de geldende criteria tot bijstandsverlening in de vorm van een lening zou zijn overgegaan.

 

Voorbeeld:

In het geval van echtscheiding komt een vrouw bij de dienst en vraagt leenbijstand voor inrichtingskosten voor de aan haar toegewezen woning. Zij heeft (inclusief rente) € 2285,- nodig en wordt verwezen naar de KN. Zij kan dit bedrag lenen en dient maandelijks, gedurende 36 termijnen een bedrag te betalen van € 65,- (rente en aflossing). Zij voldoet aan de voor inrichtingskosten geldende criteria (noodzakelijke kosten, niet-voorzienbaar en de mogelijkheden tot reservering ontbreken: zie daarvoor het desbetreffende hoofdstuk). De minimum-aflossing is (stel) € 45,38 per maand. Zij ontvangt slechts de "kale" bijstandsnorm. In dit geval is het mogelijk aanvullende bijstand te verstrekken tot een bedrag van € 19,62 per maand, te weten € 65,- per maand (betaling aan de KN) minus € 45,38 (minimum aflossing).

 

Aanpassing van suppletie speelt bij:

  • bij een wijziging van het minimum-aflossingsbedrag;

  • bij een wijziging van de financiële en/of persoonlijke omstandigheden;

  • bij beëindiging van de uitkering.

 

Wijze van betaling van bijstand voor rente en aflossing:

De bijstand voor rente en aflossing wordt uitbetaald aan de Kredietbank Nederland nadat belanghebbende hiervoor een machtiging heeft ondertekend.

 

Aanvragen van werkende of uitkeringsgerechtigde niet-cliënten:

Ook werkende of uitkeringsgerechtigde niet-cliënten komen voor bijstand voor rente en aflossing op kredieten, verleend door krediet verlenende instellingen in aanmerking. De situatie moet dan zodanig zijn dat SZ (Sociale Zaken) anders over zou gaan tot het verstrekken van een lening.

 

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 september 2011.

 

 

 

Aldus vastgesteld,

Almere, 25 juli 2011

Burgemeester en wethouders van Almere,

namens hen,

Directeur Publiekszaken

H. van Oosten