Organisatie | Smallingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Integraal horecabeleid gemeente Smallingerland 2007 |
Citeertitel | Integraal horecabeleid gemeente Smallingerland 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-02-2008 | nieuwe regeling | 05-02-2008 Breeduit, 14-02-2008 |
De gemeente Smallingerland heeft in 1997 voor het eerst integraal horecabeleid geformuleerd. In 2000 is de Drank- en Horecawet gewijzigd. Het voorliggende nieuwe gemeentelijke horecabeleid richt zich niet alleen op de veranderingen in de wetgeving, maar ook op maatschappelijke veranderingen zoals andere uitgaanspatronen en nieuwe bedrijfsformules in de horecasector. Voorts zijn er in dit beleid accenten gelegd op zaken die de veiligheid en leefbaarheid bevorderen.
De volgende hoofdonderwerpen vormen de speerpunten van het nieuwe integrale horecabeleid.
Er wordt gestreefd naar een goede balans tussen de ontwikkelingsmogelijkheden van horecabedrijven en die van de woon-, werk- en winkelfuncties in de omgeving.
Met name in het horecaconcentratiegebied de Kaden is aandacht nodig voor andere functies die de vitaliteit van dit gebied betreffen. Het beleid dat in het afgelopen decennium is gevoerd terzake het beperken van nieuwe horecavestigingen in dit gebied, wordt in het nieuwe integrale horecabeleid gecontinueerd. Parallel hieraan, biedt het nieuwe beleid mogelijkheden voor nieuwe dag- en avondhoreca in andere delen van het centrum van Drachten. Voor het realiseren van deze nieuwe visie in het horecabeleid is een vestigingsbeleid nodig dat verankerd wordt in het ruimtelijke beleid. Het bestemmingsplan is hiervoor een belangrijk instrument.
Met het oog op meer aandacht voor veiligheid, wordt in de exploitatievergunning een veiligheidsplan verplicht gesteld voor horecabedrijven waarin meer dan 250 personen (bij evenementen 200) kunnen verblijven. Voorts blijft toezicht door politie en SVS in de openbare ruimte in de horeca concentratiegebieden een belangrijke voorwaarde.
Veiligheidsvoorschriften en andere maatregelen met betrekking tot de openbare orde en leefomgeving, alcohol- en drugsgebruik en toelatings- en selectiebeleid, worden uit het convenant gehaald en in de exploitatievergunning voor horecabedrijven opgenomen.
Een nieuwe maatregel om alcoholgebruik door de jeugdigen terug te dringen, is het bij verordening instellen van een leeftijdsgrens (16 jaar) voor het betreden van een discotheek.
In het horecaoverleg zal ook aandacht worden besteed aan de bestrijding van horecavandalisme: vandalisme in het publieke domein gepleegd door horecabezoekers na (overmatig) alcoholgebruik. Daarnaast wordt in de APV een artikel over een gebiedsverbod opgenomen om te kunnen optreden tegen personen die de openbare orde ernstig verstoren in het horeca-concentratiegebied de Kaden.
Ook in het sluitingstijdenbeleid zijn veiligheid en leefbaarheid leidende principes.
Ter bescherming van de woonomgeving en leefbaarheid en om sociaal hygiënische redenen zoals alcoholmatiging, is er kritisch naar de sluitingstijden gekeken. Deze blijven vooralsnog ongewijzigd, echter onder bepaalde voorwaarden waarover afspraken zijn gemaakt met de horeca in het horeca overleg.
Handhaving vertaalt zich in dit beleid niet alleen in het treffen van maatregelen bij overtredingen maar ook in een aantal preventieve maatregelen bij overname of vestiging van nieuwe horecabedrijven. De toetsing van nieuwe aanvragen wordt verscherpt.
HORECABELEID GEMEENTE SMALLINGERLAND
In Smallingerland is in 1997 een integraal horecabeleid ingevoerd. Dit beleid bestaat uit een mix van maatregelen die elkaar ondersteunen en aanvullen. De diversiteit aan regelgeving en beleid werd daartoe overzichtelijk bij elkaar gebracht.
Een voorbeeld van integraal horecabeleid is het Kadenproject. Met dit project is beoogd van de Kaden een beter, gezelliger en vooral veiliger uitgaansgebied te maken. De gemeente, de politie, de horeca, het Openbaar Ministerie en de Stichting Veiligheidszorg Smallingerland zijn in 1999 een convenant overeengekomen. De daarin opgenomen afspraken hebben de veiligheid in het uitgaansgebied de Kaden in Drachten daadwerkelijk vergroot.
In 1999 is het horecabeleid geëvalueerd en is een aantal concrete actiepunten geformuleerd die grotendeels zijn uitgevoerd. In 2000 is de nieuwe Drank- en Horecawet in werking getreden. Alle wijzigingen hebben min of meer te maken met het rijksbeleid aangaande alcoholmatiging en het beperken van risico's. De regelgeving op het gebied van openbare orde en veiligheid, milieu en andere terreinen is aangepast of anderszins veranderd. De horeca heeft daar ook mee te maken, evenals met aangepaste voorschriften op het gebied van brandveiligheid en volksgezondheid.
In Drachten zijn de cafés en discotheken vooral gevestigd op de Kaden. In hetzelfde gebied is ook de zgn. stille horeca, zoals cafetaria's lunchrooms en kleine restaurants, goed vertegenwoordigd. Laatstgenoemde categorie treffen we ook aan in het winkelcentrum van Drachten. Voorts hebben bijna alle buitendorpen een horecavoorziening.
In het horecaconcentratiegebied de Kaden was het horecabestand in het verleden redelijk evenwichtig. Dit evenwicht is de laatste decennia onderhevig geweest aan verandering. Met de invoering van late sluitingstijden, is het horecabezoek verplaatst naar de nachtelijke uren. De nachthoreca (zowel natte als droge horeca) heeft zich hierdoor sterk ontwikkeld. Door toename en intensivering van het aantal horeca exploitaties, zijn de overige bestemmings- en gebruikfuncties onder druk komen te staan.
Met het oog op deze ontwikkeling, zijn de kaders van het nieuwe horecabeleid en die van de horecaontwikkeling al in 2004 in een conceptnota neergelegd. Daarin is het voornemen uitgesproken de vestiging van horecamogelijkheden in andere delen van Drachten te faciliteren en tegelijkertijd het werk-, woon- en leefklimaat op de Kaden te bevorderen door het geldende restrictieve vestigingsbeleid in dit gebied voort te zetten. Dit houdt momenteel in dat er als regel geen avond- en nachthoreca wordt toegestaan in panden die geen horecabestemming hebben.
Doelstelling daarbij is het herstellen van het evenwicht tussen de woon-, werk- en winkelfuncties enerzijds en de horeca anderzijds, het bevorderen van het leefklimaat in en nabij het Kadengebied en het aantrekkelijker maken van het overige centrumgebied van Drachten voor winkelend publiek en horecabezoekers. Vestiging van dag- en avondhoreca zal om die reden ook op andere locaties in het centrumgebied worden gestimuleerd. Met betrekking tot de toekomstige functie van de Kaden, zal een integrale planologische visie worden opgesteld.
In het bestemmingsplan kunnen de plaatsen worden aangegeven waar horeca gerealiseerd kan worden. Daarbij worden diverse aspecten overwogen zoals: brancheverdeling in relatie tot de omgeving, concentraties, vestiging dag- en nachthoreca met aandacht voor mogelijke overlast, veiligheid, bereikbaarheid, leefbaarheid, verkeersbewegingen en parkeervoorzieningen.
De Drank- en Horecawet kent alleen het onderscheid tussen horecabedrijf en slijtersbedrijf.
Als in het bestemmingsplan geen beperkingen zijn genoemd, kunnen ongewenste horecabedrijven of ongewenste horeca-activiteiten moeilijk worden geweerd. Bij herziening van de bestemmingsplannen zal een onderscheid in de soorten horecabedrijven worden opgenomen.
Ook moet duidelijker aangegeven worden voor welke horeca-activiteiten vrijstelling kan worden verleend en wat wordt verstaan onder de betreffende horeca-activiteit (verkoop alcoholhoudende drank, verkoop alcoholvrije drank, verkoop kleine maaltijden enz.) Hiermee kunnen mogelijke misverstanden in relatie tot de horecabegrippen worden voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling horecacategorieën te noemen in het bestemmingsplan, zodat bij het vestigingsbeleid rekening kan worden gehouden met de mate van mogelijke overlast die een horecabedrijf kan veroorzaken.
In de geactualiseerde bestemmingsplannen is horeca als volgt ingedeeld in drie categorieën:
Categorie I: lichte horeca (alleen overdag en een gedeelte van de avond open)
Categorie II: middelzware horeca ('s avonds en een gedeelte van de nacht open)
Categorie III: zware horeca ('s-avonds na 23.00 uur open)
Deze drie categorieën worden in bijlage I nader gedefinieerd.
Er is vraag naar vestigingsmogelijkheden voor een grootschalige uitgaansgelegenheid en entertainmentcentrum, al dan niet in combinatie met een zgn. megadiscotheek, buiten het centrum van Drachten, nabij de in- en uitvalswegen. In dit verband kan gewezen worden op de locatie Leisurepark Vrijburgh Noord, waarvoor ook plannen voor horeca- en vrijetijdsvoorzieningen besproken zijn.
Het nieuwe horecabeleid beoogt voor marktinitiatieven richtinggevend en faciliterend te zijn. Het faciliteren van één nieuwe grote uitgaansgelegenheid buiten het centrum kan gevolgen hebben voor de bestemmings- en gebruiksmogelijkheden van panden in het Kadengebied. Uitgangspunt bij het opstellen van een nieuwe planologische visie voor de Kaden en omgeving, blijft dat hier ook (nacht)horeca blijft, ofwel de Kaden blijft horeca concentratiegebied. Eventuele verplaatsing van nachthoreca naar elders, zal in de planologische visie wel als scenario worden meegenomen.
Dit scenario is in het verleden al besproken in het horecaoverleg. Er is toen gebleken dat een deel van de horecaondernemers begrip voor deze optie kan opbrengen. Wel is de vrees uitgesproken dat de vestiging van een nieuwe grote discotheek buiten het centrum een negatief effect zal hebben op de kleinere exploitaties op de Kaden, zoals snackbars, shoarma- en broodjeshuizen die zich hoofdzakelijk richten op publiek dat 's nachts uit de discotheken komt. Dit wordt door de gemeente erkend. Anderzijds is ook bekend dat het merendeel van deze exploitaties onderhevig is aan frequente wijziging van bedrijfsvoering en wisseling van ondernemers, ook als gevolg van faillissementen. Dit duidt erop dat er geen sprake is van een goede balans in vraag en aanbod en zich in feite een overcapaciteit in dit segment van de horecabranche heeft gevormd. In een aantal gevallen is dit ook niet bevorderlijk gebleken voor de kwalitatieve uitstraling van het bedrijfspand en de bedrijfsvoering.
In 1994 heeft de gemeenteraad een nota over integraal veiligheidsbeleid vastgesteld. Dit heeft onder meer geresulteerd in de oprichting van de SVS. Vanaf de start van het SVS-project heeft een vertegenwoordiger van Horeca-Nederland afd. Drachten zitting in het SVS-bestuur.
Ook is er in die jaren een "convenant veilig uitgaan" opgesteld door gemeente, politie, het Openbaar Ministerie, de SVS en de horeca. In dit convenant is gekozen voor een uitgebalanceerd partnerschap in de samenwerking voor meer veiligheidszorg op de Kaden en omstreken.
Met inzet van alle verantwoordelijke partijen is een veiliger uitgaansgebied gerealiseerd.
Met dit convenant is het gemeentebestuur de horecabedrijven destijds ook tegemoet gekomen in hun wens langere openingstijden te hanteren.
De sluitingstijd van 00.00 uur werd verschoven naar 03.00 uur. Deze verruiming van de openingstijden is gegeven omdat verwacht werd dat met de inzet van de SVS en politie een aanvaarbaar veiligheidsniveau kon worden bereikt. Op verzoek van de horeca werd ter compensatie van een financiële bijdrage aan de SVS het systeem van "ontheffingen sluitingsuur", waarvoor aanzienlijke bedragen aan leges moesten worden betaald, afgeschaft. Mede door de inzet van de SVS verminderde het aantal geweldsmisdrijven en uitingen van vandalisme, waaronder grove vernielingen, in het aangrenzende winkelcentrum, significant. Om die reden leek het verantwoord de sluitingstijden in een later stadium op verzoek van de horeca nog eens te verruimen tot 05.00 uur.
In 2005 heeft de horeca via Horeca Nederland als haar standpunt laten weten niet meer te willen bijdragen aan de kosten van het SVS-toezicht in en nabij het Kadengebied. Aangezien het SVS-Kadenproject destijds verruiming van de sluitingstijden mogelijk heeft gemaakt, lag als gevolg van dit standpunt, vervroeging van de sluitingstijden voor de hand. Deze ontwikkeling is door de horeca als "niet wenselijk" beschouwd, hetgeen in een nader overleg tussen de horeca en de gemeente heeft geresulteerd in de volgende afspraken:
In het horeca overleg van 14 november 2005 heeft de gemeente met instemming van de horeca al aangegeven dat in gebieden buiten het horeca concentratiegebied de Kaden en in de dorpen de sluitingstijden zullen worden vervroegd. Dit blijft van kracht.
In onderstaande tabel zijn de sluitingstijden van de horeca inzichtelijk gemaakt.
Er zijn signalen vanuit de horeca dat jongeren die een toegangsverbod tot horecagelegen-heden is aangezegd, 's nachts op de Kaden blijven "hangen" en de orde verstoren, onder andere door vechtpartijen. Om hiertegen effectief te kunnen optreden, wordt in de APV een gebiedsverbod-artikel opgenomen. Deze relatief nieuwe maatregel, wordt landelijk als zeer welkom beschouwd. De raad moet nog beslissen over deze APV-wijziging. De condities en voorwaarden waaronder de burgemeester de maatregel kan toepassen, worden in de desbetreffende beleidsnota toegelicht.
De Nederlandse jeugd scoort in Europees verband het hoogst als het gaat om alcoholmisbruik. Het ministerie van Volksgezondheid beraadt zich op nieuwe wetsvoorstellen met betrekking tot de aanpak van deze problematiek. Horeca, gemeenten en GGD's zullen in de toekomst samen de strijd moeten aanbinden tegen alcoholmisbruik onder jongeren.
In de verdere ontwikkeling van het horecabeleid zal dit onderwerp aandacht krijgen door daarvoor concrete maatregelen in te voeren.
Een onderwerp dat in relatie staat tot alcoholgebruik door de jeugd en eveneens aandacht verdient, is het fenomeen "scholenfeesten". Deze feesten (die niets met organisatie en verantwoordelijkheid van scholen van doen hebben) worden met regelmaat in een grote discotheek in Drachten gehouden en zijn gericht op jeugd tussen 12 en 16 jaar. Recentelijk heeft de gemeente met de exploitant van de discotheek afgesproken dat de term "scholenfeesten" niet meer wordt gevoerd.
Afhankelijk van de dag waarop zo’n feest wordt gehouden, kan met de huidige sluitingstijden, de eindtijd van 01.00 uur (op doordeweekse dagen) tot 05.00 uur (in het weekend) variëren.
De wet biedt de mogelijkheid bij verordening een leeftijdsgrens in te stellen voor het betreden van bepaalde horeca inrichtingen. Omdat discotheken redelijk laagdrempelig zijn voor de jeugd, kan in de Drank- en Horecaverordening de leeftijdsgrens van 16 jaar ingesteld worden voor het betreden van een discotheek, met de mogelijkheid tot ontheffing.
De burgemeester kan aan de ontheffing nadere voorschriften verbinden, bijvoorbeeld met betrekking tot de eindtijd. Deze bevoegdheid lijkt een geschikt instrument in de strijd tegen ongewenst (overmatig) alcoholgebruik door jeugdigen onder de 16 jaar.
In het horecaoverleg zal ook aandacht besteed worden aan horecavandalisme, d.w.z. vandalisme door horecabezoekers in het publieke domein als gevolg van overmatig alcoholgebruik. Gemeente en politie zullen zich in samenwerking met horeca Drachten op maatregelen beraden om dit soort vandalisme tegen te gaan.
Bovenstaande onderwerpen zullen deel uitmaken van het gemeentelijke alcohol-ontmoedigingsbeleid dat onderdeel is van uitvoeringsbeleid van aangekondigde nieuwe landelijke wetgeving op dit terrein.
Onze gemeente heeft een intentieverklaring ondertekend om tot een actieplan te komen met betrekking tot het thema Jongeren en Seksualiteit. Indien uit het landelijke en regionale onderzoek blijkt dat er een verband kan worden gelegd tussen dit thema en overmatig alcoholgebruik, zal het onderwerp worden meegenomen in het alcoholontmoedigingsbeleid.
Er is voor gekozen de veiligheidsvoorschriften en andere maatregelen met betrekking tot de openbare orde en leefomgeving, alcohol en drugsgebruik en toelatings- en selectiebeleid, zoveel mogelijk in de exploitatievergunning op te nemen.
Hiermee wordt een zekere vrijblijvendheid in het nakomen van afspraken uitgesloten en worden genoemde maatregelen in de vorm van voorschriften aan de exploitant opgelegd. In bijlage IV zijn deze voorschriften opgesomd.
In het horeca overleg is afgesproken de komende tijd aandacht te hebben voor maatregelen die leiden tot voorkoming en vermindering van geweldsescalatie, vandalisme en alcoholmisbruik. Bovenstaande keuze en afspraken zullen leiden tot aanpassing van het bestaande horecaconvenant. Het nieuwe horecaconvenant zal te zijner tijd worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
Het handhavingsbeleid richt zich zowel op de bestaande als de startende horeca ondernemingen en behelst het volgende.
CATEGORIEËN HORECA INRICHTINGEN
Categorie I: lichte horeca (alleen overdag en een gedeelte van de avond open)
een inrichting waarvan de exploitatie in hoofdzaak bestaat uit het snel serveren en/of verstrekken van al dan niet in eigen onderneming bereide kleine, niet samengestelde maaltijden (plate-service) of kleine etenswaren en waar in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt zoals snackbar, cafetaria, frituur, broodjeshuis, automatiek, lunchroom, tearoom, croissanterie, koffiehuis, theehuis, ijssalon en een ander daarmee gelijk te stellen inrichting die zich qua exploitatie richt op het winkelend publiek en niet belastend is voor het woon- en leefklimaat.
Categorie II: middelzware horeca ( 's avonds en een gedeelte van de nacht open)
Categorie III: zware horeca (vanaf 23.00 uur en 's nachts open)
een inrichting waarvan de exploitatie in hoofdzaak bestaat uit het snel serveren en/of verstrekken van al dan niet in eigen onderneming bereide kleine niet samengestelde maaltijden (plate-service) of kleine eetwaren en waar uitsluitend of in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt zoals een snackbar, cafetaria, broodjeshuis, automatiek, shoarmazaak of een ander daarmee gelijk te stellen bedrijf die zich qua exploitatie richt op de reguliere nachthoreca en belastend is voor het woon- en leefklimaat.’
In het verleden moesten financiële stukken worden aangeleverd bij het indienen van een aanvraag.
In de huidige Drank- en Horecawet is dat niet expliciet vermeld, maar de gemeente mag voor een goede beoordeling van een aanvraag deze eis wel stellen. Ter voorkoming van malafide praktijken wordt een vragenlijst gehanteerd waarin ook financiële gegevens worden opgevraagd. Ook bij aanvragen voor droge horeca is dit van toepassing.
In onze gemeente is een Drank- en Horecaverordening van kracht. Deze verordening, vastgesteld in 1982 en laatstelijk gewijzigd in 1992, wordt aangepast voor wat betreft de bevoegdheid tot vergunningverlening (moet de burgemeester zijn) en het niet vergunningplichtig zijn van puur bedrijfsgerichte verstrekking van alcoholvrije dranken in kantines.
In de Drank- en Horecaverordening is het volgende geregeld:
Het verbod op het verstrekken van sterke drank in bepaalde soorten inrichtingen, blijft ook in de nieuwe verordening van kracht. In het ontheffingenbeleid zal worden geformuleerd in welke gevallen ontheffing van dit verbod kan worden verleend.
Horecabedrijven die geen alcohol verstrekken, vallen niet onder de Drank- en Horecawet. Dit zijn snackbars, broodjes- en shoarmahuizen, grillrooms e.d., de zgn. droge horeca. Deze droge horeca richt zich, voor zover gevestigd in het uitgaansgebied, op de nachthoreca en is niet zelden een bron van overlast. Daarnaast wordt in deze sector vaak wisseling van eigenaar geconstateerd. Omdat vanuit de wetgeving geen vestigings- of opleidingseisen hieraan worden gesteld, kan deze tak van horeca gevoelig zijn voor malafide praktijken.
In de Drank- en Horecaverordening is ook voor deze bedrijven een vergunningplicht opgenomen. De eisen van de Drank- en Horecawet zijn dan grotendeels ook op de droge horeca van toepassing. Dit zijn eisen ten aanzien van het justitieel verleden en levensgedrag van de eigenaar/leidinggevende en eisen ten aanzien van het pand (moet aan het Bouwbesluit en daarmee aan brandveiligheidseisen voldoen).
In deze verordening zal ook een leeftijdsgrens van 16 jaar ingesteld worden voor het betreden van een discotheek.
Er is een notitie ontheffingenbeleid. Bij wijziging van de sluitingstijden van de horeca zijn ook wijzigingen in het ontheffingenbeleid getreden. De dagen waarop ontheffing mogelijk is, zijn in het horecaoverleg aan de orde worden gesteld.
Het ontheffingenbeleid is op basis van in het horecaoverleg gemaakte afspraken aangepast.
Para-commerciële instelllingen
De para-commerciële instellingen in onze gemeente hebben een horecavergunning met beperkingen. Deze beperkingen zijn gebaseerd op de Drank en Horecawet en hebben betrekking op de tijden van alcoholverstrekking en het soort alcohol die in de desbetreffende inrichting verstrekt mag worden.
In artikel 4 van de Drank- en Horecawet is bepaald dat burgemeester en wethouders één of meer voorschriften of beperkingen aan de vergunning moeten verbinden, die gelet op de plaatselijke of regionale omstandigheden nodig zijn ter voorkoming van mededinging door het verstrekken van alcoholhoudende drank, die uit het oogpunt van ordelijk economisch verkeer als onwenselijk moet worden beschouwd.
Dit betekent dat indien de commerciële horeca oneerlijke concurrentie wordt aangedaan, de overheid dat moet inperken door voorschriften of beperkingen aan de horecavergunning te verbinden. Het gemeentelijk beleid voorziet in het toepassen van de wettelijk vastgestelde beperkingen. Er is geen aanleiding hierin wijzigingen aan te brengen.
Uit het oogpunt van efficiency is één aanspreekpunt in de gemeentelijke organisatie voor de horecaondernemer gewenst. Daartoe is voor de horecavergunningen de medewerker horecazaken van de afdeling Bestuursondersteuning aangewezen. Wat betreft andere horecarelevante regelgeving heeft deze medewerker een verwijsfunctie naar de andere afdelingen.
In het horecaoverleg worden alle horeca-aangelegenheden besproken. Het horecaoverleg vindt gemiddeld twee keer per jaar plaats. De vergaderingen vinden plaats in het gemeentehuis. Deelnemers zijn vertegenwoordigers van de horeca (ondernemers en een adviseur van Horeca Nederland), de gemeente, de politie en een taxibedrijf.
Communicatie met omwonenden van horecabedrijven is tot nu toe niet actief gestimuleerd, noch van de kant van de gemeente, noch van de kant van de horecaondernemer.
Hierin is verbetering aangebracht door vertegenwoordigers van bewoners en winkeliers te betrekken bij de ontwikkeling van het horecabeleid. Deze partijen zullen in de toekomst ook betrokken worden bij het ontwikkelen van een planologische visie op De Kaden.
Vanwege risicobeheersing en veiligheidsoverwegingen worden nadere veiligheidsvoorschriften in de exploitatievergunning opgenomen voor horecabedrijven waarin 250 of meer personen kunnen verblijven. Bij evenementen gelden nadere veiligheidsvoorschriften als er 200 of meer bezoekers worden verwacht. De brandveiligheid van het pand is geregeld in het Bouwbesluit en de gebruiksvergunningen.
Instructie portiers en toezichthouders
In zo'n instructie wordt aandacht besteed aan de wijze waarop portiers en ander daartoe aangewezen personeel in de horeca-inrichting met geweldsconflicten omgaan. Deze instructie maakt onderdeel uit van de exploitatievergunning en wordt, indien van toepassing, aan de vergunning toegevoegd.
Veiligheid in de omgeving van het horecapand
Hierbij kan worden gedacht aan
Deze externe risico' s kunnen worden ingeperkt door gebruik te maken van risico checklists die gehanteerd worden door horeca-ondernemers en gecontroleerd worden door politie en/of brandweer. Daarnaast kan meer en beter gebruik worden gemaakt van de horeca calamiteitentelefoon. Dit is het communicatiemiddel van politie en horecaondernemers tijdens de horecanachten.
Goede voorlichting kan een essentiële bijdrage leveren bij het verantwoord omgaan met alcoholgebruik. In de gemeente is al uitvoering gegeven aan het BOB project (Bewust Onbeschonken Bestuurder). Dit project mag geslaagd worden genoemd. Er is echter permanente aandacht nodig voor dit thema. In die zin kan gedacht worden aan het door de gemeente in samenwerking met de horeca, 3VO en/of andere organisaties, stimuleren van bewustwordingscursussen over de gevaren en consequenties van overmatig alcoholgebruik.
De milieuvoorschriften zijn veranderd. Voor het verlenen van ontheffingen van de geluidsnormen moet nog beleid worden gemaakt. Dat kan bij het formuleren van het evenementenbeleid.
Er wordt momenteel gewerkt aan het formuleren van gemeentelijk evenementenbeleid. In dit beleid zal onder andere aandacht worden besteed aan de mogelijkheid 12 keer per jaar ontheffing te verlenen van de geluidsnormen.
Terrassen behoren volgens de Drank- en Horecawet bij de horeca-inrichting. Op de horecavergunning moet daarom de oppervlakte van het terras worden vermeld.
Op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening is wel een terrasvergunning nodig.
De legale terrassen op de Kaden mogen in de maanden juni, juli en augustus bij extreem warm weer geopend zijn tot 01.00 uur. Na 01.00 uur moeten de terrassen ontruimd en leeg zijn. De horeca ondernemer is verplicht er zorg voor te dragen dat er geen overlast wordt veroorzaakt en de muziek vanuit de inrichting wordt getemperd.
Medewerkers van politie en SVS zijn belast met het toezicht op de naleving van de vergunningsvoorschriften.
VOORSCHRIFTEN EXPLOITATIEVERGUNNING
Voorschriften voor alle horecabedrijven
De horecaondernemer dient er voor te zorgen dat
De horecaondernemer dient zich te houden aan de sluitingstijden genoemd in de APV.
De horecaondernemer draagt verantwoordelijkheid voor het gedrag van bezoekers van het horecabedrijf zowel binnen als in de directe omgeving van het bedrijf.
Portiers of personen die als zodanig optreden in een horecabedrijf dienen te voldoen aan de eisen die gesteld zijn in de Wet op de particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr)
De horecaondernemer dient mee te werken aan het eventueel op last van de gemeente nemen van maatregelen waarin wordt gewaarschuwd voor het gebruik van drugs, het (overmatig) gebruik van alcohol en anti-vandalisme en -geweldsprojecten.
Voorschriften inzake Openbare Orde, Veiligheid en Leefomgeving
erop toe te zien dat rijwielen en motorrijtuigen van bezoekers zodanig worden geplaatst dat op het trottoir een vrije doorgang van minimaal een meter breed resteert. Zo mogelijk dienen deze op eigen terrein te worden neergezet. Wanneer van gemeentewege fietsenstallingen worden aangebracht, dient de horeca ondernemer de bezoekers erop te wijzen de fietsen daar te stallen
Voorschriften inzake Alcohol en Drugsgebruik
Voorschriften inzake Toelatings- en Selectiebeleid
De horeca ondernemer dient zich bij het toelatingsbeleid te houden aan de gedragscode
anti-rassendiscriminatie horeca en dient eventueel in overleg met de politie, de medewerkers te instrueren op welke wijze discriminatie bij het toelatingsbeleid kan worden voorkomen.
De horecaondernemer en het personeel
De horecaondernemer mag uitsluitend functionele eisen stellen aan de bezoeker om
De horecaondernemer dient aan het ontzeggingenbeleid actief uitvoering te geven, hetgeen betekent dat hij/zij de politie bij een ontzegging voor een bepaalde tijd schriftelijk in kennis stelt.
Nadere voorschriften voor de zware horeca (discotheken en cafébedrijven)
Voorschriften inzake Openbare Orde, Veiligheid en Leefomgeving
De horecaondernemer van een inrichting waarin meer dan 100 personen kunnen verblijven dient één of meer toezichthouders aan te wijzen die worden belast met het toezicht binnen de horeca-inrichting en zo nodig in de onmiddellijke omgeving daarvan om eventuele ongewenste situaties te voorkomen (signalerende functie).
Voorschriften inzake Alcohol en Drugsgebruik
De horecaondernemer dient zich strikt te houden aan de Code voor Alcoholhoudende dranken. Dit betekent geen "happy hours", geen "piekuren" of gratis verstrekking van alcoholhoudende dranken of anderszins tijdelijke verkoopbevorderende activiteiten zoals het tijdelijk tegen een lagere prijs aanbieden van alcoholhoudende drank.
Horecabedrijven in het uitgaansgebied De Kaden dienen aan het volgende te voldoen:
Gelet op het bepaalde in hoofdstuk 3 paragraaf 3.4 van de voorschriften krachtens artikel 4 van het Besluit Horeca Inrichtingen (AMVB Milieubeheer) en op de Algemene Voorschriften alsmede de voorschriften inzake Openbare Orde, Veiligheid en Leefomgeving van de exploitatievergunning, dient de horeca ondernemer zorg te dragen voor gekwalificeerd toezicht in de omgeving van zijn inrichting. Hiertoe dient de horeca ondernemer gebruik te maken van de diensten van de Stichting Veiligheidszorg Smallingerland of van een erkend beveiligingsbedrijf die in dezelfde mate toezicht in de omgeving van het horecabedrijf kan bieden.
Instructie (toezichthoudend) horecapersoneel
De toezichthouders moeten ongeregeldheden binnen de horeca-inrichting proberen te voorkomen of te bestrijden. In eerste instantie wordt getracht deze problemen intern te regelen door tactvol en de-escalerend te handelen. Zo nodig wordt de politie ingeschakeld. Gepleegde strafbare handelingen, waaronder mishandelingen, moeten altijd bij de politie worden gemeld.
De raad van de Gemeente Smallingerland:
gelezen het voorstel van de burgemeester;
gelet op het bepaalde in de Drank- en Horecawet en de Gemeentewet;
gezien het advies van de Voedsel en Waren Autoriteit d.d. 12 november 2007
vast te stellen de volgende Drank- en Horecaverordening Smallingerland
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Beperking verstrekking sterke drank
Leeftijdsgrens toegang in een horecalokaliteit
Verstrekking van alcoholvrije drank
Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester in een inrichting aan het publiek bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken.
Vereisten verstrekking alcoholvrije drank
Weigering vergunning verstrekking alcoholvrije drank
Intrekking vergunning verstrekking alcoholvrije drank
Overtreding van enig artikel van deze verordening en van de krachtens enig artikel van deze verordening gegeven voorschriften en beperkingen, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Burgemeester is bevoegd nadere regels te stellen in het belang van een goede uitvoering van de in deze verordening geregelde onderwerpen.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag of ontheffing op grond van de verordening bedoeld in lid 3 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op de aanvraag is beslist, wordt de daarop overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 5 februari 2008