Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tholen

Uitvoeringsnota Verbod op permanente bewoning van recreatiewoningen in de gemeente Tholen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTholen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsnota Verbod op permanente bewoning van recreatiewoningen in de gemeente Tholen
CiteertitelUitvoeringsnota Verbod op permanente bewoning van recreatiewoningen in de gemeente Tholen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-03-2005nieuwe regeling

01-03-2005

Eendrachtbode, 15-03-2005

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsnota Verbod op permanente bewoning van recreatiewoningen in de gemeente Tholen

 

Inleiding

Al jarenlang is permanente bewoning van recreatieverblijven een bron van nieuws. Hoewel sommige gemeenten, soms al vele jaren, actief optreden tegen permanente bewoning van recreatieverblijven, hebben veel gemeenten nog geen duidelijk handhavingsbeleid. Mede doordat een aantal gemeenten het onrechtmatig bewonen van recreatieverblijven lange tijd passief dan wel actief heeft gedoogd, is een situatie ontstaan waarin het inzetten van actief handhavingsbeleid leidt tot moeizame en ingrijpende trajecten.

 

Juridisch bezien gaat het bij permanente bewoning van recreatieverblijven niet om de duur ervan (permanent of tijdelijk), maar om de strijdigheid van de activiteit met de geldende bestemmings-planvoorschriften (recreatie). Bij onrechtmatige bewoning van recreatieverblijven is sprake van een scheefgegroeide situatie met als gevolg een zware handhavingslast.

 

Om een einde te maken aan de reeds vele jaren bestaande problematiek rondom dit onrechtmatig gebruik van recreatieverblijven heeft minister Dekker van VROM - in navolging op de Nota Ruimte -bij brief van 11 november 2003 haar beleid ten aanzien van permanente bewoning van recreatiewoningen bekend gemaakt. Door de minister is een verruimd beleidskader aangegeven dat door de gemeenten en provincies uitgewerkt dient te worden. Doel hiervan is om op zo kort mogelijke termijn duidelijkheid te bieden voor de op 31 oktober 2003 voorkomende situaties van onrechtmatige bewoning. De verruiming van het beleidskader, geschetst in de brief van 11 november 2003, heeft betrekking op woningen met een recreatieve bestemming. Niet bedoeld is om ook andersoortige verblijven zoals caravans, stacaravans, strandhuisjes, woonboten en chalets, onder dit beleid te scharen.

 

Bij het zoeken naar een oplossing voor de huidige problematiek betreffende onrechtmatige bewoning van recreatieverblijven is een aantal uitgangspunten geformuleerd, te weten:

  • -

    Duidelijkheid voor de burger op korte termijn, waarbij de huidige scheefgegroeide situatie moet worden opgelost en een toekomstige scheefgroei moet worden voorkomen;

  • -

    Slagvaardigheid en voortvarendheid door te streven naar een voortvarende oplossing van het langslepende probleem van onrechtmatige bewoning;

  • -

    Vermindering van de handhavingslast voor gemeenten omdat het handhaven van het bestemmingsplan een relatief zware handhavingsinspanning vergt en deze taak op termijn moet worden verlicht;

  • -

    Het scheppen van een samenhangend ruimtelijk beleidskader voor reguliere woningbouw en recreatiewoningen c.q. recreatieverblijven, waardoor het onderscheid tussen laatstgenoemden en reguliere woningen vervagen door het ruimtelijk beleid voor "gewone" woningen en recreatiewoningen c.q. recreatieverblijven gelijk te trekken;

  • -

    Decentrale uitwerking door bestaande verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden tussen overheden intact te laten, onder de randvoorwaarde dat provincies en gemeenten voor 1 januari 2005 duidelijkheid aan de burgers geven.

In het voorstel biedt minister Dekker dus gemeenten en provincies aan om naar eigen inzicht invulling te geven aan het voorgestane beleid. Hieraan verbindt zij echter de dwingende voorwaarde, dat gemeenten vóór 31 december 2004 het beleidskader voor permanente bewoning vaststellen. De VROM-inspectie zal er op toezien, dat voor het einde van 2004 een beleidslijn wordt vastgesteld. Hebben bewoners na 31 december 2004 nog geen duidelijkheid, dan zal de minister daarover beslissen en zonodig aanvullende maatregelen treffen in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

Beleidsmogelijkheden

Gemeenten worden 3 beleidsopties geboden om tot een oplossing van de problematiek rond permanente bewoning van recreatiewoningen te komen.

 

  • I.

    Bestemmingswijziging

Voor bepaalde complexen van recreatiewoningen kan een bestemmingswijziging doorgevoerd worden, in die zin, dat een woonbestemming wordt toegekend. Hiervoor komen in aanmerking:

  • -

    recreatiecomplexen die op 31 oktober 2003 in grote mate onrechtmatig werden bewoond (meer dan 50%);

  • -

    recreatiecomplexen die niet zijn gelegen in de Ecologische Hoofdstructuur, in gebieden die vallen onder de Vogel- en Habitatrichtlijn, de Natuurbeschermingswet, in Bufferzones en de in de Nota Ruimte nader te bepalen (delen van) Nationale Landschappen;

  • -

    recreatiecomplexen waarvan de woningen voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit en waarvan bewoning niet in strijd is met de milieuwetgevingen en;

  • -

    recreatiecomplexen waar geen bedrijfsmatige exploitatie plaatsvindt.

Ook mag de bestemmingswijziging geen negatieve invloed hebben op de recreatieve functie van het gebied en mag dit niet leiden tot een nieuwe recreatiebehoefte in het gebied.

 

  • II.

    Persoonsgebonden beschikking

Wanneer een wijziging van het bestemmingsplan niet mogelijk is of de gemeentelijke bereidheid hiertoe ontbreekt, bestaat de mogelijkheid om voor bestaande situaties persoons- en objectgebonden beschikkingen af te geven. Deze beschikking geldt voor het desbetreffende recreatieverblijf, is niet overdraagbaar en vervalt in ieder geval op het moment dat de bewoner verhuist of overlijdt. Voor de beoordeling of een dergelijke persoonsgebonden beschikking kan worden afgegeven, is een peildatum vereist ter voorkoming van misbruik. De uiterste peildatum is vastgesteld op 31 oktober 2003. Situaties van permanente bewoning die na deze datum ontstaan, komen niet in aanmerking voor de persoonsgebonden beschikking. Een persoonsgebonden beschikking kan ook alleen worden afgegeven als de recreatiewoning voldoet aan de eisen voor reguliere bewoning in het Bouwbesluit. Na expiratie van de persoonsgebonden beschikking dient de gemeente de recreatiebestemming actief te handhaven.

 

  • III.

    Handhaving

De derde beleidsoptie is handhaving. Alle gevallen van permanente bewoning die niet gelegaliseerd kunnen worden of waarvoor ook geen persoonsgebonden gedoogbeschikking kan worden afgegeven, moeten onverkort worden gehandhaafd. Dit geldt dus in ieder geval voor alle gevallen van permanente bewoning die na 31 oktober 2003 zijn ontstaan.

Gemeentelijk beleid

Algemeen uitgangspunt

Wij achten het allereerst van belang om een zorgvuldig en helder beleid te formuleren, waarin duidelijke kaders worden gesteld die voor een ieder inzichtelijk zijn, zodat willekeur wordt voorkomen en een rechterlijke toetsing wordt doorstaan.

 

Het juridische instrument om op te treden tegen permanente bewoning van recreatieobjecten is het bestemmingsplan. Uitgangspunt is, dat het verbod op permanente bewoning gehandhaafd blijft. Alle recreatiewoningen met een recreatieve bestemming, vallen in beginsel onder dit gemeentelijke beleid ten aanzien van het verbod op permanente bewoning van recreatiewoningen in de gemeente Tholen.

 

  • I.

    Wijzigen bestemmingsplan

Dergelijke complexen, die moeten voldoen aan de criteria genoemd onder beleidsoptie I komen in de gemeente Tholen niet voor. Derhalve komen er geen complexen in aanmerking voor een bestemmingsplanwijziging.

 

  • II.

    Persoons- en objectgebonden beschikkingen

15 juni 2004 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tholen reeds besloten voor die gevallen waarin voor 31 oktober 2003 permanent gewoond werd in een recreatiewoning een persoonsgebonden en objectgebonden gedoogbeschikking, op aanvraag af te geven. Hiermee wordt enigszins recht gedaan aan de ontstane feitelijke situatie, zodat voor belanghebbenden een dergelijke beschikking kan worden afgegeven. Dit is in overeenstemming met de circulaire van VROM. In feite wordt hiermee een "uitsterfconstructie", gericht op uiteindelijke beëindiging van de overtreding middels handhaving van het bestemmingsplan, nagestreefd.

 

Hierbij wordt ten behoeve van degene, die voor 31 oktober 2003 een recreatiewoning al permanent bewoonde, een beschikking genomen. Hieraan is, op grond van het rijksbeleid, echter een aantal voorwaarden verbonden, namelijk:

  • -

    de beschikking is persoonsgebonden;

  • -

    de beschikking is objectgerelateerd;

  • -

    de beschikking is niet overdraagbaar;

  • -

    de beschikking vervalt bij verhuizing of overlijden bewoner(s);

  • -

    het object moet voldoen aan de eisen die het Bouwbesluit aan een woning stelt;

  • -

    het bewonen van het object mag niet strijdig zijn met milieuwetgeving;

  • -

    na expiratie van de beschikking moet de gemeente, indien nodig, actief handhaven.

Het voorstel van de minister van VROM om voor bestaande probleemsituaties het ruimtelijk beleid te verruimen betekent dat in principe alleen sprake kan zijn van een persoons- en objectgebonden gedogen, indien de recreatiewoning ten minste voldoet aan de eisen die het Bouwbesluit 2003 stelt aan een bestaande woonfunctie. Dat neemt echter niet weg dat het denkbaar is dat op onderdelen óók ten aanzien van deze eisen uit het Bouwbesluit 2003 persoons- en objectgebonden wordt gedoogd. Er mag echter geen onaanvaardbare inbreuk worden gemaakt op een adeguaat veiligheids-en gezondheidsniveau van de bewoners en gebruikers.

 

Voorop blijft staan dat gedogen in dergelijke concrete situaties altijd een verantwoordelijkheid van de gemeente is en blijft en dat hiertoe alleen besloten kan worden na een zorgvuldige afweging op basis van een samenhangende beoordeling van de veiligheidsaspecten op het punt van de staat van het bouwwerk en de specifieke bewoningssituatie. Dit alles laat overigens onverlet dat de woningen moeten voldoen aan de milieuwetgeving. Wordt of kan aan deze eisen niet worden voldaan, dan valt de recreatiewoning onder "logiesverbiijf" en komt de recreatiewoning in principe niet in aanmerking voor een persoons- en objectgebonden beschikking.

 

De persoons- en objectgebonden beschikkingen worden afgegeven aan de hoofdbewoner(s) van de recreatiewoning. Deze zullen alleen worden afgegeven als de bewoner zelf voor 1 maart 2005 aangeeft dat hij / zij voor de peildatum (1 oktober 2003) de recreatiewoning permanent bewoonde.

 

Een goede communicatie zal daarin noodzakelijk zijn, want als achteraf geconstateerd wordt dat hiertoe geen initiatief door de bewoners is genomen, staat enkel de mogelijkheid van handhaving open. Er wordt een publicatie geplaatst in het huis-aan-huis blad en in BN de Stem, waarin wordt aangegeven welke procedure doorlopen zal worden.

 

Daarnaast is iedere eigenaar / bewoner van een recreatiewoning met een recreatieve bestemming ervan in kennis gesteld dat deze zelf moeten reageren om voor een persoons- en objectgebonden beschikking in aanmerking te komen. Zie bijlage I.

 

Situaties ontstaan vóór 31 oktober 2003

Indien nimmer tegen de strijdige situatie is opgetreden, is hierdoor een zekere mate van rechtsverwerking ontstaan. Het betreft hier bewoners die vóór 31 oktober 2003 op het huidige adres van de recreatiewoning in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) stonden ingeschreven én kunnen aantonen dat zij vóór 31 oktober 2003 permanent op dat adres woonden, dan wel (bij gebreke van inschrijving in het GBA) dat onomstotelijk kan worden aangetoond dat zij vóór 31 oktober 2003 permanent op dat adres woonden. Deze groep komt in principe in aanmerking voor een persoons- en objectgebonden beschikking, mits aan de gestelde eisen is voldaan.

 

Situaties ontstaan na 31 oktober 2003

Personen die na 31 oktober 2003, zijnde de peildatum van de verruiming van het ruimtelijk beleid, permanent in een recreatieobject zijn gaan wonen, komen niet in aanmerking voor een persoons- en objectgebonden beschikking. De gemeente zal dan ook na- afgifte van de gedoogbeschikkingen hier gefaseerd tegen optreden. Personen die niet onomstotelijk kunnen aantonen dat zij vóór 31 oktober 2003 permanent bewoner waren van de desbetreffende recreatiewoning, deze worden dus aangemerkt als zijnde een situatie ontstaan na 31 oktober 2003, worden schriftelijk door het college van burgemeester en wethouders gesommeerd binnen een termijn van twaalf maanden de permanente bewoning te staken en elders permanente huisvesting te zoeken. Dit achten wij een redelijke termijn waarbinnen vervangende woonruimte kan worden gevonden.

 

Inventarisatie

Inmiddels is een inventarisatie afgerond om zodoende een inschatting te kunnen maken van het aantal voor in aanmerking komende eigenaren / bewoners van recreatiewoningen, voor een persoons- en objectgebonden beschikking. Uit bijlage II blijkt dat 268 recreatiewoningen een recreatieve bestemming hebben. Zoals eerder gesteld, zal de hoofdbewoner zelf moeten aangeven of hij in aanmerking wil komen voor een persoons- en objectgebonden beschikking. Zodra er een aanvraag voor een persoons- en objectgebonden beschikking is ontvangen, moet nader onderzoek uitwijzen of de recreatiewoning voldoet c.q. kan voldoen aan de eisen die gesteld worden aan een bestaande woonfunctie ingevolge het Bouwbesluit 2003. Het kan voorkomen dat er evenwel aanpassingen van bouwtechnische aard, zoals beluchting e.d. uitgevoerd moeten worden, deze kosten komen dan geheel ten laste van de begunstigde. Tevens moet uit verder onderzoek blijken, dat bij de geluidsbelasting van recreatiewoningen op de naar de weg gekeerde gevel niet meer dan de toegestane 50 dB(A) bedraagt. De eigenaren / bewoners van deze recreatiewoningen zullen, indien de recreatiewoningen niet aan de milieuwetgeving kunnen gaan voldoen, niet in aanmerking komen voor een persoons- en objectgebonden beschikking.

 

Bestaande illegale bouwwerken

Daarnaast is er sprake dat er bij diverse recreatiewoningen illegale bouwwerken zijn gerealiseerd, waaronder tuinhuizen, erkers, schuttingen, overkappingen, bergingen e.d.. Indien er een persoons- en objectgebonden beschikking kan worden afgegeven, zal de aanwezige illegale bebouwing, die niet gelegaliseerd kan worden, maar wel nodig is in het kader van het Bouwbesluit, zodat de recreatiewoning "bewoonbaar" is, mede worden gedoogd. De aanwezige illegale bebouwing die wordt mede gedoogd is persoonsgebonden.

 

Het voorgaande is dus een duidelijke keuze voor het "gecombineerd" gedogen: daar waar permanente bewoning wordt gedoogd, zal ook de illegale bebouwing binnen de aangegeven grenzen worden gedoogd. Het zou namelijk in strijd zijn met de eisen van redelijkheid en billijkheid om enerzijds permanente bewoning in beginsel te gedogen en anderzijds de fysieke mogelijkheid tot het permanent wonen door het optreden tegen het illegaal bouwen zodanig in te perken, dat permanente bewoning feitelijk onmogelijk wordt.

 

Bovendien: het gevaar bestaat dat in sommige gevallen door verwijdering van de illegale bouwwerken te kleine verblijfsruimten gaan ontstaan en dus niet meer wordt voldaan aan het Bouwbesluit.

 

Aanwezige illegale bebouwing die niet gelegaliseerd kan worden en die ook niet nodig is in het kader van het Bouwbesluit, omdat de recreatiewoning zonder ook "bewoonbaar" is, wordt niet mede gedoogd.

 

Indien de illegale bebouwing wél gelegaliseerd kan worden, dient een bouwvergunning aangevraagd te worden. Wordt dit niet gedaan, dan zal alsnog gehandhaafd worden op het bestaan van illegale bebouwing.

 

In alle andere gevallen (dus daar waar geen sprake is van permanente bewoning) dient in ieder geval op termijn op basis van de handhavingsnota te worden gehandhaafd op de illegale bebouwing.

 

De afgifte van persoons- en objectgebonden beschikkingen moet in juridische zin uiterlijk op 31 december 2005 zijn afgerond. Dit is dwingend door de minister voorgeschreven.

 

  • III.

    Handhaving

Ten aanzien van alle gevallen die niet in aanmerking komen voor een persoonsgebonden beschikking zal actief moeten worden opgetreden. Hierin bestaat geen keuzevrijheid. Deze stap zal in de toekomst altijd noodzakelijk zijn. Handhaving van permanente bewoning van recreatiewoningen zal gebeuren op basis van de handhavingsnota, welke 21 september 2004 door het college is vastgesteld.

 

In ieder geval zijn de volgende handhavingsgevallen te onderscheiden:

  • 1)

    alle nieuwe gevallen dienen onherroepelijk te worden gehandhaafd. Dit betreft zowel het ontstaan van permanente bewoning na 31 oktober 2003 als het bouwen zonder vergunning;

  • 2)

    indien de betrokkene permanent in een recreatieverblijf woont, en dit verblijf voldoet niet aan de gedoogvoorwaarden, zal in ieder geval worden opgetreden tegen de permanente bewoning, middels handhaving van het verbod op permanente bewoning. Daarnaast zal bekeken worden of de overtreder bovendien illegale bouwwerken heeft opgericht. Ook daar zal, indien er geen sprake is van een gedoogsituatie voor het overtreden van de bouwvoorschriften, naast het handhavingstraject permanente bewoning, tegen worden opgetreden. Dit betekent dat zowel direct (via het bestemmingsplan) als indirect (via de overtreding van artikel 40 Woningwet) tegen het permanent wonen wordt opgetreden.

De gevallen van permanente bewoning die niet kunnen worden gedoogd, zullen dus gehandhaafd moeten worden. Op basis van de handhavingsnota zullen deze gevallen een hoge prioriteit hebben; handhaving hiervan zal dan ook gefaseerd gaan plaatsvinden. Na inventarisatie van alle bij ons bekende illegale situaties zal bekeken worden wat de hoogste prioriteit krijgt binnen de prioriteiten en binnen welk tijdsbestek e.e.a. opgepakt gaat worden. Hierbij wordt duidelijk gesteld dat er ten aanzien van de prioriteiten keuzes gemaakt zullen moeten worden. Opgemerkt wordt dat nieuwe gevallen van permanente bewoning, denk hierbij aan permanente bewoning op "De Krabbenkreek", als eerste aangepakt dienen te worden.

 

  • 3)

    als laatste kunnen die gevallen onderscheiden worden, waarin geen permanente bewoning plaatsvindt, maar wel sprake is van illegale bebouwing. Indien geen gedoogsituatie is ontstaan (als gevolg van het te lang niet-optreden tegen de illegale bouw) dienen de bouwvoorschriften te worden gehandhaafd. De aanpak van deze categorie gevallen zal plaats vinden op basis van de handhavingsnota.

Andere overwegingen

Probleem bij de bewoning van recreatieverblijven is hoe de gemeente kan aantonen dat iemand op een bepaald adres permanent verblijft. Hiertoe staat de gemeente wel een aantal instrumenten ter beschikking, maar het is ondoenlijk alle recreatieverblijven 24 uur per dag te controleren. De opstelling van een adequaat handhavingsbeleid is dan ook een belangrijk instrument in het tegengaan van de permanente bewoning.

 

Hoewel wij beseffen, dat de "bewijslast" tot het aantonen van permanente bewoning een moeilijk, kostbaar en langdurig traject is, achten wij het noodzakelijk om daar waar legalisatie of het afgeven van een persoons- en objectgebonden beschikking geen uitkomst biedt, het verbod op permanente bewoning van recreatiewoningen te handhaven.

 

Permanente bewoning van recreatiewoningen leidt immers tot:

  • -

    uitputting van de voorraad recreatiewoningen;

  • -

    ondermijning van het ruimtelijk beleid (dat gericht is op beperking van mobiliteit en conservering van het bestaande buitengebied);

  • -

    overbelasting van lokale voorzieningen (zoals thuiszorg en uitkeringen);

  • -

    visuele verloedering van het buitengebied (als gevolg van een andere planologische inrichting);

  • -

    negatieve economische impact op de lokale middenstand (omdat recreanten gemiddeld meer besteden in een gemeente dan permanente bewoners);

  • -

    precedentwerking (door lange "gedoogperiode");

  • -

    potentiële toename van criminaliteit / broedplaats voor criminele activiteiten;

  • -

    voorzieningen op campings zijn afgestemd op recreëren, niet op permanente bewoning;

  • -

    permanente bewoning kan een aanzuigende werking hebben op potentiële nieuwe permanente bewoners.

Communicatie en voorlichting

Burgers en bedrijven zijn primair zelf verantwoordelijk voor de naleving van regelgeving en voorschriften en voor de gevolgen van overtredingen. De overheid, dus ook de gemeente Tholen, is op haar beurt echter verantwoordelijk voor een goede informatievoorziening zodat burgers weten wat van hen wordt verwacht. Communicatie is een van de belangrijkste en ook relatief goedkoopste instrumenten om een goed naleefgedrag te bewerkstelligen. Doelgroepen moeten daarom via heldere communicatie worden geïnformeerd over het naleefgedrag dat de overheid van hen verwacht. Communicatie versterkt ook de uitwerking van handhavingsacties. Als deze zichtbaar worden gemaakt, heeft een uitgevoerde controle niet alleen een positieve invloed op het naleefgedrag van de gecontroleerde, maar ook dat van degenen die (nog) niet zijn gecontroleerd.

 

Een van de instrumenten die kan worden ingezet om het permanent bewonen van recreatiewoningen terug te dringen dan wel te ontmoedigen, is adequate voorlichting over het gemeentelijk handhavingsbeleid. Daarvoor worden artikelen in het huis-aan-huis blad, lokale en regionale bladen geplaatst en wordt er informatie, in de vorm van een begeleidende brief, gegeven aan personen die zich in het GBA laten inschrijven op het adres van een recreatieobject. Tevens worden beheerders van campings c.q. recreatieparken, makelaars, banken en overige hypotheekverstrekkers in de vorm van een brief in kennis gesteld van het beleid ten aanzien van permanente bewoning van recreatiewoningen.

Bezwaar en beroep

Tegen onderhavige uitwerkingsnota kan geen bezwaar en / of beroep worden ingesteld, dit is pas mogelijk als er in een concrete / persoonlijke situatie een besluit is genomen. Tegen dat besluit kunnen belanghebbenden binnen zes weken na de datum waarop de beschikking is verzonden bezwaar maken bij het college.

Vastgesteld door burgemeester en wethouders

van de gemeente Tholen d.d. 1 maart 2005.

De secretaris,

S. Nieuwkoop

de burgemeester,

W. Nuis

BIJLAGE I  

 

Markt 1 - 5

4595 CE Sint-Msartensdij;

telefoon: (0166) 66 82 00

telefax: (0166.) 66 35 53

bank: BNG 28.50.08.315

 

«G_Naam»

«G_adres»

«G_Pcplaats»

 

uw brief: uw

kenmerk: ons kenmerk: 8634/lllvmb

datum: 15 november 2004

bijlage: 2

doorkiesnr: (0166)66 82 40

verzenddatum: 23 december 2004

 

onderwerp: Permanente bewoning recreatiewoningen.

 

Geachte heer / mevrouw,

 

Om een einde te maken aan de reeds vele jaren bestaande problematiek rondom onrechtmatig gebruik van recreatieverblijven heeft minister Dekker van VROM - in navolging op de Nota Ruimte -bij brief van 11 november 2003 haar beleid ten aanzien van permanente bewoning van recreatiewoningen bekend gemaakt. Kern van het probleem is dat het permanent bewonen van recreatieverblijven in bestemmingsplannen niet is toegestaan, maar desondanks in de praktijk veel voorkomt. Door de minister is een verruimd beleidskader aangegeven dat door de gemeenten en provincies uitgewerkt dient te worden. Doel hiervan is om op zo kort mogelijke termijn duidelijkheid te bieden voor de op 31 oktober 2003 voorkomende situaties van onrechtmatige bewoning. Voor alle situaties van onrechtmatige bewoning die na 31 oktober 2003 zijn ontstaan, dient de gemeente terstond over te gaan tot actief handhavend optreden.

 

De verruiming van het beleidskader, geschetst in de brief van 11 november 2003, heeft betrekking op woningen met een recreatieve bestemming. Niet bedoeld is om ook andersoortige verblijven zoals caravans, stacaravans, strandhuisjes, woonboten en chalets, onder dit beleid te scharen.

 

Gemeentelijk beleid ten aanzien van permanente bewoning

Door onze gemeente en de voormalige gemeenten is lange tijd niet handhavend opgetreden tegen permanente bewoning. Op basis van het bestemmingsplan waren hiertoe echter wel mogelijkheden. In maatschappelijk en juridisch opzicht is het daarom niet redelijk om de groep mensen, die reeds lange tijd een recreatiewoning permanent bewoonde, te verplichten direct elders een reguliere woning te betrekken. Voor deze groep permanente bewoners is derhalve een gedoogregeling ingericht, met de mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een gedoogbeschikking. Het gedoogbeleid van de gemeente is er op gericht om snel, effectief en zorgvuldig bestaande permanente bewoning van recreatiewoningen af te bouwen. Uitgangspunt is, dat het verbod op permanente bewoning gehandhaafd blijft. Alle recreatiewoningen met een recreatieve bestemming, vallen in beginsel onder het gemeentelijke beleid.

 

Onder permanente bewoning van een recreatiewoning verstaan wij: het gebruiken van de recreatiewoning als hoofdwoonverblijf ongeacht het aantal overnachtingen per jaar. Hierbij heeft de bewoner geen ander woonverblijf in Nederland en fungeert de recreatiewoning als centrum voor zijn of haar sociale en maatschappelijke activiteiten.

 

Persoons- en objectgebonden beschikking

15 juni 2004 hebben wij besloten voor die gevallen waarin vóór 31 oktober 2003 permanent gewoond werd in een recreatiewoning een persoons- en objectgebonden gedoogbesenikking, op aanvraag af te geven. Hiermee wordt enigszins recht gedaan aan de ontstane feitelijke situatie, zodat voor belanghebbenden een dergelijke beschikking kan worden afgegeven. Deze beleidskeuze is in overeenstemming met de circulaire van VROM. In feite wordt hiermee een "uitsterfconstructie", gericht op uiteindelijke beëindiging van de overtreding middels handhaving van het bestemmingsplan, nagestreefd.

 

Hierbij wordt ten behoeve van degene, die vóór 31 oktober 2003 een recreatiewoning al permanent bewoonde, een zogenaamde gedoogbeschikking genomen. Hieraan is, op grond van het rijksbeleid, echtereen aantal voorwaarden verbonden, namelijk:

  • de beschikking is persoonsgebonden;

  • de beschikking is objectgerelateerd;

  • de beschikking is niet-overdraagbaar;

  • de beschikking vervalt bij verhuizing of overlijden bewoner(s);

  • het object moet voldoen aan de eisen die het Bouwbesluit 2003 stelt aan een bestaande woonfunctie;

  • het bewonen van het object mag niet strijdig zijn met milieuwetgeving;

  • na expiratie van de beschikking moet de gemeente, indien nodig, actief handhaven.

Tevens moet door u als aanvrager aangetoond worden dat u op de peildatum permanente bewoner was. De persoons- en objectgebonden beschikking wordt afgegeven aan de hoofdbewoner(s) van de recreatiewoning.

 

De gedoogbeschikking houdt niet in dat bewoning van de recreatiewoning legaal is. Permanente bewoning blijft illegaal, maar de gemeente zal niet handhavend optreden tegen bewoners met een gedoogbeschikking. Tegen permanente bewoners die, om welke reden dan ook, na het vaststellen van de zogenaamde "gedoogiijst" niet in het bezit zijn van een gedoogbeschikking zal handhavend worden opgetreden. In deze gedoogiijst wordt per recreatiepark aangegeven welk recreatieobject permanent bewoond wordt.

 

Ten aanzien van de handhaving kunnen de volgende situaties worden onderscheiden:

 

Situaties ontstaan vóór 31 oktober 2003

Indien nimmer tegen de strijdige situatie is opgetreden, is hierdoor een zekere mate van rechtsverwerking ontstaan. Het betreft hier bewoners die vóór 31 oktober 2003 op het huidige adres van de recreatiewoning in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) stonden ingeschreven én kunnen aantonen dat zij vóór 31 oktober 2003 permanent op dat adres woonden, dan wel (bij gebreke van inschrijving in het GBA) dat onomstotelijk kan worden aangetoond dat zij vóór 31 oktober 2003 permanent op dat adres woonden. Dit bewijs kan bijvoorbeeld worden geleverd door belastingaangifte Deze groep komt in principe in aanmerking voor een persoons- en objectgebonden beschikking, mits aan de gestelde eisen is voldaan.

 

Situaties ontstaan na 31 oktober 2003

Personen die na 31 oktober 2003, zijnde de peildatum van de verruiming van het ruimtelijk beleid, permanent in een recreatieobject zijn gaan wonen, komen niet in aanmerking voor een persoons- en objectgebonden beschikking. De gemeente zal dan ook vanaf de datum van bekendmaken van dit beleid hier gefaseerd tegen optreden. Personen die niet onomstotelijk kunnen aantonen dat zij vóór 31 oktober 2003 permanent bewoner waren van de desbetreffende recreatiewoning, worden schriftelijk gesommeerd binnen een termijn van 1 jaar de permanente bewoning te staken en elders permanente huisvesting te zoeken. Dit achten wij een redelijke termijn waarbinnen vervangende woonruimte kan worden gevonden.

 

Het handhavingsbeleid zal een ommekeer te weeg brengen in het onjuist gebruik van recreatiewoningen om daarmee de recreatieve functie van recreatiewoningen te waarborgen.

 

Handhaving vindt plaats met een tweeledig doel:

  • Bestaande permanente bewoning van recreatieverblijven in strijd met de bestemmings-planvoorschriften moet worden beëindigd.

  • Nieuwe strijdige permanente bewoning welke uit oogpunt van de bestemmingsplanvoorschriften, de huisvestingsregels en / of bouwtechnische voorschriften ongewenst is, moet worden voorkomen.

Om bovenstaande doelen te bereiken gaan wij handhavend optreden, tegen iedere permanente bewoner van een recreatiewoning, met uitzondering van die permanente bewoner die in het bezit is van een geldige gedoogbeschikking.

 

Omdat uw woning «Obj_straat» te «Obj_plaats» een recreatiewoning is met een recreatievebestemming, kúnt u in aanmerking komen voor een persoons- en objectgebonden beschikking, indienu kunt aantonen dat u vóór 31 oktober 2003 de recreatiewoning permanent bewoonde. Dit bewijs kanbijvoorbeeld worden geleverd door inschrijving in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) op ofvóór de peildatum, of belastingaangifte. De persoons- en objectgebonden beschikking wordt afgegevenaan de hoofdbewoner(s) van de recreatiewoning.

 

Indien u niet kunt aantonen dat u op de peildatum (31 oktober 2003) uw recreatiewoning permanent bewoonde of als u na de peildatum in een recreatiewoning bent gaan wonen, zal handhavend worden opgetreden door de gemeente. Na het vaststellen van de zogenaamde gedooglijst wordt, behoudens uitzonderingsituaties, geen gedoogbeschikking meer verstrekt. Tegen permanente bewoners die, nadat de procedures rond het afgeven van de gedoogbeschikkingen afgerond zijn, niet in het bezit zijn van een gedoogbeschikking zal (gefaseerd) handhavend worden opgetreden.

 

Door middel van het bijgevoegde aanvraagformulier kunt u bij het college van burgemeester en wethouders een gedoogbeschikking aanvragen. Het aanvraagformulier met bijlagen dient uiterlijk 1 maart 2005 in het bezit te zijn van het college van burgemeester en wethouders. Na ontvangst van uw aanvraag tot het afgeven van een persoons- en objectgebonden beschikking onderzoeken wij of u daadwerkelijk in aanmerking komt voor een persoons- en objectgebonden beschikking.

 

Zo moet nader onderzoek onzerzijds uitwijzen of uw recreatiewoningen voldoet c.q. kan voldoen aan de eisen die gesteld worden aan de bestaande woonfunctie ingevolge het Bouwbesluit 2003. Het kan voorkomen dat er evenwel aanpassingen van bouwtechnische aard, zoals beluchting e.d. uitgevoerd moeten worden, deze kosten komen dan geheel voor uw rekening. Tevens moet uit verder onderzoek blijken, dat bij de geluidsbelasting van recreatiewoningen op de naar de weg gekeerde gevel niet meer dan de toegestane 50 dB(A) bedraagt. Indien uw recreatiewoning niet aan de milieuwetgeving kan gaan voldoen, komt u niet in aanmerking voor een persoons- en objectgebonden beschikking.

 

Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

 

Indien u uw recreatiewoning voor recreatieve doeleinden gebruikt, kunt u deze brief voor kennisgeving aannemen.

 

Voor nadere inlichtingen kunt u contact opnemen met de behandelend ambtenaar, mevrouw D.l.F. Videier, telefonisch te bereiken op werkdagen tussen 10.00 - 12.00 uur, onder bovenvermeld doorkiesnummer, of via e-mail videler.d@tholen.nl.

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en wethouders van Tholen,

de secretaris de burgemeester

 

S. Nieuwkoop

 

AANVRAAGFORMULIER GEDOOGBESCHIKKJNG VOOR HETIN GEBRUIK HEBBEN VAN EEN RECREATIEWONINGALS HOOFDVERBLIJF IN DE GEMEENTE THOLEN

 

(Lees ook de bijgevoegde toelichting)

 

  • 1.
    • a.

      Voorletters en achternaam :……………………………………………………………………...

    • b.

      Voorletters en achternaam partner :……………………………………………………………………...

  • 2.

    Naam recreatiepark :……………………………………………………………………...

  • 3.

    Adres recreatiewoning :……………………………………………………………………...

  • 4.

    Postcode en plaats recreatiewoning :……………………………………………………………………...

  • 5.

    Telefoon recreatiewoning :……………………………………………………………………...

  • 6.

    Correspondentieadres :……………………………………………………………………...

  • 7.

    Postcode en plaats correspondentieadres :……………………………………………………………………...

* = doorstrepen wat niet van toepassing is

 

  • 8.
    • a.

      Op welke datum bent/gaat u in de recreatiewoning (komen) wonen? ..........-………-………. 

    • b.

      Met hoeveel personen woont u in de recreatiewoning? ………..volwassene(n)

      (verdeeld in volwassenen en minderjarigen (jonger dan 18 jaar) ……….minderjarige(n)

  • 9.
    • a.

      * Bent u ingeschreven in de Gemeentelijk Basis Administratie (GBA) JA / NEE *

      c.q. bevolkingsregister van deze gemeente op het adres van de recreatiewoning? Zo ja, vanaf welke datum? ………. -……..-……….

    • b.

      Indien u niet bent ingeschreven, of inschrijving heeft plaatsgevonden na 31 oktober 2003, kunt u dan op een andere wijze aantonen dat u vóór 31 oktober 2003 permanent in uw recreatiewoning woonde? JA / NEE *

      (schriftelijke bewijsstukken meesturen)

  • 10.
    • a.

      Bent u eigenaar van de recreatiewoning? JA / NEE *

    • b.

      Bent u eigenaar van de grond waarop de recreatiewoning is gebouwd? JA / NEE *

    • c.

      Indien u geen eigenaar bent, wie is dan de eigenaar van de recreatiewoning en/of grond?

      Naam :……………………………………………………………………………………

      Adres :……………………………………………………………………………………

      Postcode en woonplaats :……………………………………………………………………………………

  • 11.
    • a.

      Huurt u de recreatiewoning? JA / NEE *

      (indien u hier "nee" antwoordt, kunt u verder gaan met vraag 12)

    • b.

      Is de hierboven genoemde eigenaar ook verhuurder? JA / NEE *

    • c.

      Huurt u voor bepaalde of onbepaalde tijd? BEPAALDE TIJD / ONBEPAALDE TIJD*

    • d.

      Indien u huurt voor bepaalde tijd, op welke datum loopt u huurcontract af? ……….-……….-……...

      (stuur altijd een afschrift van het huurcontract mee)

  • 12.

    Hoeveel bijlagen heeft u bij deze aanvraag ingeleverd? ……….Bijlagen

Ondertekening

 

Ondertekende verklaart bovenstaande vragen naar waarheid en zonder voorbehoud te hebben ingevuld. Tevens verklaart de ondergetekende ermee bekend te zijn dat zijn / haar gegevens op juistheid en volledigheid worden gecontroleerd en dat de verstrekte gegevens worden opgenomen in een persoonsregistratie.

 

Datum :…………………………………………………………

 

Handtekening :…………………………………………………………

 

Eventuele opmerkingen kunt u hieronder vermelden of toevoegen als bijlage:

 

TOELICHTING OP HET AANVRAAGFORMULIER GEDOOGBESCHIKKINGVOOR HET IN GEBRUIK HEBBEN VAN EEN RECREATIEWONING ALS HOOFDVERBLIJF IN DE GEMEENTE THOLEN

 

Algemene informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen heeft:

  • a.

    uit uw inschrijving in de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA);

  • b.

    uit uw verzoek om een recreatiewoning permanent te mogen bewonen;

  • c.

    uit controles ter plaatse en ander onderzoek;

het vermoeden dat u een recreatiewoning in gebruik wilt nemen/heeft voor permanente bewoning. Op grond van het geldende bestemmingsplan en het gemeentelijk beleid is het permanent bewonen van een recreatiewoning niet toegestaan.

 

Gevolgen

Het invullen van dit formulier heeft gevolgen voor u. Hieronder worden de gevolgen op een rijtje gezet.

  • 1.

    U vult het formulier in, stuurt deze met bijlagen terug naar de gemeente en vervolgens wordt uw aanvraag toegewezen.

  • In dit geval mag u voor een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen termijn in de recreatiewoning wonen, onder bepaalde voorwaarden. Belangrijkste voorwaarde is dat de gedoogbesch'ikking zowel persoons- als objectgebonden is. Dat wil zeggen dat de beschikking alleen geldt voor de in de beschikking genoemde perso(o)n(en) en dat de beschikking alleen geldt voor de recreatiewoning waarvoor de beschikking is aangevraagd. De termijn van de gedoogbeschikking hangt dus af van de periode dat de huidige bewoner(s) in de recreatiewoning blijft/blijven wonen. Bij verhuizing of overlijden vervalt de gedoogbeschikking. Verlenging van de gedoogperiode is niet mogelijk. Om in aanmerking te komen voor een gedoogbeschikking moet, indien van toepassing, alsnog aan inschrijving in het GBA worden voldaan. U krijgt een schriftelijk bericht over de beslissing.

  • 2.

    U vult het formulier in, stuurt deze met bijlagen terug naar de gemeente en vervolgens wordt uw aanvraag afgewezen.

  • In dit geval mag u de recreatiewoning niet permanent blijven bewonen. U dient binnen een termijn van 1 jaar te verhuizen naar andere woonruimte, buiten het gebied waar de bestemming "recreatiewoning" geldt. Van de beslissing krijgt u een schriftelijke kennisgeving. Daarin staat vermeld dat wij, wanneer u niet tegemoetkomt aan ons verzoek om de permanente bewoning van de recreatiewoning te staken, genoodzaakt zijn te handhaven en u aan te schrijven om de permanente bewoning te staken.

  • 3.

    U vult het formulier niet of niet volledig in, u stuurt het formulier niet in of u verstrekt niet alle gevraagde bewijsstukken dan geldt hetzelfde als genoemd onder punt 2.

  • Het is in uw belang het formulier zo volledig mogelijk in te vullen, zodat het college van burgemeester en wethouders rekening kan houden met alle feiten die voor u van belang zijn. Tevens is het van belang alle gevraagde bijlagen mee te sturen.

Informatie over het invullen van het formulier

(De nummers komen overeen met de nummers van de vragen.)

  • 1)

    Vul hier uw voorletters en achternaam in en indien van toepassing ook van uw partner. Gehuwde vrouwen wordt verzocht ook de meisjesnaam te vermelden.

  • 2)

    Indien van toepassing vul hier de naam in van het recreatiepark waar de recreatiewoning zich bevindt.

  • 3)

    Vul hier het adres van de recreatiewoning in. Het gaat om de straatnaam waar de recreatiewoning aangelegen is met huisnummer en eventueel straatnaam van het recreatiepark.

  • 4)

    Vul hier de postcode en de plaats van de recreatiewoning in.

  • 5)

    Wanneer de recreatiewoning een telefoonaansluiting heeft, vul hier dan het telefoonnummer in. Als u overdag niet in de recreatiewoning te bereiken bent, vul hier dan ook een ander telefoonnummer waar u te bereiken bent.

  • 6)

    Indien u een apart adres heeft waar u uw post wilt ontvangen of ontvangt, vul dan hier het volledige correspondentieadres.

  • 7)

    Vul hier de postcode en de plaats in van het correspondentieadres.

  • 8)
    • a.

      Vul bij deze vraag de datum in wanneer u feitelijk in de recreatiewoning bent komen wonen.

    • b.

      Geef bij deze vraag aan hoeveel personen (onderverdeeld in volwassenen en minderjarigen in de recreatiewoning wonen.)

  • 9)
    • a.

      Wanneer u ingeschreven bent in de Gemeentelijk Basis Administratie (GBA) c.q. bevolkingsregister van deze gemeente vul dan de datum in. Indien deze datum ligt na 1 oktober 2003 ga dan door naar vraag 9b.

    • b.

      Indien u niet bent ingeschreven of inschrijving heeft plaatsgevonden na 1 oktober 2003, dan moet u op een andere wijze aantonen dat u vóór 1 oktober 2003 permanent in uw recreatiewoning woonde. Hiervan dient u schriftelijke bewijsstukken toe te voegen.

  • 10)

    Wanneer u geen eigenaar bent van de recreatiewoning vul dan bij vraag 10c de naam en adres van de eigenaar in.

  • 11)

    Als u vraag 11a. met "NEE" beantwoordt, kunt u doorgaan naar vraag 12. Indien vraag 11a. met "JA" beantwoordt moet u aangeven of de eigenaar tevens verhuurder is. Is dat niet het geval, dan kunt u de naam en adres van de verhuurder vermelden bij "opmerkingen" onder aan de pagina. Huren voor bepaalde tijd wil zeggen dat duidelijk is wanneer u de recreatiewoning weer moet verlaten. Als u voor onbepaalde tijd huurt, is die datum onzeker.

  • 12)

    Vul in hoeveel bijlagen u meestuurt. Het is aan te raden geen originele stukken mee te sturen, maar kopieën bij te voegen. Het is ook raadzaam om een kopie te maken van het aanvraagformulier en dat zelf te houden.

Het aanvraagformulier moet gedateerd worden en door de aanvrager worden ondertekend.

 

Opsturen van het aanvraagformulier

Het aanvraagformulier met bijlagen moet uiterlijk 1 maart 2005 in het bezit zijn van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen, Markt 1-5 4695 CE Sint-Maartensdijk.

 

Vertrouwelijke behandeling

Omdat u gevraagd wordt een aantal privacygevoelige zaken te overleggen, zal de gemeente uw aanvraag met de grootst mogelijke zorgvuldigheid behandelen. De door u verstrekte gegevens worden vertrouwelijk behandeld en worden opgenomen in een persoonsregistratie. De verstrekte gegevens kunnen op juistheid en volledigheid worden gecontroleerd, eventueel bij andere instanties of personen.

 

Overige informatie

Wanneer u nog vragen heeft over het invullen van het aanvraagformulier kunt u op werkdagen tussen 10.00 - 12.00 uur contact opnemen met mevrouw D.I.F. Videler, telefonisch te bereiken onder doorkiesnummer 0166 - 66 82 40 of via e-mail: videler.d@tholen.nl.

BIJLAGE II

 

Inventarisatie recreatiewoninaen met een recreatieve bestemminq

 

Recreatiewoningen in het buitengebied

Aantal

Oud-Vossemeer

Zeedijk 1

 

1

Sint-Maartensdijk

Provinciale weg 11

Provinciale weg 15

Provinciale weg 64

 

1

1

1

Sint-Philipsland

Scharreweg 2

 

1

Stavenisse

Buurtweg 8

 

1

Recreatiewoningen op de kampeerterreinen

 

Camping De Striene te Poortvliet

Van derSlikkeweg 1 t/m 16 (links, zie bijlage)

Van der Slikkeweg 1 t/m 33 (rechts, zie bijlage)

 

16

33

Camping Gorishoek te Scherpenisse

Gorishoeksedijk 25, kavel Z1 t/m Z16

 

16

Camping De Pluimpot te Scherpenisse

Geertruidaweg 3, kavel Z1 t/m Z47 

 

47

Camping Oud Kempen te Stavenisse

Buurtweg 3, kavel 1a t/m 1d

Buurtweg 3, kavel 2a t/m 2d

Buurtweg 3, kavel 3a t/m 3d

Buurtweg 3, kavel 4a t/m 4d

Buurtweg 3, kavel 5a t/m 5d

Buurtweg 3, kavel 6a t/m 6d

Buurtweg 3, kavel 7a t/m 7d

Buurtweg 3, kavel 8a t/m 8d

Buurtweg 3, kavel 9a t/m 9d

Buurtweg 3, kavel 10a t/m 10d

Buurtweg 3, kavel 11a t/m 11d

Buurtweg 3, kavel 12a t/m 12d

Buurtweg 3, kavel 13a t/m 13d

Buurtweg 3, kavel 14a t/m 14d

Buurtweg 3, kavel 15a t/m 15d

Buurtweg 3, kavel 16a t/m 16d

Buurtweg 3, kavel 17a t/m 17d

Buurtweg 3, kavel 18a t/m 18d

Buurtweg 3, kavel 19a t/m 19d

Buurtweg 3, kavel 20a t/m 20d

Buurtweg 3, kavel 21a t/m 21d

Buurtweg 3, kavel 22a t/m 22d

Buurtweg 3, kavel 23a t/m 23d

Buurtweg 3, kavel 24a t/m 24d

Buurtweg 3, kavel 25a t/m 25d

Buurtweg 3, kavel 26a t/m 26d

Buurtweg 3, kavel 27a t/m 27d

Buurtweg 3, kavei 28a t/m 28d

Buurtweg 3, kavel 29a t/m 29d

 

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

Camping Stavenisse te Stavenisse

Dijkweg 17 t/m 48 (Aan de Oever)

Scheldseweg 3, kavel 2 + 3

 

32

2

Totaal

268