Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lelystad

Besluit van het college van de gemeente Lelystad houdende regels inzake keuringscriteria gasleidingen (Keuringscriteria voor de beoordeling van aangetaste gasleidingen onder woningen)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLelystad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van de gemeente Lelystad houdende regels inzake keuringscriteria gasleidingen (Keuringscriteria voor de beoordeling van aangetaste gasleidingen onder woningen)
CiteertitelKeuringscriteria voor de beoordeling van aangetaste gasleidingen onder woningen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-04-2010bestaande beleidsregel

23-03-2010

Flevopost 07-04-2010

B09-10053

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van de gemeente Lelystad houdende regels inzake keuringscriteria gasleidingen (Keuringscriteria voor de beoordeling van aangetaste gasleidingen onder woningen)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad

gelet op artikel 4:84 e.v. Algemene wet bestuursrecht:

 

BESLUIT

 

De navolgende beleidsregel vast et stellen:

Keuringscriteria voor de beoordeling van aangetaste gasleidingen onder woningen

 

 

 

TOETSINGSCRITERIA

De hieronderstaande regels zijn een uitwerking van de criteria die zijn omschreven in het TNO rapport van 23 november 2009 aangaande een onderzoek naar de staat van de gasleidingen in woningen van Lelystad, die gebouwd zijn vóór 1980. Deze regels zijn bepalend voor de vraag of er sprake is van een deugdelijke voorziening voor gas.

 

  • 1.

    Gasleidingen van staal, voorzien van menie, gegalvaniseerd of voorzien van x-trucoat, pur, dan wel enig ander materiaal, behorende of onderdeel uitmakende van een voorziening voor gas van een gebouw (verder te noemen gasleiding) dienen tenminste een wanddikte te hebben van 2,25 mm.

 

  • 2.

    Bij het onderzoek naar de deugdelijkheid van de voorziening voor gas wordt geen onderscheid gemaakt tussen verschillende ontstaansvormen of verschijningsvormen van corrosie.

 

  • 3.

    Iedere afname van de wanddikte van de gasleiding door welke activiteit of welk natuurkundig of niet natuurkundig verschijnsel dan ook wordt gerangschikt onder het begrip corrosie.

 

  • 4.

    Indien, op enig deel van de gasleidingen, door corrosie de wanddikte is afgenomen met meer dan 1 mm dient dat deel van de gasleiding te worden vervangen.

 

  • 5.

    Indien op meer dan één (onder)deel van de gasleiding corrosie is opgetreden waarbij de wanddikte is afgenomen met meer dan 1 mm dient de gehele gasleiding te worden vervangen.

 

  • 6.

    Indien de gasleiding door een wand, of vloer van beton, steen of andere stof wordt geleid en in de nabijheid van de doorgeleiding is corrosie opgetreden, waardoor de wanddikte van de gasleiding is afgenomen met meer dan 0,5 mm, dan dient dat deel van de gasleiding te worden vervangen.

 

  • 7.

    Indien op meer dan één plaats de gasleiding door een wand, of vloer van beton, steen of andere stof wordt geleid en op meer dan één plaats in de nabijheid van de doorgeleiding is corrosie opgetreden, waardoor de wanddikte van de gasleiding is afgenomen met meer dan 0,5 mm, dient de gehele gasleiding te worden vervangen.

 

  • 8.

    Indien een deel van de gasleiding of de gehele gasleiding gelegd is in beton, cement, of andere stof/emulsie, in het bijzonder indien de gasleiding niet door enig materiaal is beschermd en de gasinstallateur/fitter is de mening toegedaan dat er aanleiding is de gasleiding nader te onderzoeken, dan wordt dit in het rapport aangegeven.

 

  • 9.

    Andere defecten aan de voorziening voor gas, door de gasinstallateur/fitter opgemerkt, worden in het rapport aangegeven.

  •  

 

Lelystad, 23 maart 2010

Het college van de gemeente Lelystad

De secretaris, de burgemeester