Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Subsidieregeling coronasteun Sport deel II

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling coronasteun Sport deel II
CiteertitelSubsidieregeling coronasteun Sport deel II
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De subsidieregeling vervalt met ingang van 31 januari 2023 met dien verstande dat deze van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verleend.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Subsidieverordening Rotterdam 2014

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-06-2022nieuwe regeling

21-06-2022

gmb-2022-290368

Aanleverstuk 2022, nummer 118

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling coronasteun Sport deel II

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de wethouder Volksgezondheid, Zorg, Ouderen en Sport van 21 juni 2022 registratienummer 22bo4074;

 

gelet op de artikelen 3, derde lid, 3a, 4, 6, derde lid, artikel 13, vierde lid, artikel 14, vijfde lid, van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;

 

overwegende dat:

  • -

    het gewenst is subsidie te verstrekken aan zwembaden, ijsbanen en sportinstellingen in de gemeente Rotterdam ter compensatie van het exploitatietekort over de periode 1 november 2021 tot en met 31 december 2021 en januari 2022 waarmee zij zijn geconfronteerd als gevolg van de maatregelen ter bestrijding van de verdere verspreiding van COVID-19;

 

besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

  • -

    continuïteit: voortbestaan van het zwembad, de ijsbaan of de sportinstelling voor de langere termijn;

  • -

    exploitatietekort: verschil tussen het totaal van de exploitatiekosten en het totaal van de exploitatie-opbrengsten zoals blijkt uit de winst- en verliesrekening over de periode van 1 november 2021 tot en met 31 december 2021 respectievelijk de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 januari 2022;

  • -

    sportinstelling: een exploitant van een in de gemeente Rotterdam gelegen sporthal, sportzaal, gymzaal of sportveld;

  • -

    winst- en verliesrekening: de winst- en verliesrekening met toelichting die hoort bij de jaarrekening, bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

  • -

    ijsbaan: een in Rotterdam gelegen kunstijsbaan, die voorkomt op de lijst in de bijlage behorende bij deze regeling;

  • -

    zwembad: een in Rotterdam gelegen zwembad, dat voorkomt op de lijst in de bijlage behorende bij deze regeling.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 genoemde activiteiten.

  • 2.

    Subsidie kan niet worden toegekend aan ondernemingen die al op 31 december 2019 in financiële moeilijkheden verkeerden.

  • 3.

    Subsidie wordt, op aanvraag, uitsluitend verstrekt aan sportinstellingen, zwembaden of de ijsbaan waarbij de continuïteit van de bedrijfsvoering in de periode van 1 november 2021 tot en met 31 december 2021 in het geding is gekomen als rechtstreeks gevolg van de maatregelen ter voorkoming van verspreiding van COVID-19.

  • 4.

    Subsidie wordt, op aanvraag, uitsluitend verstrekt aan sportinstellingen, zwembaden of de ijsbaan waarbij de continuïteit van de bedrijfsvoering in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 januari 2022 in het geding is gekomen als rechtstreeks gevolg van de maatregelen ter voorkoming van verspreiding van COVID-19.

  • 5.

    De sportinstelling, het zwembad of de ijsbaan heeft een beroep gedaan op alle financiële ondersteuningsmogelijkheden die beschikbaar zijn en heeft aantoonbaar voorzieningen getroffen om de gevolgen van de maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van COVID-19 zelf op te vangen, te verminderen of de financiële positie te verbeteren.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor de compensatie van het exploitatietekort als aantoonbaar gevolg van de maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van COVID-19.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

  • a.

    een zwembad of ijsbaan; of

  • b.

    een sportinstelling die een structurele, jaarlijkse subsidie- of inkooprelatie heeft met de gemeente Rotterdam voor het exploiteren en beheren van in de gemeente Rotterdam gelegen sporthallen, sportzalen, gymzalen of sportvelden en die activiteiten aanbiedt die passen binnen het gemeentelijk beleid op het taakveld sport, zoals vastgelegd in de Sportnota Rotterdam 2021+ en het Actieprogramma Verenigingen.

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Voor subsidie komt in aanmerking het exploitatietekort als rechtstreeks gevolg van de maatregelen ter voorkoming van verspreiding van COVID-19, na aftrek van eventuele andere vormen van ontvangen steun van derden.

  • 2.

    Niet voor subsidie in aanmerking komt begrote winst.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De hoogte van de te verlenen subsidie wordt gebaseerd op een beoordeling van de bij de aanvraag overgelegde gegevens en met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.

  • 2.

    Voor de doelgroep, bedoeld in artikel 4, onderdeel b, wordt het vrij besteedbare eigen vermogen per 31 januari 2022 meegewogen bij de bepaling van de hoogte van de subsidie. Indien dat vrij besteedbare vermogen meer bedraagt dan 15% van de omzet in het jaar 2019 wordt het meerdere in mindering gebracht op het te verlenen subsidiebedrag.

Artikel 7 Subsidieplafond en verdeelregels

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt een subsidieplafond van:

    • a.

      € 1.000.000 voor de doelgroep zwembaden en ijsbanen;

    • b.

      € 1.000.000 voor de doelgroep sportinstelling.

  • 2.

    Niet benutte middelen van het subsidieplafond voor de doelgroep, bedoeld in artikel 4, onderdeel b, kunnen worden toegevoegd aan het subsidieplafond voor de doelgroep, bedoeld in artikel 4, onderdeel a.

  • 3.

    Het college kan de hoogte van het subsidieplafond zwembaden en ijsbanen wijzigen.

  • 4.

    Indien het subsidieplafond voor de doelgroep sportinstelling, ontoereikend is voor honorering van alle aanvragen die aan de voorwaarden voldoen, worden de aanvragen naar evenredigheid gekort.

Artikel 8 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag omvat:

    • a.

      een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel, niet ouder dan zes maanden gerekend vanaf de datum van de subsidieaanvraag;

    • b.

      de statuten;

    • c.

      een begroting over de periode 1 november 2021 tot en met 31 december 2021 en, indien van toepassing, een begroting over de periode 1 januari 2022 tot en met 31 januari 2022;

    • d.

      de winst- en verliesrekening of een prognose daarvan over de periode 1 november 2021 tot en met 31 december 2021 en, indien van toepassing, een winst- of verliesrekening of een prognose daarvan over de periode 1 januari 2022 tot en met 31 januari 2022;

    • e.

      een overzicht met de inkomstenderving als gevolg van maatregelen ter voorkoming van verspreiding van COVID-19 of een prognose daarvan over de periode van 1 november 2021 tot en met 31 december 2021 en, indien van toepassing, een overzicht met de inkomstenderving als gevolg van maatregelen ter voorkoming van verspreiding van COVID-19 of een prognose daarvan over de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 januari 2022;

    • f.

      een overzicht met reeds ontvangen steun over de periode van 1 november 2021 tot en met 31 december 2021 en, indien van toepassing, een overzicht met reeds ontvangen steun over de periode 1 januari 2022 tot en met 31 januari 2022;

    • g.

      een overzicht van en een toelichting op getroffen voorzieningen om de continuïteitspositie te verbeteren;

    • h.

      de liquiditeitsgegevens over de periode 1 november 2021 tot en met 31 december 2021 en, indien van toepassing, de liquiditeitsgegevens over de periode 1 januari 2022 tot en met 31 januari 2022;

    • i.

      de stand van het eigen vermogen op 31 december 2021 bij een aanvraag over de periode 1 november 2021 tot en met 31 december 2021 en, indien van toepassing, de stand van het eigen vermogen op 31 januari 2022 bij een aanvraag over de periode 1 januari 2022 tot en met 31 januari 2022;

    • j.

      een bij het subsidieloket van de gemeente Rotterdam op te vragen ingevuld formulier aanvullende vragen over de periode 1 november 2021 tot en met 31 december 2021 en, indien van toepassing, een ingevuld formulier aanvullende vragen over de periode 1 januari 2022 tot en met 31 januari 2022.

  • 2.

    Voor de aanvrager bedoeld in artikel 4, onderdeel b, omvat een aanvraag tevens een opgave van de omzet in het jaar 2019.

Artikel 9 Aanvraagtermijn

Een subsidieaanvraag wordt uiterlijk op 21 juli 2022 ingediend.

Artikel 10 Beslistermijn

Het college beslist uiterlijk op 1 september 2022 op de aanvraag tot subsidieverlening.

Artikel 11 Verplichtingen subsidieontvanger

Aan de subsidieverlening worden de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    de subsidieontvanger doet onverwijld schriftelijke opgave van wijzigingen ten aanzien van de ingediende stukken die betrekking hebben op zijn financiële positie, waaronder het verkrijgen van andere vormen van steun, voor zover die meer bedraagt dan 10% van het verleende subsidiebedrag;

  • b.

    zodra aannemelijk is dat de subsidieontvanger niet of niet geheel aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden of verplichtingen zal kunnen voldoen, doet hij hier onverwijld melding van aan het college.

Artikel 12 Verantwoording en vaststelling subsidies

  • 1.

    De subsidie wordt vastgesteld op basis van een aanvraag tot vaststelling.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling wordt uiterlijk op 1 december 2022 ingediend.

  • 3.

    De aanvrager legt bij deze aanvraag de volgende gegevens over:

    • a.

      verantwoording over de inzet van de verleende subsidie;

    • b.

      geactualiseerde berekeningen van uitgaven en inkomsten over de periode 1 november 2021 tot en met 31 december 2021 en, indien van toepassing, de geactualiseerde berekeningen van uitgaven en inkomsten over de periode 1 januari 2022 tot en met 31 januari 2022;

    • c.

      de geactualiseerde inkomstenderving over de periode 1 november 2021 tot en met 31 december 2021 en, indien van toepassing, de geactualiseerde inkomstenderving over de periode 1 januari 2022 tot en met 31 januari 2022;

    • d.

      de geactualiseerde liquiditeitsgegevens over de periode 1 november 2021 tot en met 31 december 2021 en, indien van toepassing, de geactualiseerde liquiditeitsgegevens over de periode 1 januari 2022 tot en met 31 januari 2022;

    • e.

      gegevens die inzicht verschaffen over eventuele andere vormen van ontvangen steun in de periode waarvoor de subsidie beschikbaar is;

    • f.

      het formulier aanvullende vragen aangevuld met de realisatie over de in het formulier gevraagde gegevens.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    De subsidieregeling vervalt met ingang van 31 januari 2023 met dien verstande dat deze van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verleend.

Artikel 14 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling coronasteun Sport deel II.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 21 juni 2022.

De secretaris,

V.J.M. Roozen

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIR): 010-417 2514 of bir@rotterdam.nl

Bijlage. Lijst met zwembaden en ijsbanen als bedoeld in artikel 1 van de Subsidieregeling coronasteun Sport deel II

 

Zwembaden:

Recreatiebad Hoek van Holland

De Cordesstraat 160

3151 BN

Rotterdam

Zwembad Hoogvliet

Middenbaan-Zuid 400

3191 AH

Rotterdam

Pernis

Ring 220

3195 XR

Rotterdam

Sportcentrum West

Spaanseweg 2

3028 HW

Rotterdam

Zwembad Overschie

Burgemeester Koningssingel 45

3042 NK

Rotterdam

Recreatiecentrum Oostervant

Oostervantstraat 25

3021 PT

Rotterdam

Van Maanenbad

Van Maanenstraat 8

3038 CZ

Rotterdam

Sportcentrum De Wilgenring

Melanchtonweg 70

3052 KV

Rotterdam

Oostelijk zwembad

Gerdesiaweg 480

3061 RA

Rotterdam

Afrikaanderplein

Jacominastraat 41

3072 SC

Rotterdam

Zwembad IJsselmonde

Dwarsdijk 80

3078 JD

Rotterdam

Het Alexanderhof

Bramanteplein 2

3066 BH

Rotterdam

Recreatiecentrum De Zevenkampse ring

Zevenkampse Ring 301

3068 HG

Rotterdam

Zwembad Sportcentrum De Rozenburcht

Zuidzijde 35

3181 LR

Rotterdam

Zwemcentrum Rotterdam

Annie M.G. Schmidtplein 8

3083 NZ

Rotterdam

 

IJsbanen

IJsbaan Rotterdam

Toepad 95

3063NJ

Rotterdam

 

 

Toelichting bij de Subsidieregeling coronasteun Sport

 

Algemeen

In verband met de COVID-19 maatregelen is het voor de exploitanten van de in de gemeente gelegen sportaccommodaties niet mogelijk geweest om in de periode van 1 november 2021 tot en met 31 januari 2022 de normale bedrijfsvoering te voeren. De bedrijfsvoering van de Rotterdamse sportaccommodaties is voor een groot deel gebaseerd op omzet door grootschalig bezoek. Het bezoek is in verband met de COVID-19 maatregelen (grotendeels) weggevallen. Dit heeft een dusdanig negatieve impact op de financiële positie bij de exploitanten van de Rotterdamse sportaccommodaties dat de rijksbrede steunmaatregelen, zoals de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (hierna: TVL) en de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (hierna: NOW), niet voldoende zijn om de exploitanten het hoofd boven water te laten houden. De financiële problemen van de exploitanten zijn niet structureel, maar direct gerelateerd aan de COVID-19 maatregelen. De sportaccommodaties van de exploitanten zijn daarnaast een essentieel onderdeel van de basisinfrastructuur van de sport. Om dit onderdeel van de basisinfrastructuur te behouden is tijdelijke financiële hulp noodzakelijk. Zonder compensatie van de overheid – in brede zin – loopt de exploitatie van de Rotterdamse sportaccommodaties gevaar.

 

Om sluiting van de zwembaden en ijsbanen te voorkomen, is door de minister van Langdurige zorg en Sport (hierna: de minister) besloten een specifieke uitkering te verstrekken aan gemeenten waarmee zij de exploitanten van zwembaden en ijsbanen kunnen ondersteunen.

Door een wijziging van de Regeling specifieke uitkering zwembaden en ijsbanen COVID-19 in verband met de toevoeging van een nieuwe compensatieperiode, gepubliceerd in de Staatscourant op 9 juni 2022, kan een specifieke uitkering worden verstrekt aan gemeenten voor de compensatie van het exploitatietekort dat een zwembad of ijsbaan in de periode van 1 november 2021 tot en met 30 december 2021 (derde tranche) en 1 januari 2022 tot en met 31 januari 2022 (vierde tranche) heeft geleden als gevolg van de maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van COVID-19. De gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor de manier waarop zij de zwembaden en ijsbanen ondersteunen. Daarbij wordt als voorwaarde gesteld dat de financiële steun voor zwembaden en ijsbanen wordt ingezet om het daadwerkelijk exploitatietekort te compenseren en voor de zwembaden geldt dat zij direct of indirect een doorlopende exploitatiebijdrage van de gemeente ontvangen. De compensatie mag niet leiden tot financiële steun van gemeenten waarmee zwembaden en ijsbanen tot een positief resultaat op de winst- en verliesrekening van een bepaalde periode komen.

 

Het college van de gemeente Rotterdam heeft nog geen noodsteun verleend over de periode van 1 november 2021 tot en met 31 december 2021 en 1 januari 2022 tot en met 31 januari 2022, maar acht het wenselijk om, vanwege de slechte financiële positie bij de Rotterdamse zwembaden en ijsbaan als gevolg van de maatregelen ter voorkoming van verspreiding van COVID-19, noodsteun te verlenen.

 

Daarnaast acht het college het wenselijk om, vanwege de slechte financiële positie als gevolg van de maatregelen ter voorkoming van verspreiding van COVID-19, in vervolg op Noodfonds 1 en 2, geldend voor de periode van maart tot en met december 2020, en Coronasteun Sport, geldend van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021, de exploitanten van sporthallen, sportzalen, gymzalen en sportvelden noodsteun te verlenen voor de periode van 1 november 2021 tot en met 31 december 2021 en over de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 januari 2022.

 

 

Artikelsgewijze Toelichting

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie wordt, op aanvraag, uitsluitend verstrekt aan een zwembad, ijsbaan of sportinstelling waar de continuïteit van de bedrijfsvoering in de periode van 1 november 2021 tot en met 31 december 2021 en 1 januari 2022 tot en met 31 januari 2022 als gevolg van de maatregelen ter voorkoming van verspreiding van COVID-19 in het geding is. De subsidie wordt verleend voor het daardoor ontstane exploitatietekort.

 

Een van de voorwaarden is dat de aanvrager aantoonbaar werkzaamheden heeft verricht om de gevolgen van de crisis in verband met het COVID-19 zelf op te vangen, te verminderen en/of de financiële positie te verbeteren. Hierbij valt te denken aan:

  • het minimaliseren van de kosten, zonder dat dit de veilige afstand tot andere personen heeft belemmerd;

  • het maximaliseren van de alternatieve inkomsten;

  • het onderzoeken, en waar mogelijk verkrijgen van, alternatieve steunmaatregelen.

 

Artikel 4 Doelgroep

De onderhavige regeling is bedoeld voor:

  • 1.

    exploitanten van zwembaden en ijsbanen die een belangrijke plek innemen in de sport basisinfrastructuur. Het Rijk heeft bij zijn regeling een lijst gevoegd met de zwembaden en ijsbanen die, als zij voldoen aan alle voorwaarden, in aanmerking kunnen komen voor compensatie van het exploitatietekort over de periode 1 november 2021 tot en met 31 december 2021 en 1 januari 2022 tot en met 31 januari 2022.

    Deze lijst heeft het Mulier instituut in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Vereniging Sport en Gemeenten opgesteld, zie de bijlage bij deze subsidieregeling. De lijst is op 17 februari 2021 verspreid onder alle gemeenten in Nederland. Voor de gemeente Rotterdam gaat het om de volgende zwembaden en ijsbaan:

    • Schaatsbaan Rotterdam;

    • Zwemcentrum Rotterdam;

    • Zwembad Sportcentrum De Rozenburcht;

    • Zwembad in het Recreatiecentrum De Zevenkampse Ring;

    • Zwembad Het Alexanderhof;

    • Zwembad IJsselmonde;

    • Zwembad Afrikaanderplein;

    • Oostelijk zwembad;

    • Zwembad in het Sportcentrum De Wilgenring;

    • Van Maanenbad/zwembad Noord;

    • Zwembad in het Recreatiecentrum Oostervant;

    • Zwembad Overschie;

    • Zwembad in het Sportcentrum West;

    • Zwembad Pernis;

    • Zwembad Hoogvliet;

    • Recreatiebad Hoek van Holland.

  • 2.

    Exploitanten met een structurele, jaarlijkse subsidie- of inkooprelatie met de gemeente voor het exploiteren en beheren van sporthallen, sportzalen, gymzalen of sportvelden. Voor de gemeente Rotterdam gaat het om de volgende exploitanten:

    • Sportbedrijf Rotterdam B.V.;

    • Topsportcentrum, B.V.;

    • Recreatiecentrum Oostervant;

    • B.V. Recreatiecentrum De Zevenkampsering.

 

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Dit artikel gaat uit van vergoeding van het exploitatietekort als gevolg van de maatregelen ter voorkoming van verspreiding van COVID-19 in de periode van:

  • -

    1 november 2021 tot en met 31 december 2021;

  • -

    1 januari 2022 tot en met 31 januari 2022.

Het gaat om het verschil tussen de in de periode 1 november 2021 tot en met 31 december 2021 of over de periode 1 januari 2022 tot en met 31 januari 2022 gerealiseerde kosten en gerealiseerde opbrengsten, het exploitatietekort. Voor subsidie kan in aanmerking komen het bedrag dat leidt tot een exploitatiesaldo van € 0,-, met als gevolg dat de aanvrager noch winst noch verlies genereert.

Een in de begroting opgenomen, maar niet gederfd positief saldo (winst) komt niet voor subsidie in aanmerking.

 

Bij de inkomsten dient alle ontvangen steun meegeteld te worden. Onder steun wordt verstaan directe en indirecte bijdragen van derden, bijvoorbeeld huurcompensatie of loonkostensubsidie. Dat kunnen zowel bijdragen van het Rijk zijn als bijdragen van private geldschieters.

 

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

De hoogte van de te verlenen subsidie wordt bepaald aan de hand van de bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens. Deze documenten geven inzicht in de financiële positie van de aanvrager. Op basis hiervan kan worden bepaald of de continuïteit van de activiteiten van het zwembad, de ijsbaan of de sportinstelling door de maatregelen ter voorkoming van verspreiding van COVID-19 in het geding is en in hoeverre financiële ondersteuning op basis van deze subsidieregeling nodig is om de continuïteit te kunnen borgen

 

Bij de doelgroep bedoeld in artikel 4 onderdeel b wordt bovendien het vrij besteedbare eigen vermogen meegewogen bij de bepaling van de hoogte van de te verlenen subsidie. Dit geldt niet voor de doelgroep bedoeld in artikel 4 onderdeel a, omdat de subsidieregeling voor deze doelgroep de voorwaarden opgenomen in de SPUK IJZ derde en vierde tranche volgt.

Het vrij besteedbare eigen vermogen geeft aan of de aanvrager zelf in staat is (een deel van) het exploitatietekort, ontstaan door de maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van COVID-19, kan dragen. Voor de bepaling van het maximale vrij besteedbare eigen vermogen wordt uitgegaan van de omzet in het jaar 2019, het laatste volledige jaar voor COVID-19. Het vrij besteedbare eigen vermogen mag maximaal 15% daarvan bedragen.

 

Voorbeeld 1

Aanvrager X vraagt € 500.000 steun aan. De omzet 2019 van de aanvrager bedroeg € 3.000.000. Het vrij besteedbare eigen vermogen per 31 december 2021 bedraagt € 200.000.

De berekening van het maximale toegestane vrij besteedbare eigen vermogen op basis van deze subsidieregeling bedraagt: 15%*€ 3.000.000 = € 450.000.

Het vrij besteedbare eigen vermogen per 31 december 2021 van aanvrager X is lager dan het maximaal toegestane eigen vermogen op basis van deze subsidieregeling. Het vrij besteedbare eigen vermogen heeft daarom geen invloed op de hoogte van de te verlenen subsidie.

 

Voorbeeld 2

Aanvrager Y vraagt € 510.000 steun aan. De omzet 2019 van de aanvrager bedroeg € 3.000.000. Het vrij besteedbare eigen vermogen per 31 december 2021 bedraagt € 600.000.

De berekening van het maximale toegestane vrij besteedbare eigen vermogen op basis van deze subsidieregeling bedraagt: 15%*€ 3.000.000 = € 450.000.

Het vrij besteedbare eigen vermogen per 31 december 2021 van aanvrager Y is hoger dan het maximaal toegestane eigen vermogen op basis van deze subsidieregeling.

Het verschil tussen het vrij besteedbare eigen vermogen per 30 juni 2021(€ 600.000) en het maximaal toegestane eigen vermogen (€ 450.000) bedraagt € 150.000. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op de te verlenen subsidie. Als uit de overige aangeleverde documenten geen redenen blijken om de subsidie lager te verlenen, ontvangt de aanvrager € 510.000 minus €150,000 = € 360.000 subsidie.

 

Indien bij de berekening van het bedrag op basis van artikel 5 blijkt dat er geen sprake is van een exploitatietekort over de periode 1 november 2021 tot en met 31 december 2021 en/of over de periode 1 januari 2022 tot en met 31 januari 2022, komt de aanvrager niet in aanmerking voor subsidie.

 

Artikel 7 Subsidieplafond en verdeelregels

De Subsidieregeling coronasteun Sport kent twee subsidieplafonds:

  • a.

    een subsidieplafond van € 1.000.000 voor de zwembaden en ijsbanen; en

  • b.

    een subsidieplafond van € 1.000.000 voor de sportinstelling.

Indien de som van de te verlenen subsidies na toetsing op grond van de artikelen 5 en 6 het subsidieplafond zwembaden en ijsbanen overschrijdt, kan het college besluiten het subsidieplafond zwembaden en ijsbanen te verhogen tot het bedrag nodig voor het verlenen van coronasteun.

Indien de som van de te verlenen subsidies na toetsing op grond van de artikelen 5 en 6 het subsidieplafond sportinstelling overschrijdt worden de subsidieaanvragen evenredig verlaagd met het bedrag waarmee het subsidieplafond wordt overschreden. Indien blijkt dat het totaal aan gehonoreerde aanvragen het subsidieplafond overschrijdt zullen aanvragen navenant met een vergelijkbaar percentage gekort worden. Dat betekent bij overschrijding van het subsidieplafond, dat de aanvragers niet het volledige exploitatietekort via subsidie vergoed krijgen.

 

Artikel 8 Aanvraag

De gegevens waarom gevraagd wordt, dienen om een beoordeling te kunnen maken over de noodzaak van de gevraagde steun. Met name van belang is aan te geven wat de omvang is van het feitelijke exploitatietekort, welke steunmaatregelen al ontvangen zijn en welke vorozieningen het zwembad, de ijsbaan of de sportinstelling reeds getroffen heeft om de financiële positie niet te verslechteren. Het exploitatietekort, liquiditeit, stand van het eigen vermogen en omzet in het jaar 2019 dienen bovendien verwerkt te worden in het formulier aanvullende vragen dat in het subsidieloket van de gemeente Rotterdam opgevraagd kan worden.

 

Artikel 11 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Uitgangspunt is dat omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de hoogte van het te verleende en achteraf vast te stellen subsidiebedrag aan het college dienen te worden gemeld. In artikel 12 is de verplichting voor de subsidieontvanger opgenomen om wijzigingen in zijn financiële positie, zoals de ontvangst bijdragen van derden onverwijld te melden aan het college, wanneer deze wijzigingen meer dan 10% bedragen van het verleende subsidiebedrag over de periode 1 november 2021 tot en met 31 december 2021 en/of 1 januari 2022 tot en met 31 januari 2022. Ook in het geval de subsidieontvanger niet of niet geheel aan de subsidievoorwaarden of subsidieverplichtingen kan voldoen dient hiervan melding aan het college te worden gedaan.

 

Artikel 12 Verantwoording en vaststelling subsidies

De subsidie wordt vastgesteld op basis van een aanvraag tot vaststelling. Dit geldt ook voor subsidies onder de € 25.000. Dit wijkt af van de algemene praktijk en artikel 13, eerste lid, sub a van de SVR 2014, op grond waarvan subsidies onder de € 25.000 direct bij subsidieverlening worden vastgesteld.

 

Voorts worden in dit artikel verantwoordingsgegevens gevraagd die specifiek toezien op de beoordeling of en in welke mate de verleende subsidie heeft bijgedragen aan de financiële overbrugging. De subsidieontvanger dient hierbij ook inzicht te geven in eventuele andere vormen van ontvangen steun.