Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lelystad

Besluit van het college van de gemeente Lelystad inzake de toetsing van bouwplannen (Toetsingsprotocol bouwplannen Bouwbesluit 2012 Lelystad)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLelystad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van de gemeente Lelystad inzake de toetsing van bouwplannen (Toetsingsprotocol bouwplannen Bouwbesluit 2012 Lelystad)
CiteertitelToetsingsprotocol bouwplannen Bouwbesluit 2012 Lelystad
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-02-2018bestaande beleidsregel

13-02-2018

Flevopost 21-02-2018

180001272

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van de gemeente Lelystad inzake de toetsing van bouwplannen (Toetsingsprotocol bouwplannen Bouwbesluit 2012 Lelystad)

Nr. 180001272

 

Het college van Lelystad;

 

Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluit:

 

Vast te stellen de navolgende beleidsregel ‘Toetsingsprotocol bouwplannen Bouwbesluit 2012 Lelystad’.

Inleiding

 

 

In de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de daaraan gekoppelde uitvoeringsregelingen zijn de criteria voorgeschreven op basis waarvan een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen moet worden getoetst. Het toetsen van aanvragen om een omgevingsvergunning aan het Bouwbesluit is één van de criteria.

 

De technische eisen in het Bouwbesluit zijn niet naar zwaarte gedifferentieerd. Het is praktisch onmogelijk om alle geldende voorschriften even uitputtend te toetsen. In de gemeente Lelystad wordt daarom vanaf 2008 getoetst aan het door de vereniging BWT-Nederland ontwikkelde Toetsprotocol Collectieve Kwaliteitsnormering Bouwvergunningen (CKB). In november 2008 is hiervoor het Toetsingsprotocol kwaliteitsnormering Bouwvergunning Gemeente Lelystad vast gesteld. Dit protocol was gebaseerd op het Bouwbesluit 2003. In 2012 is het Bouwbesluit 2012 in werking getreden en op basis daarvan is er een nieuw Landelijk toetsprotocol vastgesteld, het LTB 2012.

 

In de praktijk wordt aan het nieuwe LTB getoetst maar dit is nog niet bestuurlijk vastgelegd.

De prestatie eisen in het Bouwbesluit 2012 zijn in principe niet hoger dan de eisen in het Bouwbesluit 2003. Het Bouwbesluit is alleen op een andere manier opgesteld en er zijn een aantal voorschriften uit o.a. de bouwverordening toegevoegd. Met vaststelling van dit toetsingsprotocol bouwplannen Bouwbesluit 2012 wordt geformaliseerd dat bouwplannen worden getoetst aan het LTB Bouwbesluit 2012 en legt het college vast hoe intensief een bouwplan wordt getoetst aan het Bouwbesluit 2012.

 

1.2 Waarom een toetsingsprotocol?

Het praktisch niet mogelijk en gewenst om alle voorschriften even uitputtend te toetsen. Hiervoor ontbreken de financiële middelen en capaciteit. Ook vraagt niet elk gebouw/bouwwerk om dezelfde mate van controle en lopen bouwplannen zeer uiteen. De overheid kan zich, gemotiveerd, beperken tot het toetsen van die aspecten die zij het risicovolst acht en dus prioriteit wil geven. Dit kan, omdat de verantwoordelijkheid voor de naleving van de regelgeving sinds 2007 in de Woningwet expliciet bij de marktpartijen is neergelegd.

 

Sommige activiteiten zijn wel vergunningplichtig, maar scoren bijvoorbeeld laag op risico’s in het kader van veiligheid en gezondheid. Ook vraagt niet elk bouwwerk om dezelfde toetsing en niet alle voorschriften zijn van toepassing op een bouwwerk Om te kunnen bepalen welke aanvragen compleet getoetst moeten worden en bij welke vergunningaanvragen het verantwoord is om een beperktere toets uit te voeren, is aan de hand van landelijk vastgestelde, criteria beoordeeld hoe groot de effecten zijn bij verschillende typen bouwwerken en activiteiten als er onverhoopt iets misloopt Op grond van de uitkomsten van deze weging en vergelijking is een prioriteitenlijst opgesteld. Door zo programmatisch te werken zetten wij onze beschikbare capaciteit in voor het toetsen van vergunningaanvragen daar waar de risico’s het grootst zijn en waarvoor onze deskundigheid en kennis het meest gevraagd is. Op die manier blijft Lelystad op een verantwoorde manier verzekerd van een veilige en gezonde bebouwde omgeving.

 

Burgers en ondernemers worden geacht op de hoogte te zijn van de wet- en regelgeving en hebben de primaire verantwoordelijkheid zich hieraan te houden. De opdrachtgever van een bouwproject is ervoor verantwoordelijk dat de bouwwerkzaamheden goed en veilig worden uitgevoerd. Een gebouw moet altijd voldoen aan de voorschriften die staan in het Bouwbesluit. De aanvrager van een vergunning is verantwoordelijk voor het indienen van een correcte aanvraag. De gemeente beoordeelt of de bij de aanvraag om een omgevingsvergunning overgelegde gegevens aannemelijk maken dat de bouwactiviteit voldoet aan de voorschriften van het Bouwbesluit. Door dit aannemelijkheidcriterium te hanteren kan de diepgang van de toetsing van een bouwplan variëren. Deze eigen verantwoordelijkheid van de marktpartijen legitimeert de gemeente om zich te beperken tot het toetsen van die onderdelen van het bouwbesluit die zij belangrijk acht.

 

Daarnaast vergen de kwaliteitscriteria voor de uitvoering van de Wabo dat uitvoeringsorganen werken met een toetsprotocol en een toezichtsprotocol. Essentieel element in zulke protocollen is dat weloverwogen en herleidbaar wordt aangegeven welk aspect welke aandacht verdient. De matrix is daarbij onmisbaar

 

1.3 Doel toetsingsprotocol

Met dit toetsingsprotocol wordt weloverwogen en herleidbaar aangegeven welke aspecten welke aandacht verdienen. Met het vastleggen van de toetsniveaus:

  • worden bouwplannen eenduidig, consequent, transparant en adequaat getoetst;

  • worden keuzes en prioriteiten gemotiveerd en bestuurlijk vastgelegd;

  • kan naar burgers en de gemeenteraad toe herleidbaar worden aangegeven aan welke voorschriften uit het Bouwbesluit 2012 is getoetst en met welke intensiteit.

 

1.4 Status en reikwijdte

In dit toetsingsprotocol wordt vastgelegd hoe wordt omgegaan in Lelystad wordt omgegaan met de bevoegdheid van het college tot het verlenen van een omgevingsvergunning.

Met een beleidsregel legt het college zichzelf regels op. Het college is verplicht te handelen volgens de eigen beleidsregels. In bijzondere gevallen mag hiervan worden afgeweken: door de concrete omstandigheden van een geval kan het onevenredig zijn de beleidsregel te volgen. Afwijking van deze beleidsregel kan 2 kanten opgaan: het toetsingsniveau kan zowel verhoogd als verlaagd worden. Dit wordt expliciet in de vergunning vastgelegd.

 

Het Toetsingsprotocol bouwplannen Bouwbesluit 2012 gaat uitsluitend over de toets van omgevingsvergunningplichtige bouwplannen aan de technische eisen uit het Bouwbesluit 2012. De afgelopen jaren mogen steeds meer bouwwerken vergunningsvrij worden gebouwd. Hiervoor hoeft dus geen vergunningsaanvraag ingediend te worden. Deze bouwwerken moeten echter wel aan het Bouwbesluit 2012 voldoen. Omdat geen aanvraag wordt ingediend, kunnen deze bouwplannen niet vooraf worden getoetst. Controle hiervan moet plaatsvinden in de toezichthoudende sfeer. Dit toetsingsprotocol ziet dan ook niet toe op het vergunningsvrij bouwen.

 

2 Het toetsingsprotocol

2.1 Matrix

Het toetsingsprotocol bestaat uit een matrix. In deze matrix worden verticaal de aspecten per hoofdstuk uit het Bouwbesluit 2012 weergegeven, zoals veiligheid (constructie van het bouwwerk, gebruik), gezondheid (geluid, licht, ventilatie), bruikbaarheid (toegankelijkheid, vrije doorgang) en energiezuinigheid (isolatie, terugdringen gebruik gas en elektriciteit). Horizontaal zijn de gebruiksfuncties weergegeven die het Bouwbesluit onderscheidt, zoals woon-, industrie- en winkelfunctie. Per combinatie wordt weergegeven hoe intensief een bouwplan moet worden getoetst. Lelystad volgt de landelijke matrix welke regelmatig wordt bijgesteld. Om deze reden wordt bij dit protocol geen matrix bijgevoegd maar wordt verwezen naar de landelijke matrix.

 

In de toezichtsmatrix wordt een groter belang gegeven aan veiligheid- en gezondheidsaspecten. Bovendien worden bouwwerken die worden gebruikt voor gevoelige gebruiksfuncties intensiever getoetst. Een voorbeeld daarvan is een verzorgingstehuis. Bouwwerken die door hun gebruik of omvang een groter risico vormen voor de brandveiligheid hebben een hoge prioriteit gekregen.

 

2.2 De toetsniveaus

De diepgang van de toets kan variëren van “geen toets” tot “volledig toetsen”:

 

Niveau 1. Uitgangspuntentoets. / snel toetsen

Getoetst wordt of alle stukken beschikbaar zijn om de uitgangspunten van de aanvraag te kunnen beoordelen. De toets beperkt zich tot de aangeleverde stukken (ontvankelijkheidtoets). Dit niveau is de minimale invulling. Niveau 1 wordt toegepast wanneer de kans en de gevolgen zeer gering zijn. In het Bouwbesluit 2012 is het aantal voorschriften met 30% teruggebracht in vergelijking met de vorige versie. De resterende voorschriften zijn in principe dermate relevant dat het toekennen van niveau 1 alleen nog uitzonderingen betreft.

 

Niveau 2. Visueel toetsen.

Getoetst wordt of de uitgangspunten op de aangeleverde stukken in de juiste vorm zijn. Per te toetsen aspect wordt nagegaan of de uitgangspunten juist zijn en of de uitkomsten plausibel zijn.

Niveau 2 is het basisniveau.

 

Niveau 3. Representatief toetsen.

Per te toetsen aspect wordt nagegaan of de uitgangspunten juist zijn en of de uitkomsten plausibel zijn. Op basis van de visuele toets wordt bepaald welke aspecten moeten worden nagerekend. Het bepalen van de belangrijkste berekeningen blijft een taak van de toetser.

 

Niveau 4. Volledig toetsen.

Getoetst wordt of de uitgangspunten van de aangeleverde stukken in de juiste vorm zijn en of van elkte toetsen aspect de uitgangspunten juist zijn. Van elk te toetsen aspect worden de uitkomsten gecontroleerd of nagerekend. Niveau 4 komt in de matrix alleen voor met betrekking tot het toepassen van gelijkwaardige oplossingen.

Er bestaat in het LTB geen toetsingsniveau 0. Dit niveau is alleen van toepassing voor aanvragen die gecertificeerd getoetst zijn op grond van BRL 5019 en waarvan de rapportage onderdeel uitmaakt van de aanvraag. Dit komt in de dagelijkse praktijk nauwelijks voor. Mocht dit echter een keer gebeuren dan betreft de toetsing uitsluitend een administratief gebeuren.

 

2.3 De toets.

 

Elke toets begint met toetsniveau 1 om vast te stellen of alle voor de inhoudelijke beoordeling noodzakelijke gegevens ook daadwerkelijk zijn ingediend en zo nodig aanvullende gegevens op te vragen. Hierbij ligt de focus op de gegevens die nodig zijn om het bouwplan adequaat te kunnen beoordelen. Geeft de matrix aan dat met toetsen op niveau 1 kan worden volstaan, dan gaat de toetser alleen verder als de stukken daartoe aanleiding geven. Hetzelfde geldt voor de andere toetsniveaus zoals aangegeven in de matrix. Vanaf toetsniveau 2 wordt beoordeeld of een uitkomst aannemelijk is.

 

Samengevat komt het op het volgende neer

Niveau 1: is er voldoende informatie over de uitgangspunten aangeleverd?

Niveau 2: kloppen de uitgangspunten en lijken de uitkomsten aannemelijk?

Niveau 3: controle van de belangrijkste onderdelen.

Niveau 4: alles wordt gecontroleerd.

 

 

 

 

Lelystad, 13 februari 2018

Het college van de gemeente Lelystad,

de secretaris, de burgemeester,