Organisatie | Lelystad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van de gemeente Lelystad houdende regels inzake de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen (Regeling met betrekking tot de heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen) |
Citeertitel | Regeling gemeentelijke belastingen 2013 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | bestaande beleidsregel | 11-12-2012 Flevopost 19-12-2012 | Z12-244232 |
Het college van de gemeente Lelystad,
Gelet op de artikelen 6, derde lid, 13 eerste lid en 14, eerste lid van de Algemene wet inzake
rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de invorderingswet 1990 in verbinding met artikel 231,
tweede lid, onderdeel a, en derde lid van de Gemeentewet en de betreffende bepalingen van de
Artikel 1 Reikwijdte van de regeling
De in deze regeling opgenomen regels gelden bij de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen op grond van de onderscheiden belastingverordeningen voor zover deze regels in artikel 5 voor de betreffende gemeentelijke belasting van toepassing zijn verklaard.
De belastingplichtige die niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die zes maanden bij de teamleider Geo-informatie en Belastingen van de afdeling Dienstverlening van de gemeente Lelystad een schriftelijk verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden een wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen veertien dagen na het tijdstip waarop de belastingplicht of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij het in het eerste lid van dit artikel vermeld teamleider schriftelijk verzoeken om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.
Na aanvang van het belastingjaar of het kalenderjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd of kan van de belastingplichtige een voorlopig bedrag worden gevorderd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag of het gevorderde bedrag over dat jaar zal worden vastgesteld.
Artikel 5 Gelding voor gemeentelijke belastingen
a. de onroerende-zaakbelastingen vindt artikel 3 toepassing;
b. de afvalstoffenheffing vindt artikel 3 toepassing;
c. de rioolheffing vindt artikel 4 toepassing;
d. de belasting op roerende woon- en verblijfsruimten vindt artikel 4 toepassing;
e. de parkeerbelasting vindt artikel 4 toepassing;
f. de hondenbelasting vinden de artikelen 2 en 4 toepassing;
g. de leges vindt artikel 3 toepassing;
h. de lijkbezorgingrechten vindt artikel 5 toepassing;
i. de marktgelden vindt artikel 4 toepassing;
j. de precariobelasting vindt artikel 5 toepassing;
k. de BIZ-bijdrage vindt artikel 6 toepassing