Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zundert

Beleidsregels uitwegvergunningen gemeente Zundert 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZundert
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels uitwegvergunningen gemeente Zundert 2022
CiteertitelBeleidsregels uitwegvergunningen gemeente Zundert 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregels uitwegvergunningen gemeente Zundert vastgesteld d.d. 13 oktober 2009, kenmerk 2009/12583.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene plaatselijke verordening gemeente Zundert 2020

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-06-2022nieuwe regeling

21-06-2022

gmb-2022-286370

Z22-002972

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels uitwegvergunningen gemeente Zundert 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert;

 

gelezen het bepaalde in art. 2:12 van Algemene plaatselijke verordening gemeente Zundert 2020

 

overwegende dat het wenselijk is beleidsregels op te stellen t.b.v. uitwegvergunningen

 

besluit:

 

vast te stellen de

 

  • 1.

    Beleidsregels uitwegvergunningen gemeente Zundert 2022

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Algemene plaatselijke verordening Gemeente Zundert 2020 en de Algemene wet bestuursrecht;

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      APV: Algemene plaatselijke verordening Gemeente Zundert 2020;

    • b.

      weg: weg, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van Wegenverkeerswet 1994;

    • c.

      uitweg: het uitwegen ten behoeve van (motor)voertuigen, in de volksmond ook wel aangeduid als een inrit;

    • d.

      verkeersvoorzieningen: hieronder worden begrepen verkeerslichten, wegbelijning, verkeersborden, wegverlichting, rotondes, vluchtheuvels en soortgelijke voorzieningen.

Artikel 2 Criteria voor het weigeren van een uitwegvergunning

  • 1.

    Een vergunning voor het maken of veranderen van een uitweg wordt geweigerd indien:

    • a.

      het een tweede uitweg betreft en de aanvrager, gezien de situatie ter plaatse, de noodzaak voor een tweede uitweg niet kan aantonen;

    • b.

      een ontheffing betreffende het overkluizen van een waterloop niet wordt afgegeven door het waterschap.

  • 2.

    Een uitwegvergunning wordt in het belang van de verkeersveiligheid in ieder geval geweigerd indien door het maken of veranderen van de uitweg:

    • a.

      het aantal openbare parkeerplaatsen wordt verminderd en volgens de bestaande parkeernormen niet binnen een afstand van 50 meter voldoende openbare parkeerplaatsen voorhanden blijven dan wel dat nieuwe openbare parkeerplaatsen niet binnen een afstand van 50 meter kunnen worden aangelegd;

    • b.

      de structuur van een verkeersgebied wordt aangetast, zoals het verdwijnen van het onderscheid tussen een verkeersluw en een verkeersintensief gebied;

    • c.

      de bij het ontwerpen van de wijkstructuur gemaakte afbakening tussen voetgangers-, fiets- en autogebied wordt aangetast.

  • 3.

    Een uitwegvergunning wordt in het belang van het uiterlijk aanzien van de omgeving in ieder geval geweigerd indien door het maken of veranderen van de uitweg:

    • a.

      naar het oordeel van het college sterk afbreuk wordt gedaan aan de ruimtelijke belevingswaarde van het desbetreffende gebied;

    • b.

      de uitweg bij een woonhuis breder dan 6 meter is;

    • c.

      er versnippering van de openbare groenvoorziening plaatsvindt;

    • d.

      een groot deel van de voortuin verhard wordt met het doel een voertuig te parkeren en/of hierlangs uit te wegen.

  • 4.

    Een uitwegvergunning wordt in het belang van de bescherming van de openbare groenvoorziening in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      een wadi, moeras- en/of waterpartij met een breedte van meer 3 meter moet worden doorsneden;

    • b.

      op de locatie waar de aanvraag uitwegvergunning betrekking op heeft, een houtopstand of boom staat waarvoor geen kapvergunning wordt verleend.

  • 5.

    Een uitwegvergunning wordt in het belang van veiligheid en doelmatig gebruik van de weg in ieder geval geweigerd indien de uitweg komt te liggen:

    • a.

      op of bij fysieke verkeersvoorzieningen of een snijpunt van de rijbanen;

    • b.

      binnen 10 meter van het snijpunt van rijbaankanten;

    • c.

      op de plaatsen van de op de aanliggende weg aangebrachte opstelstroken dan wel voorsorteervakken;

    • d.

      op een plaats:

      • -

        waar de aanliggende rijbaan van de weg zodanig smal is dat de uitweg wegens te beperkte manoeuvreerruimte met een personenauto niet direct kan worden opgereden;

      • -

        waarbij de bestuurder van een personenauto op enig punt van de uitweg niet of nauwelijks zicht heeft of kan hebben op de openbare weg, op trottoir, of fiets- en/of voetpad waardoor onoverzichtelijke en/of onveilige situaties kunnen ontstaan;

    • e.

      op een plaats waar op het perceel waarvoor de uitweg wordt aangevraagd, minder dan 5 bij 2,5 meter ruimte aanwezig is voor het plaatsen van een personenauto;

    • f.

      op een plaats waar belemmeringen ontstaan voor het in- en uitrijden met een personenauto van één of meer bestaande garages, dan wel uitweg;

    • g.

      op de plaats van een voor de openbare verlichting aanwezige lantaarnpaal die wegens verlichtingseisen niet is te verplaatsen.

Artikel 4 Opvolgen van aanwijzingen

De realisering van de uitweg dient conform de in de vergunning opgenomen voorwaarden te worden uitgevoerd.

Artikel 5 Bijzondere omstandigheden

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van deze beleidsregels.

Artikel 6 Schade

  • 1.

    De vergunninghouder is verplicht alle mogelijke redelijkerwijs te nemen maatregelen uit te voeren teneinde te voorkomen dat de gemeente dan wel derden schade lijden of overlast ondervinden ten gevolge van de aanwezigheid en het gebruik van de uitweg;

  • 2.

    Indien zich aan de uitweg een gebrek mocht openbaren, dan is de vergunninghouder verplicht de gemeente daarvan zo spoedig mogelijk in kennis te stellen;

  • 3.

    De vergunninghouder dient bij de gebruikmaking van de uitweg de nodige zorgvuldigheid te betrachten ten einde de verkeersveiligheid niet in gevaar te brengen;

  • 4.

    Het is de vergunninghouder niet toegestaan veranderingen aan te brengen in de gerealiseerde uitweg.

Artikel 7 Bekendmaking

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van de beleidsregels uitwegvergunningen gemeente Zundert vastgesteld d.d. 13 oktober 2009, kenmerk 2009/12583.

Artikel 8 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels uitwegvergunningen gemeente Zundert 2022.

Aldus besloten in de vergadering van 21 juni 2022

Burgemeester en wethouders van Zundert,

de secretaris,

drs. J.W.F. Compagne

de burgemeester,

J.G.P. Vermue