Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel ter bepaling van de hoogte van de vrijlating van inkomsten die een bijstandsgerechtigde met (kostendelende) medebewoners ontvangt in verband met de gezamenlijke vaste lasten, niet zijnde kamerverhuur, onderhuur of kostganger Participatiewet gemeente Enschede 2022. |
Citeertitel | Beleidsregel ter bepaling van de hoogte van de vrijlating van inkomsten die bijstandsgerechtigde met (kostendelende) medebewoners ontvangt ivm de gezamenlijke vaste lasten, niet zijnde kamerverhuur, onderhuur of kostganger Participatiewet Enschede |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-06-2022 | 24-06-2022 | Wijziging tekst | 21-06-2022 | ||
24-06-2022 | 28-06-2022 | Nieuwe regeling | 21-06-2022 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede besluit:
beleidsregels vast te stellen hoe om te gaan met in aanmerking te nemen middelen en/of inkomsten voor een bijstandsgerechtigde,
een beleidsregel vast te stellen ter bepaling van de hoogte van de vrijlating van inkomsten die een bijstandsgrechtigde met (kostendelende) medebewoners ontvangt in verband met de gezamenlijke vaste lasten, niet zijnde kamerverhuur, onderhuur of kostganger Participatiewet gemeente Enschede 2022.
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
inkomen: betalingen met een terugkerend of periodiek karakter, die door belanghebbende kunnen worden aangewend voor de algemeen noodzakelijke bestaanskosten en zien op een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan. Ook een eenmalige storting of bijschrijving kan in beginsel als inkomen worden aangemerkt indien het bedrag van die storting of bijboeking kan worden aangewend voor de voorziening in het levensonderhoud als bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet.
Artikel 2 Bijstandsgerechtigde is kostendeler en ontvangt inkomen van medebewoner(s)
Betalingen van een medebewoner aan een bijstandsgerechtigde die betrekking hebben op de gezamenlijke vaste lasten worden vrijgelaten voor zover dit niet meer bedraagt dan het verschil tussen de kostendelersnorm en de norm alleenstaande (ouder) inclusief vakantietoeslag + een bedrag van 250,00 euro (per maand). Het meerdere wordt gekort op de uitkering.
Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: “Beleidsregel ter bepaling van de hoogte van de vrijlating van inkomsten die een bijstandsgerechtigde met (kostendelende) medebewoners ontvangt in verband met de gezamenlijke vaste lasten, niet zijnde kamerverhuur, onderhuur of kostganger Participatiewet gemeente Enschede.”
Hoogachtend,
21 juni 2022
Burgemeester en Wethouders van Enschede,
de loco-Secretaris, E.A. Smit
de Burgemeester, R.W. Bleker
Met de komst van de Participatiewet is de komst van de kostendelersnorm geïntroduceerd in artikel 22a van de wet. De kostendelersnorm geldt niet voor alle personen in één huishouden. De uitzonderingen zijn genoemd in artikel 19a van de Participatiewet. De kostendelersnorm houdt rekening met de voordelen van het delen van de kosten binnen één huishouden. De wetgever heeft niet geregeld hoeveel een medebewoner van een kostendeler mag bijdragen in de gezamenlijke kosten. In deze beleidsregels wordt voor de werkwijze voor de ontvangen bijdragen aan kostendelers vastgelegd.
Hierna volgt artikelsgewijs een toelichting.
In dit artikel is aangegeven wat wordt verstaan onder middelen en inkomen. Daarnaast is geprobeerd het verschil tussen een kostendeler en een niet-kostendeler te duiden.
Artikel 2 Belanghebbende is kostendeler en ontvangt inkomen van medebewoner(s)
Lid 1: Wanneer er sprake is van meerdere kostendelende en niet-kostendelende medebewoners in één woning wordt het bedrag tot aan de alleenstaande (ouder) norm + 250 euro van de hoofdbewoner of de bewoner met de contracten op de naam vrijgelaten.
een belanghebbende heeft twee medebewoners en ontvangt van iedere medebewoner 500,00 euro.
Belanghebbende heeft kostendeler 3 € 675,82 (incl. vt)*
Als geen kostendeler € 1.091,71 (incl. vt)*
* deze normen gelden per 1 januari 2022. De normbedragen veranderen 2x per kalenderjaar.
Met een bedrag van 415,89 euro wordt geen rekening gehouden. Tevens wordt het bedrag van 250,00 euro aan onkosten vrijlaten.
In bovengenoemd voorbeeld wordt op de uitkering van belanghebbende:
€ 675,82 + € 1.000,00 = € 1.675,82- € 1.091,71 - € 250,00 = € 334,11 gekort als inkomsten.
Belanghebbende krijgt € 675,82 - € 334,11 = € 341,71 aan uitkering gestort. Daarnaast heeft belanghebbende de bijdrage van 1.000,00 euro van de medebewoners nog.
Lid 2: Wanneer een belanghebbende door middel van contracten en/of betalingsbewijzen kan aantonen dat stortingen of bijschrijvingen van medebewoners, die te maken hebben met de redelijke gezamenlijke vaste lasten hoger is dan de aanvulling tot de alleenstaande (ouder) norm + de vrijlating van 250,00 euro, dan wordt op basis van maatwerk het vrij te laten bedrag verrekend.
Artikel 3 Belanghebbende is geen kostendeler en ontvangt inkomen van medebewoner(s)
Lid 1: Onder de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm wordt verstaan de bijstandsnorm die belanghebbende ontvangt. Dit kan zijn een jongerennorm, alleenstaandennorm, alleenstaande oudernorm of gehuwdennorm. Bovenop dit bedrag wordt een bedrag van 250,00 euro vrijgelaten.
Lid 2: Wanneer een belanghebbende door middel van contracten en/of betalingsbewijzen kan aantonen dat stortingen of bijschrijvingen van een medebewoner, die te maken hebben met de redelijke gezamenlijke vaste lasten hoger is dan de vrijlating van 250,00 euro, dan wordt op basis van maatwerk het vrij te laten bedrag verrekend.
Het college is al op grond van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur gehouden om in individuele gevallen een zorgvuldige belangenafweging te maken. Maar voor de duidelijkheid is er toch voor gekozen om een hardheidclausule op te nemen. Het zou namelijk kunnen zijn dat een strikte toepassing van de beleidsregel leidt tot onbillijkheden van overwegende aard in niet precies te voorziene gevallen.
Dit artikel behoeft geen toelichting.