Organisatie | Maassluis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Wijkverbod Maassluis |
Citeertitel | Beleidsregel wijkverbod 2020 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregel wijkverbod, artikel 2.1b APV Maassluis.
Algemeen Plaatselijke verordening Maassluis
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-06-2022 | nieuwe regeling | 15-12-2020 | 101131 |
Gezien het voorstel van het cluster Inwoners en Veiligheid van 15 december 2020
Overwegende dat voor de toepassing van artikel 2.1b van de Algemeen Plaatselijke verordening Maassluis, verder de APV, een beleidsregel noodzakelijk is wat betreft de bevoegdheden van de burgemeester.
het gedrag van genoemde personen zich als volgt kenmerken laat; samenscholing, intimiderend groepsgedrag, handel in drugs, openlijk drankgebruik, geweldpleging, doelloos ophouden in portieken van woningen en/of winkels, belemmering van vrije doorgang, schreeuwen, urineren, onvoorspelbare agressiviteit en het anderszins lastigvallen van burgers;
daarom in artikel 2.1b van de APV bepaald is dat de burgemeester bevoegd is om een persoon een wijkverbod op te leggen in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantasting van het woon-en leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen en de gezondheid of zedelijkheid;
Een wijkverbod geldt voor het gebied waarbinnen een strafbaar feit heeft plaatsgevonden. Indien een overlastgevende gedraging zoals genoemd in artikel 7 van deze beleidsregel heeft plaatsgevonden tijdens een 1B- of C -evenement wordt een verbod opgelegd waarbij voor het gebied aansluiting wordt gezocht bij het evenemententerrein, dan wel het gebied waar het evenement plaatsvindt.
Voordat een wijkverbod wordt opgelegd, ontvangt een persoon die zich voor de eerste keer schuldig heeft gemaakt aan een gedraging als genoemd in artikel 7 van deze beleidsregel een waarschuwing. In deze waarschuwing staat het beleid ten aanzien van het wijkverbod uitgelegd. De waarschuwing wordt één keer gegeven en geldt binnen de gehele gemeente Maassluis.
Indien ten aanzien van een persoon voor de tweede maal een gedraging, binnen 6 maanden na waarschuwing, als bedoeld in artikel 7 van deze beleidsregel wordt geconstateerd, wordt een verbod opgelegd om zich gedurende 3 dagen te bevinden binnen een in het verbod aangewezen gebied. Bij overtreding van een wijkverbod wordt een proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 2.1b, lid 1 APV.
Aan een persoon die zich binnen 6 maanden na het opleggen van een wijkverbod in hetzelfde gebied voor de tweede maal schuldig maakt aan een gedraging als genoemd in artikel 7 van deze beleidsregel wordt- in overeenstemming met het tweede lid van artikel 2.1b APV- een verbod opgelegd om zich gedurende het in artikel 8 van deze beleidsregel genoemde tijdvak te bevinden binnen een in het verbod genoemde gebied, waar of in de nabijheid waarvan de genoemde gedragingen hebben plaatsgevonden. Bij overtreding van een wijkverbod wordt een proces-verbaal op grond van artikel 2.1b, lid 2 APV opgemaakt.
Artikel 2 Procedure wijkverbod
De betrokkene aan wie een wijkverbod in persoon wordt uitgereikt, wordt door degene die een wijkverbod uitreikt direct in de gelegenheid gesteld zijn of haar zienswijzen kenbaar te maken. Indien de betrokkene van die gelegenheid gebruik maakt, wordt de afgelegde verklaring door de politie of de buitengewoon opsporingsambtenaar schriftelijk vastgelegd in het proces-verbaal. Tevens wordt aan betrokkene kenbaar gemaakt dat bezwaar tegen het besluit mogelijk is.
Een wijkverbod wordt in persoon aan de betrokkene uitgereikt onder verwijzing naar het besluit. De gedragingen waarop het wijkverbod is gebaseerd, worden meegedeeld en schriftelijk vastgelegd in een proces-verbaal, alsmede voor welk tijdvak en gebied het wijkverbod geldt. Tevens wordt een kaart uitgedeeld van het gebied.
Indien de betrokkene kan aantonen dat hij een zwaarwegend belang heeft om zich op een bepaalde plaats in het gebied op te houden, dan wordt in het besluit tot oplegging van het wijkverbod een looproute opgenomen. Het is de betrokkene in dat geval slechts toegestaan om de desbetreffende locatie via de aangegeven looproute te bereiken. Of iemand een zwaarwegend belang heeft om zich in het gebied op te houden, zal door betrokkene zelf moeten worden aangetoond. Doorgaans zal het daarbij gaan om belangen in de persoonlijke sfeer, zoals wonen, werken, het bezoek aan een huisarts, advocaat of hulpverleningsinstantie.
Het opleggen van een waarschuwing en een wijkverbod van 3 dagen, namens de burgemeester van Maassluis wordt gemandateerd aan ambtenaren, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak als bedoeld in artikel 2 onder a en c Politiewet 2012 jo. artikel 1 lid 1 onder d Besluit algemene rechtspositie politie en artikel 1 lid 1 onder c Besluit rechtspositie vrijwillige politie en aan de buitengewoon opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 142 lid 1 onder a en b en lid 2 van het Wetboek van Strafvordering.
Artikel 7 Strafbare feiten en openbare orde verstorende handelingen
Een wijkverbod kan door politie worden opgelegd bij constatering van de volgende strafbare feiten.
Artikel 2:1 APV Samenscholing en ongeregeldheden
Artikel 2:1b, lid 5 APV Verbod zich te gedragen in strijd met wijkverbod
Artikel 2:20a APV Dragen gevaarlijke voorwerpen
Artikel 2:26 APV Ordeverstoring
Artikel 2:44 APV Vervoer inbrekerswerktuigen
Artikel 2:47 APV Hinderlijk gedrag op of aan een openbare plaats
Artikel 2:47a APV Hinderlijk voetballen en dergelijke
Artikel 2:48 APV Verboden drankgebruik
Artikel 2:49 APV verboden gedrag bij of in gebouwen
Artikel 2:50 APV Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten
Artikel 2:74 APV Drugshandel op een openbare plaats
Artikel 2:74a APV Verzameling van personen in verband met drugs
Artikel 2:74b APV Openlijk drugsgebruik
Artikel 2:74c APV Weggooien van spuiten en dergelijke
Artikel 3:14 APV Straatprostitutie
Artikel 141 Wetboek van Strafrecht Openlijke geweldpleging
Artikel 184 Wetboek van Strafrecht Negeren bevoegd gegeven ambtelijk bevel
Artikel 239 Wetboek van Strafrecht Schennis van de eerbaarheid
Artikel 239 jo. 267 Wetboek van Strafrecht Belediging van ambtenaar in functie
Artikel 285 Wetboek van Strafrecht Bedreiging
Artikel 300 Wetboek van Stafrecht eenvoudige mishandeling
Artikel 350 Wetboek van Strafrecht vernieling
Artikel 424 Wetboek van Strafrecht Straatschenderij
Artikel 426 Wetboek van Strafrecht overtredingen betreffende algemene veiligheid
Artikel 453 Wetboek van Strafrecht Openbare dronkenschap
Artikel 13, 26 of 27 Wet wapens en munitie Dragen verboden wapens
Artikel 2 Opiumwet verkopen enz. van harddrugs
Artikel 3 Opiumwet verkopen enz. van softdrugs
In geval van uitsluitend het aanwezig hebben van een middel als bedoeld in artikel 2 of 3 van de Opiumwet kan slechts een wijkverbod worden opgelegd indien de aangetroffen hoeveelheid meer is dan die waarbij volgens de daarvoor geldende richtlijn politiesepot wordt toegepast.
Een wijkverbod kan door gemeentelijke bijzonder opsporingsambtenaren worden opgelegd bij constatering van de volgende strafbare feiten.
Artikel 2:1b, lid 5 APV Verbod zich te gedragen in strijd met wijkverbod
Artikel 2:44 APV Vervoer inbrekerswerktuigen
Artikel 2:47 APV Hinderlijk gedrag op of aan een openbare plaats
Artikel 2:47a APV Hinderlijk voetballen en dergelijke
Artikel 2:48 APV Verboden drankgebruik
Artikel 2:49 APV verboden gedrag bij of in gebouwen
Artikel 2:50 APV Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten
Artikel 2:74 APV Drugshandel op een openbare plaats
Artikel 2:74a APV Verzameling van personen in verband met drugs
Artikel 2:74b APV Openlijk drugsgebruik
Artikel 2:74c APV Weggooien van spuiten en dergelijke
Artikel 3:14 APV Straatprostitutie
Artikel 184 Wetboek van Strafrecht Negeren bevoegd gegeven ambtelijk bevel
Artikel 239 Wetboek van Strafrecht Schennis van de eerbaarheid
Artikel 239 jo. 267 Wetboek van Strafrecht Belediging van ambtenaar in functie
Artikel 285 Wetboek van Strafrecht Bedreiging
Artikel 300 Wetboek van Stafrecht eenvoudige mishandeling
Artikel 350 Wetboek van Strafrecht vernieling
Artikel 424 Wetboek van Strafrecht Straatschenderij
Artikel 426 Wetboek van Strafrecht overtredingen betreffende algemene veiligheid
Artikel 8 Duur van de ontzegging
Afhankelijk van de veiligheidssituatie op de locatie, de strafbare feiten die de overlastgever heeft gepleegd en de termijn waarbinnen deze feiten zijn gepleegd, kan er worden gekozen om de overlastgever aan te pakken op basis van de Overlastwet (artikel 172a Gemeentewet). Er moet dan wel sprake zijn van herhaaldelijk overlastgevend gedrag binnen een termijn van 13 maanden.
De gemeente Maassluis definieert 3 soorten evenementen (artikel 2:24, lid 3 APV) waarvoor een vergunning verplicht is, gerelateerd aan het effect dat het evenement op het gemeenschapsleven heeft. Hierbij wordt door middel van een risicoanalysemodel een evenement ingeschaald. A-evenementen hebben een beperkte impact op de omgeving en het verkeer. B-evenement heeft een gemiddeld risico met een grote impact op de directe omgeving en gevolgen voor het verkeer. C-evenementen hebben een grote impact op de stad en/of regionale gevolgen voor het verkeer.