Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Arnhem

Besluit mandaat, volmacht en machtiging Nationale Politie 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieArnhem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit mandaat, volmacht en machtiging Nationale Politie 2014
CiteertitelBesluit mandaat, volmacht en machtiging Nationale Politie 2014
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpmandaat politie arnhem

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

consolidatie ivm WEP

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-06-2014nieuwe regeling

10-06-2014

niet traceerbaar; bekendmaking in Arnhemse Koerier, vermoedelijk op 18 juni 2014

2014.0.056.892

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit mandaat, volmacht en machtiging Nationale Politie 2014

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Arnhem, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

 

Gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

 

b e s l u i t e n:

 

De navolgende regels vast te stellen met betrekking tot mandaat, volmacht en machtiging aan functionarissen van de Nationale Politie, regionale eenheid Oost-Nederland.

 

 

Artikel 1  

  • 1.

    De uitoefening van de in de bijlage van dit besluit omschreven bevoegdheden die het college

  • van burgemeester en wethouders en de burgemeester bij of krachtens wettelijk voorschrift of

  • krachtens delegatie toekomen, wordt opgedragen aan de in de bijlage genoemde

  • functionarissen van de Nationale Politie, regionale eenheid Oost-Nederland.

  • 2.

    Onder wettelijk voorschrift wordt verstaan: wettelijk voorschrift zoals dit luidt op de dag waarop

  • dit besluit in werking treedt of zoals dit wettelijk voorschrift na wijziging zal komen te luiden.

 

Artikel 2  

De bevoegdheden, als bedoeld in artikel 1, worden uitgeoefend namens en onder

verantwoordelijkheid van het ter zake bevoegde bestuursorgaan. Zij worden uitgeoefend binnen de

grenzen van de wettelijk aan de politie opgedragen taken.

 

Artikel 3  

  • 1.

    Bij de uitoefening van de bevoegdheden, als bedoeld in artikel 1, worden de specifieke bepalingen die daarbij in de bijlage zijn vermeld in acht genomen.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, wordt bij uitoefening van bedoelde bevoegdheden het daaromtrent gestelde bij of krachtens wettelijke voorschrift, beleidsregel, circulaire, aanwijzing en richtlijn van rijks-, provinciale en gemeentelijke wetgevers of bestuursorganen in acht genomen.

 

Artikel 4  

  • 1.

    De bevoegdheden als bedoeld in artikel 1 worden niet uitgeoefend indien het college van

  • burgemeester en wethouders, de betrokken portefeuillehouder, de burgemeester voor zover het een deze als zodanig toegekende bevoegdheid betreft, aan de politiechef van de Nationale Politie, regionale eenheid Oost-Nederland of de gemandateerde kenbaar heeft gemaakt dat de te nemen beslissing aan het bevoegde bestuursorgaan moet worden voorgelegd.

  • 2.

    De functionaris aan wie de bevoegdheid is opgedragen legt een besluit in ieder geval vooraf aan het bevoegde bestuursorgaan voor indien:

    • a.

      de functionaris van oordeel is dat de gevraagde vergunning, ontheffing of verklaring van geen bezwaar moet worden geweigerd;

    • b.

      de te nemen beslissing afwijkt van bestaand beleid, richtlijnen of voorschriften;

    • c.

      het voornemen bestaat tot aanvulling of wijziging van bestaand beleid, richtlijnen of

  • voorschriften;

    • d.

      uit de te nemen beslissing niet voorziene financiële of andere belangrijke consequenties kunnen voortvloeien;

    • e.

      tijdens de voorbereiding van het besluit naar voren komt dat daartegen hoogstwaarschijnlijk bezwaar of beroep zal worden ingesteld;

    • f.

      het een stuk betreft dat geen routinematig karakter heeft, gericht aan de Kroon, Ministers, Staatssecretarissen, de Raad van State, de Nationale Ombudsman, de Commissaris van de Koningin en Gedeputeerde Staten.

  • 3. In de situatie als genoemd in lid 2, onder a legt de betrokken functionaris het besluit samen met zijn advies aan het bevoegde bestuursorgaan voor. In de overige situaties vindt voorafgaand overleg tussen de betrokken functionaris en het bestuursorgaan plaats.

  • 4. Indien bij een te nemen beslissing een gemeentelijke dienst belang heeft of de betreffende zaak het taakgebied van een gemeentelijke dienst raakt, legt de mandataris de zaak vooraf aan het hoofd van de betrokken dienst of aan de door hem aangewezen functionaris van die dienst voor. Indien met deze geen overeenstemming wordt bereikt, legt de betrokken functionaris de zaak aan het bevoegde bestuursorgaan of de betrokken portefeuillehouder voor.

  • 5. De uitgaande stukken worden als volgt ondertekend:

  •  

  • Het college van burgemeester en wethouders van Arnhem,

  • namens deze,

  • gevolgd door de functie-aanduiding en de naam van de functionaris en zijn handtekening

  •  

  • of

  •  

  • De burgemeester van Arnhem,

  • namens deze,

  • gevolgd door de functie-aanduiding en de naam van de functionaris en zijn handtekening

 

Artikel 5  

Ingeval van afwezigheid van functionarissen, aan wie bij of krachtens dit besluit bevoegdheden zijn

toegekend, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door degenen die als hun plaatsvervangers zijn

aangewezen.

 

Artikel 6  

Indien tegen een krachtens mandaat genomen of ondertekend besluit bezwaar en beroep open staat,

wordt hiervan in de betreffende stukken melding gemaakt.

 

Artikel 7  

De mandataris is verplicht na afloop van een kalenderjaar verslag uit te brengen omtrent het aantal

verleende vergunningen, ontheffingen en verklaringen van geen bezwaar aan het college van

burgemeester en wethouders of de burgemeester, afhankelijk van wiens bevoegdheid het aangaat.

Het verslag dient uiterlijk voor 1 maart van het jaar volgend op het kalenderjaar waarop het verslag

betrekking heeft in het bezit van burgemeester en wethouders of van de burgemeester te zijn.

 

Artikel 8  

De mandataris maakt van iedere afgegeven vergunning, ontheffing en verklaring van geen bezwaar

een kopie. Deze kopiën dienen conform de eisen die hieraan bij of krachtens de Archiefwet 1995

worden gesteld in een goede, geordende en toegankelijke staat te worden bewaard.

 

Artikel 9  

  • 1.

    Indien en voor zover zulks in het bij dit besluit behorend schema niet is uitgesloten, zijn

  • mandatarissen bevoegd functionarissen binnen hun organisatie te mandateren tot het geheel of

  • gedeeltelijk uitoefenen van de aan hen in dit besluit opgedragen taken.

  • 2.

    De mandatarissen kunnen hiertoe richtlijnen vaststellen.

  • 3.

    De sub-mandatering vindt schriftelijk plaats en wordt ter kennis van burgemeester en wethouders

  • of de burgemeester gebracht, afhankelijk van wiens bevoegdheid het aangaat.

 

Artikel 10  

  • 1.

    Dit besluit treedt in de plaats van eerdere besluiten van het college van burgemeester en

  • wethouders onderscheidenlijk de burgemeester met betrekking tot mandaat, volmacht en

  • machtiging aan functionarissen van de politie Gelderland-midden.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die waarop het besluit bekend wordt

  • gemaakt. Indien de dag van inwerkingtreding van het onderhavige besluit is gelegen na 1 januari 2013, heeft het terugwerkende kracht ten aanzien van elke beslissing, die in de periode van 1 januari 2013 tot de dag van inwerkingtreding is genomen door de functionaris die aan dit besluit de bevoegdheid ontleent om die beslissing in mandaat te nemen. Een dergelijke beslissing is daarmee van rechtswege bekrachtigd.

  • 3.

    Dit besluit kan worden aangehaald als “Besluit mandaat, volmacht en machtiging Nationale Politie 2014”.

 

 

 

 

Registratienummer: Doc.nr. 2014.0.056.892

 

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 10 juni 2014

Het college van burgemeester en wethouders van Arnhem,

de secretaris, de burgemeester,

De burgemeester van Arnhem,

Drs. H.J. Kaiser

Bijlage (gemandateerde bevoegdheden)

 

 

 

1

2

3

4

 

Bevoegdheid

 

Mandaterend

bestuursorgaan

Mandataris

Clausulering / opmerkingen

1.1

Het verdagen van de beslistermijn voor

een vergunning / ontheffing met ten

hoogste 8 weken (art. 1.2, tweede lid

Algemeen plaatselijke verordening voor

Arnhem, hierna: APV)

Burgemeester (hierna:

BM) + B&W

Groepschef

bijzondere wetten

milieu

 

Enkel voor zover het de in deze bijlage

gemandateerde bevoegdheden betreft.

1.2

Het buiten behandeling laten van een

aanvraag in verband met een te late

indiening (art 1.3, eerste lid APV)

BM + B&W

Groepschef

bijzondere wetten,

milieu

 

Enkel voor zover het de in deze bijlage

gemandateerde bevoegdheden betreft.

1.3

Het verbinden van voorschriften en

beperkingen aan vergunningen krachtens

de APV (art. 1.4, eerste lid APV)

BM + B&W

Groepschef

bijzondere wetten,

milieu.

 

Enkel voor zover het de in deze bijlage

gemandateerde bevoegdheden betreft.

1.4

Het wijzigen van een vergunning of

ontheffing ex art. 1.6 APV

BM + B&W

Groepschef

bijzondere wetten,

milieu

 

Enkel voor zover het in deze bijlage

gemandateerde bevoegdheden betreft.

1.5

Het verlenen van een ontheffing om de

weg of een weggedeelte te gebruiken

anders dan overeenkomstig de

bestemming ervan. (art. 2.1.5.1 APV)

B&W

Groepschef

bijzondere wetten,

milieu

 

Enkel voor informatiekramen t.b.v. ideële

doeleinden op Het Land van de Markt.

1.6

Het voor een afzonder-lijke horeca-inrichting of voor een daartoe behorend terras een ander sluitingsuur of andere sluitingsuren vaststellen (art. 2.3.1.15 lid 5

APV).

BM

Groepschef

bijzondere wetten,

milieu

Enkel voor zover het een incidentele

verruiming van de openingstijden betreft.

En met uitzondering van nachtzaken en

de zgn. ‘ontnuchteringszaken’.

1.7

Het waarmerken van en ontvangen van

mededelingen omtrent verkoopregisters

(art. 2.5.2 en 2.5.3 APV)

BM

Groepschef

bijzondere wetten,

milieu

 

1.8

Het verlenen van een ontheffing van het

verbod om toestellen of geluidsapparaten

in werking te hebben of handelingen te

verrichten op een zodanige wijze dat voor

een omwonende of anderen geluidshinder

wordt veroorzaakt (art. 4.1.5 APV).

B&W

Groepschef

bijzondere wetten,

milieu

 

Enkel voor zover het betreft het rondrijden

met een geluidswagen door politieke

partijen ten behoeven van een

verkiezingscampagne en kleine

wijkgebonden activiteiten.

1.9

Het in ontvangst nemen van een melding van een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daartoe een intekenlijst aan te

bieden, alsmede het verlenen van een vrijstelling voor inzamelingen

die gehouden worden door de daarbij aangewezen instellingen (art. 5.2.1 APV).

B&W

Groepschef

bijzondere wetten,

milieu

 

1.10

Het verlenen van een vergunning om in

de uitoefening van de handel op of aan de

weg of aan een openbaar water, aan een

huis, dan wel op een andere – al dan niet

met enige beperking – voor het publiek

toegankelijke en in openlucht gelegen

plaats, goederen te koop aan te bieden,

te verkopen of af te geven dan wel

diensten aan te bieden (art. 5.2.2. APV).

B&W

Groepschef

bijzondere wetten,

milieu

 

1.11

Het verlenen van een vergunning om in of

op een voor publiek toegankelijk gebouw

of plaats een markt of anderszins te

organiseren of toe te laten, waar ter

plaatse aanwezige goederen worden

verhandeld (art. 5.2.4 APV).

BM

Groepschef

bijzondere wetten,

milieu

Enkel voor zover het kleine wijkgebonden

activiteiten betreft.

1.12

Het verlenen van een vergunning voor het

organiseren van een evenement (art.

5.7.1 APV).

BM

Groepschef

bijzondere wetten,

milieu

 

Enkel voor zover het kleine wijkgebonden

festiviteiten betreft.

1.13

Het verlenen van een ontheffing van het

verbod voor het berijden van in de

bebouwde kom gelegen weggedeelten

ten behoeve van het openbaar vervoer,

almede het verbod tot het berijden van de

in de gemeente Arnhem gelegen

busbanen (art. 18 WVW jo. Artt. 81 en 87

RVV).

B&W

Groepschef

bijzondere wetten,

milieu

 

1.14

Het verlenen van een vergunning voor het

houden van kansspelen ex. art. 1, onder

a van de Wet op de Kansspelen.

(art. 3 WoK)

B&W

Groepschef

bijzondere wetten,

milieu

 

1.15

Het in ontvangst nemen van een mededeling omtrent het

organiseren van een klein kansspel

als bedoeld in artikel 7c WoK en het eventueel geven van een verbod op grond van artikel 7c lid 2 sub a en b WoK.

B&W

Groepschef

bijzondere wetten,

milieu

 

1.16

Het verlenen van een vergunning om één

of meer speelautomaten aanwezig te

hebben (art. 30 b WoK).

BM

Groepschef

bijzondere wetten,

milieu

 

1.17

Het verlenen van een verklaring van geen

bezwaar voor het houden van een

luchtvaartvertoning of luchtvaartwedstrijd

(art. 158 Regeling toezicht luchtvaart).

BM

Groepschef

bijzondere wetten,

milieu

 

1.18

Het verlenen van een verklaring van geen

bezwaar voor het oplaten van een vrije ballon (Artikel 18 lid 2 Regeling houdende wijziging van de Regeling Burgerluchthavens in verband met vrijstellingen voor vrije ballonnen, zeilvliegtuigen en schermzweeftoestellen)

BM

Groepschef

bijzonder wetten,

milieu

Enkel voor zover het betreft het oplaten

van een vrije ballon

vanuit: Park Presikhaaf of, indien buiten dit park, wanneer de eigenaar of zakelijk

gerechtigde van het terrein hiertegen

geen bezwaar heeft.

1.19

Het opvragen van gegevens bij de

justitiële documentatiedienst.

 

 

BM + B&W

Groepschef

bijzondere wetten,

milieu

Enkel ten behoeve van de beoordeling

van vergunningenaanvragen of verzoeken

om een ontheffing o.g.v. de DHW en de

APV (art. 2.3.1.6 en 2.3.1.9 en art 3.3.2

en 3.3.3. APV).

1.20

Het stellen van voorschriften voor een

samenkomst tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging of een vergadering of betoging waarvan vooraf

kennis is gegeven (art. 5 Wet Openbare

Manifestaties), alsmede het in ontvangst

nemen van de kennisgeving, het kunnen verlangen van opgave van gegevens als bedoeld in art. 2.1.2.3 APV en het kunnen afwijken van de termijn van 48 uur zoals

bedoeld in art. 2.1.2.2 APV.

BM

Groepschef

bijzondere wetten,

milieu

In situaties waarin door een samenkomst,

vergadering of betoging problemen met

de openbare orde worden verwacht of

wanneer een samenkomst, vergadering of

betoging op andere wijze uitzonderlijk van

karakter is zal na ontvangst van de

melding voorafgaand overleg met de

burgemeester plaatsvinden.

1.21

Het geven van aanwijzingen ten tijde van

een samenkomst ter belijding van een

godsdienst of levensovertuiging, een

vergadering of betoging (art. 6 WOM).

BM

Groepschef

bijzondere wetten,

milieu