Burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte
gelet op:
artikel 150.1 Gemeentewet;
artikel 2.1.3 Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015;
artikel 2.10 Jeugdwet;
artikel 2 lid 3 Wet Sociale Werkvoorziening;
artikel 47 Participatiewet;
Besluiten:
Vast te stellen de Regeling Adviesraad Sociaal Domein gemeente Raalte
Artikel 1: Begripsbepalingen
In deze beleidsregels [red. regeling] wordt verstaan onder:
- a.
Adviesraad: adviesraad sociaal domein Raalte.
- b.
College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte.
- c.
Gemeente: gemeente Raalte
- d.
Sociaal domein: ondersteuning aan inwoners op het gebied van (jeugd) zorg, welzijn, werk, inkomen, onderwijs, schulddienstverlening en minimabeleid. Inclusief preventie om te voorkomen dat er problemen ontstaan op deze gebieden.
Artikel 2: Doel, taken en positie van de Adviesraad
- 1.
Het doel van de adviesraad is advies geven vanuit inwonersperspectief, aan het college over alle kwesties betreffende het Sociaal Domein. De adviesraad is adviseur voor het college en adviseur en klankbord voor de ambtelijke organisatie met als doel dat het beleid en de uitvoering daarvan beter aansluiten bij inwoners.
- 2.
Het college stelt de adviesraad in, zodat zij voldoen aan de wettelijke verplichting om inwoners, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, te betrekken bij het gemeentelijk beleid in het sociaal domein.
- 3.
De adviesraad heeft als taak om het college gevraagd en ongevraagd te adviseren op het beleid en regelgeving van de gemeente betreffende het Sociaal Domein. De adviezen zijn gericht op het belang van de inwoners en in het bijzonder op die inwoners die (tijdelijk) een extra steuntje nodig hebben. De leden van de adviesraad zetten hun kennis en ervaring in om gedragen adviezen uit te brengen. Zij laten zich informeren en inspireren door inwoners van de gemeente Raalte. Op die manier kunnen leden meedenken, reflecteren en adviseren vanuit een breed inwonersperspectief.
- 4.
De Adviesraad functioneert onafhankelijk van de gemeente.
- 5.
De Adviesraad is niet bevoegd te adviseren over klachten, bezwaarschriften en andere zaken, voor zover die op individuele inwoners betrekking hebben.
Artikel 3: Samenstelling, benoeming en ontslag leden
- 1.
De adviesraad bestaat, naast een onafhankelijk voorzitter en secretaris uit minimaal 10 en maximaal 15 leden.
- 2.
De benoeming en het ontslag van leden gebeurt door het college op voordracht van de adviesraad. Het college kan een voordracht, gemotiveerd, afwijzen. De zittingsduur van de leden en de voorzitter bedraagt, behoudens tussentijds aftreden, vier jaar. De leden en de voorzitter zijn voor één zittingsduur herbenoembaar. De adviesraad stelt een rooster van aftreden vast waarbij zorg wordt gedragen voor behoud van voldoende continuïteit van de adviesraad.
- 3.
Het lidmaatschap van de adviesraad is onverenigbaar met het lidmaatschap van de gemeenteraad, dan wel raadscommissies, het college en werkzaamheden als ambtenaar van de gemeente Raalte. Ook maken ze geen deel uit van het bestuur van een politieke partij of een steunfractie.
- 4.
Leden van de adviesraad zijn woonachtig in de gemeente Raalte. Daarnaast zijn de leden niet in dienst van een organisatie waar de gemeente een inkoop- of subsidierelatie mee heeft in het Sociaal Domein.
- 5.
De leden van de adviesraad voldoen aan de profielschets die is toegevoegd als bijlage bij deze regeling. Bij de selectie van de leden en de vorming van de Adviesraad Sociaal Domein wordt er rekening gehouden met de spreiding van deze kenmerken over de leden, zodat er een adviesraad ontstaat die in totaal voldoende beschikt over alle onderstaande kenmerken.
- 6.
Leden nemen zitting in de adviesraad op persoonlijke titel.
- 7.
De adviesraad is verantwoordelijk voor een tijdige voordracht van nieuwe leden van de adviesraad.
- 8.
Bij het ontstaan van een vacature kan het aftredend lid de functie blijven vervullen totdat in de vacature is voorzien, met een maximale termijn van zes maanden.
- 9.
Het lidmaatschap van de adviesraad eindigt:
- •
- •
Wanneer het lid uit hoofde van een ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is om zijn of haar functie te vervullen;
- •
Bij verhuizing buiten [red. de gemeente] Raalte;
- •
Bij aanvaarding van een ambt of betrekking welke bij deze regeling onverenigbaar is verklaard met het lidmaatschap van de adviesraad;
- •
Wanneer het lid bij onherroepelijke geworden rechterlijke uitspraak wegens een misdrijf is veroordeeld, dan wel bij het lid een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
- •
Wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld.
- 10.
Het college kan de voorzitter of een lid van de adviesraad schorsen indien hem of haar een misdrijf ten laste wordt gelegd dat dermate ernstig is dat dit in de weg staat aan uitoefening van zijn of haar taken binnen de adviesraad.
- 11.
Het college kan tot schorsing en/of ontslag van een voorzitter of een lid overgaan nadat een tweederde meerderheid van de adviesraad hierom gemotiveerd heeft verzocht, indien er sprake is van één van de volgende situaties:
- •
Er is sprake van ernstig disfunctioneren van een voorzitter of een lid;
- •
- •
Anderszins wordt onderbouwd waarom voortzetting als lid of voorzitter ongewenst wordt geacht.
Artikel 4: Functies en taken binnen de adviesraad
- 1.
De adviesraad heeft een onafhankelijk voorzitter.
- 2.
De voorzitter heeft geen stemrecht.
- 3.
Het college benoemt de voorzitter op persoonlijke titel voor een termijn van vier jaar. De voorzitter kan maximaal éénmaal voor dezelfde duur worden herbenoemd.
- 4.
De adviesraad kiest uit zijn midden een plaatsvervangend voorzitter.
Artikel 5: Vergaderingen
- 1.
De adviesraad vergadert minimaal tien keer per jaar.
- 2.
Alle leden van de adviesraad zijn stemgerechtigd. Alle besluiten worden met meerderheid van stemmen genomen, op voorwaarde dat tweederde van de leden in de vergadering aanwezig is. Indien ter vergadering tweederde van de leden niet aanwezig kan zijn, kan een voorgenomen besluit schriftelijk aan de niet-aanwezige leden worden voorgelegd, dit ter beoordeling van de voorzitter.
- 3.
De adviesraad draagt er zorg voor dat van de vergaderingen een verslag wordt opgesteld.
- 4.
De adviesraad heeft de mogelijkheid om derden uit te nodigen ter invulling van een agendapunt in de vergadering.
Artikel 6: Samenwerking adviesraad en college
- 1.
Het college draagt er zorg voor dat alle relevante informatie die nodig is om naar behoren te adviseren tijdig aan de adviesraad wordt verstrekt. De informatievoorziening vindt in een zodanig vroeg stadium plaats, dat adviseren door de adviesraad zinvol is en nog in de besluitvorming kan worden meegewogen.
- 2.
De adviesraad ontvangt een jaaragenda met onderwerpen waarover advies aan hen gevraagd wordt. Op deze manier kunnen leden van de adviesraad vroegtijdig inwoners raadplegen om zo een gedragen advies te geven.
- 3.
De adviesraad brengt door het college gevraagde adviezen schriftelijk binnen zes weken uit aan het college. Het college draagt vervolgens zorg voor een schriftelijke reactie op het uitgebrachte advies binnen zes weken na ontvangst van het advies.
- 4.
De zomer- en de kerstvakantie hebben voor de in lid 3 genoemde termijnen een opschortende werking.
- 5.
Naast de informatie die van het college wordt ontvangen verzamelt de adviesraad voor een adequate uitoefening van zijn taak informatie ‘in het veld’. De adviesraad ontwikkelt en onderhoudt daarbij zelf een informatienetwerk met belanghebbenden, belangenbehartigers, en andere relevante personen en organisaties. De wijze waarop dit contact met de achterban wordt vormgegeven, bepaalt de adviesraad zelf.
- 6.
In geval de gemeenteraad het bevoegde orgaan is, stuurt het college het advies van de adviesraad samen met het raadsvoorstel aan de gemeenteraad.
- 7.
In het geval het college afwijkt van het advies van de adviesraad, wordt dit bij het voorstel aan de gemeenteraad vermeld, waarbij tevens is aangegeven waarom en op welke onderdelen van het advies wordt afgeweken.
- 8.
De betrokken portefeuillehouder(s) voeren minimaal twee keer per jaar overleg met de adviesraad over zaken die betrekking hebben op het sociaal domein. Zowel de adviesraad als de betrokken portefeuillehouder(s) kunnen onderwerpen agenderen.
- 9.
Uit het oogpunt van een adequate informatievoorziening wijst de manager Domein Sociaal een ambtenaar aan die desgewenst de vergaderingen van de adviesraad bijwoont en gevraagd of ongevraagd relevante informatie verstrekt.
Artikel 7: Ambtelijk secretariële ondersteuning
- 1.
De adviesraad ontvangt ondersteuning via een onafhankelijk en betaalde ambtelijk secretaris.
- 2.
De voorzitter van de adviesraad stuurt de ambtelijk secretaris functioneel en inhoudelijk aan.
Artikel 8: Vergoedingen en middelen
- 1.
De leden van de adviesraad ontvangen een vergoeding conform art. 4 lid 1 Verordening rechtspositie raadsleden en commissieleden Raalte 2019.
- 2.
De adviesraad stelt jaarlijks vooraf, voor 1 november, een begroting op waarin onder meer kosten kunnen worden opgenomen voor secretariële/inhoudelijke ondersteuning.
- 3.
De adviesraad maakt achteraf, voor 1 mei, een jaarverslag. Deze stukken worden aan het college toegezonden. Op basis van de begroting stelt het college jaarlijks middelen beschikbaar.
- 4.
Voor de vergaderingen van de adviesraad stelt de gemeente een goed bereikbare en toegankelijke vergaderlocatie ter beschikking.
- 5.
Voor niet-reguliere activiteiten kan de adviesraad bij het college, middelen aanvragen.
Artikel 9: Werkwijze
- 1.
De adviesraad regelt binnen de kaders van deze regeling zijn eigen werkwijze door middel van het opstellen van een huishoudelijk reglement. Het college ontvangt een afschrift van dit huishoudelijk reglement.
Artikel 10: Slotbepalingen
- 1.
Aanvullingen en wijzingen van de regeling worden vastgesteld door het college.
- 2.
In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college.
- 3.
Opheffing van de adviesraad kan slechts geschieden bij besluit van het college, de adviesraad gehoord hebbende.
Artikel 11: Citeertitel, inwerkingtreding
- 1.
Deze regeling wordt aangehaald als ‘Regeling Adviesraad Sociaal Domein gemeente Raalte’.
- 2.
Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.
Profielschets leden Adviesraad Sociaal Domein
Inleiding
De Adviesraad Sociaal Domein houdt zich binnen het (gemeentelijke) sociaal domein bezig met alle kwesties die relevant zijn voor inwoners. Het sociaal domein gaat over dat wat iedere inwoners nodig heeft om te kunnen ontmoeten, wonen, (samen)leven, werken en om mee te kunnen doen in de breedste zin van het woord.
De Adviesraad Sociaal Domein is adviseur voor het college en klankbord voor de ambtelijke organisatie. Ze geeft gevraagd en ongevraagd advies en doet dit integraal van uit het brede inwonersperspectief1.
De Adviesraad Sociaal Domein bestaat uit leden die voldoen aan onderstaand profiel.
Profiel
Binnen de Adviesraad Sociaal Domein streven we naar diversiteit. Zo is het belangrijk dat er voldoende diversiteit is in de raad voor wat betreft sekse, leeftijd, affiniteit/expertise, karakters, netwerken/connecties en wijken/dorpen. Dit streven naar diversiteit geldt ook voor de gevraagde kenmerken van de leden van de Adviesraad Sociaal Domein die hieronder staan beschreven.
We verwachten niet dat elk afzonderlijke lid over alle kenmerken beschikt, maar wel dat hij/zij sterk is op een aantal van deze kenmerken. Bij de selectie van de leden en de vorming van de Adviesraad Sociaal Domein wordt er rekening gehouden met de spreiding van deze kenmerken over de leden, zodat er een adviesraad ontstaat die in totaal voldoende beschikt over alle onderstaande kenmerken.
Kenmerken leden Adviesraad Sociaal Domein
De Adviesraad Sociaal Domein bestaat uit leden die:
- •
De lokale samenleving goed kennen. Ze hebben connecties met (kwetsbare) inwoners, hebben relevante netwerken en weten wat er leeft onder (kwetsbare) groepen inwoners.
- •
Beschikken over ervaringskennis.Minimaal drie leden van de adviesraad hebben ervaringskennis. Mensen met ervaringskennis zijn inwoners of hun vertegenwoordigers die een beroep doen op uitkeringen en/of voorzieningen op grond van de Participatiewet, de Wmo en/of Jeugdwet, dan wel op grond van het minimabeleid en/of een beroep doen op gemeentelijke ondersteuning bij schulden of dit recentelijk hebben gedaan.
- •
Zich verdiepen in de thema’s binnen het sociaal domein en zijn in staat om hun ervaringen, waarnemingen en inzichten te vertalen naar adviezen voor de gemeente.
- •
Onafhankelijk zijn. Leden nemen deel op persoonlijke titel en zijn geen belangenbehartiger namens een organisatie of een groep inwoners en adviseren zonder politieke kleur en/of (persoonlijke) belangen.
- •
Werken vanuit het brede inwonersperspectief en vanuit de filosofie van de participatiesamenleving. Alle leden onderschrijven dit uitgangspunt en realiseren zich dat dit een ander perspectief is dan een politiek, bestuurlijk en professioneel perspectief.
- •
Een actieve en onderzoekende houding hebben. Ze zijn nieuwsgierig wat (kwetsbare) inwoners bezighoudt, hoe hun leven eruit ziet, hoe zij (over)leven en waar zij tegenaan lopen.
- •
In staat zijn om signalen die zij ontvangen proactief de gemeente binnen te brengen en ongevraagd te adviseren wanneer de leden dat nodig achten.
- •
Zijn in staat om beleid te vertalen naar (de impact op) de praktijk en andersom.
Aldus vastgesteld op 22 maart 2022
Het college van burgemeester en wethouders,