Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kaag en Braassem

Beleidsregels ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKaag en Braassem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet
CiteertitelBeleidsregels ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Alcoholwet
  2. Algemene wet bestuursrecht
  3. Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-11-2010nieuwe regeling

11-11-2010

Witte Weekblad, 17-11-2010

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet

De burgemeester van de gemeente Kaag en Braassem,

 

Overwegende dat:

 

  • Het alcoholgebruik onder de inwoners van Kaag en Braassem hoog is en dat jongeren in onze gemeente regionaal gezien tot de grootste innemers van alcoholische dranken behoren;

  • Kaag en Braassem een van de deelnemers is aan het Bestuurlijk Overleg

  • Alcoholmisbruik Hollands Midden;

  • De gemeenten hierin de verplichting op zich hebben genomen aantoonbaar de regierol op zich te nemen bij de opzet van een alcoholmatigingsbeleid;

  • Het als gevolg daarvan wenselijk is om regels vast te stellen met betrekking tot het terugdringen van alcohol mis/gebruik bij evenementen;

  • De aanvragen om ontheffing, op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet, in de afgelopen jaren aanzienlijk zijn toegenomen;

  • Er hierdoor een toenemende behoefte is ontstaan aan kaders waarbij duidelijk is aan welke voorschriften de aanvrager dient te voldoen of op welke gronden de aanvraag dient te worden geweigerd;

  • Het daarom noodzakelijk is uniform beleid vast te stellen inzake het behandelen en verlenen van een ontheffing;

  • De burgemeester op grond van artikel 35, lid 2, van de Drank- en Horecawet de bevoegdheid heeft om nadere eisen te stellen aan de indiening en de behandeling van een aanvraag;

Gelet op hetgeen bepaald wordt in de Drank- en Horecawet, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen:

 

  • 1.

    De beleidsregels ontheffing op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet;

  • 2.

    De beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking;

  • 3.

    De beleidsregels worden aangehaald als "Beleidsregels ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet".

Beleidsregels ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet

 

2. De Drank- en Horecawet

Wettelijk kader

In artikel 3 van de Drank- en Horecawet is bepaald dat het verboden is om zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders het horecabedrijf uit te oefenen. Op grond van artikel 35 van de wet kan de burgemeester ontheffing verlenen van het in artikel 3 gestelde verbod. Deze ontheffing kan slechts worden verleend:

 

  • op aanvraag;

  • ten aanzien van het verstrekken van zwakalcoholhoudende dranken;

  • voor een bij de beschikking aangewezen bijzondere gelegenheid;

  • van zeer tijdelijke aard;

  • voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen;

Het verstrekken van sterke drank is in deze situaties altijd verboden.

 

De ontheffing kan door iedereen aangevraagd worden onder voorwaarde dat de verstrekking van zwakalcoholhoudende dranken dient te geschieden onder de onmiddellijke Ieiding van een persoon die voldoet aan de hierna genoemde eisen die vermeld staan in artikel 8, lid 2 en 4 van de wet.

Deze persoon, genoemd leidinggevende:

  • 1.

    mag niet onder curatele staan of uit de ouderlijke macht of voogdij zijn ontzet;

  • 2.

    mag niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn;

  • 3.

    moet de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt;

  • 4.

    moet in het bezit zijn van een Verklaring Sociale Hygiene (of een daaraan gelijkgesteld bewijsstuk).

Afbakening begrip "Bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard"

De burgemeester heeft- als het gaat om het verlenen van ontheffingen - een beleidsvrijheid en dat is ook absoluut noodzakelijk, omdat de wet geen definitie geeft van het begrip "bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijk aard".

 

In een toelichting op de wet is een bijzondere gelegenheid omschreven als een kermis, braderie, muziek- en/of sportfeest, jaarmarkt en andere manifestaties die eenmalig, dan wei in de regel niet meer dan tweemaal per jaar voorkomen. Het gaat dus om incidentele gevallen. Let wei, dit is een toelichting en geen definitie. De burgemeester maakt per geval een afweging wat onder "bijzondere gelegenheid" dient te worden verstaan. Wat de wet wei heeft bepaald is dat "tijdelijk" nooit Ianger mag duren dan 12 aaneengesloten dagen.

 

Voorschriften op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet

Op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet worden de volgende voorschriften aan de ontheffing verbonden:

 

  • de ontheffing of een afschrift daarvan is tijdens de verstrekking aanwezig;

  • aan personen van wie niet is vastgesteld dat zij de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt, wordt geen alcoholhoudende drank verstrekt. Dit voorschrift dient duidelijk leesbaar en goed zichtbaar aan het publiek kenbaar te worden gemaakt;

  • aan personen die de aan hen verstrekte drank doorgeven aan personen die de leeftijd van 16 jaar nog niet hebben bereikt, wordt geen alcoholhoudende drank meer verstrekt;

  • gedurende de tijd dat van de ontheffing gebruik wordt gemaakt dient de persoon onder wiens onmiddellijke Ieiding de drankverstrekking plaatsvindt, aanwezig te zijn en er op toe te zien dat de in de ontheffing vermelde voorschriften op correcte wijze worden nageleefd;

  • personen beneden de leeftijd van 16 jaar mogen niet werkzaam zijn ter zake de verkoop van zwakalcoholhoudende drank;

  • personen die kennelijk onder invloed van alcoholhoudende drank verkeren of die door hun gedrag aanstoot geven, moeten worden geweerd of geweigerd;

  • aan personen die kennelijk onder invloed van alcoholhoudende drank of drugs verkeren, mag geen alcoholhoudende drank worden verstrekt;

  • gedurende de tijd waarin van de ontheffing gebruik wordt gemaakt, mag ter plaatse van de verstrekking geen sterke drank aanwezig zijn;

  • voor het publiek moeten steeds alcoholvrije dranken en water verkrijgbaar zijn;

  • aile aanwijzingen en/of bevelen gegeven door of namens daartoe bevoegde personen van politie en/of brandweer, alsmede door of namens (daartoe bevoegde personen van) de burgemeester, gegeven in het belang van sociale hygiëne, volksgezondheid, openbare orde en/of (verkeers)veiligheid, dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd.

Bevoegdheden burgemeester

Artikel 35, lid 2 van de wet geeft de burgemeester de mogelijkheid beperkingen en/of voorschriften te verbinden aan de te verlenen ontheffing. Deze hebben betrekking op sociaalhygiënische aspecten, economische aspecten en openbare orde- en veiligheidsaspecten.

 

Sociaalhygiënische aspecten

De wet kent een sociaalhygiënisch motief; dit motief wordt dan ook als toetsingskader gebruikt bij aanvragen om ontheffing. De sociaalhygiënische aspecten komen tot uiting in: de leeftijdsgrenzen, de zedelijkheidseisen, de eisen gesteld aan leidinggevenden en inrichtingseisen.

 

Sociaal economische aspecten

Hier gaat het om de vraag in hoeverre het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank ondersteunend is aan de bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard die aan de aanvraag ten grondslag ligt. Uit de aanvraag zal moeten blijken dat de verstrekking van alcoholhoudende drank een relatie heeft met de bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard. Het verstrekken van alcohol dient niet een op zichzelf staande activiteit te zijn.

 

Openbare orde- en veiligheidsaspecten

Bij openbare ordeaspecten gaat het om het feit dat het tappen van alcohol op een verantwoorde wijze plaatsvindt. Artikel 21 van de wet verbiedt het om bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken indien redelijkerwijs moet worden aangenomen dat dit tot verstoring van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid zal leiden. Ervaringen uit het verleden en aanwijzingen uit het heden kunnen hierbij tot het versterken van het begrip "redelijkerwijs" dienen. Een weigering van een aangevraagde ontheffing van artikel 35 van de wet, op grond van artikel 21 van de wet zal zorgvuldig en overtuigend moeten worden gemotiveerd.

 

3. Gemeentelijk beleid

Aanvullende voorschriften en/of beperkingen

Met betrekking tot bovengenoemde aspecten besluit de burgemeester, voor zover van toepassing, de volgende aanvullende voorschriften en/of beperkingen aan de ontheffing te verbinden:

 

  • 1.

    bij een bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard waarbij sprake is van meerdere taplocaties van waaruit zwakalcoholhoudende drank verstrekt wordt, dient minimaal een leidinggevende per taplocatie aanwezig te zijn;

  • 2.

    indien bij een bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard een aanzienlijk aantal, maar niet hoofdzakelijk of uitsluitend personen worden verwacht die de leeftijd van 16 jaar nog niet hebben bereikt, is tijdens deze gelegenheid een herkenbaarheidssysteem t.a.v. leeftijd verplicht (bijvoorbeeld polsbandjes of stempels). Een herkenningsteken wordt niet eerder verstrekt dan dat aan de hand van een geldig identiteitsbewijs de leeftijd van betrokkenen is vastgesteld. De verantwoordelijkheid voor de naleving hiervan ligt bij de ontheffinghouder (sociaalhygiënisch aspect);

  • 3.

    het aanvangstijdstip dat in de ontheffing vermeld staat is afhankelijk van de aanvang van de bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard, doch ligt niet voor 12.00 uur 's middags;

  • 4.

    de eindtijd van de ontheffing is gerelateerd aan de eindtijd van de bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard waaraan de ontheffing is gekoppeld;

  • 5.

    mobiele tappunten zijn verboden. Hieronder zijn ook begrepen de zogenaamde "rugzaktap" en de "navulslang" waarbij met een lange slang vanaf het tappunt de klanten op enige afstand van het vaste tappunt kunnen worden bediend;

  • 6.

    de alcoholhoudende drank moet worden verstrekt in gebruikersverpakkingen anders dan van glas of blik;

  • 7.

    de burgemeester is bevoegd per bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard te bekijken of aan de ontheffing aanvullende voorschriften dienen te worden verbonden.

Toelichting:

 

  • Ad. 1..

    om het overzicht te behouden is het zeer wenselijk dat per taplocatie een gekwalificeerde leidinggevende aanwezig is. Hij/zij is immers opgeleid om knelpunten te signaleren en op te lessen (sociaalhygiënisch en openbare orde en veiligheidsaspect);

  • Ad. 2.

    dit herkenbaarheidssysteem wordt nu al vaak gebruikt. Zo kun je in een oogopslag zien wie wei en wie niet zestien jaar is (sociaalhygiënisch aspect);

  • Ad. 3.

    in het kader van het alcoholmatigingsbeleid is het niet gewenst dat het 's ochtends al mogelijk is om alcohol te nuttigen (sociaalhygiënisch aspect);

  • Ad. 4.

    het evenement en de gelegenheid om alcohol te nuttigen zijn met elkaar verbonden. Als er na afloop van het evenement nog alcohol wordt geschonken, is er geen relatie meer met het evenement en wordt het schenken een doel op zich (sociaalhygiënisch en sociaaleconomisch aspect);

  • Ad. 5.

    de vaste locaties waar alcohol wordt geschonken zijn vooraf bekend. Bij de aanvraag dient men ook een situatietekening van het evenemententerrein en de taplocatie(s) over te leggen. De locatie, de wijze waarop wordt geschonken en de leeftijd is goed te controleren. Dit is niet mogelijk bij eventuele mobiele tappunten (sociaalhygiënisch aspect);

  • Ad. 6.

    uit veiligheidsoverwegingen is hiervoor gekozen (openbare orde- en veiligheidsaspect);

  • Ad. 7.

    hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het gebod dat er alleen evenementenbier mag worden geschonken (sociaalhygiënisch aspect en openbare orde- en veiligheidsaspect).

Weiqerinqsqronden

De burgemeester weigert de volgende aanvragen om ontheffing:

 

  • 1.

    bij evenementen waarbij de bezoekers waarvoor het evenement wordt georganiseerd hoofdzakelijk of uitsluitend bestaan uit personen die de leeftijd van 16 jaar nog niet hebben bereikt;

  • 2.

    bij situaties waar de alcoholverstrekking een op zich zelf staande activiteit is die niets te maken heeft met de gelegenheid van tijdelijke aard;

  • 3.

    indien de verkoopplaats wegens gebrek aan overzichtelijkheid, te weinig lichtinval en dergelijke, gezien in verband met het geheel aantal bezoekers en tijdsduur, te wensen overlaat;

  • 4.

    indien de taplocatie de verkeersveiligheid op negatieve wijze beïnvloedt.

Toelichting:

 

  • Ad. 1.

    hierbij valt te denken aan sport- en speldagen van basisscholen, vakantiekinderspelen, straatspeeldagen e.d. Het gaat hier om evenementen voor jonge kinderen. Het verstrekken van alcohol tijdens dit evenement, ook al is dit aan de ouderen boven de 16 jaar, staat los van het evenement op zich. Daarnaast is het in het kader van het alcoholmatigingsbeleid geen goed voorbeeld voor de kinderen, om tijdens hun sport- en speldag ouderen alcohol te zien nuttigen. Op deze wijze wordt al op jonge leeftijd, onbewust, het verband gelegd tussen 'sport en spel' en het nuttigen van alcohol (sociaalhygiënisch aspect);

  • Ad. 2.

    hierbij wordt de gelegenheid feitelijk misbruikt om het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank mogelijk te maken (sociaalhygiënisch en sociaaleconomisch aspect);

  • Ad. 3.

    de verkoopplaats wordt beoordeeld om de sociaalhygiënische doeleinden van de wet te waarborgen (sociaalhygiënisch en openbare orde- en veiligheidsaspect);

  • Ad. 4.

    het verstrekken van alcohol aan een weg, waar zich geen voet- en rijwielpaden bevinden, is een voorbeeld van een ongeschikte locatie (openbare orde- en veiligheidsaspect).

4. De ontheffing

De aanvraag

Voor het aanvragen van een ontheffing voor het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank dienen de volgende bescheiden te worden overgelegd:

  • een volledig en ondertekend aanvraagformulier;

  • een goed leesbare kopie van een geldig paspoort of identiteitsbewijs van de aanvrager en van de personen onder wiens onmiddellijke Ieiding de verstrekking zal plaatsvinden (een kopie van een rijbewijs volstaat niet);

  • een krachtens de Drank- en Horecawet erkend bewijsstuk inzake sociale hygiëne van de personen onder wiens onmiddellijke Ieiding de verstrekking zal plaatsvinden;

  • een situatietekening van het evenemententerrein en de taplocatie(s);

Aanvragen dienen tenminste vier weken voor de datum van de bijzondere gelegenheid te zijn ontvangen door de burgemeester. Vier weken is een redelijke termijn omdat de politie gebruikelijk binnen twee weken adviseert met betrekking tot het levensgedrag van de verantwoordelijke(n) van de drankverstrekking.

 

De verleende ontheffing

De aanvraag om een ontheffing wordt getoetst aan artikel 35 van de wet en aan bovengenoemde beleidsregels. Van de verleende ontheffing wordt een afschrift gestuurd aan:

 

  • de Voedsel- en Waren Autoriteit (VWA), wettelijk verplicht volgens art. 35 lid 4;

  • de politie Hollands Midden, team Nieuwkoop- Kaag en Braassem t.a.v. de afdeling "Toezicht en Handhaving";

  • de toezichthouders APV en Bijzondere Wetten.

5. Handhaving

Onder de huidige wetgeving ziet de Voedsel- en Waren Autoriteit toe op de naleving van de Drank- en Horecawet. Daarnaast kunnen politieambtenaren tevens toezien op de naleving van de Drank- en Horecawet. Bij constatering van overtreding van het bepaalde in artikel 35 van de wet, kan de burgemeester bestuursrechtelijke maatregelen treffen.

 

6. Juridische gevolgen

Tegen het vaststellen van beleid(sregels) staan geen rechtsmiddelen open (art. 8.2 lid 1 AWB). Tegen het besluit tot het al dan niet verlenen van een ontheffing kan door belanghebbenden bezwaar worden gemaakt.

 

7. Bekendmaking

Dit beleid wordt voor een periode van vier weken ter inzage gelegd in de publiekshal van het gemeentehuis. De terinzagelegging van het genomen besluit wordt gepubliceerd in het Witte Weekblad.