Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kaag en Braassem

Evenementenbeleid Kaag en Braassem

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKaag en Braassem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingEvenementenbeleid Kaag en Braassem
CiteertitelEvenementenbeleid Kaag en Braassem
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Tent- en schuurfeestenbeleid.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-05-2011nieuwe regeling

08-03-2011

Witte Weekblad, 11-05-2011

Tekst van de regeling

Intitulé

Evenementenbeleid Kaag en Braassem

Beleidsregels op de bepalingen in de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Kaag en Braassem 2009

 

Inleiding

Deze nota “Evenementenbeleid Gemeente Kaag en Braassem” is bedoeld als beleidsregels op de bepalingen in de Algemene Plaatselijke Verordening Kaag en Braassem 2009, hierna te noemen ‘APV’.

 

In de gemeente Kaag en Braassem wordt ieder jaar een groot aantal evenementen georganiseerd. Omdat er zoveel verschillende soorten evenementen zijn, is er behoefte aan een duidelijk beleid.

 

De gemeente speelt een belangrijke rol bij deze evenementen omdat de burgemeester hiervoor de benodigde vergunningen moet verlenen en toeziet op de naleving van de daarin gestelde voorschriften.

 

Door de veranderingen in de samenleving is de autoriteit van de overheid echter niet meer vanzelfsprekend. In dit kader wordt door middel van dit beleid een duidelijk onderscheid gemaakt tussen vergunningsplichtige en vergunningsvrije evenementen. Burgers en ondernemers moeten namelijk niet onnodig gehinderd worden bij het organiseren van kleinschalige evenementen. Dit beleid leidt in dit kader tot een deregulering van regels en daarbij voor een administratieve lastenvermindering voor burgers en ondernemers.

 

Dit beleid is tevens opgesteld om voormelde bepalingen in de APV te verduidelijken zodat voor burgers en ondernemers die een aanvraag doen voor een vergunningsplichtig evenement, duidelijk is welk beleid binnen de gemeente gehanteerd wordt bij het verlenen van de vergunning. Dit beleid heeft derhalve tot doel om duidelijkheid te verschaffen aan een ieder en daarnaast borgt het de rechtszekerheid bij vergunningverlening.

 

Voor het redigeren van dit evenementenbeleid is aansluiting gezocht bij het Tent- en schuurfeestenbeleid Kaag en Braassem dat bij de vergunningverlening voor tent- en schuurfeesten gehanteerd wordt. Dit beleid is in 2005 tot stand gekomen in samenwerking met de feestorganisaties, de politie Hollands Midden, de Brandweer Alphen aan den Rijn, het Openbaar Ministerie, de Branchevereniging Koninklijk Horeca Nederland en regiogemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop, Leiderdorp, Rijnwoude en Zoeterwoude.

 

Leeswijzer

In hoofdstuk 1 wordt ingegaan op het juridische kader van evenementen. In hoofdstuk 2 wordt aangegeven wat het verschil is tussen vergunningsplichtige en vergunningsvrije evenementen. In hoofdstuk 3 staan de voorwaarden van de evenementenvergunning centraal. In hoofdstuk 4 wordt de evenementenkalender besproken. In hoofdstuk 5 komt toezicht en handhaving aan de orde en hoofdstuk 6 sluit af met de overgangsbepalingen.

H1 Juridisch kader

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het juridisch kader dat relevant is voor de in deze nota bedoelde evenementen. Vanwege de aard, omvang en wijze van organiseren is voor deze evenementen een veelheid aan regels van toepassing.

 

Evenementen

Er zijn verschillende activiteiten waarvoor een evenementenvergunning aangevraagd moet worden. De begripsomschrijving van ‘evenement’ in artikel 2.2.1 van de APV is, gelet op de grote variatie in type evenementen, bewust ruim gehouden. De definitie is namelijk als volgt: ‘elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak met uitzondering van de in artikel2.2.1lid 1 van de APV beschreven activiteiten’.

 

Gezien dit ruime begrip moet bijna elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak als een evenement worden aangemerkt.

 

Festiviteiten (artikel 4.1.3. APV)

Een festiviteit is door middel van de APV van een evenement uitgezonderd. In artikel 4.1.3 van de APV is het begrip festiviteit nader gedefinieerd: ‘een feestelijke gebeurtenis waar muziek ten gehore wordt gebracht, dat plaats vindt binnen een sport-, horeca- of recreatie- inrichting zoals bepaald in het activiteitenbesluit’.

 

Een festiviteit betreft dus geen specifieke vorm van een evenement. Als voorbeeld: wanneer een evenement van een of een aantal inrichtingen binnen en gedeeltelijk buiten deze inrichtingen plaatsvinden, moet naast een evenementenvergunning voor de activiteiten die buiten de inrichtingen (dus buiten het terras van de inrichting) plaats vinden ook een vergunning voor een incidentele of collectieve festiviteit worden aangevraagd dan wel een melding worden gedaan voor de activiteiten die binnen de inrichtingen plaats vinden. Als terras wordt aangemerkt het terras dat is opgenomen in de drank- en horecavergunning.

 

Aangezien in de APV is geregeld dat voor een maximaal aantal festiviteiten met een melding kan worden volstaan, kan het dus zo zijn dat voor de activiteiten die binnen de inrichting plaatsvinden geen vergunning benodigd is maar voor de activiteiten die buiten de inrichting plaats vinden wel een evenementenvergunning noodzakelijk is.

 

Bestemmingsplan

Evenementen vinden plaats in een inrichting of op een terrein waarvoor in het voor dat gebied geldende bestemmingsplan nader omschreven is wat de betreffende bestemming is. Zo kan het zijn dat een evenement plaats vindt op een terrein met de bestemming agrarische gronden, terwijl het evenement geen betrekking heeft op een agrarische activiteit. Aangezien alle bestemmingsplannen gebruiksvoorschriften hebben voor gronden en gebouwen, is het evenement dat op het terrein of in een gebouw plaats vindt, bijna altijd strijdig met de bestemming.

 

Indien dat het geval is, kan het nodig zijn een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan te verlenen (artikel 2.12 lid 1 onder a onder 2º Wabo jo. artikel 4 bijlage II Bor). Niet in alle gevallen bestaat de plicht om in deze gevallen een omgevingsvergunning af te moeten geven. Op basis van jurisprudentie is een kader gevormd in welke gevallen het gebruik van gronden bij evenementen omgevingsvergunningplichtig is. De begrippen 'incidenteel' en 'kortdurend' zijn hierbij leidend. Echter, omdat het niet precies duidelijk is wat de ondergrens voor deze vergunningsplicht is aangezien de ruimtelijke impact afhankelijk is van verschillende factoren (aantal bezoekers, duur, aard evenement, parkeermogelijkheden) en de jurisprudentie geen eenduidige grens aangeeft, is besloten in deze beleidsregel een duidelijke grens te trekken.

 

Als er sprake is van een jaarlijks terugkerend evenement is er geen sprake meer van 'incidenteel'. Dit houdt in dat alleen bij nieuwe evenementen waarbij er geen intentie is om deze te doen herhalen sprake kan zijn van een 'incidenteel' evenement.

 

Het begrip 'kortdurend' moet worden gedestilleerd uit diverse jurisprudentie. Hierbij wordt een koppeling gelegd tussen de duur van het evenement an sich met de periode van opbouw en afbouw. Zo zal de duur van het evenement altijd drie dagen of minder moeten zijn. De periode van opbouw en afbouw moet altijd zes dagen of minder zijn. Cumulatie van beide moet altijd zeven dagen of minder zijn. Wordt hieraan niet voldaan dan is een planologische toets noodzakelijk.

 

Daarnaast hebben wij gelet op de jurisprudentie, het begrip 'grootschalig' hier nog aan toe gevoegd. Uiteraard zal er bij een gering aantal personen geringe impact zijn voor de omgeving en is een planologisch afwijken niet noodzakelijk. Voor grote aantallen personen is een beoordeling voor de omgeving uiteraard wel gewenst. Met behulp van de matrix (bijlage I) en de daarbij aangegeven uitleg bekijken wij per evenement of er een omgevingsvergunning benodigd is.

 

Aanvraag omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning moet afzonderlijk van de evenementenvergunning aangevraagd te worden. Deze procedure duurt (uitgaande van een volledig ingediende aanvraag) in principe acht weken. Meer informatie over omgevingsvergunningen is te vinden op de gemeentelijke website.

 

In het Afwijkingenbeleid ruimtelijke ordening (in werking getreden op 1 oktober 2010) is geregeld dat wanneer een evenement de (juridische) haalbaarheidstoets doorstaat, de gemeente in beginsel medewerking verleent aan een dergelijke vergunning. De omgevingsvergunning is voor onbepaalde tijd en dus (bij een gelijkblijvend evenement) jaarlijks opnieuw bruikbaar.

 

Voor evenementen die langer dan vijftien achtereenvolgende dagen, dan wel vaker dan drie maal per jaar plaatsvinden, kan geen omgevingsvergunning verleend worden. In dergelijke gevallen zou het uitkomst kunnen bieden een terrein de (dubbel)bestemming Evenemententerrein te geven. Hiervoor is een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan op basis van artikel 2.12 lid 1 onder a onder 3º Wabo of een bestemmingsplanherziening nodig. Hiervoor zal een afzonderlijke afweging gemaakt moeten worden.

 

Van een evenementenvergunning voor een omgevingsvergunningplichtig evenement kan alleen gebruik worden gemaakt als de organisator van het evenement ook de beschikking heeft over de betreffende omgevingsvergunning.

 

Besluit brandveilig gebruik bouwwerken

Voor het in gebruik nemen van een gebouw (bijvoorbeeld een schuur of een kas) voor een evenement waarin meer dan vijftig personen tegelijkertijd aanwezig zullen zijn, geldt in het kader van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken een meldingsplicht (2.12.2 Besluit brandveilig gebruik bouwwerken). Indien er voor het betreffende gebouw reeds een passende gebruiksvergunning of een omgevingsvergunning voor de activiteit ‘brandveilig gebruik’ aanwezig is, dan hoeft er geen nieuwe aanvraag gedaan te worden.

 

Brandbeveiligingsverordening

Voor het in gebruik nemen van objecten die geen bouwwerk zijn, is op basis van de Brandbeveiligingsverordening Kaag en Braassem 2010 een gebruiksvergunning verplicht (artikel 2.1 Wabo) als:

  • a.

    meer dan 50 personen in objecten die geen bouwwerk zijn tegelijk aanwezig zullen zijn of,

  • b.

    aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft of,

  • c.

    aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.

Dit betreft ondermeer tenten die slechts voor een korte termijn geplaatst worden.

 

Drank- en Horecawet

Het (in)direct verstrekken van zwakalcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse is veelal een vast onderdeel van een evenement. Op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet kan de burgemeester ontheffing verlenen voor het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank buiten een horeca-inrichting. Deze ontheffing kan worden verleend bij een in de ontheffing aangewezen bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen. In de ‘Beleidsregels ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet’ zijn hiervoor aanvullende regels opgenomen.

 

Zondagswet

Voor evenementen op zondag moet rekening worden gehouden met de Zondagswet. Het is verboden evenementen op zondag te houden vóór 13.00 uur. De burgemeester kan ontheffing verlenen van dit verbod. Evenementen waarbij geluid wordt geproduceerd dat op meer dan 200 meter hoorbaar is, zijn op zondag verboden. Wel kan de burgemeester na 13.00 uur hiervoor ontheffing verlenen.

 

Overige regelgeving

  • Wegenverkeerswet, bij tijdelijke verkeersmaatregelen, zoals afsluiten van een weg.

  • Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, bij het moeten inhuren van een beveiligingsorganisatie.

  • Regeling Verkeersregelaars 2009, voor het houden van toezicht op het verkeer op de openbare weg.

  • Wanneer het evenement geheel of gedeeltelijk buiten de horeca-inrichting plaatsvindt moet hiervoor ook een evenementenvergunning aangevraagd worden. Dit valt dus niet onder de werking van een incidentele festiviteit (artikel 4.1.3 APV).

  • Over de aanvraag kunnen eventueel leges worden geheven. De bedragen staan vermeld in de tarieventabel van de legesverordening.

H2 Vergunningsplichtige en vergunningsvrije evenementen

Vergunningvrije evenementen

Voor kleine evenementen, zoals buurtbarbecues of straatspeeldagen, moest voorheen een melding gedaan worden. Welke evenementen meldingplichtig waren bleek uit een nadere regeling (vastgesteld 28 april 2009) waarin de burgemeester categorieën van gevallen heeft aangewezen die meldingplichtig waren. Alle overige gevallen waren vergunningplichtig.

 

Gezien de wens bestaat om administratieve lasten terug te dringen, wordt in dit beleid de meldingsplicht afgeschaft en vervangen door een evenementenvergunningvrij deel. Het vergunningvrije deel is niet geheel regelvrij. Op het vergunningvrije deel zijn algemene en specifieke regels van toepassing. Deze regels zijn ontleend aan een vergelijkbare regeling die sinds januari 2009 geldt in de gemeente Nieuwkoop. Standaardvoorschriften van evenementenvergunningen zijn omgezet in algemene en specifieke regels.

 

Een evenement is vergunningvrij wanneer aan de algemene (en eventuele specifieke) regels wordt voldaan.

 

Algemene regels:

  • Het evenement duurt maximaal één dag.

  • Indien het evenement plaatsvindt in een inrichting moet het evenement voldoen aan de voorschriften van de afgegeven gebruiksvergunning (of omgevingsvergunning voor de activiteit ‘gebruik met het oog op brandveiligheid’) of aan de regels in het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken.

  • Het evenement mag niet plaatsvinden op doorgaande wegen of anderszins een belemmering vormen voor het verkeer en de hulpdiensten.

  • Maximaal 150 personen nemen tegelijkertijd deel.

  • Het evenement heeft een incidenteel karakter (maximaal twee keer per jaar).

  • Er wordt geen versterkte muziek ten gehore gebracht na 23:00 uur.

  • Het evenement wordt gehouden tussen 10:00 en 00:00 uur.

  • Bij het gebruik van een tent(en) zijn maximaal 50 personen gelijktijdig aanwezig.

  • Er worden geen alcoholhoudende dranken verkocht.

  • Omwonenden worden één week voor aanvang van het evenement schriftelijk door de organisator geïnformeerd.

  • Er is een organisator bij het evenement aanwezig.

  • Er worden geen afvalstoffen verbrand buiten een inrichting (bijvoorbeeld hutten en bomen). Het gebruik van een barbecue valt hier niet onder.

Naast de algemene regels gelden voor bepaalde evenementen aanvullende specifieke regels.

 

Specifieke regels gelden voor (zie bijlage II specifieke regels):

  • gebruik van een barbecue,

  • evenementen in gebouwen (die vallen onder het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken of waarvoor een gebruiksvergunning (of omgevingsvergunning voor de activiteit ‘gebruik met het oog op brandveiligheid’) is afgegeven),

  • evenementen op de weg zoals een puzzeltocht of een wielerwedstrijd,

  • het oplaten van ballonnen,

  • het houden van een optocht,

  • wedstrijden op de openbare weg, hierbij inbegrepen een openbare waterweg.

 

Wanneer een evenement niet voldoet aan één of meerdere (algemene of specifieke) regels dan is het evenement niet (langer) vergunningvrij en moet er een aanvraag ingediend worden. Indien tijdens een evenement geconstateerd wordt dat niet voldaan wordt aan één of meerdere regels en blijkt dat het evenement toch vergunningsplichtig is, dan zal er sanctionerend opgetreden worden. Dit kan het stilleggen van het evenement tot gevolg hebben dan wel het opleggen van een last onder dwangsom.

 

Vergunningsplichtige evenementen

Indien een evenement niet vergunningsvrij is dan is deze vanzelfsprekend vergunningsplichtig en moet een aanvraag voor een evenementenvergunning worden ingediend.

 

Op grond van artikel 2.2.2 lid 6 van de APV moet een aanvraag voor een evenementenvergunning uiterlijk acht weken voordat het evenement plaatsvindt, ingediend worden. Deze termijn is gelijk aan de beslistermijn uit artikel 1.2 van de APV en komt in de plaats van indieningstermijn van drie weken uit artikel 1.3 van de APV.

 

De aanvraag wordt vervolgens getoetst aan de bepalingen in de APV. Enkel op de in artikel 2.2.2 genoemde gronden is de burgemeester bevoegd om de vergunning te weigeren. Het besluit om een evenementenvergunning te verstrekken dan wel te weigeren is door de burgemeester gemandateerd aan de afdelingsmanager Ruimtelijke Ontwikkeling.

 

Vergunning voor meerdere jaren/van onbepaalde tijd

Een evenementenvergunning voor een jaarlijks terugkerend evenement kan voor meerdere jaren en/of voor onbepaalde tijd worden verleend. Evenementen die niet jaarlijks terugkeren worden eenmalig vergund. De jaarlijks terugkerende evenementen moeten jaarlijks, vóór 1 november, gemeld worden bij de gemeente. Dit wordt opgenomen als voorschrift bij de vergunning.

 

Een voordeel om evenementenvergunningen voor meerdere jaren te verlenen is dat dit leidt tot verlaging van de administratieve lasten bij zowel de aanvragers als binnen de gemeentelijke organisatie. Aanvrager hoeft namelijk maar één keer in de 5 jaar of indien er sprake is van een vergunning van onbepaalde tijd maar een keer voor langere periode een vergunning aan te vragen, hetgeen aanvrager een soort zekerheid voor de toekomst geeft.

 

Het nadeel van meerjarige evenementenvergunningen ligt met name bij grotere evenementen die hun weerslag hebben in de leefomgeving en waar veiligheidsrisico’s een rol spelen. Handhaving krijgt binnen de overheid immers steeds meer prioriteit zodat de controle op de eisen en de gestelde regels voor vergunningen steeds meer wordt verscherpt.

 

Hierdoor komt er steeds meer druk op de aanvrager te liggen dat hij ook daadwerkelijk voldoet aan de in de vergunning verankerde regels.

 

Aangezien een evenementenvergunning voor meerdere jaren door het bevoegde orgaan kan worden ingetrokken op grond van de in de APV gestelde intrekkingsgronden, te weten artikel 1.6 APV, is er gekozen om grootschalige evenementen enkel voor meerdere jaren te verlenen indien er geen enkele wijziging is te verwachten in de vergunningsvoorwaarden in de komende jaren. Indien daar onduidelijkheid over bestaat of voorzienbaar is dat er wel wijzigingen kunnen plaats vinden zal terughoudend worden omgegaan met vergunningverlening voor meerdere jaren. Het bevoegde orgaan zal per evenement afwegen of hiervan sprake is.

 

Mocht tot vergunningverlening voor onbepaalde tijd worden overgegaan dan wordt de voorwaarde gesteld dat de vergunning van rechtswege vervalt indien een jaar geen gebruik wordt gemaakt van de vergunning of dat de gemeente vóór 1 november van het betreffende jaar geen melding heeft.

 

 

Maximumstelsel evenementen

In de gemeente Kaag en Braassem wordt vooralsnog geen maximumstelsel gehanteerd worden ten aanzien van het aantal evenementen. De gemeente behoudt zich wel het recht voor om aanvragen voor het organiseren van een evenement af te wijzen als er sprake is van te veel evenementen die gelijktijdig plaatsvinden.

 

Hierbij wordt afgegaan op het advies van de politie en andere hulpverleningsdiensten. Er kunnen namelijk problemen ontstaan als er op een bepaalde datum in meerdere gemeenten tegelijk een (grootschalig) evenement wordt gehouden.

 

Gezien de regionale functie van de politie is het mogelijk dat de politie niet alleen kijkt naar het aantal gelijktijdige evenementen binnen de gemeente, maar ook naar het aantal evenementen die in de omliggende gemeenten plaatsvinden.

 

Het verdient uiteraard sterk aanbeveling om - voordat een datum voor een (grootschalig) evenement wordt vastgesteld - afstemming te zoeken met de gemeente. Dit om een negatief advies van de hulpverleningsdiensten te voorkomen.

H3 Voorwaarden evenementenvergunning

Evenementen veroorzaken altijd enige overlast. Dit geldt met name voor mensen die wonen in de naaste omgeving van het terrein waar het evenement wordt georganiseerd. Het is zaak om een goed evenwicht te vinden tussen het kunnen organiseren van evenementen en het beheersen van de impact die deze evenementen hebben op hun omgeving. Dit evenementenbeleid kent hierom twee doelstellingen:

  • Het bevorderen en reguleren van evenementen

  • Het tegengaan van de negatieve kanten (overlast) van evenementen

Hiernaast streeft de gemeente ook naar een verlaging van de administratieve lasten voor zowel burgers en verenigingen als voor de eigen gemeentelijke organisatie.

 

Dit hoofdstuk is zodanig opgezet dat er regels worden gegeven die enerzijds de overlast zoveel mogelijk tegen gaan en anderzijds er voor zorgen dat de mogelijkheden voor het organiseren van een evenement niet onevenredig beperkt worden. Dit hoofdstuk heeft enkel betrekking op vergunningsplichtige evenementen.

 

Duur evenement

Om de overlast voor omwonenden te beperken mogen evenementen niet langer duren dan vier dagen. Een uitzondering op deze regel zijn evenementen van vijf dagen en meer die al werden gehouden vóór de vaststelling van dit beleid.

 

Afvalinzameling

Aan evenementen wordt standaard het voorschrift verbonden dat openbaar terrein schoongemaakt achtergelaten moet worden.

 

Brandveiligheidsvoorschriften

De brandweer Hollands Midden heeft de door haar opgestelde veiligheidsvoorschriften opgenomen in de ‘Handreiking Advisering op brandveiligheid bij evenementen’. In deze handreiking zijn onder andere brandveiligheidsvoorschriften voor evenementen opgenomen. De van toepassing zijnde artikelen maken integraal deel uit van de vergunning. De volledige handreiking is als bijlage III bijgevoegd.

 

Calamiteitenplan

Een calamiteitenplan moet aanwezig zijn wanneer een feest een bepaalde mate van risico met zich meebrengt. Dit risico is afhankelijk van een aantal factoren, denk daarbij aan het aantal bezoekers, tijdstip, wel of niet schenken van alcohol e.d.. Bij evenementen waarbij meer dan 750 personen gelijktijdig aanwezig zijn én bij evenementen waarbij de burgemeester het noodzakelijk acht, moet een calamiteitenplan worden overlegd. Dit calamiteitenplan is voor de organisatie zelf, dus niet het plan van de hulpdiensten. De organisatie moet zorgen dat hun plan aansluit op de werkwijze van de hulpdiensten.

 

Consumpties

Tijdens evenementen kan er sprake zijn van (indirect) betaalde verstrekking van zwakalcoholhoudende dranken. Een ontheffing op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet is dan vereist. Deze ontheffing zal apart aangevraagd moeten worden.

 

Het is toegestaan om tijdens een evenement één of meerdere snackwagens op het terrein van het feest aanwezig te hebben om van daaruit voedsel te verstrekken tegen (indirecte) betaling. De toestemming voor het innemen van de standplaats wordt integraal in de evenementenvergunning verleend.

 

De standplaatshouder dient bij kramen waar eten en drinken wordt verkocht de juiste hygiënerichtlijnen te hanteren. Voor een nadere uitleg wordt verwezen naar hoofdstuk 6 van het document ‘Hygiënerichtlijnen voor publieksevenementen’.

 

Controle evenement

Uiterlijk vier weken voor het plaatsvinden van het evenement moet de organisator van het evenement contact opnemen met het team Handhaving van de gemeente voor het maken van afspraken over het evenement, de controle en de naleving.

 

Eerste hulp

Het is van belang dat er gedurende de tijd dat er bezoekers op het evenement aanwezig zijn, ook EHBO’ers zijn. Bij elk evenement moet ten minste één EHBO-post aanwezig zijn, die permanent bemand is door twee personen met een geldig EHBO-diploma. De EHBO’ers moeten als zodanig herkenbaar zijn en moeten beschikken over een aparte ruimte om EHBO-handelingen uit te kunnen voeren. Afhankelijk van de aard en omvang van het evenement kunnen meer EHBO’ers/ EHBO-posten vereist zijn.

 

Geluid vanuit een horecabedrijf (artikel 4.1.3 APV)

In een inrichting kan eveneens een incidentele festiviteit plaatsvinden. De exploitant van de inrichting moet twee weken vóór de festiviteit het college in kennis hebben gesteld. Tijdens zo’n festiviteit mag het equivalente geluidsniveau LAeq - veroorzaakt door de inrichting - niet meer bedragen dan 80 dB(A) en na 23.00 uur niet meer dan 60 dB(A), gemeten op de gevel van geluidgevoelige gebouwen op een hoogte van 1,5 meter. Incidentele festiviteiten moeten uiterlijk om 01.00 uur beëindigd zijn dan wel het geluidsniveau moet na 01.00 uur worden teruggebracht naar het wettelijke niveau.

 

Geluid in de openlucht of vanuit plek anders dan een inrichting

Voor een evenement anders dan in een inrichting kan er muziek ten gehore worden gebracht op mechanische wijze of door middel van ‘live-muziek’ (band). Ter voorkoming van geluidsoverlast voor omwonenden van het evenement is het noodzakelijk een maximale geluidsgrens vast te stellen van 80dB(A) en 95 dB(C), gemeten vanaf de gevel van geluidsgevoelige gebouwen.

 

In het collectief belang kan het bevoegde orgaan van bovenvermelde geluidsnormen afwijken. Deze belangenafweging kan leiden tot de conclusie dat, gezien het maatschappelijke of culturele belang van het evenement, de omwonenden de hinder moeten accepteren. Het maatschappelijk of cultureel belang moet in zo’n geval groter zijn dan het individuele belang.

 

Hygiëne

Per 150 bezoekers moet ten minste één toilet (met een minimum van twee toiletten) in de directe omgeving aanwezig zijn. Met het oog op de milieuregelgeving zijn uitsluitend toiletten toegestaan die voorzien zijn van een gesloten circuit. Voor een nadere uitleg wordt verwezen naar hoofdstuk 7.2 van het document ‘Hygiënerichtlijnen voor publieksevenementen’.

 

Voor (grootschalige) evenementen waarbij zwakalcoholhoudende dranken worden genuttigd kan de burgemeester besluiten andere normen vast te stellen.

 

Sluitingstijden evenementen

Tent- en schuurfeesten

Onder 'tent- en schuurfeesten' wordt verstaan: “de feesten die gegeven worden in niet daarvoor bestemde (tijdelijke) bouwwerken als schuren en kassen of tenten. De feesten worden bezocht door 50 tot maximaal 2500 personen. Tijdens het evenement wordt muziek ten gehore gebracht en wordt, al dan niet door (directe) verkoop, zwakalcoholhoudende drank verstrekt.”

 

Een tent- en/of schuurfeest heeft een meer massale aantrekkingskracht op bezoekers dan bijv. een café. Om overlast op de openbare weg te voorkomen wordt een ‘inlooptijd’ van uiterlijk 01.30 uur gehanteerd. Vervolgens wordt er vanaf 02.30 uur geen alcoholhoudende drank meer verstrekt en wordt een maximale eindtijd van 03.00 uur aan het tent-/schuurfeest verbonden. Bezoekers krijgen daarna een uur de tijd om de tent of schuur te verlaten (drankje opdrinken, iets eten bij de snackcar, enz.). Om uiterlijk 04.00 uur moet de schuur of tent en het omliggende terrein vrij zijn van bezoekers.

 

Schematisch weergegeven:

01.30 uur -> geen toegang meer voor bezoekers.

02.30 uur -> drankverstrekking moet gestaakt worden.

02.30 uur -> live-muziek dient gestaakt te worden.

03.00 uur -> achtergrondmuziek dient gestaakt te worden.

03.30 uur -> voedselverstrekking dient gestaakt te worden.

04.00 uur -> tent of schuur en het feestterrein dienen vrij te zijn van bezoekers.

 

Bovenstaande laat uiteraard onverlet dat feestorganisatoren zelf kunnen besluiten het feest eerder dan de hiervoor aangegeven tijd te beëindigen.

 

Meerdaagse festivals (jeugdsociëteiten/ binnen bebouwde kom)

Feesten die binnen de bebouwde kom worden gehouden daarvoor gelden scherpere regels dan de hiervoor gestelde, namelijk:

Vrijdag 01.00 uur

Zaterdag 02.00 uur

Zondag 23.00 uur

 

Afwijken door de burgemeester

De burgemeester kan bepalen om in voorkomende gevallen evenementen vrijstelling te verlenen van (enkele van) de verplichtingen uit dit beleid. Zo zal bijvoorbeeld de sluitingstijd bij oud & nieuwfeesten afwijken van het gestelde in dit beleid. Naar gelang ervaringen in het verleden, de aard en de doelgroep van het evenement kan ook vrijstelling worden verleend of juist beperkingen worden opgelegd jegens enkele verplichtingen.

 

Toezicht op de openbare orde

De organisatie is verantwoordelijk voor de veiligheid van de bezoekers en het ordentelijk verloop van het evenement. In het kader hiervan moet op een goede en gestructureerde manier in het toezicht worden voorzien. Door de inhuur van een beveiligingsorganisatie (die voldoet aan de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus) wordt voldaan aan deze eis. Het criterium dat hierbij gehanteerd wordt is één beveiligingsbeambte per 250 bezoekers.

 

De beveiligingsbeambten moeten van de organisatie ook de opdracht krijgen om in de nabije omgeving van het feest toezicht te houden. Dit houdt in dat zij eventuele ‘plakkers’ en ‘lawaaimakers’ sommeren te vertrekken. Eventueel zou de organisatie hiervoor ook - duidelijk herkenbare - toezichthouders kunnen aanwijzen. Eén contactpersoon van de organisatie moet ten tijde van het feest bereikbaar zijn.

 

Bij tent- en schuurfeesten moet te allen tijde een gecertificeerde beveiligingsorganisatie worden ingeschakeld. Bij overige evenementen waarbij de burgemeester het tevens noodzakelijk acht dat gecertificeerde beveiligers worden ingeschakeld, wordt bovengenoemd criterium eveneens gehanteerd.

 

Toezicht op de veiligheid

In de bij deze notitie behorende standaardvoorschriften wordt in het kader van de veiligheid uitgegaan van één bedrijfshulpverlener per 250 bezoekers. Deze taak kan ingevuld worden door de reeds aanwezige beveiligingsbeambten op voorwaarde dat zij voldoende gekwalificeerd zijn. Wanneer dit niet het geval is moet de organisatie van het evenement zelf voor gecertificeerde bedrijfshulpverleners zorgen. Indien het evenement een verhoogd risico met zich mee brengt kan het zijn dat meer bedrijfshulpverleners noodzakelijk zijn.

 

Parkeren

Evenementen trekken verkeer aan en/of maken het regelen van verkeer noodzakelijk. Naast de parkeersituatie op of bij de locatie van het feest is ook de verkeersveiligheid en de doorgang voor hulpdiensten van belang. De te stellen voorschriften zijn daar dan ook op gericht.

 

Voor het parkeren op particulier terrein is parkeertoezicht door herkenbare personen van de organisatie nodig. Zij moeten er voor zorgen dat de verkeersveiligheid gewaarborgd wordt en de doorgang voor hulpdiensten vrij blijft. Ook moeten de parkeerfaciliteiten met borden duidelijk zichtbaar en goed leesbaar worden aangegeven.

 

De burgemeester bepaalt, naar aanleiding van het advies van de politie, of het inzetten van officiële verkeersregelaars noodzakelijk geacht wordt. Het verkeerstoezicht op de openbare weg heeft dan een formeel aspect. Op grond van de “Regeling verkeersregelaars 2009” moet de organisatie verkeersregelaars bij de politie laten instrueren. Deze verkeersregelaars worden vervolgens aangesteld door de burgemeester.

 

Totaal aantal personen

Aan de hand van de door de aanvrager verstrekte informatie bepaalt de brandweer hoeveel personen (bezoekers, organisatie, bandleden, catering, e.d.) tijdens het evenement tegelijkertijd in een gebouw, schuur, tent, enz. aanwezig mogen zijn. Zij kijken daarbij onder andere naar de oppervlakte alsmede naar de aanwezige (nood)uitgangen.

 

Schade/vernieling

Herstel van schade aan eigendommen van de gemeente en/of derden geschiedt door of op kosten van de organisatie.

H4 Evenementenkalender

Door het opstellen van een evenementenkalender wordt een overzicht gegeven van de geplande evenementen. Het doel is:

  • een instrument te hebben waarmee spreiding gestimuleerd kan worden;

  • een betere handhaving van de openbare orde en veiligheid;

  • een communicatiemiddel richting organisatoren, bezoekers en belanghebbenden.

De evenementenkalender moet worden gezien als een digitaal product dat te raadplegen is op de website van de gemeente: www.kaagenbraassem.nl. De kalender verschaft informatie aan organisatoren, belanghebbenden en bezoekers van evenementen.

 

Tevens is deze kalender belangrijk in verband met de meldingsplicht van evenementen die een vergunning voor onbepaalde tijd hebben. De jaarlijks terugkerende evenementen (die een vergunning voor onbepaalde tijd hebben) moeten jaarlijks, vóór 1 november, gemeld worden bij de gemeente.

H5 Toezicht en handhaving

Het sluitstuk van het evenementenbeleid is toezicht en handhaving. Om overlast tegen te gaan is met name het handhaven ten opzichte van de eindtijden van de evenementen van belang. In deze nota worden duidelijke grenzen gesteld waarop gehandhaafd kan worden.

 

Toezicht en handhaving vergt van zowel politie als gemeente de inzet van personeel. Wanneer geconstateerd wordt dat niet wordt voldaan aan de vergunningsvoorschriften kan daartegen op basis van het bestuursrecht of via het strafrecht worden opgetreden.

 

Toezicht betreft de gewone controle op de naleving van voorschriften zonder dat er een concrete verdenking hoeft te bestaan dat de voorschriften worden overtreden (het bestuursrechtelijke spoor). Toezichtactiviteiten vallen onder de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan dat belast is met de uitvoering van de voorschriften. In het geval van evenementenvergunningen betreft dit de burgemeester. De gemeentelijke toezichthouders, eventuele gemeentelijke bijzondere opsporingsambtenaren (BOA’s), de brandweer en de politie hebben een controlerende taak.

 

Opsporingshandelingen op basis van het strafrecht kunnen pas verricht worden als uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden voortvloeit dat er een strafbaar feit is gepleegd. Opsporingsactiviteiten vinden plaats onder de verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie (OM) en kunnen alleen ondernomen worden door opsporingsambtenaren. Zo mogelijk en indien opportuun draagt het OM zorg voor vervolging van strafbare feiten volgens de bij het Arrondissementsparket Den Haag geldende richtlijnen en afspraken.

 

De meest effectieve vorm van handhaving is preventie. Door te voorkomen dat regels worden overtreden vervalt immers de noodzaak om sanctionerend op te treden.

Hulpmiddelen hierbij zijn het geven van informatie (waaronder publicaties), het verstrekken van deze notitie en een adequate vergunningverlening.

 

Om een goede handhaving te kunnen garanderen is duidelijkheid vereist over de rolverdeling tussen de verschillende betrokkenen. De globale rolverdeling is als volgt:

 

Organisatie

Taken

Gemeente Kaag en Braassem

Handhaving eindtijden, (naleving) geluidsnormen, naleving vergunningsvoorschriften, bestuursrechtelijk optreden, beheer openbare ruimte

Politie

Handhaving openbare orde en strafrechtelijk optreden

Brandweer

Toezicht brandveiligheid (Besluit brandveilig gebruik bouwwerken) en gemeentelijke adviesrol

 

De gemeente en de brandweer voeren steekproefsgewijs controles uit bij de voorbereiding van evenementen. Daarnaast wordt er ook tijdens de evenementen gecontroleerd. Ook de politie zal, met name tijdens de grotere evenementen, controles uitoefenen. Bij de grotere evenementen zullen de controles vaker integraal van opzet zijn.

 

In de onderstaande tabel wordt een handvat geboden om te bepalen welke partij optreedt en welke sanctie opgelegd wordt. In de praktijk kan hier van worden afgeweken.

 

Overtreding

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Vergunning is verleend:

1e Controlemoment voorafgaand aan evenement

2e (Her)controle voorafgaand aan evenement:

Voorafgaand aan evenement

Tijdens evenement:

  • a.

    Proces-verbaal (van bevindingen) opmaken door toezichthouder en/of opsporingsambtenaren

  • b.

    Stilleggen van feest bij (dreigende) verstoring openbare orde ex art. 172 Gemw dan wel toepassen van titel 5.3 Awb.

  • c.

    Schriftelijke melding door gemeente dan wel beschikking conform titel 5.3 Awb

  • d.

    Bij mogelijke herhaling: volgende keer weigering vergunning evenement dan wel het opleggen van een (preventieve) last onder dwangsom.

Constatering handeling in strijd met voorschrift(en) vergunning door toezichthouder.

2e (her)controle op herstel van overtreden voorschrift(en) binnen gestelde begunstigingstermijn

Vergunning intrekken en/of opleggen (preventieve) last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang toepassen.

of

of

Melding van derden, politie, brandweer en/of andere toezichthouders.

Bij herhaalde overtreding inzetten procedure onder stap 3.

Constatering conform vergunning voorschrift(en) en eventueel door naar stap 4.

of

Waarschuwing en begunstigingstermijn stellen om alsnog te voldoen aan de voorschrift(en).

Constatering conform vergunning voorschrift(en) en eventueel door naar stap 4.

Geen vergunning verleend:

Voorafgaand aan het evenement:

Situatie kan alsnog gelegaliseerd worden:

Situatie kan niet alsnog gelegaliseerd worden:

Locatie is van tevoren bekend

Waarschuwing en begunstigingstermijn stellen door toezichthouder en/of opsporingsambtenaar om alsnog te voldoen aan wet- en regelgeving

Vergunning verlenen (Indien de tijd te kort is de aanvraag buiten behandeling laten) en eventueel controle uitvoeren door toezichthouders en/of opsporings-ambtenaren.

  • a.

    (preventieve) last onder dwangsom opleggen of last onder bestuursdwang toepassen

Geen vergunning verleend:

Voldongen feit

Constatering door toezichthouders en/of opsporings- ambtenaren

Opmaken van een proces-verbaal en overleg voeren met burgemeester over invulling volgende stap (zie opties onder stap 4).

  • a.

    Stilleggen van feest bij (dreigende) verstoring openbare orde ex art. 172 Gemw dan wel toepassen van titel 5.3 Awb.

  • b.

    Schriftelijke melding door gemeente dan wel beschikking conform titel 5.3 Awb

  • c.

    Bij mogelijke herhaling: volgende keer weigering vergunning evenement dan wel het opleggen van een (preventieve) last onder dwangsom

 

H6 Overgangsbepalingen

De in dit evenementenbeleid vermelde wet- en regelgeving kan tussentijds wijzigen. Daarom zal dit beleid, voor zover het zich daarmee verhoudt, onverminderd van toepassing zijn op de voor dat moment geldende wet- en regelgeving.

 

Het Tent- en schuurfeestenbeleid komt middels vaststelling van dit beleid te vervallen.

 

Evenementen die voor de vaststelling van dit evenementenbeleid zijn vergund vallen niet onder de bepalingen in dit beleid.

 

In oktober 2011 wordt dit evenementenbeleid geëvalueerd en waar nodig aangepast. Vervolgens wordt het een keer per drie jaar geëvalueerd en waar nodig herzien.

 

Dit evenementenbeleid treedt in werking op de dag na bekendmaking van dit beleid.

 

Bijlagen:

  • I

    Toelichting evenementenmatrix afweging toets afwijken bestemmingsplan en matrix;

  • II

    Specifieke regels vergunningvrije evenementen;

  • III

    Handreiking Advisering op brandveiligheid bij evenementen (Veiligheidsregio Brandweer Hollands-Midden);

  • IV

    Handreiking inzet hulpverleningsdiensten bij evenementen (Veiligheidsregio Hollands- Midden);

  • V

    Aanvraagformulier evenementenvergunning.

 

BIJLAGE I

TOELICHTING EVENEMENTENMATRIX AFWEGING TOETS AFWIJKEN BESTEMMINGSPLAN

 

opbouw matrix

De evenementenmatrix is opgebouwd uit drie componenten, te weten:

  • 1.

    de duur van het evenement;

  • 2.

    de duur van op- en afbouw;

  • 3.

    het aantal bezoekers;

ad.1 de duur van het evenement

De duur van het evenement wordt gemeten in dagen.

Dagdelen op verschillende dagen mogen niet worden gecumuleerd maar worden gezien als gehele dagen.

 

ad.2 de duur van op- en afbouw

De duur van de gecumuleerde opbouw en afbouw wordt gemeten in dagen.

Dagdelen op verschillende dagen mogen niet worden gecumuleerd maar worden gezien als gehele dagen.

 

ad.3 het aantal bezoekers

Het gaat om het totale aantal bezoekers dat per dag aanwezig is/kan zijn. Er wordt geen rekening gehouden met een mogelijk afwijkend aantal bezoekers per dagdeel of tijdstip verdeeld over de dag.

 

algemeen uitgangspunt

Het algemene uitgangspunt is het beoordelen van de invloed van het evenement op de (ruimtelijke) omgeving. Het spreekt voor zich dat als een evenement langer duurt, de op- en afbouw over een langere periode plaats vindt en als er meer bezoekers komen, de impact op de omgeving toeneemt. Deze benadering wordt ondersteund door diverse jurisprudentie. Er wordt niet zo zeer gesproken over 'harde' getallen, maar er vindt een weging plaats van alle factoren in het specifieke geval, waarna een oordeel wordt gevormd over een dan noodzakelijke planologische toets.

Deze factoren kunnen worden vertaald naar de verschillende bovengenoemde componenten die altijd deel uitmaken van het evenement.

 

afweging componenten

Om vooraf duidelijkheid te kunnen verschaffen aan organisatoren en omwonenden is het noodzakelijk een uniform meetbaar en controleerbaar beoordelingskader te vormen. In de voorliggende benadering is gekozen voor een puntentelling per component. Op basis van het totale puntenaantal wordt dan duidelijk of een planologische toets noodzakelijk is en of er wellicht zelfs een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan noodzakelijk is.

 

Per component geldt ook weer dat hoe 'langer' het duurt en/of des te 'meer' bezoekers er zijn, er een zwaardere weging plaats vindt.

Tussen de componenten onderling heeft ook een weging plaatsgevonden. Zo zal het houden van het evenement zelf zwaarder moeten wegen dan de periode van op- en afbouw. Maar, als de periode van op- en afbouw weer langer gaat duren, neemt de impact daarvan op de omgeving ook weer toe.

 

puntentoekenning

De onderlinge weging van de componenten heeft geleid tot de volgende puntentoekenning.

duur evenement:

  • 1 dag: 200 punten

  • 2 dagen: 250 punten

  • 3 dagen: 300 punten

periode van op- en afbouw:

  • 1 dag: 25 punten

  • 2 dagen: 50 punten

  • 3 dagen: 75 punten

  • 4 dagen: 100 punten

  • 5 dagen: 125 punten

  • 6 dagen:150 punten

aantal bezoekers:

  • aantal bezoekers / 10

grenswaarde planologische toets

Een interpretatie van de jurisprudentie gelegd naast de cumulatie van fictief ingevoerde evenementen van verschillende duur en omvang, geeft een grenswaarde in punten bij 500 punten. Tot en met 500 punten is in het geheel geen planologische beoordeling noodzakelijk. Boven de 500 punten moet een dergelijke toets wel plaatsvinden en zal er zo mogelijk zelfs een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan moeten worden aangevraagd.

 

BIJLAGE II

Specifieke regels evenementen

 

Specifieke regels bij gebruik van een barbecue

  • Er moet voortdurend toezicht zijn van een meerderjarig persoon, dat wil zeggen toezicht door een persoon die bij brand adequaat kan handelen;

  • De barbecue moet op een open plaats staan die erboven en tenminste 2 meter rondom vrij is van opstallen, bomen en struiken;

  • Een barbecue moet zodanig zijn opgesteld of uitgevoerd dat deze niet eenvoudig kan omvallen of kan worden omgestoten;

  • Vaste brandstof (niet anders zijnde dan briketten of houtskool) in een barbecue mag alléén ontstoken worden met aanmaakblokjes, aanmaakvloeistof en/of aanmaakgel;

  • De barbecue mag niet worden verlaten alvorens het vuur gedoofd is;

  • In de directe nabijheid van de barbecue moet een blusmiddel in de hoedanigheid van (een) emmer(s) water of zand (minimaal 10 liter) voor onmiddellijk gebruik gereed staan;

  • Bij extreme droogte mag niet worden gebrand met vaste brandstof (hout, houtskool, briketten e.d.) in brandgevaarlijke natuurgebieden.

Specifieke regels die horen bij evenementen in gebouwen (die vallen onder het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken of in het bezit zijn van een gebruiksvergunning)

  • Decors, versieringen, bekledingen etc. moeten voor zover deze beneden de 2,5 meter boven de vloer zijn aangebracht, zijn vervaardigd van moeilijk ontvlambare materialen die moeten voldoen aan de NEN 6065 of aan de nieuwe Europese norm NEN-EN 13501-1, vastgesteld 15 mei 2003, Staatscourant;

  • Doeken, gordijnen en andere voorwerpen mogen slechts op zodanige wijze zijn aangebracht dat zij met de deuren meedraaien en het openen van de deuren niet hinderen;

  • Alle deuren van ruimten waar het publiek wordt toegelaten, moeten zonder gebruik te moeten maken van sleutels of andere losse voorwerpen, altijd in één beweging onmiddellijk kunnen worden geopend. Een deur van een ruimte waarin meer dan 100 personen aanwezig kunnen zijn, moet door een lichte druk op deze deur kunnen worden geopend (panieksluiting);

  • In vluchtroutes en in voor ontvluchting bestemde doorgangen en uitgangen mogen geen voorwerpen aanwezig zijn waardoor de benodigde vrije doorgang wordt verminderd, of waaraan men zich kan verwonden, of die ontvluchting kunnen verhinderen;

  • Losse vloerbedekking zoals lopers, vloerkleden etc., mogen niet in de voor het publiek toegankelijke ruimten, toe- en uitgangen, vluchtroutes en looppaden aanwezig zijn;

  • Blusmiddelen, alarmeringsmiddelen, noodverlichting, vluchtrouteaanduidingen en (nood)- uitgangen moeten te allen tijde goed zichtbaar, bruikbaar en gebruiksgereed worden gehouden;

  • Het gebruik van verwarming- en verlichtingsbronnen, anders dan voldoende geïsoleerde, alsmede de aanwezigheid van met gas gevulde tanks, flessen en ballonnen is verboden;

  • Tussen de rijen stands, tafels, marktkramen e.d. moeten doorgangen van ten minste 2 meter worden vrijgehouden;

  • Overnachten is niet toegestaan.

Specifieke regels voor evenementen op de weg, zoals een puzzeltocht of wielerwedstrijd

  • U moet de veiligheid van de deelnemers en van het overige verkeer waarborgen;

  • U mag op het wegdek geen pijlen e.d. aanbrengen die het verkeer in verwarring kunnen brengen;

  • U moet busonderneming Connexxion - per fax - van het evenement op de hoogte te stellen (faxnummer: 023 - 5428418, t.a.v. Connexxion Klantenservice);

  • U moet er voor zorgen dat het evenement tijdig via de plaatselijke media bekend wordt gemaakt;

  • Aan calamiteitenverkeer moet te allen tijde vrije doorgang worden verleend;

  • De tocht moet afdoende worden begeleid. Langs de route moeten leden van de organisatie aanwezig zijn die zo nodig (eerste) hulp kunnen verlenen;

  • Er moeten ten minste twee gediplomeerde EHBO’ers aanwezig zijn. Deze personen moeten als zodanig herkenbaar zijn;

  • Tijdens het rijden moet tijdig worden gewaarschuwd voor onverwachte obstakels, tegemoet komend verkeer, etc.;

  • Als er tijdens het evenement kinderen aanwezig zijn, is het noodzakelijk dat er per 25 kinderen een begeleider aanwezig is die zodanig is geïnstrueerd dat als er zich een calamiteit voordoet, hij/zij op de hoogte is van hoe te handelen in een dergelijk situatie;

  • Er moeten op en rond het parcours voldoende afvalbakken worden geplaatst;

  • De weg c.q. openbare ruimte moet netjes opgeruimd worden achtergelaten.

Evenement op een niet-afgesloten parcours

  • U moet de deelnemers vooraf wijzen op het feit dat:

    • zij zich moeten gedragen als gewone verkeersdeelnemers en zich daarom moeten houden aan de verkeersregels;

    • van de hoofdrijbaan van provinciale wegen geen gebruik mag worden gemaakt;

    • daar waar fietspaden aanwezig zijn daarvan gebruik moet worden gemaakt;

    • de route niet is afgesloten voor ander verkeer;

    • eventuele jeugdige deelnemers begeleid worden door voldoende volwassenen;

    • zij zich op de weg dusdanig moeten gedragen dat zij geen gevaar (kunnen) veroorzaken voor overige weggebruikers;

    • zij het verkeer op de weg niet mogen hinderen.

  • Leden van de organisatie mogen niet verkeersregelend optreden.

Evenement op een afgesloten parcours

  • Belanghebbenden binnen het afgesloten parcours moeten vroegtijdig van de afsluiting op de hoogte worden gebracht;

  • Conform het Besluit Regeling Verkeersregelaars moeten op een groot aantal in het parcours gelegen kruisingen en/of splitsingen van wegen verkeersregelaars ingezet worden. Voor het inzetten van verkeersregelaars dient u contact op te nemen met de instructeur Leo Roubos van het team Nieuwkoop - Kaag en Braassem van de politie Hollands Midden, 0900-8844.

Specifieke regels voor het oplaten van ballonnen:

  • Als er meer dan 1000 (feest)ballonnen gelijktijdig zullen worden opgelaten, moet er een aparte vergunning worden aangevraagd bij de Luchtvaartinspectie (informatie bij de Helpdesk Luchtvaart 020-4062201);

  • Brandkranen en overige bluswaterwinplaatsen moeten zijn vrijgehouden en altijd bereikbaar zijn voor brandweervoertuigen;

  • Voor het vullen van (feest)ballonnen die kunnen worden opgelaten, mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van helium;

  • Het vullen van (feest)ballonnen moet geschieden door ter zake deskundige personen. Deze personen moeten vooraf over hun taak zijn geïnstrueerd en de verstrekte opdrachten nauwgezet opvolgen;

  • De plaats waar de ballonnen worden gevuld en/of de met helium gevulde cilinders worden opgeslagen, mag niet toegankelijk zijn voor het publiek. Rondom deze plaats moet op een afstand van 10 m een deugdelijke afrastering zijn aangebracht;

  • Met helium gevulde cilinders moeten tegen omvallen en opwarming door zonnestralingen zijn beschermd;

  • Op niet in gebruik zijnde cilinders moet de beschermkap zijn aangebracht;

  • Na het vullen van de ballonnen moeten de daarvoor gebruikte cilinders worden afgevoerd;

  • De voorraad aan te bieden of te verkopen gevulde ballonnen moeten buiten handbereik van de bezoekers zijn opgeborgen;

  • De voorraad gevulde ballonnen mag niet meer bedragen dan voor de goede gang van de verkoop of uitdeling is vereist;

  • De voorraad van met helium gevulde ballonnen mag uitsluitend buiten worden opgeslagen;

  • Aan de op te laten ballonnen mogen géén metalen (aluminium) plaatjes zijn bevestigd;

  • Ballonnen mogen niet in ‘trossen’ worden opgelaten.

Specifieke regels voor een optocht

  • De veiligheid van de deelnemers moet optimaal worden gewaarborgd;

  • De begeleiders van de optocht moeten duidelijk herkenbaar zijn voor de deelnemers en voor het overige verkeer;

  • Op het wegdek mogen geen pijlen worden aangebracht welke het verkeer in verwarring kunnen brengen;

  • De regels gesteld bij of krachtens de Wegenverkeerswetgeving moeten strikt worden nageleefd;

  • Er moeten ten minste twee gediplomeerde EHBO’ers aanwezig zijn. Deze personen moeten als zodanig herkenbaar zijn;

  • Het is niet toegestaan strooigoed vanaf rijdende voertuigen te gooien;

  • Het is niet toegestaan op de bij de optocht behorende voertuigen alcoholhoudende dranken aanwezig te hebben of te nuttigen;

  • Als er veel kinderen bij de rondgang aanwezig zijn dan moeten er voldoende volwassenen ter begeleiding aanwezig zijn;

  • U moet busonderneming Connexxion - per fax - van het evenement op de hoogte stellen (faxnummer: 023 - 5428418, t.a.v. Connexxion Klantenservice);

  • Leden van de organisatie mogen niet verkeersregelend optreden;

  • U moet de deelnemers vooraf wijzen op het feit dat:

    • van de hoofdrijbaan van provinciale wegen geen gebruik mag worden gemaakt;

    • daar waar wandel-/ fietspaden aanwezig zijn daarvan gebruik moet worden gemaakt;

    • de route niet is afgesloten voor ander verkeer;

    • eventuele jeugdige deelnemers begeleid worden door voldoende volwassenen;

    • zij zich op de weg dusdanig moeten gedragen dat zij geen gevaar (kunnen) veroorzaken voor overige weggebruikers;

    • zij het verkeer op de weg niet mogen hinderen.

Specifieke regels voor een wedstrijd op water

  • Er moeten ten minste twee gediplomeerde EHBO’ers aanwezig zijn. Deze personen moeten als zodanig herkenbaar zijn;

  • U moet maatregelen treffen dat er door meerijdende supporters op de weg en water geen verkeersgevaarlijke situaties ontstaan. Hierop moet door duidelijk opvallende organisatieleden voldoende toezicht worden uitgeoefend;

  • U moet de veiligheid en gezondheid van de deelnemers garanderen;

  • Op het water moet hulpverlening aanwezig zijn met voldoende drijfmiddelen die eerste hulp kunnen bieden bij het te water raken van roeiers of overige aanwezigen;

  • U moet tijdig voorafgaande aan dit evenement met de politie een aantal praktische zaken zoals verkeersmaatregelen, door spreken met de teamchef van politie Hollands Midden, team Nieuwkoop - Kaag en Braassem of één van diens aangewezen coördinatoren (tel. 0900 - 8844). Daarom verwacht de politie in het bezit te worden gesteld van de nodige informatie over die dag, mogelijk in de vorm van een draaiboek;

  • Gedurende het evenement is er geen scheepvaartverkeer mogelijk op dit gedeelte van het water. Deze waterweg moet afgesloten worden. Hiervoor moet u toestemming vragen bij de waterwegbeheerder de Provincie Zuid Holland te Dordrecht;

  • Het is niet toegestaan geluidsinstallaties in gebruik te hebben;

  • Er mag geen gebruik worden gemaakt van schijnwerpers, behalve zaklantaarns;

  • Afval moet aan boord worden gehouden en moet na afloop van de wedstrijd op correcte wijze worden afgevoerd;

  • U bent voor wat betreft uw routes beperkt tot de gebieden en perioden die op grond van artikel 23 van de Provinciale verordening Watergebieden en Pleziervaart van Zuid- Holland zijn opengesteld;

  • In verband met de beroepsvisserij moet het nachtvaren liefst vlak voor en/of na volle maan plaatsvinden;

  • In verband met het varen na zonsondergang moeten er voldoende veiligheidsmaatregelen voor de passagiers op de boten worden getroffen (o.a. reddingsvesten);

  • Op de boten mag géén open vuur aanwezig zijn;

  • De deelnemers aan de wedstrijd moeten zich houden aan de regels gesteld in het Binnenvaart Politie Reglement en de Vaarwegenverordening Zuid-Holland.