Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nieuwegein

Verordening Adviesraad Sociaal Domein Nieuwegein

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNieuwegein
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Adviesraad Sociaal Domein Nieuwegein
CiteertitelVerordening Adviesraad Sociaal Domein Nieuwegein
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 47 van de Participatiewet
  2. artikel 2.1.3, derde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  3. artikel 2.10 van de Jeugdwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-06-2022nieuwe regeling

17-05-2022

gmb-2022-278309

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Adviesraad Sociaal Domein Nieuwegein

De raad van de gemeente Nieuwegein;

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 mei 2022.

 

gelet op artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.1.3, derde lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en art 2.10 van de Jeugdwet;

 

b e s l u i t :

 

Vast te stellen de “Verordening Adviesraad Sociaal Domein Nieuwegein”.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Adviesraad: adviesorgaan dat het college gevraagd en ongevraagd adviseert bij de voorbereiding en uitvoering van het beleid op het gebied van het sociaal domein van de gemeente Nieuwegein;

  • b.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein;

  • c.

    Gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Nieuwegein;

  • d.

    Inwoner: ingezetene van gemeente Nieuwegein zoals omschreven in art 2.1.3 van de Wmo 2015 en art 2.10 van de Jeugdwet.

  • e.

    Ervaringsdeskundige: een persoon met ervaringsdeskundigheid in het sociaal domein, dat wil zeggen met de vaardigheid om kennis vanuit ervaring over een beperking, aandoening of levensomstandigheid zodanig in te zetten dat dit ondersteunend is voor anderen met een soortgelijke beperking. Deze kennis en ervaring kan verkregen zijn uit eigen ervaringen en uit ervaringen van naastbetrokkenen (bijvoorbeeld als partner, ouder/verzorger of kind).

Artikel 2. Doelstelling

  • 1.

    De gemeenteraad beoogt met het instellen van de adviesraad te voldoen aan de wettelijke verplichtingen om inwoners te betrekken bij de ontwikkeling van het gemeentelijk beleid in het sociaal domein.

  • 2.

    Het doel van de adviesraad is te komen tot voorstellen en adviezen ter bevordering van een integraal en evenwichtig beleid in het sociaal domein.

Artikel 3. Taak

  • 1.

    De adviesraad heeft tot taak:

    • a.

      het college gevraagd van advies te dienen over voorstellen tot gemeentelijke regelgeving, beleid, plannen en de uitvoering daarvan die worden getroffen op het terrein van het sociaal domein, waaronder in ieder geval op het terrein van de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Jeugdwet en de Participatiewet.

    • b.

      de adviesraad heeft de mogelijkheid het college ongevraagd van advies te dienen over de waarnemingen die de adviesraad doet in de leefwereld van de inwoners van Nieuwegein met betrekking tot bovengenoemde wetten. Het college stelt de gemeenteraad in kennis van de adviezen van de adviesraad.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid is advisering op het terrein van de Participatiewet voorbehouden aan de regionale Cliëntenraad van Werk en Inkomen Lekstroom (WIL), voor zover de taken op basis van de gemeenschappelijke regeling aan WIL zijn gedelegeerd. Voor taken die hier niet onder vallen zoals verordeningen en lokale aangelegenheden waaronder het armoedebeleid is de adviesraad wel bevoegd advies uit te brengen.

  • 3.

    Tot de taak van de adviesraad behoort niet de vertegenwoordiging van of behartiging van belangen van individuele personen, rechtspersonen of groepen.

Artikel 4. Samenstelling, benoeming en ontslag

  • 1.

    De adviesraad bestaat uit 15 leden en een onafhankelijk voorzitter.

  • 2.

    De leden van de adviesraad dienen inwoner te zijn van de gemeente Nieuwegein. Leden van de adviesraad mogen geen lid zijn van de gemeenteraad, het college of werkzaam zijn bij de gemeente Nieuwegein, gemeenschappelijke regeling op het gebied van het sociaal domein waar de gemeente Nieuwegein onderdeel vanuit maakt of een al dan niet commerciële organisatie die actief is in de regio op het gebied van het sociaal domein met belangen in Nieuwegein.

  • 3.

    De adviesraad streeft ernaar voor tenminste de helft uit ervaringsdeskundigen te bestaan dusdanig dat zo veel mogelijk gebieden in de adviesraad vertegenwoordigd zijn.

  • 4.

    Het college benoemt de leden en de voorzitter op voordracht van de adviesraad. Het college kan een voordracht gemotiveerd afwijzen.

  • 5.

    De zittingsduur van de leden en de voorzitter bedraagt 4 jaar. Een herbenoeming is één keer mogelijk.

  • 6.

    Het lidmaatschap van de adviesraad eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij verhuizing uit Nieuwegein;

    • c.

      bij wijziging van de persoonlijke omstandigheden als gevolg waarvan sprake wordt van de onder lid 2 van dit artikel genoemde onverenigbaarheden;

    • d.

      na het verstrijken van de zittingsduur;

    • e.

      na een ontslagbesluit van het college op verzoek van de adviesraad.

Artikel 5. Werkwijze en Vergaderingen

  • 1.

    De vergaderingen van de adviesraad zijn openbaar. Een vergadering kan op verzoek van de voorzitter of één van de leden om gewichtige redenen in beslotenheid plaatsvinden, maar uitsluitend bij besluit van meerderheid van stemmen van de aanwezige leden.

  • 2.

    De voorzitter neemt niet deel aan de stemmingen van de adviesraad.

  • 3.

    De voorzitter van de adviesraad onderhoudt contact met het college en de gemeenteraad en vertegenwoordigt de adviesraad naar buiten toe.

  • 4.

    De adviesraad kan werkgroepen op deelonderwerpen vormen.

  • 5.

    De adviesraad brengt jaarlijks vóór 1 april aan het college en de gemeenteraad verslag uit van zijn werkzaamheden en bevindingen. Dit verslag bevat tevens de financiële verantwoording van de besteding van het in artikel 7 bedoelde budget. Dit jaarverslag wordt in het artikel 6 lid 5 van deze verordening bedoelde overleg geagendeerd en besproken.

  • 6.

    De adviesraad kan een reglement instellen om haar werkwijze nader uit te werken.

Artikel 6. Samenwerking adviesraad en college

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor dat de beschikbare informatie die nodig is om te kunnen adviseren tijdig aan de adviesraad wordt verstrekt.

  • 2.

    Het college geeft inzicht in de planning van agendering van onderwerpen. Per onderwerp wordt in het overleg tussen college en adviesraad de betrokkenheid bij de ontwikkeling van het desbetreffende besluit vastgesteld.

  • 3.

    Het college informeert de adviesraad over opvolging van het gegeven advies. Als het college afwijkt van het advies, wordt dit aan de adviesraad vermeld, waarbij is aangegeven op welke onderdelen van het advies wordt afgeweken en met welke redenen er afgeweken wordt.

  • 4.

    Als de gemeenteraad het bevoegde orgaan is, stuurt het college het advies van de adviesraad samen met het raadsvoorstel aan de gemeenteraad.

  • 5.

    Als het college afwijkt van het advies van de adviesraad, wordt dit bij het voorstel aan de gemeenteraad vermeld, waarbij tevens is aangegeven waarom en op welke onderdelen van het advies wordt afgeweken.

  • 6.

    Het college voert regelmatig doch minimaal twee keer per jaar overleg met de adviesraad.

Artikel 7. Budget en faciliteiten

Jaarlijks stelt de gemeenteraad, op verzoek van de adviesraad, een budget beschikbaar om de taken als vastgelegd in deze verordening te kunnen uitvoeren. Een verslag van de besteding van het budget vormt onderdeel van het jaarverslag.

 

Het budget is bedoeld om alle, voor het functioneren van de adviesraad noodzakelijke, kosten te voldoen. Onder deze kosten wordt onder meer verstaan: vergoeding voor de leden en voorzitter voor de uit te voeren werkzaamheden inclusief vergaderingen, reiskosten, kosten voor gebruik van de vergaderruimte, scholingskosten, administratiekosten/ kantoorkosten, abonnementskosten, faciliteiten voor publiciteit en overleg met de achterban. Deze bedragen worden jaarlijks aangepast op basis van de prijsindex voor de gezinsconsumptie waarbij de vrijwilligersvergoedingen niet het bedrag vastgesteld door de belastingdienst mogen overschrijden.

Artikel 8 Ambtelijk secretaris

  • 1.

    Het college neemt in afstemming met de adviesraad een ambtelijk secretaris voor de adviesraad aan.

  • 2.

    De ambtelijk secretaris staat de adviesraad bij de uitvoering van zijn taak terzijde.

  • 3.

    De ambtelijk secretaris legt met betrekking tot de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht functioneel verantwoording af aan de voorzitter van de adviesraad.

Artikel 9 Evaluatie

  • 1.

    De uitvoering van deze verordening wordt eenmaal per drie jaar door het college geëvalueerd.

  • 2.

    Het college stuurt de in lid 1 genoemde evaluatie aan de gemeenteraad.

  • 3.

    Aanvullingen en wijzigingen van deze verordening stelt de gemeenteraad vast nadat de adviesraad is gevraagd om advies hierover te geven.