Organisatie | Twenterand |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening bedrijventerrein Oosterweilanden gemeente Twenterand 2022 |
Citeertitel | Subsidieverordening Bedrijventerrein Oosterweilanden gemeente Twenterand 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt per 1 januari 2027.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-06-2022 | 01-01-2022 | nieuwe regeling | 07-06-2022 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In het bij of krachtens deze verordening bepaalde, wordt verstaan onder:
subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 4:21 Algemene wet bestuursrecht, inhoudende de aanspraak op financiële middelen door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen en diensten, en anders dan ter uitvoering van een door een hogere overheid opgelegde taak.
Deze verordening is van toepassing op de nieuwbouw van bedrijfsgebouwen en inrichting van bedrijfskavels op gronden die krachtens het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Oosterweilanden en rondweg' (vastgesteld door de raad op 9 november 2010) de (uitgewerkte) bestemming 'Bedrijventerrein – 1' en 'Bedrijventerrein – 2' hebben. Deze gronden zijn geel gearceerd op bijlage 1 bij deze verordening.
Hoofdstuk 2 Subsidie duurzaam bouwen
Onder duurzaam bouwen wordt verstaan het zodanig uitvoeren en inrichten van de bedrijfsbebouwing dat overeenkomstig de systematiek van GPR Gebouw, voor de thema's energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde, een gemiddelde score van ten minste 7,0 wordt behaald, welke score blijkt uit een voor het betreffende bedrijfsgebouw afgegeven gevalideerde opleverberekening.
Indien en voor zover voor het GPR-thema Milieu een score van minimaal 7,5 en voor het GPR-thema Energie een score van minimaal 8,0 wordt behaald, alsook indien over de 5 GPR-thema's een gemiddelde score van minimaal 7,0 wordt behaald, bestaat recht op toekenning van subsidie. De hoogte van de toe te kennen subsidie wordt bepaald aan de hand van de GPR-score, zoals deze blijkt uit de door de subsidieontvanger te overleggen gevalideerde opleverberekening.
Hierbij geldt de volgende staffel:
Gemiddelde score over de 5 GPR-thema's
7,0 – 7,4: € 5,- x oppervlakte van de van de gemeente afgenomen bedrijfskavel in m2
7,5 – 7,9: € 7,50 x oppervlakte van de van de gemeente afgenomen bedrijfskavel in m2
≥ 8,0: € 10,- x oppervlakte van de van de gemeente afgenomen bedrijfskavel in m2
Binnen drie maanden na oplevering dient een gevalideerde GPR Gebouw berekening en het opleverdossier (waarbij voldaan wordt aan de vormvereisten) te worden overlegd, waaruit met betrekking tot het aangevraagde ontwerp van het gebouw de GPR-score per thema (energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde), alsook de gemiddelde GPR-score over deze thema’s blijkt, welke zijn aangegeven bij de vergunningaanvraag. Wanneer niet of niet binnen de termijn van drie maanden de juiste gegevens worden aangeleverd, wordt de subsidie vastgesteld op nul euro.
Indien het college besluit tot subsidieverlening, wordt de subsidie verleend onder de verplichting dat binnen een maand na melding van het beëindigen van de bouwwerkzaamheden ten behoeve van de nieuwe bedrijfsbebouwing als bedoeld in artikel 1.25, tweede lid van het Bouwbesluit 2012, een verzoek om vaststelling van de subsidie wordt ingediend op de wijze als in artikel 7 geregeld.
Hoofdstuk 3 Subsidie natuurvriendelijk inrichten
Indien aan de in deze verordening geregelde voorwaarden (art. 9) is voldaan, kan het college subsidie toekennen voor het treffen van natuurvriendelijke maatregelen aan de bedrijfsbebouwing en/of op de bedrijfskavel.
Artikel 9 Voorwaarden en hoogte subsidie
De subsidie wordt uitsluitend verleend indien ten minste drie maatregelen worden getroffen die zijn genoemd in het als bijlage 2 aan deze verordening gehechte Overzicht maatregelen Natuurvriendelijk inrichten, waarbij geldt dat deze maatregelen aantoonbaar zodanig kunnen worden uitgevoerd dat deze daadwerkelijk natuurvriendelijke effecten hebben en houden.
De aanvraag voor subsidieverlening moet worden ingediend tegelijkertijd met de aanvraag voor subsidie voor duurzaam bouwen als bedoeld in Hoofdstuk 2 van deze verordening, en derhalve ook tegelijkertijd met de aanvraag voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het op de bedrijfskavel te realiseren bedrijfsgebouw. Indien de subsidie niet tegelijkertijd met de subsidie voor duurzaam bouwen wordt aangevraagd, wordt de subsidie geweigerd.
Bij de aanvraag worden de voorgenomen maatregelen voor natuurvriendelijk inrichten, alsook de met die aanvraag gemoeide kosten, aangegeven en onderbouwd. Bij de aanvraag dient tevens een advies van Landschap Overijssel te worden overgelegd waaruit blijkt dat de voorgenomen maatregelen de in artikel 9, lid 1 bedoelde effecten zullen hebben en houden. De kosten dienen te worden onderbouwd aan de hand van een offerte van een terzake deskundig bedrijf.
Indien het college besluit tot subsidieverlening, wordt de subsidie verleend onder de verplichting dat binnen een maand na melding van het beëindigen van de bouwwerkzaamheden ten behoeve van de nieuwe bedrijfsbebouwing als bedoeld in artikel 1.25, tweede lid van het Bouwbesluit 2012, een verzoek om vaststelling van de subsidie wordt ingediend op de wijze als in artikel 11 geregeld.
Hoofdstuk 4 Subsidie beeldkwaliteit en architectuur
Indien aan de in deze verordening geregelde voorwaarden (art. 13) is voldaan, kan het college subsidie toekennen voor het leveren van een extra inspanning in beeldkwaliteit en architectuur van de nieuw op te richten bedrijfsbebouwing.
De aanvraag voor subsidieverlening moet worden ingediend tegelijkertijd met de aanvraag voor subsidie voor duurzaam bouwen als bedoeld in Hoofdstuk 2 van deze verordening, en derhalve ook tegelijkertijd met de aanvraag voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het op de bedrijfskavel te realiseren bedrijfsgebouw. Indien de subsidie niet tegelijkertijd met de subsidie voor duurzaam bouwen wordt aangevraagd, wordt de subsidie geweigerd
Bij de aanvraag worden de voorgenomen maatregelen voor beeldkwaliteit en architectuur aangegeven en onderbouwd. Bij de aanvraag dient tevens een advies van Het Oversticht te worden overgelegd waaruit blijkt dat de voorgenomen maatregelen voldoen aan de in artikel 13, lid 1 genoemde criteria en daarmee naar het oordeel van Het Oversticht een extra inspanning leveren aan beeldkwaliteit en architectuur.
Indien het college besluit tot subsidieverlening, wordt de subsidie verleend onder de verplichting dat binnen een maand na melding van het beëindigen van de bouwwerkzaamheden ten behoeve van de nieuwe bedrijfsbebouwing als bedoeld in artikel 1.25, tweede lid van het Bouwbesluit 2012, een verzoek om vaststelling van de subsidie wordt ingediend op de wijze als in artikel 15 geregeld.
Hoofdstuk 5 Overige bepalingen
Voor de uit artikel 23 voortvloeiende totale looptijd van deze verordening bedraagt het subsidieplafond:
Artikel 17 De wijze van aanvraag
De subsidieaanvraag wordt ingediend bij het college, onder gebruikmaking van het aanvraagformulier. De aanvraag bevat voorts alle relevante gegevens die nodig zijn voor een beoordeling van de aanvraag, waaronder in ieder geval de in artikel 6, lid 2, artikel 7, lid 2, artikel 9, lid 2, artikel 10, lid 2, artikel 14, lid 2 en/of artikel 15, lid 2 van deze verordening bedoelde gegevens.
Artikel 20 Uitbetaling van de subsidie
Het door het college vastgestelde subsidiebedrag wordt aan de subsidieontvanger uitbetaald binnen vier weken nadat het besluit tot subsidievaststelling is genomen.
Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen
Het college informeert ieder kalenderjaar de raad over de verstrekte en afgewezen subsidies op basis van deze verordening.
Aldus besloten tijdens de vergadering van de gemeenteraad van de gemeente Twenterand
Vriezenveen, 7 juni 2022
De raad voornoemd
De griffier
Drs. R.J.M. Ros
de voorzitter
Mr. J.C.F. Broekhuizen
Subsidieverordening Bedrijventerrein Oosterweilanden
Overzicht maatregelen Natuurvriendelijk inrichten
U kunt voor het natuurvriendelijk inrichten van uw gebouw en bedrijfsterrein een bonus op de Subsidie Duurzaam Bouwen aanvragen. Daarvoor volgt u de subsidieverordening Bedrijventerrein Oosterweilanden Twenterand 2022. Zoals aangegeven in hoofdstuk 3 van die verordening kiest u minimaal 3 maatregelen uit het onderstaande overzicht.
Landschap Overijssel beoordeelt de aanvragen voor de Subsidie natuurvriendelijk inrichten, die worden ingediend bij de gemeente Twenterand. Landschap Overijssel heeft ruime ervaring in het adviseren van bewoners en bedrijven in Overijssel over natuur & landschap op hun grond. Bovendien heeft Landschap Overijssel goede kennis van het gebied Oosterweilanden en omgeving. Landschap Overijssel geeft een korte beoordeling van de aanvraag met onafhankelijk advies aan de gemeente.
De landelijke fiscale regelingen MIA en Vamil bieden ook belastingvoordelen aan bedrijven die maatregelen nemen voor meer biodiversiteit. Mogelijk kunt u daarvan ook gebruik maken. Zie www.rvo.nl: Natuurvriendelijke voorzieningen in de bebouwde omgeving; Vegetatiedak; Gevelbegroeiingssysteem; Muurbegroeiingssysteem; Lichtvervuilingbeperkende buitenverlichting; Infiltratiesysteem.
Overzicht van maatregelen (met uitleg en voorbeelden)
1. Vegetatie (groen op het terrein)
1.1 Kies voor landschapselementen die de biodiversiteit versterken zoals poelen, houtwallen, hagen en bomen o.a. voor de erfscheiding.
Kleine landschapselementen zoals kikkerpoelen, heggen, lanen, bomen, houtwallen hebben vaak een hoge natuurwaarde, doordat veel dieren en planten er beschutting, dekking en voedsel vinden. Lijnvormige landschapselementen, zoals heggen en houtwallen, worden bijvoorbeeld door veel zoogdieren gebruikt als migratieroute. Ook kunnen ze dienen als voortplantingsplaats van amfibieën en insecten. Veel vogels vinden nestgelegenheid in de dichte beplanting. Planten en insecten profiteren optimaal van de het microklimaat dat de landschapselementen bieden.
1.2 Kies voor soorten bomen en struiken uit de inheemse soorten die hier van nature voorkomen
Inheemse bomen en struiken zijn belangrijke dragers van de leefgemeenschappen van planten en dieren. Uitgaande van de zure, droge tot natte zand- en veengrond in het gebied passen soorten uit het volgende lijstje inheemse soorten. Het gaat om struiken en kleine bomen – de besdragende bomen en struiken zijn aangeduid met (B).
Voor droge plekken: ruwe berk, tweestijlige meidoorn (B), eenstijlige meidoorn (B), brem, wilde mispel (B), gewone vogelkers (B), sleedoorn (B), hondsroos (B).
Voor nattere plekken: zwarte els, zachte berk, gagel, zwarte en rode bes (B), geoorde wilg, boswilg, Gelderse roos.
1.3 Gebruik zaaimengsels voor bloemrijke (grasland)vegetaties (en maai deze maximaal 2 keer per jaar, voer het maaisel af)
Bloemrijke graslanden zijn rijk aan plantensoorten en geven daarmee kans op een grote rijkdom aan vlinders en insecten. Voor de omstandigheden in Oosterweilanden gaat het om (vrij) algemene soorten planten voor zure zandige/venige voedselarme tot matig voedselrijke grond. Deze zijn goed te combineren met een grassenmengsel voor niet te voedselrijke grond. Alle soorten zijn in de vorm van zaad (en zaadmengsels) te koop.
Achillea millefolium – Duizendblad
Campanula rotundifolia - Grasklokje
Cerastium arvense - Akkerhoornbloem
Crepis capillaris - Klein streepzaad
Dianthus deltoides - Steenanjer
Erodium cicutarium - Gewone reigersbek
Galium saxatile - Liggend walstro
Hieracium pilosella - Muizenoor
Hieracium umbellatum - Schermhavikskruid
Hypochaeris radicata - Gewoon biggenkruid
Jasione montana - Zandblauwtje
Lotus corniculatus - Gewone rolklaver
Ornithopus perpusillus - Klein vogelpootje
Rumex acetosella - Schapenzuring
Thymus serpyllum - Kleine tijm
Trifolium arvense - Hazenpootje
Veronica officinalis - Mannetjesereprijs
Voor natte en vochtige standplaatsen:
Achillea ptarmica - Wilde bertram
Ajuga reptans - Kruipend zenegroen
Berula erecta - Kleine watereppe
Butomus umbellatus - Zwanenbloem
Cardamine pratensis - Pinksterbloem
Cirsium palustre - Kale jonker
Comarum palustre - Wateraardbei
Dactylorhiza majalis subsp. praetermissa - Rietorchis
Erica tetralix - Gewone dophei
Eupatorium cannabinum - Koninginnekruid
Filipendula ulmaria - Moerasspirea
Geranium robertianum - Robertskruid
Hypericum maculatum subsp. obtusiusculum - Kantig hertshooi
Lotus pedunculatus - Moerasrolklaver
Lysimachia vulgaris - Grote wederik
Lythrum salicaria - Grote kattenstaart
Persicaria bistorta - Adderwortel
Peucedanum palustre - Melkeppe
Prunella vulgaris - Gewone brunel
Rhinanthus angustifolius - Grote ratelaar
Scutellaria galericulata - Blauw glidkruid
Silene flos-cuculi - Echte koekoeksbloem
Stellaria palustris - Zeegroene muur
Succisa pratensis - Blauwe knoop
Trifolium pratense - Rode klaver
Tussilago farfara - Klein hoefblad
Valeriana officinalis - Echte valeriaan
Veronica beccabunga - Beekpunge
Viola palustris - Moerasviooltje
Ajuga reptans - Kruipend zenegroen
Berula erecta - Kleine watereppe
Butomus umbellatus - Zwanenbloem
Cardamine pratensis - Pinksterbloem
Cirsium palustre - Kale jonker
Comarum palustre - Wateraardbei
Dactylorhiza majalis subsp. praetermissa - Rietorchis
Erica tetralix - Gewone dophei
Eupatorium cannabinum - Koninginnekruid
Filipendula ulmaria - Moerasspirea
Geranium robertianum - Robertskruid
Hypericum maculatum subsp. obtusiusculum - Kantig hertshooi
Lotus pedunculatus - Moerasrolklaver
Lysimachia vulgaris - Grote wederik
Lythrum salicaria - Grote kattenstaart
Persicaria bistorta - Adderwortel
Peucedanum palustre - Melkeppe
Prunella vulgaris - Gewone brunel
Rhinanthus angustifolius - Grote ratelaar
Scutellaria galericulata - Blauw glidkruid
Silene flos-cuculi - Echte koekoeksbloem
Stellaria palustris - Zeegroene muur
Succisa pratensis - Blauwe knoop
Trifolium pratense - Rode klaver
Tussilago farfara - Klein hoefblad
Valeriana officinalis - Echte valeriaan
Veronica beccabunga - Beekpunge
Viola palustris - Moerasviooltje
1.4 Kies voor planten speciaal voor bepaalde groepen dieren (besdragende struiken voor vogels; waardplanten voor vlinders; drachtplanten voor bijen)
Vogels eten graag bessen. Zie voor besdragende struiken bijvoorbeeld de bomen en struiken die zijn aangeduid met (B) in de soortenlijst in 1.2. Voor waardplanten zie de lijsten van de vlinderstichting (www.vlinderstichting.nl/lijst-van-waardplanten ) en de lijst van bijenplanten (www.drachtplanten.nl ) en de bovenstaande lijst voor andere planten. Beperk u tot de inheemse soorten.
2. Natuurvriendelijke voorzieningen aan het bedrijfsgebouw of op het terrein
2.1 Plaats nestgelegenheden voor vogels, vleermuizen of insecten (op/aan het gebouw of op het terrein)
Voor een toelichting op deze maatregelen zie de checklist ‘Natuurvriendelijke maatregelen aan gebouwen’ van Vogelbescherming Nederland (2009). Voor een digitale checklist voor mogelijkheden zie www.checklistgroenbouwen.nl. Behalve voor vogels (nestkasten, kunstnesten) zijn er aan of rond gebouwen ook prima voorzieningen te treffen voor vleermuizen.
2.2 Gebruik vogelvriendelijke UV-reflecterende beglazing
Transparant glas en spiegelend glas geven vogels de indruk dat er een doorgang is. Ze nemen het glas niet waar en vliegen er tegenaan. De meeste ‘raamslachtoffers' vallen op de onderste 12 meter. Glas met een UV-patroon kan voorkomen dat sommige vogelsoorten tegen de ramen aanvliegen. Mensen zien dit UV-patroon niet, maar sommige vogelsoorten wel.
3. Dak en gevel van het bedrijfs gebouw
Vegetatiedaken, ook wel groene daken of sedumdaken genoemd, kunnen veel water opslaan en verminderen zo wateroverlast tijdens hevige regenbuien. Daarnaast heeft een vegetatiedak een goede isolerende werking, het verlengt de levensduur van de onderliggende dakbedekking en verhoogt het rendement van zonnepanelen. Verder zorgt het voor meer groen, wat de biodiversiteit vergroot.
3.2 Pas een gevel- of muurbegroeiingssysteem toe (verticaal groen)
Ook in gevelbegroeiing kunnen vogels nestgelegenheid vinden. Klimop is zo 'n beetje de laatste bloeiende plant in het najaar, en zorgt dus nog heel lang voor nectar voor bijen.
3.3 Pas een grind/kiezel/schelpendak toe (voor bepaalde vogels)
Grind, of een laag kiezels of schelpen, wordt veel gebruikt als dakbedekking. Voor vogels als visdief of scholekster lijken dit soort oppervlaktes op een kiezel- of schelpenstrand. Daardoor zijn deze daken aantrekkelijk voor ze als broedplaats.
4. Waterelementen op het terrein
4.1 Pas een (kleinschalig) helofytenfilter toe
Een helofytenfilter of moerasfilter is een filter dat met behulp van helofyten (moerasplanten) afvalwater zuivert tot een kwaliteit die onschadelijk is voor het milieu. Helofytenfilters worden aangelegd om bijvoorbeeld vijvers of afstromend water van wegen te filteren. Als u zorgt voor een bodemdiepte rond de gemiddelde laagste grondwaterstand (GLG), dan is het helofytenfilter ook geschikt als poel voor amfibieën. Zo ‘n poel moet namelijk zo diep zijn, dat hij af en toe droogvalt.
4.2 Pas een infiltratiesysteem toe (voor het bufferen en vertraagd en zichtbaar afvoeren van regenwater)
Hierbij kunt u denken aan infiltratiekratten of een infiltratiekom. Combineer dit met een poel voor amfibieën, door een diepte te kiezen, waarbij de kratten of kom af en toe droogvallen. Dit is een bodemdiepte rond de gemiddelde laagste grondwaterstand (GLG).
4.3 Pas natuurvriendelijke oevers toe
Deze maatregel wordt gezien als een effectieve en doelmatige manier om het ecologisch functioneren van wateren te verbeteren. De kern van het concept natuurvriendelijke oever is dat er - in tegenstelling tot een civieltechnische harde oever - ruimte wordt gegeven aan de oever. Daardoor kan de oever glooien en kunnen er zich oeverplanten (en dieren) vestigen. Zaai de oevers in met de onder 1.3 genoemde soortenmengsels voor nattere grond.