Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Mandaat en machtiging aan de directeur uitvoeringsorganisatie GGD Haaglanden inzake de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMandaat en machtiging aan de directeur uitvoeringsorganisatie GGD Haaglanden inzake de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
CiteertitelMandaat en machtiging aan de directeur uitvoeringsorganisatie GGD Haaglanden inzake de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpMandaat en machtiging aan de directeur uitvoeringsorganisatie GGD Haaglanden inzake de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 5:1 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
  2. artikel 5:2 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
  3. hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht
  4. artikel 160 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-06-202201-06-2022nieuwe regeling

14-06-2022

gmb-2022-276446

RIS312441 OCW/10320429

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaat en machtiging aan de directeur uitvoeringsorganisatie GGD Haaglanden inzake de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

 

gelet op:

 

  • -

    Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), artikel 5:1 en 5:2

  • -

    hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 160 van de Gemeentewet;

  • -

    mandaathoofdstukken 1.1 en 1.2 van de Mandaatregeling van gemeente Den Haag voor zover deze op de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg van toepassing zijn;

 

overwegende dat:

 

  • -

    het college op grond van artikel 5:1 van de Wvggz van 1 januari 2020 verantwoordelijk is voor het inrichten van een meldpunt en het in ontvangst nemen van meldingen in het kader van de Wvggz en niet-acute meldingen over personen met verward gedrag over inwoners van Den Haag;

  • -

    het college op grond van artikel 5:2 van de Wvggz vanaf 1 januari 2020 verantwoordelijk is voor de uitvoering van een verkennend onderzoek, naar aanleiding van meldingen van familie of een andere persoon uit de omgeving van betrokkene, naar de vraag of verplichte ggz nodig is;

  • -

    het college tevens verantwoordelijk is voor het informeren van de melder (familie/essentiële naaste(n)) over de uitkomsten van het verkennend onderzoek en het indienen van een aanvraag van de voorbereiding van een verzoekschrift voor een zorgmachtiging bij de officier van justitie indien vastgesteld is dat verplichte zorg nodig is;

  • -

    er bij invoering van de wet voor is gekozen om het uitvoeren van de meldpuntfunctie te beleggen bij de GGD Haaglanden en het uitvoeren van het verkennend onderzoek en de bevoegdheid tot aanvraag van de voorbereiding van een zorgmachtiging bij Parnassia;

  • -

    in de afgelopen twee jaar ervaring is opgedaan met de uitvoering van voorgaande gemeentelijke taken. Gebleken is dat het beleggen van deze taken bij verschillende organisaties tot dubbelingen in het proces leidt en de uitvoering hiervan sneller en efficiënter kan verlopen door deze bij één organisatie te beleggen; en

  • -

    dat de gemeentelijke taken aangaande verkennend onderzoek en zorgmachtiging, die door Parnassia worden uitgevoerd, met terugwerkende kracht vanaf 1 juni 2022 worden belegd bij de uitvoeringsorganisatie GGD Haaglanden en het afgegeven mandaat aan Parnassia hierdoor, met een korte overgangsperiode, eindigt vanaf 1 juli 2022;

 

besluit:

  • I.

    mandaat te verlenen aan de directeur uitvoeringsorganisatie GGD Haaglanden voor de uitvoering van de gemeentelijke taken op grond van artikel 5:1 jo. 5:2 uit de Wvggz;

 

  • II.

    dat de directeur uitvoeringsorganisatie GGD Haaglanden bevoegd is het aan haar verleende mandaat aan anderen binnen de uitvoeringsorganisatie GGD Haaglanden te verlenen en dat het verleende ondermandaat binnen deze uitvoeringsorganisatie wordt vastgelegd;

 

  • III.

    dat aan de verlening van dit mandaat voorschriften zijn verbonden die opgenomen zijn in mandaathoofdstukken 1.1 en 1.2 van de Mandaatregeling van gemeente Den Haag voor zover die voor de Wvggz van toepassing zijn;

 

  • IV.

    het eerder genomen besluit waarbij aan Parnassia mandaat is verleend (RIS304208) per 1 juli 2022 in te trekken; en

 

  • V.

    dat dit besluit met terugwerkende kracht per 1 juni 2022 in werking treedt.

 

Den Haag, 14 juni 2022

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

Ilma Merx

 

de locoburgemeester,

Hilbert Bredemeijer

 

 

Toelichting

 

Met de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg heeft iedere burger de mogelijkheid om binnen zijn gemeente melding te doen als hij van mening is dat een medeburger psychische zorg nodig heeft. De gemeente moet die melding onderzoeken (verkennend onderzoek (VO)) om te bezien of verplichte zorg aan de orde is. Indien de uitkomst van het onderzoek is dat verplichte zorg nodig is, doet de gemeente een aanvraag bij de officier van justitie van de voorbereiding van een verzoekschrift voor een zorgmachtiging.

 

In de afgelopen jaren hebben we in Den Haag aan deze onderdelen van de wet invulling aangegeven door de meldpuntfunctie te beleggen bij de GGD Haaglanden en de uitvoering van het verkennend onderzoek en de aanvraag van het voorbereiden van de zorgmachtiging te beleggen bij Parnassia. Op basis van de ervaringen de afgelopen twee jaar blijkt dat deze taken sneller en efficiënter uitgevoerd kunnen worden door deze bij één organisatie te beleggen.

 

Met dit besluit wordt deze concentratie van taken bij de GGD Haaglanden formeel geregeld. Het besluit dient door uw college te worden genomen, omdat uw college conform de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de genoemde taken.