Besluit van de burgemeester van de gemeente Delft houdende Uitvoeringsbesluit instellen gemeentelijk cameratoezicht Libanonstraat

De burgemeester van de gemeente Delft,

gehoord de beraadslaging in het driehoeksoverleg van 1 juni 2022 met de officier van justitie en de teamchef van het basisteam Delft;

Overwegende:

• -

  dat de burgemeester van Delft op grond van artikel 2:62 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) juncto artikel 151c Gemeentewet, de bevoegdheid heeft om te besluiten tot plaatsing van camera’s voor een bepaalde duur, ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats, als dat naar haar oordeel noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de openbare orde;

• -

  dat er mogelijk sprake zal zijn van een verstoring van de openbare orde in en rondom een adres aan de Libanonstraat;

• -

  dat er onlangs sprake is geweest van geweldincidenten tussen rivaliserende partijen, zoals zware mishandelingen, een poging doodslag en ernstige bedreiging, al dan niet met gebruik van wapens;

• -

  dat dit een gevaarzetting oplevert voor de betreffende bewoners, omwonenden en voorbijgangers in de Libanonstraat;

• -

  dat ter handhaving de politie voorafgaand aan het cameratoezicht heeft ingezet op extra surveillance en toezicht en dit ook voort zet;

• -

  de betrokken bewoners op de hoogte zijn gesteld van het cameratoezicht;

• -

  dat uit informatie van de politie blijkt dat de dreiging onverminderd voort duurt;

• -

  dat het cameratoezicht derhalve voldoet aan de eisen die artikel 151c van de Gemeentewet stelt aan het instellen van cameratoezicht (zoals kenbaarheid van cameratoezicht, proportionaliteit en subsidiariteit);

• -

  het derhalve in het belang van de handhaving van de openbare orde noodzakelijk is om in dit gebied voor een bepaalde duur cameratoezicht voort te zetten op grond van de Gemeentewet, ten behoeve van het toezicht op openbare plaatsen.

Voorts afwegende dat:

Het inzetten van cameratoezicht noodzakelijk is ter handhaving van de openbare orde. De burgemeester heeft het belang van een effectieve handhaving van de openbare orde enerzijds en de daarmee gepaard gaande mogelijke inperking van het recht op privacy anderzijds tegen elkaar heeft afgewogen. In die afweging moet aan het algemene belang om de verstoring van de openbare orde te herstellen meer gewicht worden toegekend dan aan het belang om geen inmenging te dulden in de privacy. De burgemeester volgt de (verstoringen van de) openbare orde op de Libanonstraat permanent en het besluit tot het instellen van cameratoezicht zal onmiddellijk worden ingetrokken indien het cameratoezicht niet meer noodzakelijk is voor de handhaving van de openbare orde.

BESLUIT: