Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vught

Nota Gladheid gemeente Vught

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVught
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota Gladheid gemeente Vught
CiteertitelNota Gladheid gemeente Vught
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-06-2022nieuwe regeling

21-06-2021

gmb-2022-273270

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota Gladheid gemeente Vught

1. INLEIDING

Aanleiding nota gladheid

Op 1 januari 2021 heeft er een gemeentelijke herindeling plaatsgevonden. Vanuit de voormalige gemeente Haaren is de kern Helvoirt en een groot gedeelte buitengebied bij de gemeente Vught gekomen. Zowel de gemeente Haaren als de gemeente Vught kenden een nota gladheid. Het beleid Van Vught is in 2015 vastgelegd in het beleidsplan Gladheid Vught. Het beleid van Haaren is tevens in 2015 vastgelegd in het Gladheidbestrijdingsplan Haaren1

 

Beide gemeenten hebben in hun eigen nota op vergelijkbare wijze vastgelegd op welke wijze de gladheid bestrijding plaatsvond.

 

Als gevolg van de gemeentelijke herindeling is het wenselijk om een nieuwe nota gladheid bestrijding op te stellen. Met deze nota wordt daar invulling aan gegeven.

 

Doel nota gladheid

Gladheid bestrijding is een verantwoordelijkheid van de overheid en van belang voor een goede en veilige doorstroming van het verkeer. De wetgever heeft daarbij bepaald dat deze overheden al het redelijke moeten doen om gevaar voor de weggebruiker te voorkomen, te beperken of op te heffen. Dit heet de zogenaamde zorgplicht. Algemene doelstelling is te zorgen voor een veilig en doelmatig gebruik van de weg.

 

Doel van deze nota is het formeel verankeren van de wijze waarop wij invulling geven aan de gladheid bestrijding in de gemeente Vught. Dit om te voldoen aan de zorgplicht die wij als wegbeheerder wettelijk bezien hebben.

 

In Vught ligt de verantwoordelijkheid voor de gladheidbestrijding bij de afdeling Dienstverlening. Specifiek is het cluster Beheer Openbare Ruimte (BOR) verantwoordelijk voor de feitelijke uitvoering en het budgetbeheer. Het cluster Inrichting Openbare Ruimte (IOR-Verkeer) is verantwoordelijk voor de beleidsmatige kant van de gladheid bestrijding.

 

In het strooiseizoen 2020-2021 is vooruitlopend op de gemeentelijke herindeling al gestrooid volgens de nieuwe gemeentegrenzen. Dat wil zeggen dat de kern Helvoirt, inclusief het buitengebied van Helvoirt onderdeel uitgemaakt heeft van de gladheid bestrijding van Vught. Daarin is op pragmatische wijze invulling gegeven aan de gladheid bestrijding. Met deze nota worden ook de beleidskaders voor de nieuwe gemeente vastgelegd.

 

Leeswijzer

In deze herziene nota gladheid bestrijding Vught gaan wij in op de verantwoordelijkheden van ons als wegbeheerders en die van de weggebruiker. Deze wettelijke kaders en richtlijnen lichten we in hoofdstuk 2 toe. In hoofdstuk 3 gaan we in op de specifieke beleidskaders. In hoofdstuk 4 wordt de uitvoering omschreven. De financiën en communicatie behorend bij de gladheid bestrijding komen respectievelijk in hoofdstuk 5 en 6 aan de orde.

2. GLADHEID BESTRIJDING – WETTELIJKE KADERS - RICHTLIJNEN

2.1 Doel gladheidbestrijding

Gladheidbestrijding voeren we in winterse omstandigheden uit om de verkeersveiligheid te bevorderen, de doorstroming te optimaliseren en de bereikbaarheid op peil te houden. Zonder gladheidbestrijding is er kans op ongelukken en economische en maatschappelijke schade.

 

2.2 Wet- en regelgeving

In deze paragraaf is een toelichting te lezen op de wet- en regelgeving die van toepassing is op gladheidbestrijding.

 

Wegenwet/Wegenverkeerswet

Juridisch valt gladheidbestrijding onder het onderhoud van wegen. De wegbeheerder is volgens artikel 15 e.v. van de Wegenwet verantwoordelijk voor het onderhoud van de wegen. Verder is artikel 2 van de Wegenverkeerswet van toepassing. De zorgplicht voor het in goede en veilige staat verkeren van wegen geldt ook voor de bestrijding van gladheid als gevolg van winterse omstandigheden.

 

Vanuit de Wegenwet geldt voor de gladheidbestrijding een inspanningsverplichting en dus geen resultaatverplichting. Om aan de inspanningsverplichting te voldoen moet er sprake zijn van een adequate gladheidbestrijding, dat wil zeggen een vastgestelde selectieve aanpak van de gladheidbestrijding, gebaseerd op afwegingen van o.a. verkeersveiligheid, toegankelijkheid, milieubelasting en de beschikbare financiële middelen.

 

Burgerlijk Wetboek en eigen verantwoordelijkheid weggebruikers

Op grond van het Burgerlijk Wetboek (art. 6:174) bestaat voor gemeenten een risicoaansprakelijkheid wanneer wegen en fietspaden niet voldoen aan de gestelde eisen in de gegeven omstandigheden. Deze wettelijke bepaling houdt ook in dat van alle verkeersdeelnemers verwacht mag worden dat zij het eigen verkeersgedrag aan de winterse omstandigheden aanpassen. Weggebruikers hebben zelf een grote rol bij het veilig rijden tijdens (mogelijke) gladheid (zie ook paragraaf 3.5).

 

2.3 Landelijke richtlijnen

Waar en wanneer gaan we strooien? Hoeveel zout per m² is optimaal? Binnen welke tijd mag verwacht worden dat een strooigebied is behandeld? Hiervoor gebruiken wij de algemeen gehanteerde CROW- richtlijnen. De CROW is een onafhankelijke kennisorganisatie op het gebied van infrastructuur, openbare ruimte en verkeer & vervoer. Omdat er geen concrete regelgeving bestaat voor gladheidbestrijding, wordt er wel een zekere status ontleend aan de richtlijnen. In de volgende hoofdstukken geven we aan hoe we deze richtlijnen inzetten bij de beleidskaders en de uitvoering van de gladheidbestrijding.

3. GLADHEID BESTRIJDING - BELEIDSKADERS

3.1 Kaders landelijke richtlijnen

Bij gladheidbestrijding staat de veiligheid van de weggebruiker voorop. Het is echter, gezien het grote areaal aan wegen en fietspaden, zowel economisch als organisatorisch onmogelijk om op alle wegen en paden de gladheid te bestrijden. Het is daarom noodzakelijk om belangen af te wegen en op grond daarvan prioriteiten te stellen.

 

Prioritering volgens landelijke richtlijnen

Volgens de landelijke CROW-richtlijnen ligt de prioriteit doorgaans bij gebiedsontsluitings-wegen (verkeersaders), routes van het openbaar vervoer (busroutes), schoolroutes en de toegankelijkheid voor hulpdiensten (brandweerroutes).

 

3.2 Kaders bestaande nota’s gladheidbestrijding

In de beleidsnota’s van Haaren en Vught zijn de landelijke prioriteiten als volgt aangevuld:

 

Nota Vught

Nota Haaren

1

Hoofdwegenstructuur

1

kernverbindende wegen en busroutes

2

Busroutes

2

wijkontsluitingswegen

3

Hoofdfietsnetwerk

3

vrijliggende fietspaden en diverse bruggen

4

Routes tussen de kernen

4

overige woonstraten

5

Winkelgebieden

5

wegen binnen/buiten de bebouwde kom

6

Scholen/zorgcomplexen.

7

Overige wegen (30km/h zones/woonerven).

 

3.3 Kaders nieuwe nota gladheidbestrijding Vught

Vanuit beide nota’s zijn voor deze nieuwe nota de volgende prioriteiten bepaald:

  • 1.

    Hoofdwegenstructuur (evt. in combinatie met hoofdfietsnetwerk)

  • 2.

    Busroutes

  • 3.

    Erftoegangswegen type 1

  • 4.

    Hoofdfietsnetwerk

  • 5.

    Routes tussen de kernen

  • 6.

    Winkelgebieden (Centrum/Moleneindplein)

  • 7.

    Scholen en andere zorgcomplexen.

  • 8.

    Overige wegen (30km/h zones/woonerven).

3.4 Waar strooien we nu wel en waar niet?

In deze paragraaf gaan we dieper in op de hierboven vermelde prioriteiten.

 

Bij het maken van een analyse van de gladheidrisico’s kijken wij naar de wijze waarop de weggebruiker het wegennet benut. Naast het hoe(veel), is ook het waar en wanneer van belang. Tot slot kijken we naar eventuele wettelijke bepalingen die wij in acht moeten nemen.

 

Hoofdwegenstructuur

De hoofdwegenstructuur van de gemeente Vught herbergt over het algemeen de grootste hoeveelheid (vracht)verkeer. In veel gevallen maken ook de hulpdiensten en het openbaar vervoer gebruik van de hoofdwegenstructuur. De kans op ongevallen bij gladheid is op deze wegen groot.

 

Busroutes

Openbaar Vervoer is van cruciaal belang voor de dagelijkse bereikbaarheid van voorzieningen en het vervoer van mensen van en naar die voorzieningen.

 

Erftoegangswegen type 1

Deze 30km/h wegen hebben ondanks het lagere snelheidsregime toch een (beperkte) verkeersfunctie. Deze wegen zijn naast de hoofdwegenstructuur ook van groot belang voor de ontsluiting van de kernen Cromvoirt, Helvoirt en Vught. Vanuit dit belang wordt aan deze 30km/h wegen ook een hoge prioriteit gegeven. Voorbeelden van dit type wegen zijn de Torenstraat in Helvoirt, de St. Lambertusstraat in Cromvoirt en bijv. de Van Voorst tot Voorststraat in Vught.

 

Hoofdfietsroutes

Vanuit het Verkeer en Vervoerplan zetten wij verder sterk in op het stimuleren van het fietsgebruik. Het hoofdfietsnetwerk van de gemeente is een druk gebruikt netwerk door zowel utilitair als recreatief fietsverkeer. Fietsverkeer is een grote risicogroep daar waar het gaat om gladheid. Daarom krijgen de hoofdfietsroutes een relatief hoge prioriteit in het bestrijden van de gladheid.

 

Routes tussen de kernen

De routes tussen de kernen hebben vanwege hun verbindende functie ook een hoge prioriteit binnen de gladheid bestrijding. Deze verbindende wegen sluiten in veel gevallen direct aan op de hoofdwegenstructuur en/of de erftoegangswegen type 1. Wegen buiten de bebouwde kom worden veelal gekenmerkt door hun krappe vormgeving, natuurlijke bermvoorzieningen, lage(re) intensiteiten, langgerektheid en daarmee de mogelijkheid tot hoge snelheden. Verder kunnen deze wegen door hun specifieke ligging t.o.v. bezonning en windrichting snel voor een gladheidprobleem zorgen.

 

Winkelgebied/scholen/zorgcomplexen

Binnen de bebouwde kommen is gladheid vooral een probleem voor de langzame weggebruiker (voetganger en fietser) en dan nog specifieker de minder validen en ouderen. Wegen waarlangs zorgcentra, bejaardencentra, bejaardenwoningen, winkels, bedrijven, brandweerkazerne, en dergelijke openbare voorzieningen hebben vanwege hun openbare karakter een groter risico.

 

Overige wegen

Het verkeer op de overige gemeentewegen kenmerkt zich over het algemeen door een lager verkeersaanbod met pieken in de ochtend- en avonduren. De risico's op deze wegen zijn van lagere orde ten opzichte van de overige prioriteiten en daar vindt dan ook zeer beperkt of geen gladheidbestrijding plaats.

 

3.5 Verantwoordelijkheden gladheid

Indien er sprake is van gladheid, dan dragen meerdere partijen verantwoordelijkheid bij een veilig en doelmatig gebruik van de wegen bij gladheid. Het gaat daarbij om de wegbeheerder en de weggebruiker. De verantwoordelijkheden van beide partijen lichten we in dit hoofdstuk nader toe.

 

3.5.1 Wegbeheerder

Als wegbeheerder heb je wettelijke verplichtingen omtrent de gladheid bestrijding. Deze zijn in hoofdstuk 2 omschreven. De kans op ongevallen en daarmee samenhangend, de kans op aansprakelijkheid voor schade door gladde wegen willen wij tot een minimum beperken. Daarvoor hanteren wij de volgende richtlijnen:

  • 1.

    Een (door het college van B&W) goedgekeurde nota Gladheid Vught;

  • 2.

    Strooiroutes, opgesteld op basis van het strooischema en prioriteitenstelling;

  • 3.

    Jaarlijkse informatieplicht naar burgers;

  • 4.

    Verantwoording op basis van een inzetplanning en;

  • 5.

    Informatie uit hulpmiddelen ter bepaling van (de mate van) gladheid bewaren wij en kunnen wij overleggen;

  • 6.

    Deugdelijk materiaal;

  • 7.

    Consistent beleid en uitvoering.

3.5.2 Weggebruiker

Wij hebben als gemeente een inspanningsverplichting. Bij aansprakelijkstelling is echter ook de eigen verantwoordelijkheid van de weggebruiker van belang. Ongelukken ontstaan in veel gevallen omdat weggebruikers zich niet aan een veilige snelheid houden, onoplettend rijden of waarschuwingen via de media gedeeltelijk of geheel negeren. Eigen schuld leidt tot een verminderde aansprakelijkheid van de wegbeheerder en kan er zelfs toe leiden dat er in het geheel geen aansprakelijkheid bestaat.

4. UITVOERING

Met het uitvoeringsplan geven we inzicht in wat tijdens het winterseizoen qua dienstverlening van ons te verwachten is. De twee belangrijkste doelstellingen in deze nota zijn enerzijds het bieden van een zo hoog mogelijke service aan de inwoners van de gemeente. Anderzijds het zo min mogelijk belasten van het milieu met behoud van optimale effectiviteit. Het uitvoeringsplan wordt jaarlijks geëvalueerd door het cluster Verkeer en de BOR en daar waar nodig geactualiseerd.

 

De coördinator gladheid coördineert de inzet van andere gemeentelijke diensten (personeel en tractie). Binnen de gemeente is er één coördinator die centrale afspraken maakt over inzet bij gladheidbestrijding. De gladheidbestrijding loopt van 1 november tot 1 april over een duur van 22 weken vanaf de maandag in de week waarin 1 november valt. In deze periode is de gladheidbestrijding van kracht. De gladheidbestrijding vindt, indien nodig 24uur per dag, 7 dagen in de week plaats.

 

4.1 Strooimethodiek

Vanaf het seizoen 2015-2016 hanteren we als strooimethode de preventieve gladheidbestrijding met de zogenaamde nat-zout methode.

 

Van preventief strooien is sprake wanneer de strooiactie vóór de aangekondigde weersverslechteringen plaatsvindt. Wanneer de temperatuurdalingen en de hoeveelheden neerslag beperkt blijven, kan preventief strooien als maatregel toereikend zijn. In andere omstandigheden moet het preventief strooien als een voorbereidende fase gezien worden. Door gevoelige oppervlakken preventief te bestrooien, heeft de sneeuw minder kans om zich aan het wegdek vast te hechten. Op die manier kunnen sneeuwruimers, in een later stadium, de sneeuw en het ijs sneller en gemakkelijker verwijderen.

 

Preventief strooien is de basis van onze gladheid bestrijding . Dit betekent echter niet dat er geen curatieve strooiacties meer plaatsvinden. Indien de omstandigheden het vereisen, dan strooien we ook tijdens geconstateerde gladheid.

 

4.2 Strooiactie

De coördinator raadpleegt de voor hem beschikbare middelen en beoordeeld of er sprake is van gladheid en een beslist een strooiactie op te zetten. De coördinator roept de geconsigneerde medewerkers – die nodig zijn om de gladheid te bestrijden – op via de ter beschikking gestelde telecommunicatiemiddelen.

 

Aangezien de gemeente veelal preventief strooit, kunnen we een strooiactie vooraf bepalen. Indien nodig geeft de gladheidcoördinator aan het einde van de werkdag de opdracht om het nodige strooimaterieel klaar te zetten. Bij hevige sneeuwval bouwen wij de sneeuwschuivers of sneeuwborstels op. Vervolgens laden wij de strooiers met zout. De chauffeurs voeren een voertuigcontrole uit waarbij o.a. naar verlichting, oliepeil en banden wordt gekeken. Bij storing of defect kan de gladheidcoördinator direct actie ondernemen.

 

De coördinator gaat na of alle opgeroepen medewerkers aanwezig zijn. Daarop volgt een kort overleg waarin de strooidichtheid en eventuele bijzonderheden besproken worden. Bij het wegrijden van de gemeentewerf controleert de coördinator werking van strooier. De medewerkers rijden vervolgens de routes zoals terug te vinden in dit draaiboek. De gladheidcoördinator controleert of de uitvoering op de juiste wijze plaatsvindt. Dit gebeurt door contact te houden met de chauffeurs en zelf de weg op te gaan.

 

Zodra de gladheidcoördinator heeft bepaald dat de strooiactie het gewenste resultaat heeft opgeleverd, wordt het strooimaterieel gereinigd. Op basis van de weersverwachting geeft de coördinator aan in welke vorm de reiniging moet gebeuren. Als te verwachten valt dat op korte termijn opnieuw een strooiactie moet plaatsvinden, beperkt de reiniging zich tot de draaiende delen. Als er binnen een termijn van 7 dagen geen strooiactie te verwachten valt, wordt het materieel grondig gereinigd.

 

Zodra alle voertuigen terug op de gemeentewerf staan, bespreekt de coördinator de strooiactie met de medewerkers. De administratie, bijzonderheden en opmerkingen worden vastgelegd en ingeleverd bij de gladheidcoördinator die ze verwerkt in het strooilogboek.

 

De strooiactie wordt afgesloten als het gewenste resultaat is bereikt en er op dat moment geen verdere actie noodzakelijk is. De medewerkers zetten we in voor hun dagelijkse werkzaamheden of krijgen vrijaf. De gladheidcoördinator controleert de zoutvoorraad en geeft eventuele bestellingen door.

 

4.3 Strooikaart

De beleidslijnen en prioriteitstellingen komen samen tot uiting in de strooikaart. De strooikaart is opgebouwd uit alle wegen en fietspaden waar wordt gestrooid. Jaarlijks passen we de strooikaart aan op. Eventuele aanpassingen vloeien voort uit de evaluatie van het voorafgaande strooiseizoen, of bijv. door realisatie van nieuwe fietspaden/wegen.

 

4.4 Handmatige gladheidbestrijding

Bij langdurige gladheid (zoals bijvoorbeeld aanhoudende sneeuwval) worden de BOR medewerkers ingezet om handmatig de gladheid te bestrijden door middel van droog strooizout en sneeuwscheppen. Het betreft locaties waar veel voetgangers/fietsers komen en waar we met machines niet bij kunnen. Hieraan denken we aan scholen, religieuze gebouwen, rust – en verzorgingstehuizen, bejaardenwoningen, looproutes voor visueel gehandicapten en winkelcentra.

 

De handmatige vorm van gladheidbestrijding vindt enkel plaats tijdens reguliere werkdagen en werktijden en afhankelijk van het beschikbare personeel.

 

4.5 Strooien door derden

Vught kenmerkt zich door de ligging van diverse rijkswegen (N65 en A2). Hierdoor stemmen wij af met Rijkswaterstaat. Verder stemmen wij af met de aangrenzende gemeenten, te weten ’s-Hertogenbosch, Boxtel en St. Michielsgestel.

 

Vanuit deze afstemming is te stellen dat de gemeente Boxtel zorg draagt voor het strooien van de Boxtelseweg en Oude Baan. De gemeente st Michielsgestel draagt zorg voor het strooien van de Haldersebaan van de gemeentegrens tot aan het viaduct van de A2, De gemeente ’s-Hertogenbosch draagt zorg voor het strooien van het fietspad langs het Drongelens kanaal van de Honderdmorgensedijk tot aan de gemeente Grens. Het Ministerie van Defensie verzorgt het strooien van de Lunettenlaan en de omliggende omgeving (woonoord Lunetten en parkeervoorzieningen). De Molenstraat (weg en fietspad_) in Helvoirt wordt door de Gemeente Oistwerijk gestrooid. De Witvensedijk (weg en fietspad_ wordt door Vught gestrooid, dit valt formeel onder Boxtel. De Heideweg, gedeelte noord in Helvoirt is Tilburg, maar wordt ook door Vught gestrooid.

 

Aandachtspunt bij de afstemming met derden zijn eventuele verschillen tussen onze werkwijze en die van derden. Daarbij valt te denken aan verschillende manier van strooien (curatief-preventief), maar ook een ander meldsysteem waardoor er sprake is van verschillende tijdstippen waarop het strooien plaatsvindt.

 

In het traject rondom de gladheid bestrijding vindt veelvuldig overleg plaats met diverse partijen, waaronder de Fietsersbond, de werkgroep toegankelijkheid maar ook het centrummanagement.

 

4.6 Melding en Waakdiensten

De coördinator gladheid bewaakt de controle over te verwachten gladheid. Hij maakt daarbij gebruik van www.gladheid.nl en eigen waarneming.

 

4.7 Milieueffecten

Bij de keuze van het strooizout, de bestrijdingsmethode en de duur van de gladheidbestrijding is het milieuaspect nauw betrokken. Het is echter niet te vermijden dat een deel van het zoutmengsel in de bermen, grondwater en rioleringen terechtkomt wat neveneffecten voor het milieu met zich meebrengt.

 

Diverse groenvoorzieningen lijden onder de gevolgen van het strooizout. Het zout onttrekt namelijk vocht aan de vegetatie waardoor planten in het voorjaar groeiproblemen kunnen vertonen. Om die reden strooien wij volgens de zogenaamde nat-zout strooimethode. Dit met als doel zo min mogelijk zout in de berm terecht te laten komen. Nat zout blijft namelijk op de weg plakken. Op deze manier belasten wij groenvoorzieningen, maar ook oppervlakte – en grondwater bij de nat-zout strooimethode minder. Jaarlijks voeren wij een evaluatie uit. Bij die evaluatie beoordelen wij materiaal en methodes opnieuw om te zien of er winst te behalen is in de bescherming van het milieu.

5. FINANCIËN GLADHEIDBESTRIJDING

Gladheidbestrijding is relatief kostbaar. Medewerkers en materieel zetten wij voor een relatief korte periode zeer intensief in. De kosten voor de gladheidbestrijding bestaan uit kosten voor het basispakket en inzetkosten.

 

5.1 Kosten basispakket

De kosten voor het basispakket berekenen wij op basis van het jaarplan door en zijn binnen een boekjaar als vaste kosten aan te merken. Het betreffen onderstaande kostencomponenten:

  • 1.

    Kapitaallasten, stalling, reparatie, onderhoud, schoonhouden, belastingen, verzekeringen en overige voorzieningen;

  • 2.

    Abonnement op www.gladheid.nl;

  • 3.

    Consignatievergoedingen en verzekeringen voor het personeel;

Wijzigingen binnen het dienstverleningspakket resulteren in een toe- of afname van de kosten van het basispakket. Investeringsbeslissingen (al dan niet het gevolg van milieuwetgeving) leiden in de regel tot structurele toename van de onder punt ‘a’ genoemde kostencomponenten. Bovendien kunnen jaarlijks door diverse oorzaken fluctuaties optreden van de kosten van wintermaterieel.

 

5.2 Kosten inzet

De inzetkosten berekenen wij door op basis van werkelijk gebruik en bestaan uit:

  • 1.

    Wegenzout

  • 2.

    Materieel/brandstof

  • 3.

    Personeelskosten

  • 4.

    Aannemerskosten (inhuur)

Gezien de jaarlijks sterk fluctuerende noodzaak tot gladheidbestrijding zijn de kosten dan ook niet voorspelbaar. Wij streven er naar om de gladheidbestrijding elk jaar op de meest effectieve en efficiënte wijze vorm te geven.

 

Ad. 1 Wegenzout

De gemeentelijke zoutloods heeft een capaciteit van maximaal 100 ton strooizout. Er wordt voor gezorgd dat de zoutvoorraad voor 1 november 100% bedraagt. Wij hebben een contract met Eurosalt voor het leveren van wegenzout en pekelwater.

 

Ad. 2 Materieel-Brandstof

Ten behoeve van de gladheidbestrijding zetten wij eigen materieel in. Voor de aanvang van het winterseizoen controleren wij in samenspraak met de leverancier al het materieel. Wij hebben tevens een onderhoudscontract met een 24 uurs servicedienst om eventuele storingen tijdens de strooiactie zo spoedig mogelijk te herstellen. Voor de aanvang van het strooiseizoen is er een vlootschouw. Naast het onderhoud worden de strooiers en sneeuwploegen jaarlijks gekeurd op veiligheid, de zogenaamde Nido COM-Keur.

 

Wij beschikken over het volgende materieel:

  • 1.

    Vrachtauto met grote natstrooier

  • 2.

    1 Pick Up strooier (overgenomen uit de gemeente Haaren)

  • 3.

    Multicar met kleine sproeier (2 stuks)

  • 4.

    Shovel met rolveger/schuif

  • 5.

    Tractor met rolveger

  • 6.

    Sproeielementen (4 stuks t.b.v. 4 bussen)

  • 7.

    Borstelfrees t.b.v. trottoirs

  • 8.

    Tank (voor zout-vloeistof).

  • 9.

    Reservestrooier (droogstrooier)

  • 10.

    Zoutkisten

Ad. 3 Personeel

Consignatie: Wij werkten tot dit strooiseizoen met een tweetal ploegen van drie personen. Deze zijn afwisselend op oproepbasis beschikbaar voor de gladheidbestrijding. Het geconsigneerde personeel wordt bij (dreigende) gladheid telefonisch opgeroepen door de coördinator van de gladheidbestrijding. Alle geconsigneerde medewerkers hebben een werkend telecommunicatiemiddel ter beschikking om een goede bereikbaarheid te garanderen.

 

Vanaf het strooiseizoen 2020-2021 is het aantal strooiploegen uitgebreid van twee ploegen van vier personen. Dit heeft te maken het met de gemeentelijke herindeling waardoor het te strooien gebied groter is geworden.

 

Verlof en ziekte: Bij afwezigheid door ziekte wordt gelijkwaardige vervanging geregeld door de coördinator. Indien de geconsigneerde medewerker vakantie heeft op het moment van zijn dienst, dient de medewerker zelf voor gelijkwaardige vervanging te zorgen. De vervangende medewerker ontvangt een vaste maandelijkse consignatievergoeding. Wijzigingen in het consignatierooster worden, voor zover mogelijk, ruim tevoren besproken en vastgelegd door de coördinator gladheidbestrijding of diens vervanger.

 

Opleiding / oefenen: Bij de uitvoering van de gladheidbestrijding staat veiligheid voorop. Het is dan ook cruciaal dat de medewerkers gedegen zijn opgeleid en een cursus gladheidbestrijding hebben gevolgd. Verder worden - indien nodig - bijscholingen georganiseerd om het kennisniveau op peil te houden. De coördinator gladheidbestrijding en de leidinggevenden die meedraaien in de consignatierooster hebben een cursus gladheidbestrijding gevolgd specifiek afgestemd op zijn/haar taken en verantwoordelijkheden. De medewerkers hebben de opleiding Specifieke Deskundigheid Winterdienst gevolgd. Voor de aanvang van het winterseizoen worden de strooiroutes doorgenomen en kan het geconsigneerde personeel oefenen met het rijden van de routes en het bedienen, afstellen en laden van de voertuigen.

 

Schaderegeling: Geconsigneerde medewerkers die worden opgeroepen bij acute of dreigende gladheid/sneeuwval lopen risico op materiële schade aan hun auto’s, motoren, bromfietsen en fietsen. De schade opgelopen op de route van huis naar de BOR wordt vergoed voor zover die schade niet is ontstaan door schuld of grove nalatigheid.

 

Arbo en veiligheid: De gladheidbestrijding vindt bijna altijd plaats onder lastige omstandigheden voor het uitvoerende personeel. De kaders voor de inzet en de arbeidsomstandigheden van het personeel zijn vastgelegd in de Arbeidstijdenwet en de Arbowet. Voor het gemeentepersoneel geldt de CAO gemeenten. De werkgever kan de ambtenaar verplichten om zich buiten de voor zijn betrekking vastgestelde werktijden beschikbaar te houden voor gladheidbestrijding, de zogenaamde piketdienst of consignatiedienst. De continuïteit van de consignatiedienst wordt bewaakt door de coördinator.

 

5.3 Begroting - Kadernota

De hierboven beschreven reguliere kosten zijn verwerkt in de begroting. Jaarlijks monitoren we de ontwikkelingen rondom de gladheid bestrijding en passen we daar waar nodig het beschikbare budget aan.

 

In dit beleidsplan vermelden wij verder geen specifieke bedragen, dit vanwege onvoorspelbaarheid van de kosten. De financiële consequenties van de gladheid bestrijding verwerken wij binnen de jaarlijkse planning & control cyclus.

6. COMMUNICATIE

Communicatie over gladheid bestrijding is van cruciaal belang. Het maakt het onderdeel uit van de zorgplicht die we als gemeente hebben. Door te communiceren over de gladheid wijzen we mensen op de optredende of geldende gladheid, als ook op de wederzijdse verantwoordelijkheden.

 

Publicatie: Na het jaarlijkse vaststellen van het beleidsplan gladheidbestrijding publiceren wij het beleid en een kaart met strooiroutes op de gemeentelijke website. Aanvullend daarop plaatsen we een artikel met daarin de algemene strekking dat we klaar zijn voor het strooiseizoen.

 

De beleidsnota Gladheid Vught leggen wij tevens ter inzage. Zo weten burgers wat zij van de gemeente mogen verwachten en wat de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van de burgers zelf is. Tegen het beleidsplan is geen bezwaar en beroep mogelijk.

 

Doelgroepen: Communicatie vindt zowel intern als extern plaats. De doelgroepen voor de communicatie m.b.t. de gladheidbestrijding zijn in te delen in interne en externe groepen. Omdat beide groepen vaak op een ander moment en op een andere manier worden benaderd, benoemen wij ze apart.

 

Interne doelgroepen waarmee gecommuniceerd wordt zijn burgemeester en wethouders, portefeuillehouder gladheidbestrijding, directie en management team, diverse afdelingen/cluster waaronder Realisatie en Beheer, Communicatie en het klantcontactcentrum en uiteraard de uitvoerende medewerkers van de BOR.

 

Bij externe doelgroepen valt te denken aan de gemeenteraad, inwoners van de gemeente Vught, organisaties en publieke voorzieningen, samenwerkingspartners gladheidbestrijding, omliggende gemeenten, Rijkswaterstaat, hulpdiensten en media. Onder de externe doelgroep vallen ook de ondernemers. Met de ondernemers voeren wij apart overleg over wat beide partijen van elkaar kunnen verwachten van de gemeente en waar verantwoordelijkheden liggen

 

Strategie: De communicatie omvat veelal feitelijke informatie over wanneer strooien we en waar strooien we? En belangrijk wat kunnen mensen zelf doen tegen gladheid, de zogenaamde tips&tricks.

 

Middelen: Bij de communicatie zetten we diverse middelen in. Intern doen we dit indien nodig via een interne mailing of intranet. Externe communicatie vindt plaats via persberichten in huis – aan – huisblad het Klaverblad, de gemeentelijke website www. Vught.nl en sinds vorig strooiseizoen ook via social media (facebook/twitter)

 

Naast communicatie denken we altijd na over de inzet van creatieve dan wel ludieke acties. Een voorbeeld daarvan kan dat inwoners van Vught een klein emmertje zout op kunnen halen bij de BOR.

 

Verder hebben we een klant contact centrum. Via het klant contact centrum (KCC) kunnen mensen hun klachten of complimenten kwijt aan de gemeente. Algemene afspraak voor meldingen is dat wij binnen de normtijd van vijf werkdagen een reactie geven en/of dat de klacht is opgelost. In geval van gladheid proberen wij hier uiteraard sneller op te reageren.