Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Teylingen

Nulbeleid voor coffeeshops in Teylingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTeylingen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNulbeleid voor coffeeshops in Teylingen
CiteertitelNulbeleid voor coffeeshops
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-2008Nieuwe regeling

20-05-2008

Plaatselijke krant

2008/06788

Tekst van de regeling

Intitulé

Nulbeleid voor coffeeshops in Teylingen

Inleiding

Voorop dient te worden gesteld dat het verkopen van softdrugs, of dit nu wel of niet vanuit een coffeeshop gebeurt, ingevolge het geldend recht een illegale activiteit is. De artikelen 2 en 3 van de opiumwet stellen immers het in- en uitvoeren, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, aanwezig hebben en vervaardigen van, de onder de wet vallende, verdovende middelen strafbaar. Onder deze middelen vallen zowel de zogeheten harddrugs (onder andere cocaïne, heroïne en LSD) als softdrugs (onder andere cannabisproducten, hasjiesj en marihuana). Daarnaast dient te worden aangegeven dat het gedogen van illegale activiteiten, ofschoon daarvoor onder omstandigheden gewichtige argumenten kunnen worden aangevoerd, een uit bestuursrechtelijk oogpunt bezien weinig gelukkige figuur is. In beginsel dient het bestuur er immers zorg voor te dragen dat de rechtsorde gehandhaafd wordt en dat wordt opgetreden tegen door de wetgever in strijd met de rechtsorde geachte activiteiten.

 

Softdrugs zullen voorlopig niet gelegaliseerd worden. Het beleid van de scheiding der markten van softdrugs en harddrugs wordt voortgezet. De verkoop van kleine hoeveelheden softdrugs wordt onder bepaalde voorwaarden gedoogd in alcoholvrije inrichtingen, de zogenaamde coffeeshops.

 

Bij het voeren van een coffeeshopbeleid zijn gemeente, OM en politie sterk afhankelijk van elkaar. Het gebruik van bestuursrechtelijke bevoegdheden moet goed op elkaar worden afgestemd om een samenhangend en effectief coffeeshopbeleid tot stand te brengen.

Regionaal kaderbeleid van de politie Hollands Midden

Een kerngroep van de politieregio Hollands Midden (bestaande uit de korpsbeheerder, de hoofdofficier van justitie en de korpschef) heeft in december 1995 een commissie softdrugs ingesteld, onder voorzitterschap van de heer Schoots, burgemeester van Zevenhuizen-Moerkapelle. De commissie, ook wel de werkgroep Schoots genoemd, heeft advies uitgebracht aan het regionaal college. Dit advies is op 14 februari 1997 overgenomen door het regionaal college en neergelegd in regionaal beleid.

 

Op 14 februari 1997 is door het Regionaal College van de politieregio Hollands Midden een besluit genomen betreffende een regionaal kaderbeleid ten aanzien van coffeeshops.

Onder een coffeeshop wordt in dit verband verstaan: 'een alcoholvrije horecagelegenheid, waar handel in en gebruik van softdrugs plaatsvindt (ongeacht de naam die deze gelegenheid voert). Dit regionaal kader betreft een op elkaar afgestemd regionaal bestuurlijk en justitieel handhavingsbeleid betreffende coffeeshops en sluit aan bij de landelijke drugsnota van het kabinet.

 

In dit gezamenlijke beleid neemt het spreidingsbeleid ten aanzien van coffeeshops een belangrijke plaats in. Daarbij dient steeds sprake te zijn van een redelijke spreiding van het aantal coffeeshops over de regio.

Waarom beleid voor coffeeshops?

Het vaststellen van een consistent en onderbouwd coffeeshopbeleid is van belang voor de effectiviteit van de handhaving. Dit geldt zowel bij een gedoogbeleid als bij een nulbeleid.

De rechter laat het bestuur doorgaans de ruimte om van zijn handhavinginstrumenten gebruik te maken, maar vraagt wel naar het onderliggende beleid.

Vaststelling van coffeeshopbeleid

Burgemeester, politie en justitie dragen elk vanuit de eigen verantwoordelijkheid bij aan een samenhangend en effectief beleid. Het gaat er hierbij om dat de strafrechtelijke en bestuursrechtelijke bevoegdheden zo op elkaar zijn afgestemd, dat ze elkaar daadwerkelijk aanvullen. Het Regionaal College heeft in 1997 voorde regio Hollands Midden een regionaal kaderbeleid ten aanzien van coffeeshops vastgesteld, dat uitgaat van een maximum aantal coffeeshops in de regio van 23, met het uitdrukkelijke doel dit aantal terug te brengen indien de lokale situatie daartoe sterk aanleiding geeft. Dit beleid is doorvertaald naar een districtelijke beleidslijn waarbij sterk rekening is gehouden met de feitelijke situatie zoals deze was ten tijde van de vaststelling van het regionaal kader. Hierdoor gedoogt alleen de gemeente Lisse binnen het district Duin- en Bollenstreek een coffeeshop. De overige gemeenten, te weten Noordwijk, Katwijk, Noordwijkerhout, Hillegom en Teylingen zijn daardoor in staat een onvoorwaardelijk nuloptiebeleid te voeren.

 

De gemeente heeft de mogelijkheid om zelf op te treden aan de hand van bestuursrechtelijke middelen. De verantwoordelijkheid voor handhaving van de openbare orde in de gemeente berust immers primair bij de gemeente, meer in het bijzonder, bij de burgemeester. Ook de bescherming van het woon- en leefklimaat is een primair gemeentelijke verantwoordelijkheid.

Anders gezegd, de omstandigheid dat door het Openbaar Ministerie strafrechtelijk de ruimte is gecreëerd om handel en bezit van softdrugs (onder bepaalde voorwaarden) te gedogen, laat onverlet dat de gemeentelijke bestuursorganen, aJ dan niet ter uitvoering van de autonome gemeentelijke verordeningen, en rekening houdend met specifieke plaatselijke omstandigheden, bestuurlijk handhavend optreden. Het kabinet heeft dan ook aangegeven dat "het gemeentebestuur kan besluiten om binnen haar grenzen in het geheel geen coffeeshop toe te staan".

Bevoegd gezag

Op basis van artikel 174 van de Gemeentewet is de burgemeester belast met het toezicht op openbare inrichtingen en met de uitvoering van verordeningen die betrekking hebben op dat toezicht. Coffeeshops zijn ‘Voor het publiek openstaande gebouwen' zoals bedoeld in artikel 174 Gemeentewet. De burgemeester is derhalve het bevoegde gezag. De burgemeester is daarom bevoegd het beleid ten aanzien van coffeeshops vast te stellen.

Artikel 4:81 Awb bepaalt namelijk dat beleidsregels worden vastgesteld door het bevoegde bestuursorgaan zelf. Dit neemt niet weg dat de burgemeester de gemeenteraad zo veel mogelijk op de hoogte houdt.

Aandachtspunten

Tot de specifieke plaatselijke omstandigheden waarmee bij het voeren van een gemeentelijk beleid rekening kan worden gehouden behoren:

  • de geografische ligging van de gemeente

  • de omvang van de gemeente

  • de omliggende gemeenten

  • de bevolkingsopbouw

  • het al dan niet bestaan van een lokale markt voor softdrugs

  • heeft de gemeente een streek- of centrumfunctie

  • is er sprake van overlast

  • het maatschappelijk draagvlak

Overigens is ook in het landelijk beleid van het Openbaar Ministerie erkend dat de aanpak van de drugsproblematiek om meerdere redenen per gemeente sterk kan verschillen.

Cijfers

Het drugsgebruik van de bevolking uit de Duin- en Bollenstreek is opgenomen in overzichten. De cijfers zijn verzameld door de GGD Hollands Midden. De cijfers komen uit peilingen die gehouden zijn in de periode van 1996 tot en met 2003. Dit zijn de meest recente cijfers.

Percentage dat cannabis gebruikt

 

 

12-17 jarigen

18-26 jarigen

 

1998

2003

1998

2003

Hillegom, Lisse, Noordwijkerhout, Teylingen

9%

3%

10%

11%

Duin- en Bollenstreek

-

-

-

-

Zuid-Holland Noord

7%

5%

9%

10%

 

De cijfers wijzen uit dat er in Teylingen, Lisse, Noordwijkerhout en Hillegom geen grotere behoefte is dan in Zuid-Holland Noord.

Cannabisgebruik in Teylingen

In jongerenpeiling 2003 wordt het recente gebruik van cannabis (gebruik in laatste 4 weken) berekend voor cluster Hillegom, Lisse, Noordwijkerhout en Teylingen. Het clusterpercentage is toegepast op het aantal inwoners van Teylingen in 2003.

 

Van de 12-14 jarigen heeft niemand cannabis gebruikt in de afgelopen 4 weken.

 

Per leeftijdsgroep: aantal inwoners, percentage cannabisgebruik (95% betrouwbaarheidsinterval) en omvangschattingen met onder- en bovengrens.

 

 

Aantal inwoners

Canabisgebruik % (CI)

Geschat aantal

Ondergrens

Bovengrens

15-17 jaar

1426

5,4 (1,9)

77

14

128

18-23 jaar

2132

11,3 (7,16)

241

149

341

24-26 jaar

934

8,8 (3,15)

82

28

140

Totaal 15-26 jaar

4492

8,9 (6,12)

400

270

540

CI = confidence interval 95%

 

Leesvoorbeeld: In 2003 had Teylingen 1.426 inwoners van 15-17 jaar; 5,4% heeft de afgelopen 4 weken cannabis gebruikt; 95% betrouwbaarheidsinterval (foutenmarge) is tussen de l en 9 procent; het geschatte aantal 15-17 jarige recente cannabisgebruikers is 77. De meest waarschijnlijke schatting ligt tussen 14 en 128 gebruikers.

 

Pas op! Het totaal van de optelsommen ondergrens en bovengrens kloppen niet met elkaar. Dit komt omdat de 95% betrouwbaarheidsinterval breed is bij kleine aantallen en smal bij grote aantallen. De schatting van het totaal is het meest precies met de kleinste foutenmarge.

 

Pas op! Er zijn geen gegevens over het percentage dat ooit cannabis heeft gebruikt. Het gaat alleen om de groep die op het moment van invullen van de vragenlijst cannabis gebruikte. De groep ooit-gebruikers kan vier keer zo groot zijn als de groep recente gebruikers.

Nulbeleid

Volgens het CCV (Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid, hét kenniscentrum dat samenhangende instrumenten ontwikkelt en implementeert om de maatschappelijke veiligheid te vergroten) moet een nulbeleid goed gemotiveerd worden. Optreden alleen op basis van artikel 13b van de Opiumwet heeft minder kans op een rechterlijk fiat. Dit is gebleken uit een uitspraak van de Rechtbank Leeuwarden (2001). Ook de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in de zaak Naaldwijk (1997) gesteld dat de burgemeester in beginsel het recht toekomt om ter bescherming van het woon- en leefklimaat geen enkele coffeeshop in zijn gemeente toe te staan, mits deugdelijk wordt gemotiveerd waarom een dergelijk beleid redelijk en wenselijk is.

Voor alle duidelijkheid: de rechter kijkt dus met name naar de deugdelijkheid van de motivering en ook of het beleid niet onredelijk is!

 

De volgende argumenten rechtvaardigen het nulbeleid voor de gemeente Teylingen.

Argumenten om de exploitatie van een coffeeshop in Tevlingen niet toe te staan

  • 1.

    Door de nuloptie wordt voorkomen dat jongeren direct de gelegenheid wordt geboden om met softdrugs in aanraking te komen.

  • 2.

    Het aantal gebruikers in de gemeente Teylingen en de omliggende gemeenten liggen op dezelfde lijn.

  • 3.

    In de gemeenten Lisse, Leiden, Haarlem en Zandvoort zijn coffeeshops aanwezig om aan de behoeften van gebruikers te voldoen. Op zich zijn de coffeeshops in Leiden al voldoende om aan de vraag te voldoen.

  • 4.

    De verwachting bestaat dat door het gedogen van een coffeeshop een aanzuigende werking ontstaat vanuit de regio.

  • 5.

    Gebleken is dat de aanwezigheid van een coffeeshop een zware wissel trekt op het sociale leven in de gemeente. Daarnaast kunnen onveilige situaties ontstaan door extra verkeer als gevolg van bezoek aan de coffeeshop.

  • 6.

    Een gedoogde coffeeshop, die zich aan de regels houdt, verkoopt niet aan jongeren onder de 18 jaar. Schooljeugd, een groot deel van de gebruikers, blijft dus aangewezen op de illegale straathandel. Een coffeeshop lost het probleem daarom niet op.

  • 7.

    Onderzoek heeft uitgewezen dat blowen aanzienlijk ongezonder is dan werd aangenomen. Vooral depressies en angstbeelden kunnen het gevolg zijn van regelmatig drugsgebruik. Vanuit het oogpunt van volksgezondheid is het daarom wenselijk om de verkoop en het gebruik van cannabis te beperken.

  • 8.

    In de Algemene Plaatselijke Verordening Teylingen is artikel 2.7.2 'Openlijk gebruik' opgenomen waarin de verkoop van drugs wordt verboden (al of niet in een coffeeshop).

  • 9.

    In het regionaal kaderbeleid ten aanzien van coffeeshops, dat door het Regionaal College van het Politiekorps Hollands Midden in 1997 is vastgesteld, is vrij willekeurig een vorm geïntroduceerd van een coffeeshop per 25.000 inwoners.

    Op 29 januari 2003 heeft het Districtscollege Bollenstreek van het Korps Hollands Midden geconcludeerd dat deze norm op zich niet zonder meer houdbaar is. Het Districtscollege acht het van belang om meer eenheid in het preventiebeleid tussen de gemeenten tot stand te brengen.

  • 10.

    Tenslotte wil de gemeente Teylingen de lijn volgen zoals die in de Duin- en Bollenstreek wordt gevolgd (behalve Lisse) om zodoende tegemoet te komen aan de eenheid in het preventiebeleid binnen het district Duin- en Bollenstreek.

Gemeentelijk alcohol- en drugsbeleid

De gemeente is op dit moment bezig om aandacht te geven aan (preventief) alcohol- en drugsbeleid.

  • 1.

    De gemeente heeft de 'Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan' vastgesteld. Hierin staan afspraken (waaronder met name over het gebruik van alcohol en drugs) met horecaondernemers, politie en gemeente.

  • 2.

    In de gemeentelijke nota 'Lokaal Gezondheidsbeleid' wordt aanbevolen een alcoholmatigingsbeleid te voeren. Voorlichting en educatie aan jongeren en hun ouders vinden plaats in samenwerking met de GGD.

  • 3.

    In de nota 'Lokaal Gezondheidsbeleid' is tevens aangegeven dat preventief alcohol- en drugsbeleid een belangrijk onderwerp is binnen de gemeente. De preventieprogramma's die ingezet worden ter preventie van overmatig alcoholgebruik behandelen ook drugsgebruik. In deze preventieprogramma's wordt aandacht besteed aan polygebruik (alcoholgebruik in combinatie met drugs) en de risico's hiervan.

Aldus vastgesteld door de burgemeester van Teylingen op 20 mei 2008,

de burgemeester,

Drs S.W.J.G.Schelberg