Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Almere

Standplaatsenbeleid Gemeente Almere 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlmere
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingStandplaatsenbeleid Gemeente Almere 2015
CiteertitelStandplaatsenbeleid gemeente Almere 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene plaatselijke verordening gemeente Almere 2011

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-03-2015nieuwe beleidsregel

24-02-2015

Gemeenteblad Almere

geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Standplaatsenbeleid Gemeente Almere 2015

1 Inleiding

 

Standplaatsen zoals een viskraam, een bloemenstal, een oliebollenkraam of een loempiawagen zijn niet meer weg te denken in het Nederlandse en Almeerse straatbeeld. Standplaatsen bevorderen de levendigheid in de stad, verschaffen werkgelegenheid, dragen bij aan de aantrekkelijkheid van de openbare ruimte en zijn een verrijking van het voorzieningenaanbod voor de consument. Voor het innemen van een standplaats is een vergunning nodig op grond van de Algemene plaatselijke verordening 2011 van de gemeente Almere (APV 2011). Voor het verkrijgen van een vergunning moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Deze voorwaarden zijn nader uitgewerkt in dit standplaatsenbeleid. Dit beleid is tot stand gekomen uit de opgedane ervaringen met de nota Straathandel van 2004 en het handboek Ruimtelijke Kwaliteit van Almere Centrum uit 2009.

 

1.1 Het huidige standplaatsenbeleid

Op dit moment zijn alle vormen van straathandel beleidsmatig geregeld in de “Nota Straathandel” (hierna: de nota). Deze nota richt zich op de verschillende vormen van straathandel zoals vaste standplaatsen, tijdelijke standplaatsen het aanbieden van diensten en venten. Voor alle vormen van deze straathandel zijn in de nota aparte criteria geformuleerd. De nota geldt niet voor Almere Centrum. Voor het centrum zijn aparte beleidsregels vastgesteld in het “Handboek Ruimtelijke Kwaliteit” uit 2009. Het handboek beschrijft regels ten aanzien van het gebruik van de openbare ruimte in het centrum en hebben onder andere betrekking op standplaatsen, uitstallingen en speeltoestellen. Voor standplaatsen is onderscheid gemaakt in vaste standplaatsen, tijdelijke seizoensgebonden standplaatsen en tijdelijke promotionele standplaatsen. Daarnaast geldt een maximumstelsel en kunnen standplaatsen in tegenstelling tot de nota Straathandel, alleen worden ingenomen op vastgestelde locaties die in het handboek zijn opgenomen.

 

1.2 Ervaringen met het Standplaatsenbeleid

Uit de mondelinge evaluatie van de nota Straathandel en het Handboek Ruimtelijke Kwaliteit is naar voren gekomen dat het beleid over het algemeen voldoet. Het zou op de volgende punten geactualiseerd moeten worden.

  • 1.

    Er is een wildgroei van het aantal standplaatsen. In het huidige beleid is geen maximumbeleid (m.u.v. Almere centrum) en geen branchering opgenomen. Dit is wel wenselijk.

  • 2.

    Vergunningvoorschriften worden niet of onvoldoende nageleefd. De informatievoorziening naar de standplaatshouder en het toezicht en de handhaving moet worden verbeterd.

  • 3.

    De regels zijn versnipperd in twee beleidsnota’s. Dat maakt het beleid niet duidelijk. Zowel in- als extern wordt gepleit voor één standplaatsenbeleid.

  • 4.

    Het beleid is niet meer actueel. Almere is een jonge stad en volop in ontwikkeling. Sommige standplaatslocaties voldoen daardoor niet meer of zijn zelfs niet meer mogelijk, terwijl er voor de nieuwe stadsdelen zoals Almere Poort nog geen duidelijk kader ligt.

  • 5.

    Werkafspraken zijn niet meer actueel en moeten worden vernieuwd. Dit heeft hoofdzakelijk te maken met de wijzigingen in interne organisatie.

 

2.1 Doel standplaatsenbeleid 2015

Het standplaatsenbeleid 2015 vervangt de Nota Straathandel en het handboek Ruimtelijke Kwaliteit voor het centrum van Almere Stad uit 2009 voor zover het betreft het onderdeel “standplaatsen”. De doelstelling van het beleid is om een zo volledig mogelijke beschrijving te geven van het toetsingskader voor beoordeling van een aanvraag voor een standplaatsvergunning. Daarnaast beoogt het beleid te komen tot het bieden van rechtszekerheid en vereenvoudiging van vergunningverlening.

Het standplaatsenbeleid 2015 leidt tot:

  • één stedelijk beleid;

  • transparantie voor de aanvrager en belanghebbenden door een duidelijke omschrijving van de soorten standplaatsen, de beschikbare locaties en de eisen waaraan een aanvraag moet voldoen;

  • korte doorlooptijden en vermindering van administratieve lasten, omdat de beoordeling van de standplaatslocaties al in een eerder stadium heeft plaatsgevonden (deregulering);

  • duidelijke kaders waarbinnen de vergunningverlening en handhaving van de regels plaatsvindt.

 

2.2 Wettelijk kader

Het standplaatsenbeleid vloeit voort uit de Algemene plaatselijke verordening 2011 (APV 2011). In artikel 5:14 van de APV 2011 is bepaald dat het verboden is om zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen, te laten nemen of te hebben. Verder worden in artikel 5:14, lid 2, van de APV 2011 de weigeringsgronden vermeld. Deze gronden geven het kader aan waarop een vergunningaanvraag wordt getoetst. Dit toetsingskader is als volgt nader uitgewerkt en wordt als zodanig gebruikt bij de toetsing van vergunningaanvragen.

  • a.

    Openbare orde

    De aanwezigheid van een standplaats op zich en de aantrekkende werking die ervan uit kan gaan, kan een verstoring van de openbare orde opleveren door bijvoorbeeld vervuiling van de omgeving, de aanwezigheid van publiek en geluidoverlast. Een standplaats moet bijvoorbeeld geen aanzuigende werking hebben op (hang)jongeren De gemeente kan, in het belang van de bescherming van de openbare orde rekening houden door bijvoorbeeld standplaatsen te spreiden, en een bepaalde afstand van de standplaats ten opzichte van woningen in acht te nemen. Afhankelijk van de soort standplaats (heeft deze bijv. aantrekkingskracht op jongeren of leidt de standplaats tot veel verkeersbewegingen) kunnen nadere voorschriften worden gesteld of kan zelfs de vergunning geweigerd worden

  • b.

    Openbare veiligheid

    Wanneer een standplaats op een onoverzichtelijke locatie wordt ingenomen kan er sprake zijn van een onveilige (verkeers)situatie. Om te voorkomen dat de verkeersvrijheid- en/of veiligheid in het geding komt, worden standplaatslocaties vooraf getoetst aan de volgende verkeersaspecten:

  • geen standplaats op kruispunten, op hoeken van straten, onoverzichtelijke punten en dergelijke;

  • er mogen geen verkeersborden en verkeerslichten aan het oog worden onttrokken; geen standplaats op een rijbaan of langs een weg binnen 25 meter, gemeten langs het trottoir vanuit een bocht;

  • geen standplaats langs een weg als dat de doorstroming van het verkeer belemmert; geen standplaats op het trottoir/voetgangersgebied als voor het voetgangersverkeer daardoor minder dan 1,5 meter loopruimte overblijft;

  • een standplaats mag geen blokkade opleveren voor hulpverleningsvoertuigen van brandweer, ambulancediensten en dergelijke. Voor de hulpverleningsdiensten moet minimaal 3,5 meter vrij gehouden worden.

  • In het kader van de brandveiligheid geldt bij een standplaatslocatie met bak- en braadactiviteiten of aanwezigheid gastanks of verwarmingselementen een minimale een afstand van 5 meter vanaf de dichtstbijzijnde gevel.

  • Geen standplaats direct voor toegangen of nooduitgangen van winkels, woningen en bedrijven.

  • Het innemen van een standplaats op een parkeerplaats mag niet leiden tot aantoonbare onnodige parkeerdruk. Als daartoe aanleiding is kan naast de adviesvraag aan de politie en de wijkregisseur, nader advies worden gevraagd aan een verkeerdeskundige.

  • c.

    Volksgezondheid

    Ter bescherming van de volksgezondheid controleert de nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) of de regels van de Warenwet worden nageleefd door vergunninghouders die hoofdzakelijk etenswaren verkopen vanuit de standplaats. Bij overtreding van de Warenwet kan de NVWA maatregelen nemen. De NVWA kan bijvoorbeeld een waarschuwing geven of een bestuurlijke boete opleggen.

    Aan de hand van rapporten van de NVWA kan een standplaatsvergunning geweigerd worden als het aannemelijk is dat de volksgezondheid in het geding is bij het verlenen van de vergunning.

  • d.

    Bescherming van het milieu

    Een standplaats valt onder de werking van het activiteitenbesluit Wet milieubeheer. Hierin zijn voorschriften opgenomen ter bescherming van het milieu, waaraan de vergunninghouder dient te voldoen, onder andere ten aanzien van afval(water), geluid en lucht. Verder moet ook rekening gehouden worden met de Afvalstoffenverordening. Een weigeringsgrond op grond van de APV op het terrein van milieu is afhankelijk van hetgeen in voornoemde regelgeving is geregeld. Onderwerpen die in de Wet milieubeheer zijn geregeld, moeten via deze wetgeving worden gehandhaafd en niet via de APV.

  • e.

    Redelijke eisen van welstand

    Een standplaats moet in goede staat van onderhoud verkeren. Wanneer een standplaats het uiterlijk aanzien van de omgeving of het straatbeeld zodanig verstoort dat daardoor het karakter van de omgeving wordt aangetast kan dat aanleiding zijn om een vergunning te weigeren. Voor karakteristieke of architectonische locaties kan bepaald worden dat daar geen of onder bepaalde voorwaarden standplaatsen mogen worden ingenomen ter bescherming van het aanzien. Als daartoe aanleiding is kan de dienst Stedelijke Ontwikkeling om advies gevraagd worden.

  • f.

    Verzorgingsniveau.

    Uit jurisprudentie van de Afdeling bestuursrecht van de Raad van State blijkt dat het reguleren van concurrentieverhoudingen niet als huishoudelijk belang van de gemeente wordt aangemerkt. In het toedelen van standplaatsen zal echter wel gestreefd worden naar een gevarieerd aanbod voor de consument wanneer er meerdere standplaatsen in de directe omgeving van elkaar worden ingenomen. Weigeren van een vergunning voor het innemen van een vaste standplaats in verband met het verzorgingsniveau voor de consument kan slechts geaccepteerd worden in twee situaties:

  • 1.

    wanneer er een nieuw winkelcentrum opgezet wordt;

  • 2.

    of er binnen het verzorgingsgebied nog slechts één winkel gevestigd is in een bepaalde branche en deze winkel dreigt te verdwijnen door verlening van de vergunning. Hierdoor komt het verzorgingsniveau ter plaatse in het gedrang.

    Of sprake van een redelijk verzorgingsniveau voor de consument, wordt bekeken vanuit de positie van de consument en niet vanuit de positie van de winkeliers. Uit de jurisprudentie blijkt dat de beleidsregel om de eerste vijf jaar na opening van een nieuw winkelcentrum binnen een straal van 500 meter geen standplaatsvergunningen te verlenen voor branches die zich in het winkelcentrum hebben gevestigd, niet onredelijk is. (LJN: BD8539) Deze lijn wordt gevolgd in dit beleid.

    Rekening houdend met bovengenoemde kaders is in de volgende hoofdstukken verder vorm gegeven aan het standplaatsenbeleid.

 

3 Nadere bepalingen over standplaatsen

3.1 Definitie standplaats

Op grond van artikel 5:13, lid 1, van de APV 2011 wordt onder een standplaats verstaan: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of anderszins aanbieden van goederen en diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.

Op grond van artikel 5:13, lid 2, van de APV 2011 wordt niet onder standplaats verstaan:

  • een vaste plaats op een jaarmarkt of een markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet.

  • een vaste plaats op een evenement als bedoeld in artikel 2:9 van de APV 2011.

 

3.2 Soorten standplaatsen

Er wordt onderscheid gemaakt in de volgende standplaatsen.

  • Vaste standplaatsen

  • Tijdelijke standplaatsen

  • Incidentele standplaatsen voor een winkel

Uitgangspunt bij alle standplaatsen is dat deze een mobiel karakter moeten hebben en dagelijks na sluiting verwijderd moeten worden.

 

Vaste standplaatsen

Dit zijn standplaatsen die gedurende één of meerdere dagen per week gedurende het gehele jaar of een deel van het jaar op een vaste locatie worden ingenomen, zoals een viskraam of een snackwagen. Als een standplaats meer dan 12 dagen per jaar wordt ingenomen, wordt deze aangemerkt als vaste standplaats en wordt deze als zodanig aan deze voorwaarden getoetst. Het aanbieden van commerciële dienstverlenende activiteiten zoals autoruitreparaties en kentekenreparaties die meer dan 12 dagen per jaar een standplaats innemen worden ook aangemerkt als een vaste standplaats. Ook standplaatsen die seizoensgebonden producten als ijs of oliebollen verkopen vallen hieronder.

 

Tijdelijke standplaatsen

Een tijdelijke standplaats is een standplaats op een bepaalde locatie van waaruit een gratis product zoals een blikje cola of andere samples onder het winkelend publiek wordt gepromoot en/of verstrekt. Een tijdelijke standplaats kan ook worden ingenomen door een niet- commerciële instelling zoals een kerkgenootschap of een vereniging. Een vergunning voor een tijdelijke standplaats mag geen structureel karakter aannemen. Als beleidslijn wordt gehanteerd dat er voor deze standplaatsen uitsluitend dagvergunningen worden verstrekt met een maximum van 12 dagen per jaar per product. Hieraan ten grondslag ligt het streven naar zoveel mogelijk diversiteit en aanbieders die gebruik kunnen maken van deze standplaatslocaties. Als hieraan niet wordt voldaan, wordt de standplaats aangemerkt als vaste standplaats en vindt de toetsing plaats onder dat regime. Voor tijdelijke standplaatsen wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de pleinen, locaties die dienen als verbinding tussen de verschillende winkelgebieden of centrale locaties in de wijk (bij een wijkwinkelcentrum b.v.).

 

Incidentele standplaats bij een winkel

Winkeliers die behoefte hebben om een standplaats voor de eigen winkel te plaatsen om extra aandacht te vestigen op hun producten, kunnen hiervoor maximaal 12 dagen per jaar een incidentele standplaatsvergunning aanvragen. Bij deze activiteiten kan worden gedacht aan bijvoorbeeld de opening van het haringseizoen, of de verkoop van rozen in het kader van Valentijnsdag. Bij de beoordeling van de vergunningaanvraag wordt net als bij de vaste en de tijdelijke standplaatsen, getoetst aan de criteria van de APV(zie hoofdstuk 2.2 van dit beleid).

 

3.3 Overzicht standplaatslocaties

Onderdeel van dit beleid is een standplaatsenkaart van Almere Centrum waarin de mogelijkheden zijn opgenomen voor het innemen van een standplaats in dit gebied. In dit overzicht, dat opgenomen is in de bijlage, zijn de geschikte locaties voor vaste standplaatsen in Almere Centrum opgenomen (zie ook paragraaf 3.4). Er is uitgegaan van de bestaande standplaatslocaties die voldoen aan de vereisten en al sinds jaar en dag worden ingenomen.

Voor het centrum van Almere Buiten en Almere Poort zijn wel mogelijkheden voor vaste standplaatslocaties, maar vanwege de ontwikkeling van deze gebieden zijn nog geen definitieve vaste standplaatslocaties aangewezen. Hiervoor moet maatwerk verricht worden afhankelijk van de (ver) bouwontwikkelingen. Voor Almere Haven zijn de standplaatsmogelijkheden nader beschreven in bijlage 3. In deze bijlage zijn de nadere mogelijkheden van de standplaatslocaties in alle centra van Almere aangegeven. Dit overzicht moet gezien worden als maximumstelsel voor vaste standplaatslocaties in de aangegeven gebieden van de stadsdelen. In het overzicht is rekening gehouden met een evenwichtige spreiding en branchering van de standplaatsen. Ook zijn deze locaties getoetst aan het wettelijk kader zoals is omschreven in paragraaf 2.2. Afhankelijk van de mogelijkheden kunnen op een standplaatslocatie meerdere standplaatsvergunningen verleend worden. In ieder geval mogen niet meerdere standplaatsen gelijktijdig worden ingenomen op een standplaatslocatie.

 

Voor Almere Centrum zijn ook de tijdelijke standplaatslocaties aangewezen en beschreven vanwege het intensieve gebruik van het centrum en om te voorkomen dat er een wildgroei ontstaat met verstoring van de openbare orde als gevolg.

Voor de overige stadsdelen en locaties speelt dit probleem momenteel niet. Voor deze locaties wordt een aanvraag getoetst aan de voorwaarden van de APV 2011 en dit beleid.

 

3.4 Maximumstelsel vaste standplaatslocaties

Geconstateerd is dat het aantal vergunningaanvragen voor vaste standplaatsen het aantal beschikbare standplaatslocaties in de centra van de stadsdelen overtreft. Om ongewenste marktvorming en wildgroei van het aantal vaste standplaatsen te voorkomen wordt een maximumstelsel gehanteerd in deze gebieden. In de centra van de stadsdelen zijn de standplaatslocaties vooraf getoetst aan de criteria van de APV 2011 en op basis hiervan aangemerkt als een aangewezen standplaatslocatie waar het mogelijk is om een vaste standplaats in te nemen. De mogelijkheden voor het innemen van een standplaats op deze locaties, zijn beschreven in het overzicht van bijlage 3. Standplaatslocaties kunnen onder andere beperkt zijn in aantal, duur van de vergunning, afmetingen van de kraam of in het aantal dagen dat een standplaats kan worden ingenomen.

 

Voor het Centrum van Almere Buiten is een maximum vastgesteld van 6 standplaatslocaties. Als richtlijn worden de locaties aangehouden waarop nu de huidige standplaatsen zijn geplaatst. Echter het centrum van Almere Buiten is aan verandering onderhevig. Er is de afgelopen jaren en er wordt de komende jaren gewerkt aan een compleet nieuw centrum. Het kan dus zijn dat standplaatsen daardoor verplaatst moeten worden vanwege bouwwerkzaamheden of anderszins. Het komt erop neer dat de komende jaren steeds maatwerk verricht moet worden om vaste standplaatsen een plek te geven. Pas als het centrum is afgebouwd en er een bestendige situatie heerst kunnen definitieve vaste standplaatslocaties worden aangewezen. Dit geldt overigens ook voor Almere Poort.

 

De stadsdelen zijn als volgt onderverdeeld:

  • Almere Centrum: 16 vaste standplaatslocaties; 9 tijdelijke standplaatslocaties

  • Almere Buiten: 6 vaste standplaatslocaties; tijdelijke standplaatsen is maatwerk

  • Almere Haven: 5 vaste standplaatslocaties; tijdelijke standplaatsen is maatwerk

  • Almere Poort: 4 vaste standplaatslocaties; tijdelijke standplaatsen is maatwerk

 

Buiten de centra van de stadsdelen kunnen er in wijkwinkelcentra of andere locaties die mensen aantrekken ook standplaatsen worden ingenomen. Van geval tot geval wordt bekeken of kan worden voldaan aan de toetsingscriteria van de APV 2011 en dit beleid. Onder andere hangt dit af van de beschikbare ruimte, maar ook of het verzorgingsniveau voor de consument niet in gevaar wordt gebracht. Ook moet op deze locaties marktvorming worden voorkomen (zie paragraaf 3.8).

 

3.5 Evenredige branchering Stadsdelen

In het toedelen van vaste standplaatsen wordt zoveel mogelijk gestreefd naar een gevarieerd aanbod ten behoeve van een goed verzorgingsniveau voor de consument. Een standplaats kan zorgen voor een verruiming van het aanbod door toevoeging van ontbrekende branches of door vergroting van de keuzemogelijkheden voor de consument. In verband hiermee wordt ernaar gestreefd om binnen de stadsdeelcentra te komen tot een evenredige verdeling van de branches. Dit houdt in dat als er op een locatie binnen één van de bovengenoemde centra een standplaats verdwijnt, wordt beoogd deze locatie toe te wijzen aan een ondernemer die een aanvraag doet in de dezelfde branche. Aangetekend wordt dat nadrukkelijk niet wordt beoogd de concurrentieverhoudingen te regelen. Hierbij moet worden opgemerkt dat indien sprake is van een dwingende reden om van branche te wisselen het college hiervan kan afwijken zonder dat beoogd wordt de concurrentieverhoudingen te regelen.

 

3.6 Branchering overige locaties

Voor locaties buiten de centra van de stadsdelen wordt geen branchering vastgesteld. Dit houdt in dat er geen beleid wordt gevoerd op het soort product dat vanuit een standplaats wordt aangeboden. De standplaatshouder is vrij in de keuze van het soort product. Het verzorgingsniveau voor de consument mag echter niet in gevaar worden gebracht.

Vanzelfsprekend moet verder worden voldaan aan de criteria van de APV 2011 en aan de voorwaarden van dit beleid.

 

3.7 Soorten branches stadsdelen

Bij een vaste standplaats zijn de volgende branches te onderscheiden. Uitgegaan is van de meest voorkomende branches.

 

Branche

Soort product:

Bloemen

Diverse soorten bloemen en planten

Snacks

Diverse snacks onder andere: Patat, Hamburgers, Hotdogs, Loempia’s, Döner

Vis en visproducten

Gebakken vis, verse vis

Warme gebakskraam / Oliebollen

Oliebollen, (stroop) wafels, poffertjes

IJs

Schepijs, verpakt ijs

Groente en fruit

Groente en fruit

Zuivel

Kaas en andere zuivelproducten

Non-food en overige producten

Sieraden, ballonnen, kaarten etc.

 

3.8 Marktvorming

Het standplaatsenbeleid is niet bedoeld om (week)markten te reguleren. De regels ten aanzien van de (week)markt zijn neergelegd in de gemeentelijke Marktverordening. Gelet daarop wordt in dit standplaatsenbeleid een maximum gesteld aan het aantal standplaatsen dat gelijktijdig ingenomen mag worden (zie paragraaf 3.4). Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat standplaatsen bij evenementen, themamarkten en braderieën etc. buiten het kader van dit beleid vallen. Daarvoor is het evenementenbeleid van toepassing.

 

3.9 Nabijheid scholen

De jeugd wordt op vele plekken geconfronteerd met diverse vormen van ongezonde voeding. Via het standplaatsenbeleid kan een afstandeis worden opgenomen. In de raadsbrief van 18 december 2012 heeft het college het standpunt ingenomen om geen afstandscriterium nabij scholen in te stellen voor standplaatsen omdat dit niet het geschikte instrument is om jongeren te beïnvloeden tot een gezonde leefstijl. De voorkeur gaat daarom uit naar andere methoden om jongeren te stimuleren tot een gezondere leefstijl. Daarnaast verhoudt het instellen van een afstandseis voor deze kleine beroepsgroep zich niet met het gelijkheidsbeginsel.

 

3.10 Standplaatsen in relatie tot de reguliere markt

Het standplaatsenbeleid is niet bedoeld om markten te reguleren (zie artikel 5:13, lid 2, van de APV 2011). De regels ten aanzien van de (week)markt zijn neergelegd in de gemeentelijke marktverordening. Het is niet toegestaan om een standplaats in te nemen op een locatie waar op dat moment een in de marktverordening aangewezen markt plaatsvindt. In de standplaatsvergunning wordt deze beperking aangegeven indien daarvan sprake is.

 

3.11 Standplaatsen tijdens een evenement

Het uitgangspunt is dat een vaste standplaatshouder zijn plek gewoon moet kunnen blijven innemen als er op die locatie een evenement plaatsvindt. Echter, vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid, kan het voorkomen dat een vaste standplaats niet kan worden ingenomen. Dit is afhankelijk van o.a. de grootte van het evenement en de inpasbaarheid van de standplaats op het evenemententerrein. Indien blijkt dat de standplaats niet inpasbaar is, zal in samenwerking tussen gemeente, organisator en standplaatshouder naar een alternatieve locatie gezocht worden. Indien dit niet mogelijk blijkt te zijn kan de standplaats niet worden ingenomen. Voorwaarde is wel dat de standplaatshouder minimaal 14 dagen voor het evenement schriftelijk geïnformeerd wordt.

 

3.12 Standplaats op particulier terrein

Een vergunningaanvraag voor een standplaats op particulier terrein wordt getoetst aan de voorwaarden van dit standplaatsenbeleid.

Bij een aanvraag voor een standplaats op een particulier terrein moet bij het indienen van de aanvraag een schriftelijke toestemming c.q. een privaatrechtelijke overeenkomst tussen de eigenaar en de aanvrager van de standplaatsvergunning worden overgelegd. De eigenaar kan op grond van zijn eigendomsrecht eigen criteria hanteren voor het al dan niet toelaten van een vergunninghouder op zijn terrein bovenop de vergunningvoorschriften.

 

3.13 Standplaats in relatie tot kiosken

Een nieuwe ontwikkeling in Almere is de realisering van kiosken als bijzondere vorm van detailhandel of horeca. In het bestemmingsplan van Almere Centrum is een aantal locaties bestemd voor het plaatsen van kiosken. Het plan geeft geen beperking aan voor standplaatsen. Op de locaties van de te realiseren kiosken worden minimaal de eerste 5 jaar na opening van de kiosk geen nieuwe standplaatslocaties gecreëerd die bestemd zijn voor dezelfde branche als die van de kiosk. De goederen die vanuit een kiosk worden verkocht kunnen namelijk dezelfde producten zijn die ook vanuit een standplaats worden verkocht. De nieuwe ondernemer moet in de gelegenheid zijn bedrijf op te bouwen en het verzorgingsniveau van de consument mag niet in gevaar komen. Dit is in lijn met de jurisprudentie. Als op te realiseren kiosklocaties reeds vaste standplaatshouders zijn gevestigd wordt, afhankelijk van de situatie, onderzocht wat de juridische mogelijkheden zijn. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat andere standplaatslocaties in de omgeving niet worden opgeheven. Volgens vaste jurisprudentie wordt het reguleren van concurrentieverhoudingen niet als huishoudelijk belang van de gemeente aangemerkt.

Op het Mandelaplein en Esplanade zijn respectievelijk één en twee standplaatslocaties mogelijk zolang er geen kiosken op die locaties zijn gerealiseerd. Het zijn grote pleinen die geschikt zijn voor het innemen van een standplaats. Aan het Mandelaplein zijn kantoren gevestigd en het is een toegangsplein naar het NS station van Almere Centraal. De Esplanade is een plein aan de rand van Almere Centrum aan het water. Op dit plein vinden regelmatig evenementen plaats en zomers heeft het een grote aantrekkingskracht voor vertier aan de waterkant. Voor deze locaties zijn ook kiosken gepland. Om op deze pleinen toch iets te kunnen bieden voor de consument, mogen standplaatsen worden ingenomen totdat kiosken zijn gerealiseerd op de locatie. Om die reden worden standplaatsvergunningen tijdelijk verleend op deze locaties en vervalt de standplaatslocatie op moment dat er een kiosk is gerealiseerd, tenzij er zich andere ontwikkelingen of bijzondere omstandigheden voordoen.

 

3.14 Toezicht en handhaving

Toezicht en handhaving op de naleving van de voorschriften van een vaste standplaatsvergunning vindt plaats door het team handhaving omgevingsrecht. Toezicht op tijdelijke standplaatsen wordt uitgevoerd door team Stadstoezicht. In het Werkplan Toezicht en Handhaving dat ieder jaar wordt vastgesteld, worden de toezicht- en handhavingactiviteiten omschreven. Het onderdeel standplaatsen maakt deel uit van dit plan. Ieder jaar worden in dit plan prioriteiten gesteld waarop toezicht wordt gehouden en gehandhaafd. Er wordt gehandhaafd via het in het integrale handhavingsbeleid opgenomen twee stappenmodel, tenzij in het werkplan toezicht en handhaving een nadere specificering is opgenomen. Het twee stappenmodel houdt in dat er een voornemen tot opleggen van een dwangsom wordt gestuurd bij constatering van een overtreding en dat bij een volgende overtreding een dwangsom wordt opgelegd (beschikking). Wordt er daarna een derde overtreding geconstateerd wordt de dwangsom geïnd. Indien blijkt dat de vergunninghouder structureel de voorschriften blijft overtreden, wordt de vergunning ingetrokken. Als gedragslijn wordt hiervoor aangehouden: 5 overtredingen binnen 1 jaar.

 

3.15 Procedure nieuwe standplaats

Als er een nieuwe vaste standplaatslocatie vrij wordt gegeven dan wordt deze via de gemeentelijke website bekend gemaakt. Geïnteresseerden kunnen op de in de publicatie nader omschreven wijze inschrijven.

Standplaatshouders die op verzoek van de gemeente naar een andere locatie moeten verhuizen, hebben voorrang bij de toewijzing van een nieuwe standplaatslocatie. Indien meer standplaatshouders belangstelling hebben voor een nieuwe vaste standplaatslocatie vindt bij gelijke geschiktheid een loting plaats. Als er sprake is van branchering, wordt dit in de bekendmaking aangegeven.

 

Als een bestaande vaste standplaatslocatie vrijkomt, wordt eerst de afweging gemaakt of deze standplaatslocatie weer ingevuld moet worden. Als dat het geval is wordt de procedure gehanteerd zoals hiervoor omschreven.

 

3.16 Vergunning

Volgens artikel 1:4 van de APV 2011 kunnen aan een vergunning voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning is vereist. Verder bepaalt artikel 1:5 van de APV 2011 dat een vergunning persoonsgebonden is. Op grond van artikel 1:6, onder b, van de APV 2011 kan een vergunning worden gewijzigd of ingetrokken als sprake is van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van een vergunning.

Artikel 1:7 van de APV 2011 bepaalt dat de vergunning voor onbepaalde tijd geldt, tenzij bij de vergunning anders is bepaald of de aard van de vergunning zich daartegen verzet. Ook bepaalt de Europese dienstenrichtlijn dat vergunningen in principe voor onbepaalde tijd verleend moeten worden tenzij de aard van de vergunning zich hiertegen verzet.

Deze richtlijn heeft echter geen betrekking op de handel in goederen. Dit zou formeel inhouden dat daarin onderscheid gemaakt kan worden. VNG adviseert echter daarin dat het beter is om de regimes zoveel mogelijk gelijk te trekken. Ook vanuit het gelijkheidsbeginsel is dit beter.

Deze lijn wordt ook gevolgd in Almere. Een vergunning voor bepaalde tijd kan worden verleend als de aard van de vergunning zich daartegen verzet. Daarvoor worden de volgende voorwaarden gehanteerd.

 

Geldigheid vergunning

Om ervoor te zorgen dat er geen problemen ontstaan met betrekking tot de openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid, milieu, welstand of het verzorgingsniveau voor consumenten, worden vergunningen voor nieuwe standplaatslocaties in eerste instantie voor bepaalde periode verleend. Vergunningen voor bepaalde tijd kunnen worden omgezet naar vergunningen voor onbepaalde periode. Hierbij wordt volgende beleidslijn gehanteerd.

  • 1.

    Een vergunning voor een nieuwe standplaatslocatie wordt voor een periode van één jaar verleend met een optie voor verlenging van de vergunning voor één jaar.

  • 2.

    In de periode van één jaar moet de vergunninghouder zich aan de voorschriften van de vergunning houden om in aanmerking te komen voor een verlenging van de vergunning van één jaar en;

  • 3.

    In de periode van één jaar mogen er geen (gegronde) klachten of handhavingsverzoeken zijn ontvangen om in aanmerking te komen voor een verlenging van de vergunning voor één jaar.

  • 4.

    Om in aanmerking te komen voor een vergunning van onbepaalde periode moet de locatie geschikt zijn om voor onbepaalde tijd als locatie voor een standplaats te dienen (uitgangspunt is hierbij de toets aan de hand van de weigeringsgronden van artikel 5:14 van de APV 2011).

  • 5.

    Voor de afloop van de termijn van de vergunning voor bepaalde periode, wordt het functioneren van de standplaats geëvalueerd, waarna er, aan de hand van een aanvraag, een beslissing wordt genomen op al of niet verlenen van de vergunning voor (on)bepaalde periode.

 

Verder kan een vergunningaanvrager zelf verzoeken om een vergunning voor bepaalde tijd.

 

Een vergunning voor een tijdelijke standplaats is geldig voor één dag en wordt voor maximaal 12 dagen per jaar verleend.

 

Persoonsgebonden

De vergunninghouder moet aanwezig zijn bij het innemen van zijn standplaats en de vergunning is niet overdraagbaar. Van deze regel kan worden afgeweken indien de vergunninghouder door ziekte, vakantie of andere bijzondere omstandigheden niet aanwezig kan zijn tot een maximum van 6 weken. Een vervanger kan dan zijn plaats innemen. Wel dient de vervanger aan te tonen dat hij in loondienst is bij de vergunninghouder. Ook dient de vergunninghouder de vervanging vooraf te melden of aan te tonen dat deze vervanger als leidinggevende in de vergunning is vermeld.

 

Toekomstige ontwikkelingen en ruimte voor nieuwe initiatieven

Almere is een stad die sterk in ontwikkeling is. Vanuit dit oogpunt moet er door de standplaatshouder rekening worden gehouden met eventuele nieuwe initiatieven en/of ontwikkelingen in de stad. Dit houdt in dat een standplaatsvergunning gewijzigd of ingetrokken kan worden indien vanwege nieuwe omstandigheden of nieuwe inzichten in een bepaald gebied de standplaats niet meer past. Voor het wijzigen of intrekken van een vergunning moet wel voldaan worden aan het zorgvuldigheids- en proportionaliteitsbeginsel.

 

3.17 Afwijkingsbevoegdheid

Indien plaatsing van standplaatsen een toegevoegde waarde heeft aan de beleving van de openbare ruimte, kan van dit beleid worden afgeweken.

Verder kan worden afgeweken van het beleid op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit artikel bepaalt dat: het bestuursorgaan overeenkomstig de beleidsregels handelt, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

 

3.18 Inwerkingtreding en overgangsrecht

Het Standplaatsenbeleid gemeente Almere 2015 treedt op 12 maart 2015 in werking. Het vastgestelde beleid kan ertoe leiden dat vergunninghouders niet op hun huidige locatie kunnen blijven staan, omdat ze niet (meer) voldoen aan het nieuwe beleid. Indien mogelijk en afhankelijk van de situatie, kunnen deze standplaatshouders de mogelijkheid krijgen om gebruik te maken van een alternatieve locatie die hen door de gemeente wordt aangeboden. Als dit niet het geval is wordt de vergunning ingetrokken met een overgangstermijn van één jaar.

 

 

Almere, 24 februari 2015

College van Burgemeester en wethouders

Bijlage 1

Regelgeving en flankerende onderwerpen Beheer openbare ruimte

De gemeente heeft op een aantal standplaatslocaties nutsvoorzieningen aangebracht. De vergunninghouder moet hiervan gebruik maken. Voor het gebruik hiervan moet de vergunninghouder een bedrag betalen naar rato van het gebruik. Op locaties waar geen

nutsvoorziening is aangebracht kan worden onderzocht wat de mogelijkheden hiervan zijn. Een standplaatshouder kan ook gebruik maken van de nutsvoorzieningen van een naastgelegen winkel of bedrijf. Voor het gebruik van aggregaten moet worden voldaan aan de Wet milieubeheer.

 

Precario

Precariobelasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde (gemeente)grond. De standplaatshouder ontvangt hiervoor jaarlijks een aanslag.

 

Parkeren en rijden over fietspaden of voetgangersdomein

Als een standplaatslocatie is gevestigd in een voetgangersdomein of alleen bereikbaar is via een fietspad, dan moet daarvoor een ontheffing worden aangevraagd om te rijden over fiets- en/of voetpaden. De ontheffing kan gelijktijdig worden aangevraagd met de aanvraag voor een standplaatsvergunning.

Verder is het mogelijk dat de standplaatslocatie is gelegen in een betaald parkeren gebied. Voor het parkeren van een eventueel trekkend voertuig van een standplaats, kan een vergunning worden aangevraagd bij de parkeerwinkel.

 

APV 2011

 

Artikel 1:6 Weigeringsgronden op basis van de APV 2011

De vergunning of ontheffing kan door het daartoe bevoegde bestuursorgaan dan wel het bevoegd gezag worden geweigerd in het belang van:

  • a.

    de openbare orde;

  • b.

    de openbare veiligheid;

  • c.

    de volksgezondheid;

  • d.

    de bescherming van het milieu.

 

Artikel 5:13 Begripsbepaling standplaatsen

  • 1.

    In artikel 5:13 van de APV 2011 is de begripsbepaling van een standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of het anderszins aanbieden van goederen en diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.

  • 2.

    Onder standplaats wordt niet verstaan:

  • a.

    een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet;

  • b.

    een vaste plaats op een evenement als bedoeld in artikel 2:9. van de APV 2011

 

Artikel 5:14 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen, te laten innemen of te hebben.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd:

  • a.

    indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan eisen van redelijke welstand;

  • b.

    indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt

 

Relatie venten en standplaatsen

In artikel 5:10 en artikel 5:11 van de APV 2011 zijn algemene regels opgenomen ten aanzien van venten. Onder venten met goederen wordt verstaan de uitoefening van kleinhandel waarbij goederen of diensten aan willekeurige voorbijgangers worden aangeboden dan wel het huis aan huis aanbieden van goederen of diensten.

Bij venten is van belang dat de venter in beweging is, tenzij hij klanten bedient. De venter bereidt zijn waren voortdurend vanaf een andere plaats; het tijdelijk stilstaan in afwachting van klanten is geen venten1 Het onderscheid tussen venten en het innemen van een standplaats, betreft de periode gedurende welke goederen vanaf dezelfde plaats op straat worden aangeboden aan willekeurige voorbijgangers.

In de APV 2011 is gekozen voor een algemene regel. Dit houdt in dat er geen vergunningplicht voor venten is maar dat het slechts verboden is te venten als de openbare orde wordt verstoord, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komen. Hiervoor moet dan een aanwijzingsbesluit komen.

 

Daarnaast is het in artikel 5:11 lid 2 het verbod gesteld te venten:

  • 1.

    op zondagen of daarmee gelijk te stellen feestdagen en maandag tot en met zaterdag tussen 22.00 uur en 09.00 uur;

  • 2.

    binnen 200 meter van een standplaats als bedoeld in artikel 5:11 van de APV 2011, een winkel of andere verkoopgelegenheid waarin of waaruit hoofdzakelijk soortgelijke artikelen worden verkocht, het marktterrein tijdens de aangewezen marktdagen of een evenement als bedoeld in artikel 2:9 van de APV 2011.

 

Verspreiden van gedrukte stukken

In artikel 2:4 van de APV 2011 is het verspreiden van gedrukte stukken of afbeeldingen onder het publiek uitgezonderd van de vergunningplicht. Bij het maken van deze uitzondering is een relatie gelegd met artikel 7 van de Grondwet, waarin het recht op vrije meningsuiting is vastgelegd. De uitzondering is niet van toepassing op het moment dat een standplaats wordt ingenomen. In dat geval is namelijk het feit dat de openbare grond wordt gebruikt leidend voor de vraag of vergunning nodig is.

Het college kan voor zover geen sprake is van het huis-aan-huis verspreiden of het aan huis bezorgen van deze stukken, beperkingen opleggen ten aanzien van te wijzen wegen of weggedeelten of te bepalen dagen en uren.

 

Afvalstoffenverordening

In paragraaf 5 van de Afvalstoffenverordening 2010 gemeente Almere wordt aandacht besteed aan zwerfafval. Onder andere wordt aangegeven dat het een houder of beheerder van een inrichting waar eet- en drinkwaren worden verkocht voor gebruik ter plaatse, verplicht is om een afvalbak te plaatsen en om achtergebleven afval dat kennelijk van de inrichting afkomstig is dagelijks op te ruimen.

Verder staat in artikel 20 van deze verordening aangegeven dat degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, verplicht is deze of verpakking daarvan direct op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor publiek toegankelijke plaats door het publiek wordt weggeworpen.

 

Daklozenkrant

De verkoop van daklozenkranten is noch venten noch collecteren. Op grond van artikel 7 van de Grondwet kan het verkopen niet verbonden worden aan een vergunning. Het college kan echter wel gebruik maken van artikel 2:4 van de APV 2011 als er op bepaalde locaties sprake is van overlast. Deze gebieden kunnen dan worden aangewezen waar het verboden is om geschreven of gedrukte stukken aan te beiden. Als verkoop plaatsvindt op het grondgebied van bijvoorbeeld een supermarkt, kan de (grond)eigenaar de verkoper verzoeken weg te gaan.

Niet iedereen kan een straatkant verkopen. De verkopers moeten in bezit zijn van een identiteitsbewijs van de koepelorganisatie waarmee ze kunnen aantonen dat ze officiële straatkantverkopers zijn.

 

Landelijke (en Europese) regelgeving

Naast de bepalingen in de APV 2011 kunnen ook een of meerdere van de volgende regelingen of wetten van toepassing zijn op standplaatsvergunningen. Deze regels stellen vanuit andere motieven eisen aan standplaatsen.

 

Grondwet

Artikel 7 van de grondwet (vrijheid van meningsuiting) brengt met zich mee, dat voor het aanbieden van gedrukte stukken geen vergunning kan worden geëist. Als dit echter gebeurt vanaf een standplaats, is voor het innemen van de standplaats wel een vergunning vereist.

 

Winkeltijdenwet

De Winkeltijdenwet regelt een aantal zaken met betrekking tot de openingstijden van winkels en het leveren van goederen aan particulieren. De bepalingen uit de Winkeltijdenwet en de daaraan afgeleide Winkeltijdenverordening van de gemeente Almere gelden ook voor de verkoop van goederen vanaf een standplaats (artikel 2 lid 2). Een uitzondering wordt gemaakt voor standplaatsen die zich richten op het verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken (oud artikel 12, lid 1, van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet). Het toezicht op de naleving van de bepalingen van de Winkeltijdenwet geschiedt door de Economische Controledienst.

 

Drank- en Horecawet

In artikel 18 van de Drank- en Horecawet is gesteld dat geen alcoholhoudende drank vanaf een standplaats mag worden verkocht. Ook mag geen alcoholhoudende drank tijdens de verkoop aanwezig zijn.

 

Wet milieubeheer

Op grond van het Besluit houdende regels ter uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Besluit omgevingsrecht) vallen standplaatsen (over het algemeen) onder de werking van het Activiteitenbesluit Wet milieubeheer. Hierin zijn voorschriften opgenomen ter bescherming van het milieu, waaraan de vergunninghouder dient te voldoen, onder andere ten aanzien van afval(water), geluid en lucht. Het college kan aan deze bepalingen maatwerkvoorschriften verbinden. Op grond van artikel 8.40 van de Wet milieubeheer dient een melding te worden ingediend. Een vergunninghouder kan pas van de standplaatsvergunning gebruik maken, nadat aan bovengenoemde meldingsplicht is voldaan.

 

Handelsregisterwet

Op basis van de Handelsregisterwet 2007 dient een ondernemer ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel. Zonder benodigde inschrijving is het niet toegestaan om goederen dan wel diensten aan te bieden.

 

Wet samenhangende besluiten Awb

Gelet op de Wet samenhangende besluiten Awb heeft het bevoegde bestuursorgaan een inspanningsverplichting om burgers en bedrijven die voor een bepaalde activiteit vergunningen, subsidies e.d. aanvragen, zo goed mogelijk in te lichten over

andere besluiten die aangevraagd moeten worden om de beoogde activiteit uiteindelijk te mogen verrichten. Zo worden onnodige vertragingen en mogelijke tegenstrijdige eisen voorkomen.

In artikel 3:20 van de Algemene wet bestuursrecht is het volgende bepaald.

  • 1.

    Het bestuursorgaan bevordert dat een aanvrager in kennis wordt gesteld van andere op aanvraag te nemen besluiten waarvan het bestuursorgaan redelijkerwijs kan aannemen dat deze nodig zijn voor de door de aanvrager te verrichten activiteit.

  • 2.

    Bij de kennisgeving wordt per besluit in ieder geval vermeld:

  • a.

    naam en adres van het bestuursorgaan, bevoegd tot het nemen van het besluit;

  • b.

    krachtens welk wettelijk voorschrift het besluit wordt genomen

 

Wet op de ruimtelijke ordening

Op grond van de toetsingscriteria van de APV 2011 is strijd met het geldende bestemmingsplan geen grond om de vergunning te weigeren. Dit betekent niet dat de bestemmingsplanbepalingen niet van toepassing zijn. De aanvrager moet er dan ook op gewezen worden dat ook voldaan moet worden aan de Wet op de ruimtelijke ordening en de daarvan afgeleide bestemmingsplanbepalingen.

 

Warenwet

De Warenwet stelt regels met betrekking tot de goede hoedanigheid en aanduiding van waren. Daarnaast stelt de wet eisen aan de hygiëne van producten. De Warenwet geldt ook voor handel vanuit een standplaats. Per 1 september 2004 is er een Hygiënecode Ambulante Handel Eet en Drinkwaren uitgebracht door het Hoofd Bedrijfschap Detailhandel (HBD). De nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit (nVWA) controleert of de regels van de Warenwet worden nageleefd. Bij overtreding van de Warenwet kan de nVWA maatregelen nemen. De nVWA kan bijvoorbeeld een waarschuwing geven of een bestuurlijke boete opleggen.

 

Colportagewet

Het verkopen van goederen huis-aan-huis is naast de APV 2011 (venten) ook geregeld in de Colportagewet. Deze wet beschermt consumenten die door bijvoorbeeld 'huis-aan-huis- verkopers' worden overrompeld. In de Colportagewet wordt een colporteur omschreven als iemand, die als ondernemer door persoonlijk bezoek of door aanprijzing van goederen of diensten in een groep een consument tracht te bewegen tot het sluiten van een overeenkomst. De gemeente heeft hiervoor echter geen primaire verantwoordelijkheid. Hierbij valt tevens op te merken dat een standplaats niet valt onder de werking van de Colportagewet.

 

Europese dienstenrichtlijn

De Europese dienstenrichtlijn is van toepassing op het aanbieden van diensten. Met behulp van een standplaats kunnen ook diensten aangeboden worden, waardoor er conform de dienstenrichtlijn een vergunning afgegeven moet worden.

 

Jurisprudentie

Op het gebied van straathandel zijn in de loop der jaren verschillende rechterlijke uitspraken gedaan. Zo is in het verleden het beschermen van een redelijk voorzieningenniveau in de gemeente ten behoeve van de consument als een openbare orde- belang aangemerkt. De gedachte was dat gevestigde winkeliers geconfronteerd worden met de hoge exploitatiekosten die niet in verhouding staan tot de vrij lage exploitatiekosten van de straathandelaren. Uit jurisprudentie van de Afdeling bestuursrecht van de Raad van State blijkt dat het reguleren van concurrentieverhoudingen niet als huishoudelijk belang van de gemeente wordt aangemerkt.

Hierop wordt door de Afdeling slechts één uitzondering toegestaan,

namelijk wanneer het voorzieningenniveau voor de consument in een deel van de gemeente in gevaar komt. Indien de gemeente op basis hiervan een vergunning wil weigeren dan moet worden aangetoond, mede aan de hand van de boekhouding van de plaatselijke winkelier, dat het voortbestaan van de winkel in gevaar komt als vanaf een standplaats dezelfde goederen aangeboden worden. De dienstenrichtlijn staat deze weigeringsgrond voor standplaatsen die (mede) diensten verlenen niet toe, omdat dit wordt beschouwd als een economische, niet toegestane belemmering voor het vrij verkeer van diensten. Het blijft echter nog wel mogelijk om deze weigeringsgrond te hanteren voor het verkopen van goederen. De Dienstenrichtlijn is daarop immers niet van toepassing.

 

Bijlage 2

 

Vergunningvoorschriften standplaatsen.

Hieronder zijn de voorschriften opgenomen die aan een standplaatsvergunning verbonden worden. Deze voorschriften kunnen worden aangemerkt als standaardvoorschriften bij de vergunning. Het kan echter voorkomen dat aan een standplaatsvergunning, vanwege een specifieke situatie of omstandigheid, andere voorschriften worden verbonden. Deze bevoegdheid komt het college toe zolang deze voorschriften maar strekken tot de bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning vereist is.

 

Vergunningvoorschriften standplaatsen.

  • 1.

    Op wegen en weggedeelten is te allen tijde een vrije en onbelemmerde doorgang van minimaal 3,5 meter aanwezig voor de hulpverleningsdiensten.

  • 2.

    Een standplaats mag geen belemmering vormen voor de doorstroming van het verkeer. De doorgang voor het verkeer – waaronder voetgangers, minder validen, personen met kinderwagens – moet minimaal 1,50 meter bedragen. Indien er een trottoir of stoeprand aanwezig is, wordt deze afstand gemeten vanaf de trottoirband of stoeprand.

  • 3.

    Een standplaats mag niet geplaatst worden tijdens de uitvoering van noodzakelijk geachte aanleg-, bouw-, en/of onderhoudswerkzaamheden of een te houden evenement op de locatie van de standplaats, indien u hierover minimaal 2 weken voor aanvang van de activiteiten bent geïnformeerd.

  • 4.

    De bepalingen van de Winkeltijdenwet zijn onverminderd van toepassing. Buiten de in deze wet genoemde tijden, dient het middel waarmee standplaats wordt ingenomen en haar toebehoren, van de locatie te zijn verwijderd.

  • 5.

    Een standplaats mag uitsluitend worden ingenomen met een verkoopwagen, kraam of ander fysiek verkoopmiddel dat direct verplaatsbaar is.

  • 6.

    Een standplaats moet daadwerkelijk worden ingenomen op de dagen waarvoor de vergunning geldt.

  • 7.

    Indien een standplaats niet kan worden ingenomen moet dit schriftelijk gemeld worden.

  • 8.

    Tijdens het innemen van een standplaats mag geen muziek of enig geluid ten behoeve van het publiek worden gemaakt, anders dan door middel van de, niet door enig hulpmiddel versterkte, menselijke stem.

  • 9.

    Het verkoopmiddel waarmee standplaats wordt ingenomen moet in een goede staat van onderhoud verkeren en over een zodanig uiterlijk beschikken, dat het uiterlijk aanzien van de omgeving niet wordt verstoord.

  • 10.

    Op een ingenomen standplaats moet te allen tijde een leidinggevende aanwezig zijn die op de vergunning vermeld staat.

  • 11.

    Het is niet toegestaan met auto’s een standplaats in te nemen of een auto te parkeren bij een standplaats.

  • 12.

    Er moeten voldoende brandblusmiddelen of brandbestrijdingsinstallaties aanwezig zijn, die steeds voor onmiddellijk gebruik beschikbaar zijn en onbelemmerd kunnen worden bereikt.

  • 13.

    Ten aanzien van bekabeling geldt het volgende:

  • De lengte van een kabel/snoer van de elektriciteitsaansluiting van het middel waarmee standplaats wordt ingenomen moet uitgevoerd worden conform NEN 1010.

  • Het is niet toegestaan om een kabel/snoer aan lichtmasten te hangen.

  • Het is niet toegestaan om een kabel/snoer over de weg te hangen.

  • Kabels en snoeren moeten worden afgedekt met rubber matten.

  • 14.

    Vrijkomend afval moet zo vaak als nodig, maar tenminste elke dag onmiddellijk na afloop van de activiteiten, worden opgeruimd.

  • 15.

    Bij een standplaats moeten voldoende afvalbakken zijn geplaatst.

  • 16.

    Bij het einde van het gebruik van een standplaats moet het terrein schoon opgeleverd worden in de staat waarin deze in gebruik werd genomen. Als hieraan niet wordt voldaan, zullen de noodzakelijke herstel- en/of opruimwerkzaamheden voor uw rekening door of vanwege de gemeente Almere worden uitgevoerd.

 

Specifiek Almere Buiten

  • 1.

    Tijdens reguliere marktdagen is het niet toegestaan om een vaste of tijdelijke standplaats in te nemen op het Globeplein en het Rio de Janeiroplein, in het gebied waarop volgens de marktverordening de reguliere markt plaatsvindt.

 

Stroomvoorziening

De gemeente heeft op een aantal standplaatslocaties nutsvoorzieningen aangebracht.

U moet hiervan gebruik maken. Voor het gebruik hiervan moet u een bedrag betalen naar rato van het gebruik. Op locaties waar geen nutsvoorziening is aangebracht kan worden onderzocht wat de mogelijkheden hiervan zijn.

Als er geen nutsvoorzieningen zijn aangelegd kunt ook gebruik maken van de nutsvoorzieningen van een naastgelegen winkel of bedrijf of gebruik maken van een aggregaat. Voor het gebruik van aggregaten moet worden voldaan aan de Wet milieubeheer.

.

Aanvullende informatie

  • 1.

    U bent verplicht de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen, die voorkomen dat de gemeente Almere, dan wel derden als gevolg van het gebruik van de vergunning schade, gevaar en/of hinder ondervinden.

  • 2.

    Ingevolge artikel 1:5 van de Algemene plaatselijke verordening 2011, is de vergunning persoonsgebonden. Dit houdt in dat de standplaatsvergunning niet overdraagbaar is.

  • 3.

    Uw bedrijfsactiviteit valt onder de werkingssfeer van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit). U dient zich daarom te houden aan de voorschriften uit artikel 4.107 van de Ministeriële Regeling activiteitenbesluit die voor uw bedrijfsactiviteit van toepassing zijn.

  • 4.

    U dient zich te houden aan de bepalingen, zoals genoemd in het Warenwetbesluit bereiding en behandeling van levensmiddelen en de aanvullende Warenwetregeling hygiëne van levensmiddelen (voor informatie: Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, tel. 0800-0488).

  • 5.

    Deze vergunning doet geen afbreuk aan de wettelijke aansprakelijkheid met betrekking tot ongevallen, dan wel in het algemeen, aan aansprakelijkheid ten aanzien van enig wettelijk voorschrift. Schade aan openbare voorzieningen en eigendommen van derden voortkomend uit het gebruik van deze vergunning komt voor rekening van de houder van de vergunning.

 

Ondernemersrisico

U heeft een vergunning ontvangen voor bepaalde of onbepaalde termijn. Ondanks dat kunnen er na verlening van deze vergunning verandering van omstandigheden of inzichten optreden die het noodzakelijk maken dat de vergunning ingetrokken of gewijzigd wordt. Deze bevoegdheid ontlenen wij aan artikel 1;6, lid b, van de Algemene plaatselijke verordening 2011.

Deze gemeente is een stad die sterk in ontwikkeling is en aan veranderingen onderhevig. U dient er vanuit uw ondernemersrisico dan ook rekening mee te houden, dat de door u ingenomen standplaatslocatie in de toekomst wellicht wordt gewijzigd of kan komen te vervallen. Indien er zich op dit gebied ontwikkelingen voordoen, die u direct in uw belang kunnen treffen, zullen wij u hierover vroegtijdig informeren. De gemeente Almere aanvaardt géén aansprakelijkheid voor economische schade door u geleden als gevolg van deze ontwikkelingen

 

Bijlage 3 Standplaatslocaties

 

 

 

 

 

Locatie

Almere Centrum

Branche (vaste

standplaatsen)

Kenmerken van de standplaatslocatie en randvoorwaarden

StationsstraatKruisingSchrijverstraat

- snacks

- ijs

- bloemen

Kenmerkenlocatie:

winkelstraat.

Randvoorwaarden:

2 vaste standplaatslocaties.

maximaal 2 standplaatsen gelijktijdig aanwezig op één van de hoeken.

geen standplaatsen gelijktijdig aanwezig uit dezelfde branche.

Van maandag t/m zondag

uitsluitend standplaatsen van max. 8 m2.

geen bakken en braden

Stadhuisplein

ijs

warme gebakkraam

groente en fruit

zuivel

visproducten

bloemen

Kenmerken locatie:

  • evenementenlocatie.

  • weekmarkt op woensdag en zaterdag.

  • nutsvoorziening aanwezig.

Randvoorwaarden:

  • 4 vaste standplaatslocaties.

  • maximaal 4 standplaatsen gelijktijdig aanwezig verspreid over het plein. Looplijn Stationsstraat/Diagonaal niet belemmeren.

  • geen standplaatsen gelijktijdig aanwezig uit dezelfde branche.

  • standplaats kan niet geplaatst worden op het aangewezen marktterrein tijdens de dagen van de weekmarkt (woensdag en zaterdag).

  • dinsdag en vrijdag voor 17.00 uur standplaats verwijderen i.v.m. opbouw weekmarkt.

  • standplaats kan mogelijk niet geplaatst worden bij evenement op het plein.

Mandelaplein

groente en fruit

zuivel

warme gebakkraam

snacks

Kenmerken locatie:

  • nabij NS- en busstation en kantoren

Randvoorwaarden:

  • 1 vaste standplaatslocatie.

  • van maandag t/m zondag.

  • standplaats voor bepaalde tijd.

  • Standplaatslocatie vervalt bij realisering geplande kiosk.

Esplanade

snacks

ijs

non-food

overig

Kenmerken locatie:

  • evenementenlocatie aan rand centrumgebied.

  • nutsvoorzieningen aanwezig.

Randvoorwaarden:

  • 2 vaste standplaatslocaties.

  • maximaal 2 standplaatsen gelijktijdig aanwezig.

  • standplaats kan mogelijk niet geplaatst worden bij evenement op het plein.

  • standplaats voor bepaalde tijd.

  • standplaats vervalt bij realisering geplande kiosk.

 

 

Locatie

Almere Centrum

Branche (vaste

standplaatsen)

Kenmerken van de standplaatslocatie en randvoorwaarden

Grote Markt

  • ijs

  • warme gebakkraam

  • snacks

Kenmerkenlocatie:

  • evenementenlocatie

  • horecaplein (terrassen)

  • nutsvoorziening aanwezig

Randvoorwaarden:

  • 2 vaste standplaatslocaties nabij waterpartij.

  • maximaal 2 standplaatsen gelijktijdig aanwezig.

  • geen standplaatsen gelijktijdig aanwezig uit dezelfde branche.

  • van maandag t/m zondag.

  • rekening houden met periode dat eilandterrassen zijn toegestaan op het plein (geen standplaatsen mogelijk op deze locaties in die periode)

  • standplaats kan mogelijk niet geplaatst worden bij evenement op het plein.

Hospitaalplein

  • snacks

  • non-food en overige producten

  • bloemen

Kenmerken locatie:

  • nabij ziekenhuis.

  • nutsvoorziening aanwezig.

Randvoorwaarden:

  • 2 vaste standplaatslocaties.

  • maximale 2 vaste standplaatsen gelijktijdig aanwezig.

  • van maandag t/m zondag.

  • geen standplaatsen gelijktijdig aanwezig uit dezelfde branche.

Brouwerstraat hoek Flevostraat

tegenover Mediamarkt

  • snacks

  • groente en fruit

  • zuivel

  • bloemen

Kenmerken locatie:

geen nutsvoorziening aanwezig

Randvoorwaarden:

1 vaste standplaatslocatie.

van maandag t/m zondag.

Stationsplein

  • visproducten

Kenmerken locatie:

nabij station.

toegang centrum.

Randvoorwaarden:

1 vaste standplaatslocatie.

locatie met uitsterfbeleid standplaats.

uitsluitend op woensdag en zaterdag (marktdagen).

Forum

  • snacks

Kenmerken locatie:

evenementenlocatie

bioscoop

nutsvoorziening aanwezig

Randvoorwaarden:

1 vaste standplaatslocatie.

maximaal 1 vaste standplaats

van maandag t/m zondag

standplaats kan mogelijk niet geplaatst worden bij evenementen op het plein

 

 

Locatie

Almere Centrum

Branche (voor tijdelijke

standplaatsen)

Kenmerken van de standplaatslocatie en randvoorwaarden

Stationsplein

  • non-food

  • ideële activiteiten

Kenmerken locatie:

  • grenzend aan NS station

  • locatie voor kleinschalige evenementen

Randvoorwaarden:

  • maximaal 1 tijdelijke standplaats voor non food sample activiteiten of ideële activiteiten

  • standplaats kan niet worden geplaatst bij evenement op het plein

Stationsstraat hoek Beeldhouwerpad

  • non-food

  • ideële activiteiten

Kenmerken locatie:

  • winkelstraat.

  • geen nutsvoorzieningen aanwezig.

Randvoorwaarden:

  • maximaal 1 tijdelijke standplaats voor promotionele food sample activiteiten of ideële activiteiten.

  • Standplaats van max. 8m2.

Stationsplein

  • non-food

  • ideële activiteiten

Kenmerken locatie:

  • evenementenlocatie.

  • weekmarkt op woensdag en zaterdag.

  • nutsvoorziening aanwezig.

Randvoorwaarden:

  • maximaal 1 tijdelijke standplaats voor food sample activiteiten of ideële activiteiten.

  • standplaats kan niet geplaatst worden op het aangewezen marktterrein tijdens de dagen van de weekmarkt (woensdag en zaterdag).

  • dinsdag en vrijdag voor 17.00 uur standplaats verwijderen i.v.m. opbouw weekmarkt.

  • standplaats kan niet geplaatst worden bij evenement op het plein.

Diagonaal

  • non-food

  • ideële activiteiten

  • maximaal 1 tijdelijke standplaats voor promotionele non food sample activiteiten of ideële activiteiten.

  • standplaats van max. 8m2

Forum

  • non-food

  • ideële activiteiten

Kenmerken locatie:

  • evenementenlocatie

  • nutsvoorziening aanwezig

Randvoorwaarden:

  • maximaal 1 tijdelijke standplaats voor food sample activiteiten of ideële activiteiten.

  • standplaats kan niet geplaatst worden bij evenement op het plein.

Citadel

  • food

  • ideële activiteiten

Kenmerken locatie:

  • winkelgebied.

  • geen nutsvoorzieningen aanwezig.

Randvoorwaarden:

  • maximaal 1 tijdelijke standplaats voor food sample activiteiten of ideële activiteiten.

  • standplaats van max. 8m2

Schutterstraat ter hoogte van Belforttrap

  • food

  • ideële activiteiten

Kenmerken locatie:

  • winkelgebied.

  • geen nutsvoorzieningen aanwezig.

Randvoorwaarden:

  • maximaal 1 tijdelijke standplaats voor food sample activiteiten of ideële activiteiten.

  • standplaats van max. 8m2.

Grote Markt

  • non-food

  • ideële activiteiten

Kenmerken locatie:

  • evenementenlocatie.

  • horecaplein (terrassen).

  • nutsvoorziening aanwezig.

Randvoorwaarden:

  • maximaal 1 tijdelijke standplaats voor non food activiteiten of ideële activiteiten.

  • standplaats kan niet geplaatst worden bij evenement op het plein.

Esplanade

  • non-food

  • food

  • ideële activiteiten

Kenmerken locatie:

  • evenementenlocatie.

  • nutsvoorziening aanwezig.

Randvoorwaarden:

  • maximaal 1 tijdelijke standplaats voor food, non food of ideële activiteiten.

  • standplaats kan niet geplaatst worden bij evenement op het plein.

 

 

Voor het Centrum van Almere Buiten is een maximum vastgesteld van 6 standplaatslocaties. Als richtlijn worden de locaties aangehouden waarop nu de huidige standplaatsen zijn geplaatst. Echter het centrum van Almere Buiten is aan verandering onderhevig. Er is de afgelopen jaren en er wordt de komende jaren gewerkt aan een compleet nieuw centrum. Het kan dus zijn dat standplaatsen daardoor verplaatst moeten worden vanwege bouwwerkzaamheden of anderszins. Het komt erop neer dat de komende jaren steeds maatwerk verricht moet worden om vaste standplaatsen een plek te geven. Pas als het centrum is afgebouwd en er een bestendige situatie heerst kunnen vaste standplaatslocaties worden aangewezen. Dit overzicht geldt als uitgangspunt.

 

 

Locatie

Almere Buiten (centrum)

In Almere Buiten zijn maximaal drie standplaatsen toegestaan uit dezelfde branche

Kenmerken van de standplaatslocatie en randvoorwaarden

Rio de Janeiroplein

 

Kenmerkenlocatie:

winkelgebied

weekmarkt op donderdag

nutsvoorziening aanwezig

standplaats uitsluitend voor winterperiode (1 november tot 1 maart i.v.m. terrassen)

Randvoorwaarden:

1 vaste standplaatslocatie.

standplaats kan niet geplaatst worden op het aangewezen marktterrein tijdens weekmarkt (donderdag).

Geen vaste standplaats op donderdag als standplaats op locatie staat van weekmarkt.

woensdag voor 17.00 uur standplaats verwijderen i.v.m. opbouw weekmarkt.

doorloop tussen Globeplein en Rio de Janeirostraat vrij houden.

standplaats kan mogelijk niet geplaatst worden bij een evenement op het plein.

Rio de Janeiroplein hoek Santiagostraat

 

Kenmerken locatie:

winkelgebied

geen nutsvoorziening aanwezig.

Randvoorwaarden:

1 vaste standplaatslocatie

van maandag t/m zondag.

Keerkringplein

 

Kenmerken locatie:

grenzend aan NS- en busstation

nutsvoorziening aanwezig

Randvoorwaarden:

1 vaste standplaatslocatie.

van maandag t/m zondag.

Baltimoreplein

hoek Westeinde

 

Kenmerken locatie:

terrassen

evenementenlocatie

horeca

Randvoorwaarden:

1 vaste standplaatslocatie.

van maandag t/m zondag

standplaats kan mogelijk niet geplaatst worden bij een evenement op het plein

BaltimorepleinPhiladelphiapad

 

Kenmerken locatie:

winkelgebied

geen nutsvoorziening aanwezig

tijdelijke locatie

Randvoorwaarden:

1 vaste standplaatslocatie

van maandag t/m zondag

standplaats kan mogelijk verplaatst worden bij bouwwerkzaamheden

Westeinde tussen Straat van Florida en Koppeldreef

 

Kenmerken locatie:

winkelgebied

geen nutsvoorziening aanwezig

Randvoorwaarden:

1 vaste standplaatslocatie

van maandag t/m zondag

 

 

Locatie

Almere Haven Centrum

Branche (vaste

standplaatsen)

Kenmerken van de standplaatslocatie en randvoorwaarden

Markt

warme gebakskraam

groente en fruit

Kenmerkenlocatie:

winkelgebied

evenementenlocatie

weekmarkt op vrijdag

nutsvoorziening aanwezig

Randvoorwaarden:

2 vaste standplaatslocaties.

maximale 2 vaste standplaatsen gelijktijdig aanwezig.

geen standplaatsen gelijktijdig aanwezig uit dezelfde branche.

standplaats kan niet geplaatst worden op het aangewezen marktterrein tijdens de weekmarkt (vrijdag).

standplaats kan mogelijk niet geplaatst worden bij een evenement op het plein.

Donderdag voor 17.00 uur standplaats verwijderen i.v.m. opbouw weekmarkt.

Brink

vis

snacks

bloemen

zuivel

Kenmerkenlocatie:

winkelstraat.

nutsvoorzieningen aanwezig.

weekmarkt op vrijdag

Randvoorwaarden:

2 vaste standplaatslocaties.

maximale 2 vaste standplaatsen gelijktijdig aanwezig.

geen standplaatsen gelijktijdig aanwezig uit dezelfde branche.

standplaats kan niet geplaatst worden op het aangewezen marktterrein tijdens de weekmarkt (vrijdag).

donderdag voor 17.00 uur standplaats verwijderen i.v.m. opbouw weekmark.

standplaats kan mogelijk niet geplaatst worden bij een evenement op het plein.

Plein hoek Kruisstraat

snacks

non-food en overige producten

overig

Kenmerkenlocatie:

nabij busstation

Randvoorwaarden:

1 vaste standplaatslocatie

standplaats max. 8 m2.

 


1

Uitspraak HR 26-03-1974,NJ 1974,239