Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Delft

Verordening op de adviescommissie omgevingskwaliteit Delft 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDelft
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de adviescommissie omgevingskwaliteit Delft 2022
CiteertitelVerordening op de adviescommissie Omgevingskwaliteit 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening treedt tegelijk met de Wet van 23 maart 2016, houdende regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet) in werking.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2023nieuwe regeling

02-06-2022

gmb-2022-265330

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de adviescommissie omgevingskwaliteit Delft 2022

De raad van de gemeente Delft;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 januari 2022;

gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet en afdeling 17.2 van de Omgevingswet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de adviescommissie omgevingskwaliteit Delft 2022;

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    commissie: gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in artikel 17.9 van de wet, genaamd

  • Adviescommissie Omgevingskwaliteit;

  • -

    goede omgevingskwaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.3 van de wet;

  • -

    wet: de Omgevingswet.

Paragraaf 2. Adviestaak

Artikel 2. Taak en werkzaamheden

  • 1.

    De commissie heeft als taak de raad en burgemeester en wethouders te adviseren bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden op grond van de wet met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit en al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.

  • 2.

    Ter uitvoering van haar taak:

    • a.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over een aanvraag om of een ontwerpbesluit voor een omgevingsvergunning voor:

      • 1.

        een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een monument;

      • 2.

        een omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op een voorbeschermd gemeentelijk monument of een gemeentelijk monument;

      • 3.

        een omgevingsplanactiviteit in geval de commissie in het omgevingsplan als adviseur is aangewezen

      • 4.

        een andere activiteit in geval burgemeester en wethouders een advies nodig achten met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit.

  • b.

    voorts adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aanwijzen van een onroerende zaak als rijksmonument ingevolge artikel 3.1, eerste lid, van de Erfgoedwet of over het aan een locatie geven van de functie-aanduiding gemeentelijk monument op grond van artikel 4.2, eerste lid, van de wet;

  • c.

    adviseert de commissie, al dan niet op verzoek van burgemeester en wethouders, over het ontwikkelen van beleid inclusief omgevingsvisie, omgevingsplan en maatwerkregels voor de omgevingskwaliteit;

  • d.

    adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het geven van beschikkingen op grond van regels in verordeningen op grond van artikel 149 van de Gemeentewet die een eis ten aanzien van de omgevingskwaliteit bevatten, te weten de regels over reclame in de openbare ruimte;

     

Paragraaf 3. Aanwijzing van besluiten waarover verplicht advies moet worden gevraagd

Artikel 3. Verplichte advisering

Burgemeester en wethouders winnen in ieder geval advies van de commissie in omtrent een te nemen beslissing als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, onderdelen 1 ̊tot en met 3 ̊, en onder b.

 

Paragraaf 4. Samenstelling en inrichting

Artikel 4. Samenstelling

  • 1.

    De commissie bestaat uit maximaal 6 leden, de voorzitter daaronder begrepen.

  • 2.

    De commissie telt, gelet op artikel 17.9, eerste lid, van de wet, twee leden die deskundig zijn op het gebied van de monumentenzorg en restauratie;

  • 3.

    voorts bestaat de commissie uit leden die worden benoemd op grond van de professionele deskundigheid op het gebied van respectievelijk architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur;

Artikel 5. De Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter geeft leiding aan de vergadering, zorgt voor een gestructureerde voortgang en integreert de verschillende visies tot een gemeenschappelijk helder advies;

  • 2.

    De voorzitter is verantwoordelijk voor de formulering van het eindadvies en zorgt voor goede contacten met het gemeentebestuur, de stadsbouwmeester, supervisoren, de ambtelijke organisatie, de pers en belangstellenden;

  • 3.

    De voorzitter bepaalt in overleg met de secretaris de dag, het uur en de plaats van de vergaderingen;

  • 4.

    De leden benoemen uit hun midden een plaatsvervangend voorzitter welke bij ontstentenis van de voorzitter diens taken tijdelijk waarneemt.

Artikel 6. Benoeming

  • 1.

    De leden en de plaatsvervangers kunnen voor een termijn van ten hoogste 3 jaar worden benoemd

  • 2.

    Herbenoeming van leden kan eenmaal voor ten hoogste 3 jaar plaatsvinden

  • 3.

    Afgetreden leden zijn niet eerder dan 3 jaar na hun aftreden weer benoembaar.

  • 4.

    De leden worden op eigen aanvraag ontslagen. Zij kunnen voorts door burgemeester en wethouders worden geschorst en door de raad worden ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.

  • 5.

    het reglement van orde van de commissie bevat, binnen het gestelde in de vorige leden, nadere regels aangaande de benoemingsprocedures

Artikel 7. Ondersteuning van de commissie

  • 1.

    De commissie wordt terzijde gestaan door een door of namens het college aangewezen secretaris. Deze draagt zorg voor het organisatorisch en administratief functioneren van de commissie.

  • 2.

    Door het college kunnen één of meerdere adjunct-secretarissen worden benoemd en wordt voorts zorg gedragen voor voldoende ambtelijke ondersteuning.

  • 3.

    De secretaris noch adjunct-secretaris(sen) noch de medewerkers zijn lid van de commissie.

     

Paragraaf 5. Advisering en standpuntbepaling

Artikel 8. Adviestermijn

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen aangeven binnen welke termijn een advies wordt verwacht.

  • 2.

    In geval burgemeester en wethouders geen termijn hebben gesteld brengt de commissie advies uit binnen een termijn van maximaal vier weken.

Artikel 9. Beraadslaging en standpuntbepaling

  • 1.

    De vergaderingen waarin één of meer adviezen over aanvragen om omgevingsvergunning door of namens de commissie worden vastgesteld zijn openbaar. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen. De agenda voor de vergadering van de commissie wordt tijdig op een geschikte wijze bekendgemaakt. Indien burgemeester en wethouders – al dan niet op verzoek van de aanvrager – een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen daaraan klemmende redenen ten grondslag te liggen.

  • 2.

    De aanvrager van de omgevingsvergunning of zijn gemachtigde heeft de mogelijkheid tot toelichting van de aanvraag ten overstaan van de commissie. Een plantoelichting duurt in principe maximaal 15 minuten en heeft slechts betrekking op planontwerp en de daarin vervatte plankeuzes voorzover deze betrekking hebben op de relevante toetsingskaders.

  • 3.

    Belangstellenden kunnen de openbare vergadering bijwonen op de publieke tribune.

  • 4.

    Over de uit te brengen adviezen wordt niet besloten dan in aanwezigheid van ten minste 3 leden. Over een advies over een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een Rijksmonumenten- activiteit met betrekking tot een monument wordt niet besloten dan in aanwezigheid van ten minste twee leden met deskundigheid op het gebied van de monumentenzorg.

  • 5.

    Leden die als opdrachtgever, ontwerper of anderszins betrokken zijn bij de uitvoering van een activiteit waarvoor een aanvraag is gedaan waarover de commissie adviseert, onthouden zich van medewerking aan het desbetreffende advies en zijn tijdens de behandeling van en de besluitvorming over het advies niet in de vergadering aanwezig.

  • 6.

    De geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 2:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de commissie en de daarvoor werkzame personen.

Artikel 10 vooroverleg

  • 1.

    Ter voorbereiding van een bouw- of ontwikkelingsinitiatief kan de stadsbouwmeester, een supervisor of een gemachtigde namens de ambtelijke organisatie ter voorbereiding van een advies als bedoeld in artikel 2 vragen om vooroverleg met de plenaire commissie om zich in een vroegtijdig stadium op de hoogte te stellen van het gevoelen van de commissie;

  • 2.

    Ter voorbereiding van een voor een bouwinitiatief benodigd advies als bedoeld in artikel 2 kan de opdrachtgever of daartoe gemachtigde ontwerper, vragen om een vooroverleg met de commissie om zich voorafgaand aan een aanvraag om een omgevingsvergunning in een vroegtijdig stadium op de hoogte te stellen van de van belang zijnde toetsingscriteria, de beoordelingswijze of de beoordelingsruimte;

  • 3.

    Een vooroverleg als bedoeld in het tweede lid vindt in principe maximaal drie keer plaats;

Artikel 11. Afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie

De commissie kan onverminderd het bepaalde in artikel 17.9, eerste lid, van de wet de advisering over een aanvraag om een omgevingsvergunning of over de voorbereiding van enig ander advies als genoemd in artikel 2 lid 2 onder verantwoordelijkheid van de commissie overlaten aan een of meer daartoe aangewezen leden, of een subcommissie.

Artikel 12. Adviseurs

  • 1.

    De commissie kan zich voor het inwinnen van inlichtingen wenden tot daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

  • 2.

    De commissie kan zich in uitzonderlijke gevallen voorts doen bijstaan door andere personen, voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is.

  • 3.

    De in het eerste en tweede lid bedoelde personen kunnen op uitnodiging van de commissie als adviseur deelnemen aan de beraadslagingen.

     

Paragraaf 6. Werkwijze

Artikel 13. Reglement van orde

Het college stelt de werkwijze van de adviescommissie binnen de kaders van deze verordening nader vast in een reglement van orde.

Artikel 14. Vergoeding

De leden en de adviseurs als bedoeld in artikel 10, tweede lid, ontvangen per bijgewoonde vergadering een door het college vast te stellen vergoeding.

 

Paragraaf 7. Jaarverslag

Artikel 15. Jaarverslag

  • 1.

    De commissie brengt periodiek verslag uit als bedoeld in artikel 17.9, zesde lid, van de wet van haar werkzaamheden.

  • 2.

    In het verslag komt ten minste aan de orde:

    • a.

      de wijze waarop toepassing is gegeven aan de kaders als bedoeld in artikel 17.9, derde lid, van de wet;

    • b.

      de wijze waarop uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen.

       

Paragraaf 8. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 16. Klachtenregeling

Indieners van een aan de commissie ter beoordeling voorgelegd plan die zich niet kunnen verenigen met de werkwijze of het functioneren van de commissie kunnen hierover een klacht indienen bij het college. De reguliere klachtenbehandelingsprocedure is hierop van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17. Overgangsrecht

Als voor de inwerkingtreding van de wet een aanvraag om een besluit is ingediend, blijft het oude recht, met betrekking tot de commissie op het gebied van welstand en monumentenzorg van kracht.

Artikel 18. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt tegelijk met de Wet van 23 maart 2016, houdende regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet) in werking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de adviescommissie Omgevingskwaliteit 2022.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 juni 2022.

,burgemeester.

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

,griffier.

Drs. R.G.R. Jeene CMC