Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Beleidsregels kostenvergoeding bezwaar en administratief beroep

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingBeleidsregels kostenvergoeding bezwaar en administratief beroep
CiteertitelBeleidsregels kostenvergoeding bezwaar en administratief beroep
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. Besluit proceskosten bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-02-2005nieuwe regeling

25-01-2005

Algemeen Dagblad, 17-02-2005

04.32506

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels kostenvergoeding bezwaar en administratief beroep

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier:

 

Gelezen het voorstel van de directeur dienst Ondersteuning d.d. 27 december 2004, nr. 04.32507;

 

Gelet op het bepaalde in Titel 4.3 en artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht en het Besluit houdende nadere regels betreffende de proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedures (Besluit proceskosten bestuursrecht);

 

B e s l u i t :

 

Voor het toepassen van de wegingsfactoren als bedoeld in de Bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht onder C 1 de volgende beleidsregels vast te stellen:

  • -

    als zeer licht (wegingsfactor 0,25) zijn te beschouwen: kennelijk gegronde bezwaren;

  • -

    als licht (wegingsfactor 0,5) zijn te beschouwen: gegronde bezwaren waarbij weinig tot geen beleidsvrijheid bestaat voor het bestuursorgaan, zoals bij gebonden beschikkingen;

  • -

    als zwaar (wegingsfactor 1,5) zijn te beschouwen: zaken die juridisch of inhoudelijk als ingewikkeld of omvangrijk moeten worden aangemerkt, zoals bij onduidelijke of nieuwe regelgeving of een grote hoeveelheid stukken;

  • -

    als zeer zwaar (wegingsfactor 2) zijn te beschouwen: zaken die juridisch of inhoudelijk als zeer ingewikkeld of zeer omvangrijk moeten worden aangemerkt, zoals bij controversiële (nieuwe) wetgeving met wisselende lagere rechtspraak of uitzonderlijke hoeveelheden stukken;

  • -

    als gemiddeld (wegingsfactor 1) zijn te beschouwen: alle overige zaken.

Aldus besloten in de vergadering van het college van dijkgraaf en hoogheemraden d.d. 25 januari 2005

De dijkgraaf,

Drs. J.M. de Vries

de secretaris,

M.J. Kuipers

Toelichting op de beleidsregels kostenvergoeding bezwaar en administratief beroep

Inleiding

Op 12 maart 2002 is de Wet kosten bestuurlijke voorprocedures in werking getreden (Staatsblad 2002, nr. 55). Met deze wet is de Algemene wet bestuursrecht (hierna te noemen: Awb) gewijzigd. In artikel 7:15 van de Awb is nu de wettelijke regeling gegeven voor de vergoeding van proceskosten in de procedure van bezwaar en administratief beroep.

 

De kosten die voor vergoeding in aanmerking komen en de berekeningswijze ervan, zijn geregeld in het per 12 maart 2002 gewijzigde Besluit proceskosten bestuursrecht (Staatsblad 2002, nr. 113, hierna te noemen: het Besluit).

 

Het hoogheemraadschap heeft een zekere beleidsruimte bij het vaststellen van de hoogte van de vergoeding. Het gaat om de zogenaamde wegingsfactoren voor de berekening van de vergoeding voor beroepsmatige rechtsbijstand. De wegingsfactoren brengen de zwaarte van de zaak tot uitdrukking.

Ten behoeve van een eenduidige beoordeling bij het toepassen van de wegingsfactoren heeft het hoogheemraadschap deze beleidsregels vastgesteld. De Adviescommissie bezwaren zal over verzoeken om proceskostenvergoeding aan de hand van deze beleidsregels adviseren over de hoogte van de vergoeding.

 

Verzoek vóór beslissing op bezwaar

Proceskosten komen alleen voor vergoeding in aanmerking indien belanghebbende daarom verzoekt vóórdat het hoogheemraadschap een beslissing op het bezwaarschrift neemt.

 

Op welke besluiten is deze regeling van toepassing?

Deze regeling is van toepassing op verzoeken om kostenvergoeding in bezwaarprocedures aangaande alle besluiten genomen door het hoogheemraadschap met uitzondering van besluiten op fiscaal gebied, zoals bijvoorbeeld waterschapsbelastingen, leges of kwijtschelding. Voor verzoeken om een vergoeding in de procedure van bezwaar of administratief beroep inzake een fiscaal besluit gelden de ‘Beleidsregels voor de toepassing van wegingsfactoren in fiscale procedures’ vastgesteld op 10 december 2003 door het college van dijkgraaf en hoogheemraden, registratienummer 04.2630.

In sommige gevallen moet in plaats van een bezwaarschrift tegen een beslissing van het hoogheemraadschap direct een beroepschrift worden ingediend bij een beroepsorgaan. Op dergelijke procedures van administratief beroep is deze regeling tevens van toepassing.

 

Wanneer wordt een vergoeding toegekend?

De Awb voorziet in een vergoedingsplicht in de gevallen waarin het bestreden besluit wegens onrechtmatigheid wordt herroepen en deze onrechtmatigheid aan het bestuursorgaan is te wijten.

 

De eerste voorwaarde is dus dat het primaire besluit wordt herroepen.

 

De tweede voorwaarde is dat die herroeping dient plaats te vinden wegens de onrechtmatigheid van het besluit, dat wil zeggen als het primaire besluit is genomen in strijd met het recht. Het primaire besluit moet inhoudelijk onjuist zijn.

De gegrondheid van het bezwaarschrift hoeft niet te betekenen dat er sprake is van onrechtmatigheid. Louter formele fouten of motiveringsgebreken in het primaire besluit kunnen in de beslissing op het bezwaarschrift immers worden hersteld door wijziging of aanvulling. In dat geval wordt in de beslissing op bezwaar het primaire besluit als zodanig niet herroepen.

Indien een gebonden beschikking wordt herroepen, staat de onrechtmatigheid daarmee vast Als herroeping van het primaire besluit op beleidsinhoudelijke gronden plaatsvindt, is er geen sprake van onrechtmatigheid.

 

De derde voorwaarde is dat de onrechtmatigheid aan het bestuursorgaan moet zijn te wijten. Indien de onjuistheid van het besluit echter is te wijten aan de belanghebbende, bijvoorbeeld omdat hij niet tijdig de juiste gegevens heeft verstrekt, dan bestaat geen recht op vergoeding.

 

Welke kosten worden vergoed?

In het Besluit zijn de volgende kosten opgenomen:

  • a.

    kosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand

  • b.

    kosten van getuigen of deskundigen die door betrokkene zijn ingeschakeld

  • c.

    reis- en verblijfkosten

  • d.

    verletkosten (gederfde inkomsten)

  • e.

    kosten van uittreksels uit openbare registers, telegrammen, internationale telexen, internationale faxen en internationale telefoongesprekken

Ad a. Als beroepsmatig rechtsbijstand is verleend, worden de kosten vergoed volgens een genormeerd systeem. Over de vergoeding van deze kosten volgt in deze toelichting een afzonderlijke uitleg.

 

Ad b. Hiervoor geldt een vergoeding conform de (uitvoerige) regeling in de wet en het besluit tarieven in strafzaken.

 

Ad c. Hiervoor geldt een vergoeding conform het Besluit tarieven in strafzaken. Reiskosten worden vergoedt op basis van de 2e klasse openbaar vervoer, dan wel een kilometervergoeding van € 0,28 per kilometer indien openbaar vervoer niet of niet voldoende mogelijk is. Verblijfskosten worden vergoed tot ten hoogste € 37,85 per dag. Verzoeker moet de gemaakte kosten voldoende specificeren

 

Ad d. Afhankelijk van de omstandigheden een bedrag tussen de € 4,54 en € 53,09 per uur. De verzoeker moet aannemelijk maken dat inkomsten zijn gederfd en de gederfde inkomsten dient verzoeker voldoende te specificeren.

 

Ad e. De werkelijke gemaakte kosten worden vergoed op grond van gespecificeerde nota´s

 

De kosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand (ad a)

Deze kosten worden vergoed volgens de bijlage van het Besluit. Drie factoren zijn daarbij van belang.

 

De eerste factor betreft het aantal handelingen (A) in de procedure. Hieraan worden punten toegekend. Het opstellen van een bezwaarschrift levert 1 punt op, het verschijnen op de hoorzitting eveneens 1 punt en een nadere hoorzitting 0,5 punt.

 

De tweede factor is de vergoeding van € 322,-- (B) per punt.

 

De derde factor is het gewicht van de zaak (C), de zogenaamde wegingsfactor. Het gewicht van de zaak varieert van zeer licht (factor 0,25) tot zeer zwaar (factor 2).

 

De vergoeding voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand wordt als volgt bepaald: A x B x C

 

Beleidsregels voor wegingsfactoren

Het hoogheemraadschap hanteert de volgende beleidsregels.

  • -

    als zeer licht (wegingsfactor 0,25) zijn te beschouwen: kennelijk gegronde bezwaren;

  • -

    als licht (wegingsfactor 0,5) zijn te beschouwen: gegronde bezwaren waarbij weinig tot geen beleidsvrijheid bestaat voor het bestuursorgaan, zoals bij gebonden beschikkingen;

  • -

    als zwaar (wegingsfactor 1,5) zijn te beschouwen: zaken die juridisch of inhoudelijk als ingewikkeld of omvangrijk moeten worden aangemerkt, zoals bij onduidelijke of nieuwe regelgeving of een grote hoeveelheid stukken;

  • -

    als zeer zwaar (wegingsfactor 2) zijn te beschouwen: zaken die juridisch of inhoudelijk als zeer ingewikkeld of zeer omvangrijk moeten worden aangemerkt, zoals bij controversiële (nieuwe) wetgeving met wisselende lagere rechtspraak of uitzonderlijke hoeveelheden stukken;

  • -

    als gemiddeld (wegingsfactor 1) zijn te beschouwen: alle overige zaken.

Samenhangende zaken en beroepsmatige rechtsbijstand

In het Besluit is geregeld dat als er sprake is van zogenaamde samenhangende zaken er voor de vergoeding van beroepsmatige rechtsbijstand aanvullende wegingsfactoren zijn.

 

Er is sprake van een samenhangende zaak, in het geval van de volgende omstandigheden:

  • -

    Er moet sprake zijn van één besluit (of meerdere nagenoeg gelijke besluiten), waartegen door één of meerdere belanghebbenden en op vergelijkbare gronden gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig bezwaar wordt gemaakt en

  • -

    waarbij beroepsmatige rechtsbijstand wordt verleend door dezelfde persoon, of personen die deel uitmaken van hetzelfde samenwerkingsverband (bijvoorbeeld advocatenkantoor of rechtsbijstandsverzekeraar).

In dat geval wordt niet per bezwaarschrift een vergoeding voor de kosten van beroepsmatige rechtsbijstand berekend, maar worden de bezwaarschriften van de samenhangende zaken als één zaak aangemerkt. De volgende aanvullende wegingsfactoren (D) zijn dan van toepassing:

  • -

    minder dan 4 bezwaarschriften, wegingsfactor 1

  • -

    4 bezwaarschriften of meer, wegingsfactor 1,5

De berekening van de vergoeding van beroepsmatige rechtsbijstand is dan als volgt:

 

A x B x C x D

 

Inwerkingtreding beleidsregels

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.