Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen
Artikel 10 Vergaderfrequentie en openbaarheid
- 1.
De bestuurscommissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht doch tenminste viermaal per jaar, tenzij er een presidium is ingesteld. In geval er een presidium is ingesteld komt de bestuurscommissie ten minste jaarlijks bijeen en het presidium ten minste vier maal per jaar.
- 2.
De vergadering van de bestuurscommissie wordt in het openbaar gehouden, tenzij beraadslaging of besluitvorming in het kader van een door het college overgedragen bevoegdheid als bedoeld in artikel 3 aan de orde is. Artikel 23 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
- 3.
De vergaderingen van de bestuurscommissie vinden in beginsel plaats in het gemeentehuis.
- 4.
Een bestuurscommissie vergadert voorts indien tenminste een vijfde van de leden schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoekt.
- 5.
De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere vergaderplaats aanwijzen.
Artikel 11 Oproep
- 1.
De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.
- 2.
De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.
- 3.
Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 12, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.
Artikel 12 Agenda
- 1.
Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt de voorzitter in overleg met de secretaris de agenda van de vergadering voorlopig vast.
- 2.
In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.
- 3.
Bij aanvang van de vergadering stelt de bestuurscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de bestuurscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.
- 4.
Wanneer de bestuurscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college nadere inlichtingen vragen. De bestuurscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
- 5.
Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de bestuurscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.
Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken
- 1.
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden met ingang van de dag na het verzenden van de schriftelijke oproep in elk geval voor de leden, en voor zover het een openbare vergadering betreft voor een ieder, op het gemeentehuis ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de ter inzage legging melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 14. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk, voor zover van toepassing, in een openbare kennisgeving.
- 2.
Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.
- 3.
Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de secretaris en verleent de secretaris een lid inzage.
Artikel 14 Openbare kennisgeving
- 1.
De vergadering wordt, voor zover deze een openbaar karakter heeft, tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in het Voorster Nieuws, op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.
- 2.
De openbare kennisgeving vermeldt:
- a.
de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;
- b.
de wijze waarop en de plaats waar een ieder de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;
- c.
de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.
Paragraaf 2 Orde der vergadering
Artikel 15 Presentielijst
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de secretaris door ondertekening vastgesteld.
Artikel 16 Opening vergadering; quorum
- 1.
De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.
- 2.
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, deelt de voorzitter, na voorlezing van de namen van de afwezige leden, mede dat de vergadering niet wordt gehouden.
Artikel 17 Spreekrecht burgers
- 1.
Voordat de voorzitter een agendapunt in een openbare vergadering bij de leden in bespreking geeft kunnen andere aanwezige burgers het woord voeren over het geagendeerde onderwerp.
- 2.
Het woord kan niet gevoerd worden over:
- a.
een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;
- b.
benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;
- c.
een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;
- d.
Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.
- e.
De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.
Artikel 18 Verslag
- 1.
Het ontwerp-verslag van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep.
- 2.
Bij het begin van de vergadering wordt, zo mogelijk, het verslag van de vorige vergadering vastgesteld.
- 3.
De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht, een voorstel tot wijziging van het verslag aan de bestuurscommissie te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de vaststelling van het verslag bij de secretaris te worden ingediend.
- 4.
Het verslag moet inhouden:
- a.
de namen van de voorzitter, de leden, de secretaris, de burgemeester, de wethouders en de ambtenaren, voorzover aanwezig, alsmede van de leden die afwezig waren, en van de overige personen die het woord gevoerd hebben.
- b.
een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
- c.
een beknopte zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen der aanwezigen die het woord voerden;
- d.
het besluit van de bestuurscommissie dan wel een samenvatting van het advies aan het college en de ingenomen minderheidsstandpunten onder vermelding van de namen van de leden die mededeling hebben gedaan van hun instemming met het besluit dan wel advies en die een minderheidsstandpunt hebben ingenomen en met aantekening van de namen van de leden die zich niet uitgelaten hebben;
- e.
bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 26 door de bestuurscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.
- 5.
Het verslag wordt opgesteld onder de zorg van de secretaris.
- 6.
Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend en binnen een week na vaststelling aan het college gezonden.
Artikel 19 Spreekregels
- 1.
Een lid, de voorzitter, de secretaris, de burgemeester, een wethouder en een ambtenaar spreken vanaf hun plaats en de overige aanwezigen van de spreekplaats. Zij richten zich tot de voorzitter.
- 2.
Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het eerste lid genoemde personen vanaf een andere plaats spreken.
Artikel 20 Volgorde sprekers
- 1.
Een lid, de secretaris, de burgemeester, een wethouder of een ambtenaar, voeren het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.
- 2.
De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord wordt gevraagd over de orde van de vergadering.
Artikel 21 Aantal spreektermijnen
- 1.
De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de bestuurscommissie anders beslist.
- 2.
Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.
- 3.
Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.
- 4.
Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.
Artikel 22 Spreektijd
Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.
Artikel 23 Voorstellen van orde
- 1.
De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.
- 2.
Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.
- 3.
Over een voorstel van orde beslist de bestuurscommissie terstond.
Artikel 24 Handhaving orde; schorsing
- 1.
Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:
- a.
de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren;
- b.
een lid hem interrumpeert.
- 2.
De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.
- 3.
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
- 4.
De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.
- 5.
De voorzitter kan een bestuurscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
Artikel 25 Beraadslaging
- 1.
De bestuurscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.
- 2.
Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de bestuurscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Artikel 26 Deelname aan de beraadslaging door anderen
- 1.
De bestuurscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.
- 2.
Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.
Artikel 27 Besluit en advies
- 1.
Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de bestuurscommissie anders beslist.
- 2.
Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de bestuurscommissie of er tot besluitvorming wordt overgegaan dan wel een advies aan het college wordt uitgebracht.
- 3.
Indien de bestuurscommissie een besluit neemt dan wel een advies aan het college uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het besluit dan wel advies.
- 4.
De leden beslissen zonder last of ruggespraak. Artikel 28 tot en met 32 van de Gemeentewet zijn daarbij van overeenkomstige toepassing.
- 5.
In een advies worden eventuele minderheidsstandpunten opgenomen.
- 6.
Een advies wordt binnen vier weken schriftelijk en ondertekend door voorzitter en secretaris aan het college toegezonden.
- 7.
Als het college afwijkt van een advies van een bestuurscommissie zal het college de bestuurscommissie over de reden daarvan informeren.