Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling samenwerking innovatieve ondernemers Den Haag 2022 |
Citeertitel | Subsidieregeling samenwerking innovatieve ondernemers Den Haag 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Subsidieregeling samenwerking innovatieve ondernemers Den Haag 2022 |
Geen
Algemene subsidieverordening Den Haag 2020
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-06-2022 | 31-12-2024 | nieuwe regeling | 07-06-2022 | RIS312394 DSO/10252620 |
De Subsidieregeling samenwerking innovatieve ondernemers Den Haag 2022 is gericht op het bevorderen van innovatief ondernemerschap. Deze subsidieregeling komt voort uit het Sociaal Economisch Herstelplan en sluit aan op Economische Visie Den Haag +2030.
Uit onderzoek van o.a. de Universiteit Utrecht is bekend dat Den Haag onder presteert als het gaat om R&D, het aantrekken van kapitaal voor innovatie en het samenwerken tussen verschillende (kennis)partners. Met de subsidieregeling samenwerking innovatieve ondernemers Den Haag 2022 wil de gemeente de samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen in Den Haag een extra stimulans geven. Betere samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen in een stedelijk ecosysteem is een gekende manier om ondernemers te faciliteren, innovatie te bevorderen en economische activiteit te stimuleren. Op deze manier moet de regeling bijdragen aan het behoud en de groei van Haagse innovatieve bedrijvigheid en een verbeterd ondernemersklimaat.
Ondernemers kunnen in een samenwerkingsverband op grond van deze subsidieregeling subsidie aanvragen ter bevordering van innovaties die een positieve impact hebben op de Haagse werkgelegenheid en bijdragen aan een veilige, betere en rechtvaardige wereld. Met de subsidie kan de ondernemer in de ontwikkelfase investeren in de samenwerking met relevante kennisinstellingen, andere ondernemers en potentiële eindgebruikers om aan te tonen dat de innovatie werkt. Hierdoor vergroten ondernemers de slaagkans op de markt van hun product of dienst.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,
gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,
besluit vast te stellen de navolgende Subsidieregeling samenwerking innovatieve ondernemers Den Haag 2022:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.
Artikel 1:3 Doel van de subsidie
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten, die bijdragen aan de samenwerking tussen ondernemingen in de impact economie, de legal en policy sector of de veiligheidssector, kennisinstellingen, NGO’s en overheden, gericht op de ontwikkeling, realisatie en validatie van nieuwe, unieke en onderscheidende producten, diensten of faciliteiten, zoals prototyping, demonstraties, pilotontwikkeling, testen en validatie.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen die als penvoerder optreden van samenwerkingsverbanden.
Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Voor subsidie komen in aanmerking:
a. loonkosten van de rechtspersonen die deelnemen aan het samenwerkingsverband, en direct betrokken zijn bij de uitvoering van het project, met een maximaal forfaitair uurtarief van € 125 voor kennisinstellingen en € 60 voor alle overige partijen;
b. kosten van derden voor het gebruik maken van diensten voor een maximum van € 125 per uur;
c. kosten van gebruiksgoederen voor het project, zoals kleine instrumenten, hulpmiddelen en investeringen in apparatuur (producten) tot maximaal 20% van het totale subsidiebedrag;
d. huisvestingkosten voor zover en zolang de huisvesting wordt gebruikt voor het project tot maximaal 5% van het totale subsidiebedrag;
e. de BTW over de gesubsidieerde kosten voor zover die BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht.
Niet voor subsidie in aanmerking komen:
a. kosten gemaakt voor indiening van de subsidieaanvraag;
b. de eventuele restwaarde van specifiek voor de subsidiabele activiteiten aangeschafte apparatuur;
c. kosten gemaakt ten behoeve van het opstellen van de subsidieaanvraag;
d. de kosten voor overhead die meer bedragen dan 20% van de kosten van de subsidiabele activiteiten.
Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie
Artikel 1:9 Wijze van verdeling
Bij de rangschikking van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria en tot het daarbij vermelde maximum aantal:
a. doelen: draagt bij het project duidelijk bij aan de profielclusters:
1° excellente bijdrage aan de doelen van de profielclusters: 15 punten;
2° zeer goede bijdrage aan de doelen van de profielclusters: 12 punten;
3° goede bijdrage aan de doelen van de profielclusters: 9 punten;
4° redelijke bijdrage aan de doelen van de profielclusters: 6 punten;
5° slechte of geen bijdrage aan de doelen van de profielclusters: 3 punten;
b. economische impact: draagt het voorstel bij aan het verdienvermogen van de Haagse economie, en genereert het voorstel kwantificeerbaar (potentieel voor) economische toegevoegde waarde en werkgelegenheid:
1º economische impact is zeer waarschijnlijk en uitgebreid gekwantificeerd: 15 punten;
2º economische impact is waarschijnlijk en gekwantificeerd: 12 punten;
3º economische impact is beperkt: 9 punten;
4º economische impact is zeer beperkt of niet te kwantificeren: 6 punten;
5º geen economische impact: 3 punten;
c. praktijk: het project gaat over een urgent, actueel vraagstuk:
1º zeer relevant en actueel onderwerp: 15 punten;
2º zeer relevant of actueel onderwerp: 12 punten;
3º relevant of actueel onderwerp: 9 punten;
4º bevat enige interessante aspecten: 6 punten;
5º gebrek aan relevantie en inhoud: 3 punten;
d. innovatie: leidt het project tot nieuwe oplossingen voor bedrijven:
1º uiterst innovatief project: 15 punten;
2º zeer innovatief project: adresseert een belangrijk nieuw probleem of oplossingsmethodiek, aanpak of toepassing: 12 punten;
3º enige interessante innovatieve aspecten: 9 punten;
4º niet heel innovatief: oplossingen in het voorstel bestaan al, of de aanpak is naar het oordeel van het college niet kansrijk: 6 punten
e. kwaliteit: kwaliteit van het samenwerkingsverband, zoals de juiste partners in het consortium:
1º excellente kwaliteit van het consortium: 15 punten;
2º zeer hoge kwaliteit van het consortium: 12 punten;
3º hoge kwaliteit van het consortium: 9 punten;
4º redelijke kwaliteit van het consortium: 6 punten;
5º lage kwaliteit van het consortium: 3 punten;
f. presentatie: is het project duidelijk en rationeel gepresenteerd in het voorstel, onder meer met een duidelijke taakverdeling tussen de partners, en ook realistisch en haalbaar:
1º excellent geschreven, excellente argumentatie: 15 punten;
2º zeer duidelijk geschreven, overtuigend geschreven: 12 punten;
3º goed geschreven, logische opbouw van het voorstel: 9 punten;
4º het voorstel is op punten onduidelijk opgeschreven, of mist argumentatie: 6 punten;
5º slecht geschreven, met fouten en onlogische structuur: 3 punten;
g. eigen inbreng: is er eigen inbreng in het project vanuit eigen geld, tijd of geld van derden:
1º er is sprake van inbreng met eigen geld of geld van derden voor 60% of meer van de subsidiabele kosten: 10 punten;
2º er is sprake van inbreng met eigen geld of geld van derden voor 40 tot 60% of van de subsidiabele kosten: 8 punten;
3º er is sprake van inbreng met deels eigen geld of geld van derden en deels tijd voor 60% of meer van de subsidiabele kosten: 6 punten;
4º er is sprake van inbreng met deels eigen geld of geld van derden en deels tijd voor 40 tot 60% van de subsidiabele kosten: 4 punten;
5º er is sprake van inbreng met eigen tijd voor meer dan 40% van de subsidiabele kosten: 2 punten.
Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen
Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over:
a. een ondertekende samenwerkingsovereenkomst die voldoet aan de vereisten geformuleerd in artikel 2:3;
b. een verklaring waaruit blijkt in hoeverre de penvoerder als BTW belaste ondernemer is aan te merken;
c. een specificatie van verrekenbare en niet-verrekenbare BTW;
Artikel 2:3 Samenwerkingsverband
De samenwerking van de partijen in het samenwerkingsverband is in een getekende overeenkomst vastgesteld, die voldoet aan in ieder geval de volgende vereisten:
a. de partijen in het project zijn beschreven; er wordt vermeld of deze partijen een kennisinstelling is, een middelgrote onderneming of kleine onderneming, of van andere aard is;
b. de doelstelling en de duur van de technologische interactie gedurende minimaal de projectperiode wordt beschreven en vastgelegd;
c. de projectorganisatie wordt beschreven;
d. de taken en bevoegdheden van iedere partij zijn vastgelegd;
e. de kennisinbreng van de partijen wordt op controleerbare wijze vastgelegd;
f. de rechthebbende op de projectresultaten wordt beschreven;
g. de wijze waarop, door wie en waar de resultaten van het project gebruikt worden, wordt vastgelegd;
h. de aansprakelijkheid van de partijen onderling is op controleerbare wijze vastgelegd;
i. de verdeling van de kosten en risico’s tussen de deelnemers is op controleerbare wijze vastgelegd;
j. de wijze waarop de aangevraagde subsidie tussen de deelnemers wordt verdeeld met een aanduiding van de daarvoor te verrichten activiteiten is op controleerbare wijze vastgelegd;
k. de doelstellingen en beoogde resultaten, alsmede de controle daarop door de partijen en de daaraan verbonden sancties, alsmede de onderlinge verrekening bij het niet nakomen van verplichtingen door de partijen zijn vastgelegd.
Artikel 2:4 Aanvullende subsidievereisten
Om voor subsidie in aanmerking te komen, voldoet het project aan de volgende vereisten:
a. het project wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met een (potentiële) eindgebruiker;
b. het project wordt uitgevoerd door minimaal een potentiële eindgebruiker en twee andere partijen, waarvan tenminste één een kleine of middelgrote onderneming is;
c. de activiteiten vinden plaats op een innovatiehub in de gemeente Den Haag;
d. het project is uitvoerbaar en omvat een product of dienst in de proof of concept fase;
e. het project wordt uitgevoerd en voltooid tussen 1 november 2022 en 1 mei 2024;
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV weigert het college een subsidie als:
a. deze subsidie wordt gebruikt voor het voorbereiden van een andere subsidieaanvraag;
b. het om een reguliere activiteit gaat van de aanvrager;
c. reeds voor de indiening van de aanvraag begonnen is met de uitvoering van het project;
d. een deelnemende partij in het samenwerkingsverband een onderneming in moeilijkheden is als bedoeld in artikel 2, onder 18, van de AGVV;
e. aan een deelnemende partijen in het samenwerkingsverband voor dezelfde activiteiten reeds eerder door het college subsidie is verstrekt;
f. de aanvrager een eigen inbreng doet van minder dan 40% van de subsidiabele kosten.
Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling
Onverminderd de artikelen 13 en 14 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
Subsidie die bij de beschikking tot verlening verdeeld is over verschillende kostensoorten, mag van de ene kostensoort naar de andere kostensoort worden overgeheveld.
Bevoorschotting vindt plaats met 75% van de verleende subsidie in één keer.
Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf
Artikel 5:1 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling
In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in uiterlijk 3 maanden na de einddatum van het project.
Artikel 5:2 Wijze van verantwoorden
De aanvraag tot vaststelling bevat:
a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid, van de ASV;
b. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, vijfde lid, van de ASV; en
c. een verklaring dat de verantwoording juist en volledig is. Bij verantwoording door de penvoerder wordt hiervoor een bestuursverklaring of directieverklaring ingediend volgens het door burgemeester en wethouders vastgestelde model.
Het college evalueert deze subsidieregeling uiterlijk in het derde kwartaal van 2024.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 31 december 2024.
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling samenwerking innovatieve ondernemers Den Haag 2022.