Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Beleid berekening zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing inzake bronneringen en saneringen HHNK 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingBeleid berekening zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing inzake bronneringen en saneringen HHNK 2016
CiteertitelBeleidsregels berekening zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing inzake bronneringen en saneringen HHNK 2016
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-12-2015nieuwe regeling

01-12-2015

Waterschapsblad 2015, 9664

15.58085

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleid berekening zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing inzake bronneringen en saneringen HHNK 2016

Artikel 1 Bepaling vervuilingswaarde

  • 1.

    De vervuilingswaarde van vanuit een bedrijfsruimte afgevoerd of geloosd water wordt vastgesteld op basis van het bepaalde in hoofdstuk XVIIb van de Waterschapswet (zuiveringsheffing) of artikel 7.5 van de Waterwet (verontreinigingsheffing).

  • 2.

    Indien de afvalwaterstroom afkomstig van een bronnering of sanering met een afgevoerde of geloosde hoeveelheid tot 40.000 m³ niet is bemonsterd en geanalyseerd op basis van het eerste lid, wordt de vervuilingswaarde bepaald op basis van waterklasse 3 van de tabel afvalwatercoëfficiënten (0,0025 v.e./m³).

  • 3.

    Indien de afvalwaterstroom afkomstig van een bronnering of sanering met een afgevoerde of geloosde hoeveelheid van 40.000 m³ of meer niet is bemonsterd en geanalyseerd op basis van het eerste lid, wordt de vervuilingswaarde geschat aan de hand van de bij de ambtenaar belast met de heffing bekende gegevens.

  • 4.

    In afwijking van het gestelde in het tweede lid kan een indeling in een andere waterklasse plaatsvinden met toepassing van hetgeen is bepaald in de Waterschapswet (zuiveringsheffing) of de Waterwet (verontreinigingsheffing) en het Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009.

Artikel 2 Bepaling hoeveelheid ingenomen water afkomstig van bronneringen en saneringen

  • 1.

    De belastingplichtige is verplicht om zelf de hoeveelheid ingenomen water van bronneringen en saneringen te registreren aan de hand van een daarvoor geschikte watermeter1. Deze hoeveelheid dient te worden doorgegeven aan het hoogheemraadschap. Daarnaast kan het hoogheemraadschap een aangifteformulier toezenden.

  • 2.

    Indien de hoeveelheid ingenomen water niet - of niet correct – wordt geregistreerd, of niet wordt doorgegeven aan het hoogheemraadschap, dan kan de ambtenaar belast met de heffing van het hoogheemraadschap deze hoeveelheid schatten.

Artikel 3 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de eerste dag volgende op die van haar bekendmaking en vindt toepassing op belastingaanslagen die worden opgelegd voor heffingstijdvakken die zijn aangevangen respectievelijk die zullen aanvangen op of na 1 januari 2016.

  • 2.

    Dit besluit kan worden aangehaald als 'Beleidsregels berekening zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing inzake bronneringen en saneringen HHNK 2016'.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het hoogheemraadschap Holland Noorderkwartier van 1 december 2015.

Toelichting op het Beleid berekening zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing inzake bronneringen en saneringen HHNK 2016

Artikelsgewijs toelichting

 

Artikel 1

Het eerste lid - Bij bronneringen en saneringen is er sprake van het afvoeren of lozen vanuit een bedrijfsruimte op de riolering of op oppervlaktewater. Dit is een belastbaar feit waarvoor respectievelijk een zuiveringsheffing of een verontreinigingsheffing kan worden opgelegd. Hierbij gelden in beginsel dezelfde regels als voor elke andere bedrijfsruimte. Uitgangspunt is artikel 122g van de Waterschapswet voor de zuiveringsheffing en artikel 7.5 van de Waterwet voor de verontreinigingsheffing. Hoofdregel is dat het aantal vervuilingseenheden wordt berekend door middel van meting, bemonstering en analyse van het afgevoerde of geloosde afvalwater. Dit is een kostbare methode, zodat op basis van de Waterschapswet en de Waterwet een uitzondering mogelijk is, waarvan veel bedrijven met een beperkte vervuilingswaarde gebruik maken.

De uitzondering is als volgt uitgewerkt.

In veel gevallen wordt bij een beperkte vervuilingswaarde een aanslag berekend met de formule A x B waarbij:

  • A

    het aantal m³ in het kalenderjaar afgevoerd of geloosd water is en,

  • B

    de afvalwatercoëfficiënt behorende bij de klasse met betrekking tot de vervuilingswaarde van die bedrijfsruimte.

De hoeveelheid ingenomen (grond)water is bij de afvoer en de lozing van grondwater tevens de hoeveelheid afgevoerd of geloosd afvalwater.

In deze beleidsregels wordt in het tweede lid een uitzondering gemaakt op de standaardregels in het voordeel van de belastingplichtige.

 

Het tweede lid - Op grond van de Waterschapswet, de Waterwet en het Besluit ingenomen water 2009 zouden bronneringen en saneringen vallen onder de waterklasse 8, van de tabel afvalwatercoëfficiënten, als bedoeld in artikel 122k, derde lid, van de Waterschapswet en artikel 7.5, vijfde lid, van de Waterwet.

Op basis van ervaringscijfers binnen het beheersgebied van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is geconcludeerd dat waterklasse 8 niet in verhouding staat tot de werkelijke vervuilingswaarde van bronneringen en saneringen. Binnen het beheersgebied van het hoogheemraadschap sluit waterklasse 3 het beste aan bij de werkelijke vervuilingswaarde. Dat maakt het wenselijk hiervoor beleidsregels op te stellen. Formeel is het namelijk de belastingplichtige die moet aantonen dat de aanslag te hoog is. Hiervoor moet de belastingplichtige een afvalwateronderzoek laten uitvoeren, dat vrij kostbaar is. Om te voorkomen dat de belastingplichtige gedwongen is om deze kosten te maken, kiest het hoogheemraadschap voor begunstigende beleidsregels. Dit betekent dat in een beleidsregel wordt vastgelegd dat voor het afvoeren of lozen van grondwater afkomstig uit bronneringen of saneringen tot een hoeveelheid van 40.000 m³ de meetverplichting komt te vervallen en gerekend wordt met een lagere waterklasse.

Deze begunstigende beleidsregels zijn alleen van toepassing als de afvalwaterstroom niet is bemonsterd en geanalyseerd op basis van het eerste lid. Is dit wel het geval dan wordt de vervuilingswaarde bepaald aan de hand van de beleidsregels in het eerste lid.

 

Het derde lid – De begunstigende beleidsregels uit het tweede lid zijn alleen van toepassing op bronneringen en saneringen met een geloosde of afgevoerde hoeveelheid water tot 40.000 m³. Bij een geloosde of afgevoerde hoeveelheid van 40.000 m³ of meer is wel sprake van een meetverplichting. Bij grotere bronneringen en saneringen is de vervuiling groter en staan de kosten van afvalwateronderzoek in verhouding tot de kosten van het betreffende project.

 

Verzuimt de belastingplichtige het vereiste afvalwateronderzoek te doen, dan kan het hoogheemraadschap de vervuilingswaarde schatten aan de hand van de gegevens die bekend zijn.

 

Artikel 2

Het eerste lid – Het hoogheemraadschap moet in het kader van andere aan hem toekomende taken een register bijhouden van de hoeveelheid onttrokken grondwater. Hiervoor stuurt het hoogheemraadschap een registratieformulier aan iedere bronneerder/saneerder.

Voor het bepalen van de hoogte van de aanslag is de hoeveelheid ingenomen water van belang. Om de burger en bedrijven niet met onnodige administratie te belasten kiest het hoogheemraadschap ervoor om de aanslag in beginsel te bepalen aan de hand van de gegevens uit het registratieformulier. In de gevallen waarin geen registratieformulier wordt geretourneerd aan het hoogheemraadschap, wordt een aangifteformulier toegezonden.

 

Het tweede lid - Indien de belastingplichtige verzuimt om aangifte te doen moet het hoogheemraadschap de aanslag ambtshalve vaststellen. Aangezien gegevens omtrent de hoeveelheid ingenomen water ontbreken moet het hoogheemraadschap van deze hoeveelheid een schatting maken.

 

Artikel 3

Dit onderdeel regelt de inwerkingtreding van het besluit.


1

Een watermeter moet minimaal voldoen aan de in het handboek Regeling Kwaliteitsborging Watermeters (RKW) opgestelde criteria. Dit handboek van KIWA Nederland wordt beheerd door de CRKW (Commissie Regeling Kwaliteitsborging Watermeters) van Vewin (Vereniging van Waterbedrijven in Nederland).