Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Enkhuizen

Verordening Woonlastenfonds gemeente Enkhuizen 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEnkhuizen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Woonlastenfonds gemeente Enkhuizen 2022
CiteertitelVerordening Woonlastenfonds gemeente Enkhuizen 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening Woonlastenfonds gemeente Enkhuizen 2006.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 147 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-06-2022nieuwe regeling

31-05-2022

gmb-2022-261257

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Woonlastenfonds gemeente Enkhuizen 2022

De raad van de gemeente Enkhuizen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 maart 2022 en het aangenomen amendement van 16 mei 2022;

 

gelet op artikel 147 Gemeentewet

 

overwegende dat de gemeenteraad in een verordening de regels omtrent het Woonlastenfonds dient vast te leggen. Het Woonlastenfonds is een financiële bijdrage in de huurkosten, bovenop de huurtoeslag, voor mensen met een minimum inkomen en vermogen. Het Woonlastenfonds is in 1999 in het leven geroepen en wordt per 1 juli 2027 beëindigd. Gezien deze verordening lang geleden voor het laatst is gewijzigd en aansluit bij de huidige wet- en regelgeving wordt de verordening opnieuw vastgesteld.

 

B E S L U I T:

Vast te stellen de Verordening woonlastenfonds gemeente Enkhuizen 2022

 

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Definities

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: Wet op de huurtoeslag

    • b.

      rechthebbende: de persoon die:

      • i.

        huurder van een zelfstandige woning zoals bepaald in artikel 1 onder k van de wet en;

      • ii.

        23 jaar of ouder is en;

      • iii.

        een huurtoeslag en/of een woonkostentoeslag voor huurders ontvangt en;

      • iv.

        als rechthebbende met alle eventuele medebewoners ingeschreven staat in de Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente op het adres, waarvoor subsidie aangevraagd of ontvangen wordt.

    • c.

      inkomen: het voor de huurtoeslag van toepassing zijnde rekeninkomen tot een voor het Woonlastenfonds bepaalde maximale hoogte.

    • d.

      vermogen: het vermogen zoals is vastgelegd in artikel 34 van de Participatiewet tot een voor het Woonlastenfonds bepaalde maximale hoogte.

    • e.

      rekenhuur: de huur voor een zelfstandige woning samen met het deel van de kosten, zoals genoemd in artikel 5 van de wet, welk voor huurtoeslag in aanmerking komt.

    • f.

      basishuur: het gedeelte van de rekenhuur dat voor rekening van de huurder blijft.

  • 2.

    De begripsbepaling in deze verordening van een:

    • a.

      eenpersoonshuishouden;

    • b.

      meerpersoonshuishouden;

    • c.

      eenpersoonsouderenhuishouden;

    • d.

      meerpersoonsouderenhuishouden;

      is gelijk aan die in artikel 2 van de wet.

HOOFDSTUK 2 WOONLASTENFONDS EN ANDERE REGELINGEN

Artikel 2 Voorliggende voorzieningen

De huurtoeslag en/of de woonkostentoeslag voor huurders, waaronder begrepen de tegemoetkoming in de woonkosten aan gehandicapten in rolstoel geschikte woningen, zijn de voorliggende voorzieningen waarop het Woonlastenfonds aansluit.

Artikel 3 Woonlastenfonds als aanvullende regeling

Geen bijdrage in de huurlasten wordt toegekend, ingeval geen aanspraak is gemaakt op een recht uit een voorliggende voorziening als bedoeld in artikel 2.

HOOFDSTUK 3 MAXIMUM REKENGRENZEN EN BASISHUUR

Artikel 4 Maximum grenzen rekenhuur

Geen bijdrage in de huurlasten wordt toegekend als de rekenhuur meer bedraagt dan de in artikel 20 van de wet vermelde aftoppingsgrenzen.

Artikel 5 Maximum grenzen rekeninkomen

  • 1.

    Geen bijdrage in de huurlasten wordt toegekend als het rekeninkomen meer bedraagt dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm als genoemd in artikel 21,22 en 22a van de Participatiewet.

Artikel 6 Maximum grenzen rekenvermogen

  • 1.

    Geen bijdrage in de huurlasten wordt toegekend als het rekenvermogen meer bedraagt dan de van toepassing zijnde vermogensgrens zoals genoemd in artikel 34 van de Participatiewet.

  • 2.

    Deze zijn voor een:

    • a.

      eenpersoonshuishouden: artikel 34 lid 3 sub a Participatiewet;

    • b.

      meerpersoonshuishouden: artikel 34 lid 3 sub c Participatiewet;

    • c.

      eenpersoonsouderenhuishouden: artikel 34 lid 3 sub b Participatiewet;

    • d.

      meerpersoonsouderenhuishouden: artikel 34 lid 3 sub a of sub c Participatiewet.

HOOFDSTUK 4 AANVRAGEN BIJDRAGE WOONLASTENFONDS

Artikel 7 Aanvraagformulier

Voor het aanvragen van een bijdrage uit het Woonlastenfonds dient gebruik te worden gemaakt van het door burgemeester en wethouders beschikbaar gestelde formulier.

Artikel 8 Benodigde gegevens en bewijsstukken

  • 1.

    De aanvrager is verplicht alle voor het vaststellen van het recht op een bijdrage uit het Woonlastenfonds noodzakelijke gegevens en bewijsstukken te verstrekken.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders bepalen welke gegevens noodzakelijk zijn om het recht op een bijdrage te kunnen bepalen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij controle gegevens omtrent het de samenstelling van het huishouden gegevens op te vragen bij de GBA.

HOOFDSTUK 5 VASTSTELLING BIJDRAGE

Artikel 9 Beschikking

  • 1.

    De bijdrage uit het Woonlastenfonds wordt berekend op basis van de door de Belastingdienst afgegeven beschikking met daarin het voorschotbedrag wat aan huurtoeslag door de aanvrager wordt ontvangen.

  • 2.

    Indien door de Belastingdienst een tijdelijke beschikking is afgegeven kan het recht op een bijdrage uit het Woonlastenfonds niet worden vastgesteld.

  • 3.

    Vastgesteld wordt of het op de beschikking vermelde geschatte inkomen reëel is. Indien het geschatte inkomen niet reëel is dan wordt geen bijdrage uit het Woonlastenfonds toegekend, tenzij aanvrager voor het verschil gemotiveerd een reden kan aangeven.

Artikel 10 Peildatum en toekenningsperiode

  • 1.

    De toekenningsperiode loopt van 1 juli van het desbetreffende kalenderjaar tot en met 30 juni van het daarop volgende kalenderjaar.

    • a.

      Als een aanvraag is ingediend voor 31 augustus, kan deze worden toegekend per 1 juli.

    • b.

      Als een aanvraag is ingediend op 1 september of later, kan deze worden toegekend op de eerste dag van de kalendermaand waarin de aanvraag is ingediend.

  • 2.

    Om te bepalen of er recht bestaat op een bijdrage uit het Woonlastenfonds, is de situatie op datum aanvraag bepalend.

  • 3.

    Het recht op een bijdrage wordt beëindigd met ingang van de dag dat aanvrager niet meer voldoet aan de in deze verordening gesteld voorwaarden.

Artikel 11 Basishuur

Voor de vaststelling van de bijdrage wordt voor de hoogte van de basishuur dat bedrag genomen zoals omschreven in artikel 16 van de wet.

Artikel 12 Vaststelling van de bijdrage

De bijdrage uit het Woonlastenfonds wordt als volgt berekend:

  • 1.

    Bepaald wordt tot welk huishouden de aanvrager behoort.

  • 2.

    De rekenhuur wordt bepaald. Bij een rekenhuur boven het bedrag zoals bedoeld in artikel 4 wordt geen bijdrage toegekend.

  • 3.

    Het rekeninkomen wordt bepaald. Bij een rekeninkomen boven het bedrag zoals bedoeld in artikel 5 wordt geen bijdrage toegekend.

  • 4.

    Het rekenvermogen wordt bepaald. Bij een rekenvermogen boven het bedrag zoals bedoeld in artikel 6 wordt geen bijdrage toegekend.

  • 5.

    Bepaald wordt welk bedrag aan basishuur voor aanvrager geldt. Indien de basishuur meer bedraagt dan de rekenhuur na aftrek van de huurtoeslag en/of de woonkostentoeslag voor huurders wordt geen bijdrage toegekend.

  • 6.

    Ligt de rekenhuur boven de kwaliteitskortingsgrens als genoemd in artikel 20 van de wet, dan wordt de bijdrage uit het woonlastenfonds verminderd met 10% van het verschil tussen de rekenhuur en de kwaliteitskortingsgrens.

  • 7.

    De bijdrage uit het Woonlastenfonds is het verschil tussen de rekenhuur na aftrek van de huurtoeslag en/of de woonkostentoeslag voor huurders en de basishuur.

  • 8.

    Geen bijdrage wordt toegekend indien deze minder dan € 1,00 bedraagt.

  • 9.

    Een bijdrage tussen de € 1,00 en € 5,00 wordt ineens uitbetaald tenzij het op de huur in mindering kan worden gebracht.

Artikel 13 Uitbetaling

  • 1.

    Indien de aanvraag is behandeld door Woondiensten Enkhuizen wordt de bijdrage uit het Woonlastenfonds door de verhuurder maandelijks met de huur verrekend.

  • 2.

    Indien de aanvraag is behandeld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enkhuizen wordt de bijdrage uit het Woonlastenfonds maandelijks uitbetaald aan de aanvrager.

HOOFDSTUK 6 AFBOUWREGELING

Artikel 14 Beëindiging Woonlastenfonds

  • 1.

    Het Woonlastenfonds wordt over de periode van 1 juli 2023 tot 1 juli 2027 afgebouwd.

  • 2.

    De te verstrekken bedragen uit het Woonlastenfonds zullen jaarlijks in gelijke delen worden verlaagd, waarbij inwoners het volgende ontvangen:

    • a.

      1 juli 2023 tot 1 juli 2024: 75% van de totale bijdrage;

    • b.

      1 juli 2024 tot 1 juli 2025: 50% van de totale bijdrage;

    • c.

      1 juli 2025 tot 1 juli 2026: 25% van de totale bijdrage;

    • d.

      1 juli 2026 tot 1 juli 2027: 0% van de totale bijdrage;

  • 3.

    Inwoners die vóór 1 juli 2023 niet eerder het Woonlastenfonds hebben ontvangen kunnen na 1 juli 2023 geen beroep doen op een bijdrage vanuit het Woonlastenfonds.

HOOFDSTUK 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het college van burgemeester en wethouders kan afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening naar hun oordeel tot onbillijke situaties leidt.

Artikel 16 Intrekking

De Verordening Woonlasten¬fonds gemeente Enkhuizen 2006 wordt per datum inwerkingtreding Verordening Woonlastenfonds gemeente Enkhuizen 2022 ingetrokken.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Woonlastenfonds gemeente Enkhuizen 2022.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na publicatie.

Artikel 19 Vervaldatum

Deze verordening vervalt per 1 juli 2027 van rechtswege.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad der gemeente Enkhuizen,

gehouden op 31 mei 2022

de griffier,

P.T.J. Pels

de voorzitter,

E.A. van Zuijlen