Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westerwolde

Beleidsregels vrijlating van giften Participatiewet gemeente Westerwolde 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWesterwolde
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels vrijlating van giften Participatiewet gemeente Westerwolde 2022
CiteertitelBeleidsregels vrijlating van giften Participatiewet gemeente Westerwolde 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 31, tweede lid, van de Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2022Nieuwe regeling

17-05-2022

gmb-2022-259964

Z/22/143849/DB.22-1968

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels vrijlating van giften Participatiewet gemeente Westerwolde 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerwolde;

 

Gelezen de motie van de gemeenteraad, vreemd aan de orde van de dag, aangenomen in haar vergadering van 2 maart 2022, met betrekking tot de vrijstelling van financiële giften tot € 1.200,- per jaar voor mensen in de bijstand;

 

Overwegende dat het wenselijk is regels te stellen betreffende het vrijlaten van giften in de bijstandsverlening;

 

Gelet op artikel 31 lid 2 onderdeel m van de Participatiewet;

besluit:

 

vast te stellen de navolgende

 

"Beleidsregels vrijlating van giften Participatiewet gemeente Westerwolde 2022’’.

1. Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder

  • 1.

    gift: een betaling van geld of schenking in natura uit vrijgevigheid door een natuurlijke persoon of door een instelling waarbij geen sprake is van een tegenprestatie, wederdienst of verplichtend karakter;

  • 2.

    wet: Participatiewet.

2. Vrijlating giften

  • 1.

    Giften worden niet tot de middelen gerekend tot een bedrag van € 1.200,00 per kalenderjaar per alleenstaande of gezin. Wij spreken hier van de maximum vrijlating. Het maakt daarbij geen verschil of de gift in natura wordt gegeven of uit geld bestaat, of dat de gift eenmalig of periodiek wordt verstrekt.

  • 2.

    De waarde van giften in natura wordt zo nodig bepaald op basis van de waarde in het economisch verkeer of de NIBUD-prijzengids wordt gevolgd.

  • 3.

    Ten einde gebruik te kunnen maken van de vrijlating van giften dient de ontvanger tijdig, in ieder geval binnen 5 werkdagen, kenbaar te maken dat hij een gift ontvangen heeft en ten hoogte van welk bedrag.

3. Giften voor bijzondere kosten

  • 1.

    Giften hoger dan het in artikel 2 lid 1 genoemde maximum worden vrijgelaten wanneer deze worden verstrekt:

    • a.

      voor kosten waarvoor anders bijzondere bijstand verstrekt had kunnen worden;

    • b.

      voor kosten waarvoor anders een maatwerkvoorziening vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning zou zijn verstrekt;

    • c.

      voor noodzakelijke kosten dan wel uit medisch oogpunt wenselijke kosten, voor zover de levensstandaard hierdoor niet wordt verhoogd;

    • d.

      door werkgevers voor werknemers voor zover deze onbelast zijn; en

    • e.

      door de Voedselbank, kledingbank, weggeefwinkel, Stichting Leergeld, Jeugdfonds Sport en Cultuur en dergelijke charitatieve instellingen.

  • 2.

    Voor giften genoemd onder artikel 3 lid 1 onderdeel e bestaat geen meldingsplicht.

  • 3.

    Giften die worden vrijgelaten onder artikel 3 lid 1 tellen niet mee voor het maximum genoemd in artikel 2 lid 1.

4. Periodieke en eenmalige giften hoger dan het maximum

  • 1.

    Giften met een periodiek karakter worden voor het meerdere boven de maximum vrijlating in aanmerking genomen als inkomen.

  • 2.

    Giften met een eenmalig karakter worden voor het meerdere boven de maximum vrijlating in aanmerking genomen als vermogen.

5. Giften voor schulden

  • 1.

    Een gift die wordt verstrekt ter delging van een problematische schuld, ontstaan in een periode voor aanvang van de bijstandsverlening, wordt vrijgelaten.

  • 2.

    Een schuld is in ieder geval problematisch als op het moment van aanvang van de bijstandsverlening een negatief vermogen is vastgesteld en er een aantoonbare terugbetalingsverplichting rust op deze schulden, waarvan de termijn is overschreden.

6. Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kan ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien onverkorte toepassing van de beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leiden.

7. Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘Beleidsregels vrijlating van giften Participatiewet gemeente Westerwolde 2022’.

8. Ingangsdatum

Deze beleidsregels treden inwerking met ingang van 1 juli 2022.

 

Aldus vastgesteld in haar vergadering van 17 mei 2022.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Westerwolde,

H.Scheper,

gemeentesecretaris

J.W.Velema,

Burgemeester

Toelichting

Algemeen

Deze beleidsregel geeft aan hoe giften moeten worden beoordeeld.

Giften

Bij de vrijlating van giften wordt geen onderscheid gemaakt tussen giften van instellingen (anders dan de organisaties bedoeld in artikel 3, lid 1 onder d) en giften van personen. Door de giften niet volledig in aanmerking te nemen wordt voorkomen dat de Participatiewet een ontmoediging vormt voor de vrijgevigheid van instellingen of personen. Uitgangspunt is dat particulieren georganiseerd initiatief zoveel mogelijk wordt gerespecteerd.

 

Gezien het minimumbehoeftenkarakter van de bijstand kan de vrijlating niet onbeperkt zijn. Wat betreft de hoogte van de gift geldt dat het in de lijn ligt om de gift in aanmerking te nemen voor zover dat in combinatie met de bijstand leidt tot een bestedingsniveau dat niet verenigbaar is met hetgeen op bijstandsniveau gebruikelijk is. Bij de beoordeling of een betaling als een gift kan worden beschouwd is doorslaggevend of de betaling een onverplicht karakter draagt. Betalingen die zijn gebaseerd op wederkerige overeenkomsten kunnen om die reden dan ook niet aangemerkt worden als giften.

 

De beleidsregels maken helder welke giften worden vrijgelaten. In het kader van de Participatiewet betekent dit dat zij ‘niet tot de middelen worden gerekend’. Het omgekeerde is niet het geval. Van de giften die binnen het kader van dit model niet vallen onder de giften die vrijgelaten worden, bijvoorbeeld het ontvangen van boodschappen ECLI:NL:CRVB:2021:1918 , mag niet automatisch worden aangenomen dat deze wel een middel zijn dat in aanmerking moet worden genomen. Het college zal ten aanzien van deze giften altijd nog een specifieke afweging moeten maken of de gift niettemin uit een oogpunt van bijstandsverlening verantwoord is. Het college vindt in voorgenoemd geval dat het ontvangen van boodschappen vanuit het oogpunt van bijstandsverlening verantwoord is.

Schuldhulpverlening en giften

Deze beleidsregels hebben betrekking op een vrijlating onder de Participatiewet. Voor belanghebbenden met een bijstandsuitkering die ook in een schuldhulptraject zitten, geldt een algemene vrijlating niet voor zover het de schuldregeling betreft. Naast de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is er landelijke wet- en regelgeving (zoals de Faillissementswet) die regels stelt voor schuldregelingen. De gemeentelijke schuldhulpverlening heeft een verantwoordelijkheid naar zowel de inwoner met problematische schulden (de schuldenaar) als naar de schuldeiser. De inwoner heeft recht op een goede schuldhulpverlening en de schuldeiser heeft recht op een zo groot mogelijke vereffening van zijn vordering. Vaak krijgt een schuldeiser een klein percentage van zijn vordering terug. Daar staat een schone lei tegenover voor de schuldenaar, na drie jaar op een minimum geleefd te hebben. Na aftrek van vaste lasten en andere noodzakelijke uitgaven, gaat al het inkomen van de schuldenaar naar de aflossing. Het begrip inkomen is in dit verband breed want vrijwel alles wat de inwoner ontvangt aan geld en goederen valt hieronder. Alleen inkomsten zoals kinderbijslag worden vrijgelaten. De gemeentelijke schuldhulpverlening bekijkt altijd per individueel geval welk gevolg een gift heeft voor de schuldregeling. Verjaardagscadeautjes en dergelijke worden vrijgelaten. Ook giften die bedoeld zijn om bijvoorbeeld een kapotte televisie te vervangen, zullen niet snel als extra inkomen worden gezien. Wanneer een schuldenaar een bedrag in geld of een duur gebruiksgoed ontvangt, wordt altijd individueel beoordeeld welke invloed dit heeft op de aflossingscapaciteit

Artikelsgewijs

Artikel 1

In dit artikel zijn begripsbepalingen opgenomen. Een gift is alleen een gift wanneer daar geen wederdienst of tegenprestatie tegenover staat. Ook mag er geen sprake zijn van een verplichting van de gever ten opzichte van de ontvanger of andersom.

Artikel 2

Dit artikel benoemt een maximumbedrag dat wordt vrijgelaten wanneer een belanghebbende een gift ontvangt. Het maakt daarbij niet uit waarvoor de gift is gegeven, dit kan een tas boodschappen zijn, de contributie voor een sportvereniging of nieuwe schoenen voor de kinderen. De vrijlating geldt per kalenderjaar en per huishouden en kan niet meegenomen worden naar een volgend kalenderjaar. Wanneer we dit wel zouden toestaan, dan zou dit immers kunnen leiden tot hoge vrijlatingen ineens, hetgeen niet in overeenstemming is met het principe van de bijstand als vangnet bij het ontbreken van eigen mogelijkheden. Het maximumbedrag is gekozen, omdat het een redelijk bedrag op jaarbasis is en zowel voor de inwoners als voor uitvoerende medewerkers gemakkelijk hanteerbaar is. Er zijn meerdere uitspraken van de Centrale Raad van Beroep waarin beleid dat voorziet in een vrijlating giften tot de bijstandsnorm op jaarbasis redelijk wordt geacht. Bijvoorbeeld zaaknummer 09/5310 WWB, ECLI:NL:CRVB:2012:BV1994. Keuze voor een rond bedrag dat voor iedereen geldt, maakt uitvoering en handhaving van de beleidsregels eenvoudiger.

Artikel 3

Wanneer de gift hoger is dan het maximum bedrag, dan dient het college te beoordelen of het meerdere wel als middel in aanmerking wordt genomen. Giften voor kosten waarvoor bijzondere bijstand mogelijk is, worden niet gerekend tot de middelen waarmee bij de bijstand rekening wordt gehouden. Dit is ook het geval als de bijzondere bijstand tot een bepaald bedrag de kosten vergoedt en de gift hoger is. Als er geen bijzondere bijstand mogelijk is, maar de kosten zijn wel noodzakelijk, kan de gift eveneens vrijgelaten worden als deze de levensstandaard niet verhoogt. Dit is bijvoorbeeld het geval als de belanghebbende een gift ontvangt voor het aanschaffen van noodzakelijke hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld een scootmobiel, of als de medische kosten uit bijstandsoogpunt niet noodzakelijk zijn maar wel wenselijk. Wanneer de gift bestemd is voor de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan, dan wel ter vrije besteding is, geldt dit artikel niet. Door het onverplichte karakter is er voldoende reden om onverplichte verstrekkingen van werkgevers aan werknemers buiten beschouwing te laten. Te denken valt bijvoorbeeld aan een kerstpakket, tegoedbonnen of een bedrag met de kerst etc. Verstrekkingen van de Voedselbank, kledingbank, weggeefwinkel, Stichting Leergeld, Jeugdfonds Sport en Cultuur en dergelijke charitatieve instellingen worden niet als middel aangemerkt.

Artikel 4

Giften die hoger zijn dan het maximum en niet vallen onder artikel 2 en worden als middelen in aanmerking genomen. Is de gift periodiek dan wordt het meerdere als inkomen gezien en maandelijks op de uitkering in mindering gebracht. Een eenmalige gift boven het maximum wordt tot het vermogen gerekend. Wanneer de belanghebbende daardoor boven het vrij te laten vermogen komt, zal er eerst ingeteerd moeten worden.

Artikel 5

De Participatiewet biedt maar beperkte mogelijkheden tot bijstandsverlening in schulden. Het hebben van problematische schulden is in algemene zin een belemmering in het sociaal functioneren. Wanneer familie de bijstandsgerechtigde hierin tegemoet wil komen, worden deze bedragen in beginsel niet als middel in aanmerking genomen.