Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westerwolde

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Westerwolde 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWesterwolde
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Westerwolde 2022
CiteertitelBeheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Westerwolde 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-06-202201-06-2022Nieuwe regeling

11-05-2022

gmb-2022-259767

Z/22/141636/DV.22-352

Tekst van de regeling

Intitulé

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Westerwolde 2022

De raad van de gemeente Westerwolde;

 

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 8 februari 2022, no. Z/22/141636/DV.22-352, afdeling Ruimte;

besluit:

 

vast te stellen de:

 

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Westerwolde 2022

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats: een van de gemeentelijke begraafplaatsen in Vlagtwedde, Bourtange, Sellingerbeetse, Sellingen, Ter Apelkanaal, Ter Apel (Kapelweg), Ter Apel (Poortweg), Oudeschans, Wedde en Veelerveen;

  • b.

    graf: een zandgraf of grafkelder;

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin één of meerdere overledenen worden begraven of asbussen worden bijgezet;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • f.

    particulier graf: een graf(kelder) waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van één of meer lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van één of meer asbussen met of zonder urn;

  • g.

    particulier kindergraf: een graf op een bepaalde gedeelte, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van levenloos geborenen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

  • h.

    particulier urnengraf: een graf op een bepaalde gedeelte, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • i.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • j.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van overledenen;

  • k.

    verstrooiingsplaats: een daartoe bestemde plaats op begraafplaats Ter Apel Poortweg waarop as wordt verstrooid;

  • l.

    gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

  • m.

    grafbeplanting: beplanting die door de rechthebbende of belanghebbende op een graf wordt aangebracht;

  • n.

    grafbedekking: gedenkteken, afdekplaat, grafbeplanting en andere voorwerpen op een graf of bij een urnenruimte;

  • o.

    gedenkplaatje: een plaatje met gegevens van een overledene waarvan de as is verstrooid;

  • p.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

  • q.

    het college: burgemeester en wethouders van de gemeente Westerwolde;

  • r.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven of doen bijzetten in een particulier graf, een particulier kindergraf, een particulier urnengraf of een particuliere urnennis;

  • s.

    belanghebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend;

  • t.

    grafrecht: het uitsluitend recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf, particulier kindergraf of recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden in een particulier urnengraf of particuliere urnennis;

  • u.

    grafakte: een schriftelijke bevestiging waarin de overeenkomst voor het grafrecht van een particulier graf aan een rechthebbende wordt gevestigd;

  • v.

    ruimen: na schriftelijk afstand van het grafrecht de stoffelijke resten opgraven en herbegraven in een daarvoor bestemd gedeelte van de begraafplaats;

  • w.

    samenvoegen of schudden: het samenvoegen van stoffelijke resten uit één graf en deze onder in hetzelfde graf herbegraven zodat er ruimte ontstaat voor een nieuwe begraving;

  • x.

    uitvoeringsbesluit: regelgeving met betrekking tot de uitvoering, welke onlosmakelijk is verbonden aan onderhavige beheersverordening. Het uitvoeringsbesluit kan los van de beheersverordening worden aangepast.

Artikel 2. Voorwaarden

  • 1.

    Aan krachtens deze verordening te verlenen toestemmingen, vergunningen of ontheffingen kunnen voorwaarden worden verbonden. Alle beschikkingen worden schriftelijk verleend.

  • 2.

    Indien de in het eerste lid bedoelde voorwaarden niet worden nageleefd, kan het college besluiten de toestemming, vergunning of ontheffing in te trekken.

  • 3.

    De houder van de toestemming, vergunning of ontheffing is verplicht deze op eerste vordering te tonen aan hen, die belast zijn met het opsporen van overtredingen van deze verordening. Bij weigering hiervan wordt de houder geacht zonder toestemming, vergunning of ontheffing te hebben gehandeld.

Hoofdstuk 2. Beheer, bestemming en registratie

Artikel 3. Beheer

  • 1.

    Het beheer van de begraafplaatsen wordt gevoerd onder verantwoordelijkheid van het college. Onder toezicht van het college worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:

    • a.

      de administratie van de begraafplaatsen;

    • b.

      de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen;

    • c.

      het onderhoud van de begraafplaatsen;

    • d.

      het laten delven of openen en sluiten van graven, urnengraven en urnennissen;

    • e.

      het naleven van de wettelijke voorschriften ten aanzien van het begraven van overledenen en het plaatsen van asbussen.

Artikel 4. Bestemming

  • 1.

    De onder artikel 1 lid a genoemde begraafplaatsen zijn bestemd voor het begraven en begraven houden van één of meerdere overledenen en het bijzetten of verstrooien van asbussen, met of zonder urn.

  • 2.

    Het college kan van het eerste lid afwijken en kunnen nadere regels stellen, welke worden omschreven in het uitvoeringsbesluit, dat deel uitmaakt van deze verordening. Deze regels kunnen verschillen voor de te onderscheiden vakken en rijen.

Artikel 5. Register en plaats registratie

  • 1.

    Het college houdt een register bij van de begraven lijken en de bezorgde as en kan hiervoor nadere regels vaststellen.

  • 2.

    Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

  • 3.

    Het register bevat van alle graven de rechthebbenden en belanghebbenden met hun namen en adressen. In dit register worden tevens de naam, geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen van degene die is begraven of waarvan de as is bezorgd. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of bijzetting.

  • 4.

    De rechthebbenden en belanghebbenden zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het college door te geven. Indien aanschrijvingen en andere ingevolge deze verordening vereiste mededelingen verzonden zijn aan het door de rechthebbende of belanghebbende laatstelijk opgegeven adres, kan deze zich nimmer op het niet ontvangen daarvan beroepen.

  • 5.

    Van het in het eerste lid bedoelde register kunnen uitsluitend rechthebbenden en belanghebbenden, een kopie van het uittreksel ten aanzien van hun grafplaats en leges verkrijgen.

  • 6.

    Het college draagt er zorg voor dat er van de begraafplaatsen een gewaarmerkte plattegrondtekening wordt aangehouden waarop de indeling en de grafnummering van de begraafplaatsen is aangegeven.

Hoofdstuk 3. Openstelling, orde en rust

Artikel 6. Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn voor eenieder dagelijks toegankelijk van zonsopgang uur tot zonsondergang.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de betreffende begraafplaats kan de toegang tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 7. Ordemaatregelen

  • 1.

    Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten.

  • 2.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van of namens de beheerder.

  • 3.

    Degenen die zich niet aan de in het tweede lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van of namens de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 8. Verboden

  • 1.

    Het is verboden op de begraafplaatsen:

    • a.

      goederen ter verkoop aan te bieden;

    • b.

      op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf;

    • c.

      op graven te lopen of de begraafplaatsen te verontreinigen;

    • d.

      de graven, de gedenktekens, de beplanting, de gebouwen en de paden te bekladden, te beschadigen of op enigerlei andere wijze te verontreinigen;

    • e.

      dieren los te laten lopen, met uitzondering van een hond ter (blinde) geleide of een hulp/assistentiehond;

    • f.

      dieren te begraven of bij te zetten;

    • g.

      te lopen, te liggen of te staan buiten de paden en te gaan zitten anders dan op de daartoe aangebrachte zitplaatsen;

    • h.

      zich toegang tot de begraafplaatsen te verschaffen anders dan via de daarvoor bestemde ingangen;

    • i.

      iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene;

    • j.

      zich op hinderlijke wijze te gedragen.

    • k.

      (brom)fietsen of rij- of voertuigen, met uitzondering van invaliden-, kinder- en wandelwagens, mee te nemen dan wel te rijden anders dan ter gelegenheid van een begrafenis, ter bezorging van as of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden;

    • l.

      met motorrijtuigen sneller dan 5 km per uur te rijden.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van de verboden zoals genoemd in lid 1.

  • 3.

    De beheerder is bevoegd personen die zich niet houden aan het bepaalde in lid 1 en 2 van dit artikel de toegang tot de begraafplaatsen te ontzeggen.

Artikel 9. Herdenkingen en plechtigheden

  • 1.

    Het is verboden zonder toestemming van het college herdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaatsen te houden.

  • 2.

    Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaatsen moeten uiterlijk vijf werkdagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 3.

    Het college kan de toestemming weigeren op grond van vrees voor verstoring van de openbare orde op de begraafplaatsen.

  • 4.

    Deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het tweede lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Hoofdstuk 4. Indeling begraafplaatsen en uitgiften van graven

Artikel 10. Soorten graven

  • 1.

    Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere graven;

    • b.

      particuliere kindergraven;

    • c.

      particuliere urnennissen;

    • d.

      particuliere urnengraven.

  • 2.

    Op de begraafplaatsen kan het gebruik worden verleend voor:

    • a.

      algemene graven;

    • b.

      de gemeentelijke verstrooiingsplaats.

  • 3.

    Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening en risico doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden. Het zelf bouwen of metselen van een grafkelder is niet toegestaan.

  • 4.

    Asbussen mogen op of in de particuliere (urnen) graven geplaatst worden volgens de in het uitvoeringsbesluit genoemde voorwaarden, na toestemming van de rechthebbende.

  • 5.

    Het college stelt nadere regels betreffende het aantal overledenen en asbussen, met of zonder urn, dat in particuliere graven kan worden begraven en bijgezet en het aantal overledenen dat in een algemeen graf kan worden begraven. Tevens bepaalt het college de afmetingen en uitgifteduur van de particuliere en algemene graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de Lijkbezorging.

Artikel 11. Volgorde van uitgifte

  • 1.

    Graven worden uitgegeven slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2.

    Particuliere urnennissen worden niet op volgorde maar wel in samenspraak met de beheerder uitgegeven.

  • 3.

    Het college kan een graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is

Artikel 12. Categorieën

  • 1.

    Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Zij bepalen voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

  • 2.

    Het college kan een verzamelgraf inrichten conform nader door hen te bepalen voorwaarden.

Artikel 13. Termijnen graven

  • 1.

    De aanvraag tot verkrijging van een graf moet worden ingediend bij het college.

  • 2.

    De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf of de reservering is uitgegeven. Voor het inschrijven van het graf in het register zijn de daarvoor vastgestelde kosten verschuldigd.

  • 3.

    Algemene graven worden ter beschikking gesteld voor een gebruikstermijn welke in het uitvoeringsbesluit is vastgesteld. Deze termijn kan niet worden verlengd. Een stoffelijk overschot kan echter na afloop van de termijn, op schriftelijk verzoek en op kosten van de belanghebbende volgens de bepalingen van deze verordening in een particulier graf worden herbegraven.

  • 4.

    Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende, of indien deze is overleden, door één van de in artikel 14, bedoelde personen.

  • 5.

    De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 6.

    Een particulier grafrecht kan slechts aan één rechthebbende worden verleend.

  • 7.

    Het uitsluitend recht op een particulier graf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder de voorwaarden en de beperkingen van deze verordening.

  • 8.

    Het uitsluitend grafrecht wordt door het college schriftelijk bevestigd aan de rechthebbenden middels een grafakte en aan de belanghebbenden middels een bevestigingsbrief.

  • 9.

    De rechthebbende is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn actuele adres altijd bij het college bekend is.

Artikel 14. Overschrijving van verleende grafrechten

  • 1.

    Het grafrecht op een particulier graf kan worden overgedragen door overlegging aan de beheerder van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger is een natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2.

    Het gebruik op een algemeen graf kan overgedragen worden op een andere belanghebbende door overlegging aan de beheerder van een door de belanghebbende en de betrokken opvolger getekend bewijs van overdracht. Deze opvolger is een natuurlijk persoon of rechtspersoon

  • 3.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een particulier graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende.

  • 4.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het derde lid gestelde termijn, is het college bevoegd het grafrecht vervallen te verklaren.

  • 5.

    Na het verstrijken van het in het derde lid genoemde termijn van één jaar kan het college het particulier graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

  • 6.

    Over elke overdracht of overboeking zijn de daarvoor vastgestelde kosten verschuldigd.

  • 7.

    Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende ten allen tijde schriftelijk afstand doen van het grafrecht op het particuliere graf ten behoeve van de gemeente. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Hoofdstuk 5. Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 15. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk drie werkdagen voorafgaande de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag en zondag gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

  • 2.

    Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om de overledene binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3.

    Bij de in het eerste en tweede lid van dit artikel bedoelde kennisgeving dient het verlof tot begraving te worden overgelegd aan de beheerder.

  • 4.

    De bekisting of de asbus dient bij aankomst op de begraafplaats te zijn voorzien van een identiteitskenmerk conform artikel 8 van de Wet op de Lijkbezorging.

  • 5.

    De zich op een particulier graf bevindende grafbedekking of voorwerpen moeten door een steenhouwer uiterlijk 48 uur voorafgaand het openen van het graf worden verwijderd in opdracht van de rechthebbende.

  • 6.

    Het openen en sluiten van een particulier graf mag alleen uitsluitend in opdracht van een in leven zijnde rechthebbende worden uitgevoerd. In geval van een overleden rechthebbende dient het grafrecht eerst overgeschreven te zijn aan een nieuwe rechthebbende.

  • 7.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.

  • 8.

    Het opgraven van stoffelijke resten en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast. De beheerder zal voor deze werkzaamheden de begraafplaats tijdelijk geheel of gedeeltelijk sluiten.

  • 9.

    In bijzondere gevallen kan het college van dit artikel ontheffing verlenen.

Artikel 16. Over te leggen stukken

  • 1.

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder. De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen genoemd in artikel 14, derde lid.

Artikel 17. Lijkomhulsel en grafgiften

  • 1.

    Rechthebbenden of belanghebbenden gebruiken uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan de in of krachtens de Wet op de Lijkbezorging dan wel op basis van verordeningen, reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid.

  • 2.

    Rechthebbenden of belanghebbenden zijn verplicht bij het verzoek tot het verlof tot begraven het gebruik van lijkhoezen aan de beheerder door te geven.

  • 3.

    Het is niet toegestaan voorwerpen aan de grafruimte toe te voegen die de vertering van het lijk belemmeren of voorkomen en/of vervuilend zijn.

Artikel 18. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijden van het begraven van stoffelijke resten en het bezorgen van de as wordt door het college in de nadere regels bepaald.

  • 2.

    Het tijdstip van begraven of bijzetten van stoffelijke resten en het bezorgen van as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande, of de persoon die namens de nabestaanden optreedt, vastgesteld.

  • 3.

    Er mag op hetzelfde tijdstip op de begraafplaatsen niet meer dan één begrafenis c.q. bezorging van as plaatsvinden.

  • 4.

    Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

  • 5.

    Het begraven buiten de in lid 1 genoemde tijden is slechts mogelijk met ontheffing van de burgemeester. In dat geval wordt de tijd van begraven aangemerkt als een buitengewoon uur.

  • 6.

    De tijdstippen als in het vorige lid bedoeld, worden in overleg bepaald met de beheerder.

  • 7.

    De gemeente neemt geen asbussen in bewaring.

Hoofdstuk 6. Gedenktekens en grafbedekkingen

Artikel 19. Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Voor het aanbrengen van een gedenkteken of het aanbrengen van een naamplaatje op een gedenkteken is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2.

    De particuliere urnennissen zijn voorzien van afsluitplaten.

  • 3.

    De rechthebbende van een particulier graf en de belanghebbende van een algemeen graf vraagt de vergunning voor het hebben van een gedenkteken aan.

  • 4.

    Het is verboden om zonder vergunning van het college een gedenkteken, een plaat ter afsluiting van een urnennis te plaatsen of een urn op een graf te doen plaatsen.

  • 5.

    Omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van het gedenkteken en de wijze van aanbrengen kan het college nadere regels vaststellen.

  • 6.

    Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels in het uitvoeringsbesluit;

    • b.

      het gedenkteken afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

  • 7.

    Het college kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 8.

    De vergunning is niet van kracht voordat de daarvoor verschuldigde kosten zijn voldaan.

Artikel 20. Grafbeplanting

  • 1.

    Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd kunnen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder dat aanspraak kan worden gedaan op een schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.

  • 2.

    Het aanbrengen van beplantingen buiten de afmetingen van het graf is niet toegestaan.

  • 3.

    Grafbeplanting die buiten het graf, zonder toestemming of anders dan aangewezen is aangebracht of onvoldoende wordt onderhouden kan op last van het college door de beheerder worden verwijderd. Dit vindt niet plaats dan nadat rechthebbende of belanghebbende behoorlijk per brief, via het mededelingenbord op de begraafplaats of via een aanwijzing bij het graf is opgeroepen en gelegenheid is geboden voor aanpassing. Bij verwijdering van de beplanting is geen recht op schadevergoeding.

Artikel 21. Verwijdering grafbedekking

  • 1.

    De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door het college worden verwijderd.

  • 2.

    Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college tenminste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende tenminste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang op het publicatiebord van de begraafplaats bekend

Artikel 22. Onderhoud door de rechthebbende of de belanghebbende

  • 1.

    Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de belanghebbende.

  • 2.

    De rechthebbende of de belanghebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 3.

    Het college kan de rechthebbende of belanghebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

  • 4.

    Indien de rechthebbende of belanghebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking verwijderen, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 5.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of de belanghebbende per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is. Bij het graf wordt een mededeling geplaatst.

Artikel 23. Onderhoud door gemeente

  • 1.

    Het college voorziet in het algemene onderhoud en het schoonhouden van de begraafplaatsen. Dit betekent dat het college voorziet in:

    • a.

      periodiek onderhoud aan begroeiing en bomen;

    • b.

      periodiek onderhoud aan de paden;

    • c.

      het graf aanvullen met grond na verzakking;

    • d.

      onderhoud aan de urnenzuilen en de algemene verstrooiingsplaats.

  • 2.

    Het onderhoud geschiedt uitsluitend wanneer dit door de beheerder noodzakelijk wordt geacht.

  • 3.

    Onder de werkzaamheden bedoeld in het eerste lid is niet inbegrepen: het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken, herstel, vernieuwing of het weer leesbaar maken van in- of opschriften, alsmede het aanbrengen van nieuwe beplanting.

Artikel 24. Aansprakelijkheid

  • 1.

    Zolang het graf niet geruimd mag worden, blijft de rechthebbende of belanghebbende het eigendom houden van het gedenkteken, beplantingen en andere voorwerpen. Al hetgeen wat op het graf geplaatst is, wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of de belanghebbende.

  • 2.

    Naast het (doen) plaatsen en aanbrengen geschiedt ook het herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking door en voor rekening en risico van de rechthebbende of de belanghebbende.

  • 3.

    Indien binnen drie maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen en andere voorwerpen over te gaan. Zonder dat het college tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4.

    Indien door een ondeugdelijke (geworden) constructie naar het oordeel van het college een gevaarlijke situatie is ontstaan, kan het college direct maatregelen treffen.

  • 5.

    Schade en eventuele gevolgschade door derden is voor rekening en risico van de rechthebbende of de belanghebbende en deze dient de daaraan toegebrachte schade, door welke omstandigheid ook, op eerste aanschrijven te (doen) herstellen.

  • 6.

    De gemeente kan niet aansprakelijk worden gesteld voor diefstal van of schade aan voorwerpen, welke op de graven zijn geplaatst.

  • 7.

    De gemeente is niet verantwoordelijk voor de voorwerpen, welke zich op of bij de graven bevinden. Evenmin kan zij aansprakelijk worden gesteld voor schade aan deze voorwerpen of het zoekraken daarvan, tenzij aan de zijde van de gemeente opzet of grove schuld aanwezig is.

  • 8.

    Ontstane schade aan de grafbedekking wordt door de gemeente aan de rechthebbende of belanghebbende gemeld.

Hoofdstuk 7. Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 25. Vervallen grafrecht

  • 1.

    Het grafrecht vervalt:

    • a.

      door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is verleend;

    • b.

      indien de rechthebbende schriftelijk afstand doet van het recht;

    • c.

      indien de begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2.

    Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van de grafrechten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;

    • b.

      indien de rechthebbende -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende van een particulier graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel 14, derde lid gestelde termijn is overgeschreven.

  • 3.

    Datum ingang vervallen grafrecht:

    • a.

      indien de graftermijn verlopen is en de rechthebbende doet schriftelijk afstand van het grafrecht vervallen de rechten op datum afloop grafrecht;

    • b.

      indien de rechthebbende op verzoek, voortijdig, schriftelijk afstand doet van het grafrecht vervallen de rechten op datum van ondertekening van de schriftelijke verklaring.

  • 4.

    In de gevallen als bedoeld in dit artikel vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de betaalde rechten.

  • 5.

    Het college kan bij uitzonderingsgevallen afwijken van het gestelde in dit artikel.

Artikel 26. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende tenminste drie maanden voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden door middel van een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende of belanghebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval deelt het college schriftelijk mee wanneer de termijn van de uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen schriftelijk verzoek indient om de termijn te verlengen maakt zij uiterlijk één jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.

  • 2.

    De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige stoffelijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met stoffelijke resten worden geconfronteerd.

  • 3.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige stoffelijk resten worden begraven in een algemeen verzamelgraf en de as wordt verstrooid op de algemene verstrooiingsplaats.

  • 4.

    De rechthebbende van een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de stoffelijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

  • 5.

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of herbegraving in een particulier graf op de begraafplaats of op een begraafplaats elders.

  • 6.

    De kosten die gemoeid zijn met de werkzaamheden genoemd onder lid 4 en 5 van dit artikel, komen voor rekening van de rechthebbende of belanghebbende van het betreffende graf.

  • 7.

    Indien de dag waarop het graf geruimd mag worden de grafbedekking niet is verwijderd, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens, beplantingen en andere voorwerpen over te gaan, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 8.

    De rechthebbende van een particulier urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus op te halen.

Hoofdstuk 8. Historische graven

Artikel 27. Lijst

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3.

    Het college beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk 9 Overige bepalingen

Artikel 28. Klachten

  • 1.

    Inwoners van de gemeente Westerwolde en personen die in de gemeente Westerwolde een belang hebben kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaatsen bij het college een schriftelijke klacht indienen.

  • 2.

    Voor de afhandeling van de klachten is de in de gemeente geldende klachten of bezwarenprocedure van toepassing.

Artikel 29. Beslissingsbevoegdheid

Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken, als er sprake is van een onrechtvaardig gevolg.

Artikel 30. Overgangsbepaling

Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de ‘Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Westerwolde 2018’ is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, is deze verordening van toepassing.

Artikel 31. Strafbepaling

  • 1.

    Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover niet reeds bij of krachtens de wet strafbaar gesteld, gestraft met een geldboete van de eerste categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van het gerechtelijk vonnis.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde strafbare feiten worden beschouwd als overtredingen.

Artikel 32. Inwerkingtreding

  • 1.

    De verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Westerwolde 2018, vastgesteld op 2 januari 2018, wordt ingetrokken per 1 juni 2022.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2022.

Artikel 33. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Westerwolde 2022’.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 11 mei 2022.

De raad voornoemd,

raadsgriffier

voorzitter