Raadsbesluit adviesrecht

De gemeenteraad wil adviesrecht over alle aanvragen om omgevingsvergunningen voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten met uitzondering van de onderstaande categorieën:

• 1.

  Aanvragen waarover de gemeenteraad in een bestemmingsplan op basis van de Wet Ruimtelijke Ordening reeds een wijzigingsbevoegdheid en/of uitwerkingsplicht heeft vastgesteld, mits het collegebesluit in overeenstemming is met die wijzigings,- en/of uitwerkingsregels;

• 2.

  Aanvragen voor het bouwen ten behoeve van de woonfunctie (woningen, zorgcentra, woonwagen etc.), inclusief bij die functies behorende bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen (garages, carports, parkeerkelders, zwembaden etc.), mits het gaat om een bestaande woonfunctie en het initiatief past binnen de afspraken over woningbouwprogrammering;

• 3.

  Aanvragen voor het veranderen, vervangen en uitbreiden van bouwwerken ten behoeve van sport;

• 4.

  Aanvragen voor het realiseren van de volgende plannen in het buitengebied:

  • a.

    een vormverandering van een bestemmingsvlak/bouwvlak (oppervlakte blijft gelijk);

  • b.

    bouwwerken die door een bijzondere vormgeving niet volledig aan het (tijdelijk) omgevingsplan voldoen en waarover de Commissie ruimtelijke kwaliteit positief heeft geadviseerd. Meestal gaat het daarbij om een bepaalde dakconstructie of afwijkende dakhelling;

  • c.

    het uitbreiden van een (bedrijfs-)woning, woongebouw of bijgebouwen via compenserende sloopmeters;

  • d.

    het splitsen van woningen conform door de raad vastgesteld beleid;

  • e.

    het uitbreiden van bedrijven binnen de mogelijkheden van het (tijdelijke) omgevingsplan;

  • f.

    het uitbreiden van agrarische bouwvlakken binnen de mogelijkheden van het (tijdelijk) omgevingsplan;

  • g.

    het vergroten van de toegestane oppervlakte bijgebouwen bij de bestemming ‘Wonen’ tot maximaal 200 m²;

• 5.

  Aanvragen voor het realiseren van de volgende plannen op bedrijventerreinen:

  • a.

    het uitbreiden van een bedrijfsterrein /-gebouw naar een naastgelegen bestemming/functie;

  • b.

    het overschrijden van de maximaal toegestane bouwhoogte;

  • c.

    het afwijken van de voorgeschreven bebouwingsoppervlakte en bebouwingspercentages;

  • d.

    het toestaan van bedrijfsactiviteiten van een andere milieucategorie;

• 6.

  Aanvragen voor het realiseren van de volgende plannen op recreatieterreinen:

  • a.

    het veranderen en vervangen van bouwwerken op een recreatieterrein;

  • b.

    het overschrijden van de maximaal toegestane bouwhoogte;

  • c.

    het afwijken van de voorgeschreven bebouwingsoppervlakte en bebouwingspercentages;

• 7.

  Aanvragen voor het realiseren van duurzame energieopwekking voor:

  • a.

    zonnevelden met een netto oppervlakte kleiner of gelijk aan 2 ha;

  • b.

    windturbines met een ashoogte kleiner of gelijk aan 30 meter;

• 8.

  Aanvragen voor het realiseren van een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m;

• 9.

  Aanvragen voor het realiseren van kleinschalige voorzieningen van algemeen belang, zoals weg- , water-, parkeer-, fiets-, nuts- en groenvoorzieningen van lokale aard;

• 10.

  Aanvragen voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:

  • a.

    niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf, en

  • b.

    de oppervlakte niet meer dan 150 m2;

• 11.

  Aanvragen voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

  • a.

    niet hoger dan 10 m, en

  • b.

    de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

• 12.

  Aanvragen voor het bouwen van een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;

• 13.

  Aanvragen voor het bouwen van een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd, uitsluitend ten dienste van het eigen agrarisch bedrijf door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen;

• 14.

  Aanvragen voor het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen;

• 15.

  Aanvragen voor het gebruiken van gronden of bouwwerken voor een termijn van ten hoogste tien jaar.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop de Omgevingswet in werking treedt.

Het college van burgemeester en wethouders evalueert 1 jaar na inwerkingtreding voorliggend besluit en legt de resultaten hiervan ter bespreking voor aan de gemeenteraad.

Deze evaluatie geschiedt zodanig dat:

• -

  de vier doelstellingen van de Omgevingswet aan de orde komen, te weten inzichtelijk omgevingsrecht (duidelijk, voorspelbaar en gemakkelijk in gebruik), leefomgeving centraal (waaronder natuur), ruimte voor lokaal maatwerk (is de positie van de gemeente versterkt t.o.v. provincie en rijk) en snellere besluitvorming (o.a. afhandeling veel vergunningaanvragen binnen 8 weken);

• -

  de ervaringen met de drie nieuw toegevoegde punten worden onderzocht, te weten;

  • 1)

    het vergroten van de toegestane oppervlakte bijgebouwen bij de bestemming ‘Wonen’ tot maximaal 200 m²;

  • 2)

    het veranderen en vervangen van bouwwerken op bestaande recreatieterreinen, het afwijken van de bouwhoogte en bebouwingspercentage (binnen de bestaande foodprint [sic] van het park;

  • 3)

    zonnevelden met een netto oppervlakte kleiner of gelijk aan 2 ha en windturbines met een ashoogte kleiner of gelijk aan 30 meter.