Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Roermond

Beleidsregel vrijlating giften gemeente Roermond

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRoermond
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel vrijlating giften gemeente Roermond
CiteertitelBeleidsregel Vrijlating giften gemeente Roermond
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt met ingang van de dag dat de vrijlating wettelijk wordt opgenomen in de Participatiewet.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-06-202201-01-2022nieuwe regeling

17-05-2022

gmb-2022-254476

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel vrijlating giften gemeente Roermond

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze regeling worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      de wetten: de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ;

    • b.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond;

    • c.

      gemeente: de gemeente Roermond;

    • d.

      beleidsregel: Beleidsregel vrijlating giften gemeente Roermond 2022;

    • e.

      gift: elke financiële bevoordeling uit vrijgevigheid van derden (personen of instellingen)

    • f.

      zonder dat hier iets tegenover staat. Er is geen sprake van een terugbetalingsverplichting en/of enige vorm van tegenprestatie of verplichtend karakter;

    • g.

      gift in natura: schenking van goederen, of een andere vorm niet zijnde geld, door een natuurlijk persoon of instelling.

Artikel 2 Giften

  • 1.

    Giften, in geld of in natura, als bedoeld in artikel 31 tweede lid, onder m, van de wet worden vrijgelaten tot een bedrag ter hoogte van € 1.200 per kalenderjaar.

  • 2.

    De vrijlating geldt per uitkering en niet per uitkeringsgerechtigde. Een echtpaar heeft gezamenlijk recht op vrijlating tot € 1.200 per jaar, niet per persoon.

  • 3.

    In het geval dat de gift is verstrekt in natura, wordt de waarde van deze gift vastgesteld op de waarde in het economische verkeer bij vrije oplevering. Voor het vaststellen van de economische waarde van giften in natura wordt gebruik gemaakt van de NIBUD-prijzengids.

  • 4.

    De vrijlating wordt toegerekend aan het kalenderjaar (1 januari tot en met 31 december).

  • 5.

    Wanneer een belanghebbende gedurende een kalenderjaar minder dan € 1.200 aan giften heeft ontvangen, dan mag het restant niet meegenomen worden naar het volgende kalenderjaar.

Artikel 3 Overschrijding vrijlatingsbedrag

  • 1.

    Bij een overschrijding van het vrij te laten bedrag zoals bepaald in artikel 2 lid 1, wordt bij een gift waarbij er sprake is van een vrij besteedbaar bedrag het meerdere aangemerkt als inkomen in de maand waarin de overschrijding plaatsvindt.

  • 2.

    Bij een overschrijding van het vrij te laten bedrag zoals bepaald in artikel 2 lid 1, wordt bij een gift in natura de waarde van deze gift aangemerkt als vermogen.

Artikel 4 Uitgezonderde giften

  • 1.

    Giften bestemd voor specifieke kosten, hoger dan het vrij te laten bedrag zoals bepaald in artikel 2 lid 1 en artikel 3 lid 1, die niet in de uitkering zijn begrepen worden vrijgelaten.

  • 2.

    Het college beoordeelt per geval of de bestemming van de gift met de uitkering te verenigen is. De herkomst van de gift dient aangetoond of herleidbaar te zijn.

  • 3.

    Een gift ontvangen van de Rijksoverheid ter compensatie van tijdelijke hogere lasten (zoals hogere energiekosten), wordt buiten beschouwing gelaten.

  • 4.

    Het Rijk compenseert ouders die de dupe zijn geworden van de zogenaamde toeslagenaffaire. Deze vergoeding valt onder de zogenaamde ministeriële regelingen voor materiële of immateriële schade en wordt daarom vrijgelaten. Deze vrijlating geldt ook voor de draagkrachtbepaling in het kader van bijzondere bijstand.

  • 5.

    Giften met een bepaald doel waarvoor de belanghebbende anders een beroep had moeten/kunnen doen op een andere voorziening, zoals Wmo, bijzondere bijstand of overige minimaregelingen worden vrijgelaten.

  • 6.

    Steunfondsen voor minima die van tijdelijke aard zijn en waarbij geen sprake is van een terugbetalingsverplichting en/of enige vorm van tegenprestatie of verplichtend karakter, worden vrijgelaten.

  • 7.

    Giften in de vorm van verstrekking van de voedselbank, kledingbank of soortgelijke erkende charitatieve instellingen worden vrijgelaten.

  • 8.

    Giften van werkgevers voor werknemers worden vrijgelaten voor zover deze onbelast zijn.

Artikel 5 Maatwerk

Voor zover de gift of giften hoger zijn dan het drempelbedrag van artikel 2 blijft een specifieke afweging mogelijk om te beoordelen of de gift toch uit een oogpunt van bijstandsverlening verantwoord is.

Artikel 6 Hardheidsclausule

In bijzondere situaties kan het college afwijken van het bepaalde in deze beleidsregel indien toepassing van deze beleidsregel tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 7 Inwerkingtreding en Citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als ‘Beleidsregel Vrijlating giften gemeente Roermond’.

  • 2.

    Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2022.

  • 3.

    Deze beleidsregel vervalt met ingang van de dag dat de vrijlating wettelijk wordt opgenomen in de Participatiewet.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond in zijn vergadering van 17 mei 2022.

Burgemeester en wethouders van Roermond,

De secretaris, drs.

J.W.A. Kradolfer (a.i.)

De burgemeester,

M.J.D. Donders – de Leest

Toelichting op Beleidsregel vrijlating giften Roermond

Algemeen

Een gift wordt bij de vaststelling van het recht op, en de hoogte van, de algemene bijstand vrijgelaten voor zover dat deze, gezien de bestemming en de hoogte van de gift, uit het oogpunt van bijstandsverlening verantwoord is. Door een deel of bepaalde giften vrij te laten, wordt voorkomen dat de bijstandswet een ontmoediging vormt voor de vrijgevigheid van instellingen en/of personen. Gezien het minimumbehoeftekarakter van de bijstand kan de vrijlating niet onbeperkt zijn. Wat betreft de hoogte van een gift geldt dat het in de rede ligt om giften vrij te laten voor zover dit niet leidt tot een bestedingsniveau dat niet (meer) verenigbaar is met hetgeen op bijstandsniveau gebruikelijk is.

Onder giften wordt verstaan elke bevoordeling uit vrijgevigheid van derden – personen of instellingen – zonder dat hier iets tegenover staat zoals een verplichting tot terugbetaling of tegenprestatie. Een gift kan financieel zijn of in natura.

Een gift kan éénmalig zijn of periodiek. Onder eenmalige gift wordt verstaan: een gift die slechts een keer voorkomt in een kalenderjaar. Onder periodieke giften wordt verstaan: giften die meer dan eenmalig voorkomen in een kalenderjaar.

 

Structurele financiële ondersteuning voor de kosten van levensonderhoud in geld of in natura, bijvoorbeeld voor de betaling van de vaste lasten, wordt uitdrukkelijk niet als een gift beschouwd en wordt in mindering gebracht op de bijstandsuitkering.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 2Giften

Een gift wordt bij de vaststelling van het recht op, en de hoogte van, de algemene bijstand vrijgelaten voor zover dat, gezien de bestemming en de hoogte van de gift, uit het oogpunt van bijstandsverlening verantwoord is.

 

Voor de vraag of giften uit het oogpunt van bijstandsverlening verantwoord zijn hanteert de gemeente het beleid dat giften worden vrijgelaten tot een bedrag ter hoogte van totaal € 1.200 per kalenderjaar per uitkering (dus niet per persoon).

 

Dit geldt voor zowel giften in geld als in natura. Wanneer een gift is verstrekt in natura, wordt de waarde van de gift vastgesteld op de waarde in het economisch verkeer bij vrije verkoop oplevering. De vrijlating wordt toegerekend aan een kalenderjaar dat loopt van 1 januari tot en met 31 december.

 

Wanneer iemand gedurende een jaar giften heeft ontvangen die lager zijn dan (totaal) € 1.200 wordt het overgebleven gedrag niet meegenomen naar het volgende jaar.

 

Bij een overschrijding van het vrij te laten bedrag volgens lid 1 van dit artikel, wordt het meerdere gezien als vermogen.

 

Artikel 3Overschrijding vrijlatingsbedrag

Wanneer er sprake is van een overschrijding van het vrij te laten bedrag en er is geen sprake van bijzondere omstandigheden, dan dient met het meerdere rekening te worden gehouden bij de bijstandsverlening.

 

Bestaan de giften uit vrij te besteden gelden, bijvoorbeeld bankstortingen, dan wordt het meerdere in mindering gebracht op de uitkering van de maand waarin de overschrijding plaatsvindt.

Is er sprake van een gift in natura, dan wordt de waarde van deze gift aangemerkt als vermogen en toegevoegd aan de vermogensvaststelling conform de bijstandswet.

 

Artikel 4Uitgezonderde giften

Een aantal giften worden aangemerkt worden als uitgezonderde gift. Deze giften gelden niet als middel voor de bijstandsuitkering. Is de gift bestemd voor specifieke kosten die niet in de uitkering zijn begrepen, dan kunnen deze ook worden gelaten. Of de bestemming van de gift met de uitkering te verenigen is, wordt per individueel geval beoordeeld.

 

Wel is van belang dat de herkomst van de gift kan worden bepaald of te herleiden is. Namelijk voor bepaalde beschreven bijzondere doelen in dit artikel geldt immers ook een vrijlating van inkomen.

 

Indien een gift wordt ontvangen op initiatief van de (Rijks)overheid ter compensatie van tijdelijk hogere lasten die voor een grotere groep gelden (zoals hogere energiekosten), wordt deze buiten beschouwing gelaten. Dit geldt ook voor de compensatie kinderopvangtoeslag. Het Rijk compenseert ouders die de dupe zijn geworden van de zogenaamde Toeslagenaffaire. Deze vergoeding valt onder de zogenaamde ministeriële regelingen voor materiële of immateriële schade en daarom voor de algemene en bijzondere bijstand vrijgelaten.

 

Ook giften voor een bepaald doel worden vrijgelaten gelaten als de betrokkene zonder deze gift voor dit doel een beroep had moeten/kunnen doen op een andere voorziening, zoals de Wmo, bijzondere bijstand of overige minimaregelingen. Ook Steunfondsen voor minima, zoals bijvoorbeeld voedselpakketten van de voedselbank en voedselbonnen van Stichting Urgente Noden (SUN), worden, mits de ondersteuning van tijdelijke aard is en een onverplicht karakter heeft, buiten beschouwing gelaten.

 

Artikel 5Maatwerk

Dit artikel is opgenomen om te benadrukken dat bij overschrijding van bedrag ad € 1.200,- in elk individueel geval een specifieke afweging noodzakelijk is om te beoordelen of de gift uit een oogpunt van bijstandsverlening verantwoord is en dus kan worden vrijgelaten. Het bedrag ad € 1.200 fungeert uit dit oogpunt slechts als een richtlijn.

 

Artikel 6Hardheidsclausule

Indien strikte toepassing van deze beleidsregel leidt tot onbillijkheid van overwegende aard, kan in individuele gevallen worden afgeweken van de beleidsregel. In alle gevallen waarin de beleidsregel niet voorziet beslist het college.

 

Artikel 7Inwerkingtreding en citeertitel

De beleidsregel kan worden aangehaald als ‘Beleidsregel Vrijlating giften gemeente Roermond’. Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking en werken terug tot 1 januari 2022. Wanneer een belanghebbende denkt met terugwerkende kracht, vanaf 1 januari 2022, alsnog in aanmerking denkt te komen voor deze vrijstelling, kan hij of zij contact opnemen met de gemeente.

 

Met de beleidsregel wordt geanticipeerd op de aangenomen motie van Jasper van Dijk van 25 februari 2021 in de Tweede Kamer waarin verzocht wordt om voor bijstandsgerechtigden een wettelijke landelijke vrijstelling van giften te realiseren van € 1.200 per jaar. Deze beleidsregel is opgesteld vooruitlopend op de wettelijke vrijstelling. Deze beleidsregel vervalt zodra de vrijlating wordt opgenomen in de bijstandswet als gevolg van de motie Van Dijk.