Organisatie | Omgevingsdienst regio Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Klachtenregeling Omgevingsdienst Regio Utrecht |
Citeertitel | Archiefverordening ODRU 2019 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Klachtenregeling ODRU |
Geen
artikel 40 van de Archiefwet 1995
Algemeen bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-04-2019 | Nieuwe regeling | 11-04-2019 |
In deze regeling hebben de volgende begrippen, zowel in enkelvoud als in meervoud, de volgende betekenis:
Het doel van deze regeling is het geven van een inteme procedure voor de behandeling van klachten, ter aanvulling op het bepaalde in titel 9.1 Awb.
De klachtambtenaar is onder meer belast met de volgende taken:
a. het onderzoeken van de klacht en het verzamelen van alle relevante feiten die betrekking hebben op de klacht;
b. het horen van klager en aangeklaagde;
c. het opstellen van een rapport van bevindingen, vergezeld van het advies aan de directeur en eventuele aanbevelingen. Hij zendt het rapport van bevindingen ter afhandeling aan de directeur.
Artikel 5 Fasering van de klachtenbehandeling
1. Nadat een klacht is ontvangen wordt de klager geïnformeerd over de procedures die mogelijk gevolgd kunnen/zullen worden.
Indien iemand zich met een klacht tot het bestuursorgaan wendt, wordt door dat bestuursorgaan getracht de klacht direct op te lossen en de klager tevreden te stellen. Indien de klager daar prijs op stelt, wordt geprobeerd om middels een (telefoon)gesprek de klacht op een informele wijze af te handelen. De klager wordt altijd gewezen op de mogelijkheid om, als hij ontevreden is over de wijze van informele bemiddeling, alsnog de formele behandeling van de klacht door te zetten.
b. Formele behandeling in eerste instantie
Als klager afziet van de mogelijkheid van informele bemiddeling dan dient de klager een klaagschrift in te dienen dat voldoet aan de in de wet gestelde eisen daaraan (ondertekend, met dagtekening, NAW gegevens van de klager en een omschrijving van de gedragingen waartegen de klacht is gericht). Deze klacht wordt dan vervolgens behandeld zoals bepaald in art 9.5 tot/met 9.16 van de Awb en deze klachtenregeling. Wordt, ondanks een verzoek daartoe, niet voldaan aan deze gestelde eisen dan zal gelet op artikel 9.2 van de Awb, de klachtambtenaar zelf invulling geven aan een behoorlijke behandeling van de klacht. Art 9.5 tot/met 9.16 van de Awb en deze klachtenregeling zijn daarbij niet van toepassing. De te volgen procedure zal zoveel mogelijk vergelijkbaar zijn met de procedure zoals die gevolgd wordt bij een klaagschrift.
Artikel 6 De wijze waarop een klacht kan worden ingediend
Om als klaagschrift aangemerkt en behandeld te worden dient een klacht te voldoen aan de eisen zoals omschreven in artikel 9.4.2 Awb:
a. het is ondertekend door de klager;
b. het bevat de naam en het adres van de klager;
c. het is voorzien van de dagtekening;
d. het bevat een omschrijving van de gedraging waartegen de klacht is gericht.
Artikel 7 Ontvangstbevestiging van de klacht
In aanvulling op het bepaalde in artikel 9:6 Awb, wordt de ontvangst van een klacht uiterlijk binnen twee weken na ontvangst door de klachtambtenaar, door deze schriftelijk aan de klager bevestigd. In de ontvangstbevestiging wordt informatie verstrekt over de procedure en de termijn van afhandeling.
Artikel 8 Buiten behandeling laten van een klacht
Een klacht wordt niet in behandeling genomen indien deze betrekking heeft op een gedraging;
a. waarover reeds eerder een klaagschrift is ingediend waarover de directeur een besluit ter afdoening heeft genomen;
b. die langer dan een jaar voor indiening van de klacht heeft plaatsgevonden;
c. waartegen door de klager bezwaar gemaakt had kunnen worden,
d. waartegen door de klager beroep kan worden ingesteld, tenzij die gedraging bestaat uit het niet tijdig nemen van een besluit, of beroep kon worden ingesteld; die door het instellen van een procedure aan het oordeel van een andere rechtedijke instantie dan een bestuursrechter onderworpen is, dan wel onderworpen is geweest of, zolang terzake daarvan een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een ven.tolging gaande is, dan wel indien de gedraging deel uitmaakt van de opsporing of vervolging van een strafbaar feit en terzake van dat feit een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is.
Artikel 11 Formele behandeling in eerste instantie
Naar aanleiding van het advies neemt de directeur een beslissing op de klacht en stelt hij de klager hiervan schriftelijk gemotiveerd in kennis. Bij de beslissing op de klacht wordt aan de klager het advies van de klachtambtenaar meegestuurd en wordt vermeld bij welke ombudsman en binnen welke termijn de klager vervolgens een verzoekschrift kan indienen.
Artikel 13. Buitengewoon opsporingsambtenaar
Indien de aangeklaagde een buitengewoon opsporingsambtenaar is en de klacht betrekking heeft op de uitoefening van zijn bevoegdheden als buitengewoon opsporingsambtenaar:
Wanneer tijdens de klachtbehandeling, naar het oordeel van de klachtambtenaar, de directeur en/of het afdelingshoofd, feiten of omstandigheden bekend worden die mogelijk aanleiding geven tot rechtspositionele besluiten jegens medewerkers dan wordt daarvan melding gedaan aan het cluster HRM. HRM brengt vervolgens over dit aspect een advies uit aan de directeur.
Het dagelijks bestuur kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de uitvoering van deze regeling.