Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Omgevingsdienst regio Utrecht

Budgethoudersregeling Omgevingsdienst regio Utrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOmgevingsdienst regio Utrecht
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBudgethoudersregeling Omgevingsdienst regio Utrecht
CiteertitelArchiefverordening ODRU 2019
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBudgethoudersregeling ODRU 2017

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 40 van de Archiefwet 1995

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-09-2017Nieuwe regeling

28-09-2017

bgr-2022-575

Tekst van de regeling

Intitulé

Budgethoudersregeling Omgevingsdienst regio Utrecht

Het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU) , overwegende dat:

 

  • Het noodzakelijk is dat er regels worden gesteld over de wijze waarop de uitvoering van de begroting alsmede het budgetbeheer binnen de Omgevingsdienst regio Utrecht wordt ingevuld en nader vorm wordt gegeven.

 

Gelet op:

 

  • De Gemeentewet;

  • het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (Bbv);

  • de Financiële Verordening artikel 212 voor de Omgevingsdienst regio Utrecht;

  • de Ondermandaatregeling directiestatuut Omgevingsdienst regio Utrecht;

  • de nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid.

 

besluit:

vast te stellen de budgethoudersregeling van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst regio Utrecht, hierna te noemen "ODRU".

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1
  • 1.

    Het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst regio Utrecht stelt jaarlijks de begroting van de dienst vast, conform de vereisten van het BBV, artikel 4 financiële verordening ODRU 2017. Met deze vaststelling wordt de totale omvang van de lasten en baten per kalenderjaar bepaald, al dan niet nader uitgesplitst in posten en/of producten voor de uitvoering van de in de begroting opgenomen doelen en activiteiten.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur van ODRU is belast met de uitvoering van de begroting daarin ondersteund door de Directeur van de ODRU en diens organisatie.

     

Hoofdstuk 2 Begrippenkader
Artikel 2

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

De regeling

De Budgethoudersregeling ODRU

De gemeente(n)

Één of meer van de aan de gemeenschappelijke regeling ODRU deelnemende gemeenten

Algemeen bestuur (AB)

Algemeen bestuur van ODRU

Dagelijks bestuur (DB)

Dagelijks bestuur van ODRU

Managementteam (MT)

Managementteam van ODRU, waarin de (adjunct) directeur, controller, afdelingshoofden en hoofd bedrijfsbureau zitting hebben

Directeur

De directeur van ODRU is eindverantwoordelijk voor de te voeren strategie, resultaten, financiën, bedrijfsvoering en personeelsbeleid en legt hierover verantwoording af aan het DB & AB en is voorzitter van het MT

Adjunct-directeur

De adjunct-directeur legt verantwoording af aan de directeur en heeft zitting in het MT. De adjunct-directeur is, samen en ter ondersteuning de directeur, eindverantwoordelijk voor de te voeren strategie, resultaten, financiën, bedrijfsvoering en personeelsbeleid

Afdelingshoofd

Afdelingshoofd alsmede hoofd bedrijfsbureau is hiërarchisch leidinggevende van de medewerkers van de afdelingen binnen ODRU en heeft zitting in het MT

Controller

De onafhankelijke controller van de dienst die belast is met het zoveel mogelijk voorkomen en beheersen van risico's, teneinde een normale en gezonde bedrijfsvoering mogelijk te maken

Stafteam Planning & Control

Staf onderdeel waarin de financiële administratie en planning en control werkzaamheden zijn belegd

Budgethouder

Degene die bevoegd is om te beschikken over een toegekend budget ter uitvoering van een specifieke taak en hiermee samenhangende verplichtingen, kosten en opbrengsten ten laste hiervan kan brengen en hierover verantwoording aflegt

Budgetbeheerder

Degene die namens de budgethouder belast is met de bewaking c.q. het beheer van het budget

Ondermandaatregeling

Ondermandaatregeling directiestatuut ODRU

Budget

Een beschikbaar gesteld bedrag voor geraamde kosten en/of opbrengsten gerelateerd aan een daarvoor te leveren prestatie, product of activiteit

Begrotingswijziging

Een wijziging van de eerder vastgestelde begroting. Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen interne begrotingswijzigingen, die de interne begroting wijzigt maar geen consequenties heeft voor de door het AB vastgestelde begroting en externe begrotingswijzigingen die de door het AB vastgestelde begroting wel wijzigt

Budgettair neutraal

Wijzigingen van het budget en/of de begroting die de totale omvang van de lasten en/of baten van een programma en/of product niet beïnvloeden en die daardoor niet leiden tot een formeel door het DB en/of AB vast te stellen begrotingswijziging

Programma

Programma zoals bedoeld in het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten

Product

Een samenhangend geheel van activiteiten binnen een programma waaraan een budget wordt toegekend en waarover verantwoording wordt afgelegd in termen van resultaat, kosten en tijdsbesteding

Kostenplaats

Een organisatorische eenheid binnen de ODRU waaraan kosten en opbrengsten kunnen worden toegerekend. Er bestaan kostenplaatsen per afdeling/cluster en zogenaamde hulpkostenplaatsen waarop specifieke kosten worden verzameld voor verdere doorbelasting

Krediet

Een door het AB gevoteerd bedrag voor het kunnen uitvoeren (financieren) van een investering waarop wordt afgeschreven

Verplichting

Het aangaan van een bindende overeenkomst die leidt tot een (toekomstig) beslag van middelen op een budget en die als zodanig vast wordt vastgelegd in de administratie

 

Hoofdstuk 3 Budgethouders en budgetten
Artikel 3
  • 1.

    Het budgethouderschap kan worden uitgeoefend door de (adjunct)directeur en door de afdelingshoofden.

  • 2.

    De lijst met budgethouders wordt jaarlijks door het dagelijks bestuur vastgesteld.

  • 3.

    De budgethouder kan een of meerdere budgetbeheerders aanwijzen. De lijst met budgetbeheerders wordt door het MT vastgesteld.

  • 4.

    leder jaar wordt er, op basis van en binnen de kaders van de door het algemeen bestuur vastgestelde begroting, door het MT voor 1 januari van het betreffende jaar een interne begroting of vergelijkbare lijst vastgesteld waaruit de budgetten per budgethouder op de verschillende posten blijken.

  • 5.

    De budgethouder is, voor de aan budgethouder toegekende budget(ten), namens het dagelijks bestuur, bevoegd tot het aangaan van verplichtingen en het doen van uitgaven met inachtneming van de Ondermandaatregeling tot:

    a. maximaal de in de exploitatiebegroting en kostenplaatsen opgenomen budgetten;

    b. maximaal het saldo van de voorziening, voor zover dit door het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur is vrijgegeven;

    c. maximaal het bedrag van de begrote onttrekking(en) aan de bestemmingsreserve(s);

    d. maximaal het door het algemeen bestuur gevoteerde krediet voor het doen van investeringen.

  • 6.

    Indien geen budgetten aanwezig zijn of bestaande budgetten niet (meer) toereikend zijn kunnen door de budgethouder geen verplichtingen worden aangegaan of betalingen worden verricht. De directeur kan hiervoor, binnen de totale budgettaire kaders van de begroting en na advies hierover ingewonnen te hebben bij de controller, alsnog toestemming verlenen.

  • 7.

    De budgethouder is bevoegd tot het budgettair neutraal overhevelen van de aan budgethouder toegekende budgetten, voor zover dit de bevoegdheden van het dagelijks bestuur en/of het algemeen bestuur niet raken. Voor het overhevelen van budgetten dient te allen tijde een (interne) begrotingswijziging te worden ingediend.

  • 8.

    Het door budgethouders overhevelen van budgetten tussen "personeel" en "materieel" is niet toegestaan zonder (interne) begrotingswijziging.

  • 9.

    Interne begrotingswijzigingen worden vastgesteld in het MT.

 

Hoofdstuk 4 Uitvoering budgetverantwoordelijkheid

Artikel 4
  • 1.

    De budgethouders mogen conform de ondermandaatregeling en tot de daarin aangegeven bedragen, verplichtingen aangaan en/of betalingen accorderen voor zover deze passen binnen de voor ODRU vastgestelde beleidskaders en/of geldende wet- en regelgeving.

  • 2.

    Beïnvloedbare tegenvallers dienen in eerste instantie te worden opgelost of te worden gecompenseerd binnen het eigen budget en binnen hetzelfde kalenderjaar en — waar van toepassing - met concrete maatregelen te worden belegd. Niet beïnvloedbare tegenvallers dienen voor zover mogelijk te worden gecompenseerd binnen het eigen budget.

  • 3.

    Niet beïnvloedbare meevallers vallen vrij ten gunste van de dienst. Beïnvloedbare meevallers kunnen worden aangewend als compensatie voor tegenvallers, maar kunnen niet worden ingezet voor nieuw beleid.

  • 4.

    Onderuitputting op het jaarlijks toegewezen budget voor opleidingen komt ten gunste van de dienst en telt niet mee als resultaat voor de betreffende budgethouder. Overschrijdingen op het budget voor opleidingen zijn voor eigen rekening van de budgethouder en alleen mogelijk als hiervoor vooraf compensatie binnen het eigen budget is aangewezen.

  • 5.

    Onderuitputting op de kapitaallasten gerelateerd aan kredieten vallen vrij ten gunste van ODRU.

  • 6.

    Alle significante mee- en tegenvallers worden door de budgethouder te allen tijde direct (schriftelijk of per e-mail) gemeld bij één van de adviseurs van het stafteam Planning & Control.

  • 7.

    Waar van toepassing dienen er voor de in hoofdstuk 4 optredende afwijkingen begrotingswijzigingen te worden opgesteld die de geëigende goedkeuringsprocedure dienen te volgen.

 

Hoofdstuk 5 Rapportage en verantwoording

Artikel 5
  • 1.

    De budgethouders ontvangen iedere maand een overzicht van de vastgelegde verplichtingen en gerealiseerde uitputting van hun budgetten; iedere maand vindt hierover een gesprek plaats tussen de budgethouder en een adviseur vanuit het stafteam Planning & Control.

  • 2.

    leder kwartaal vindt er een voortgangsgesprek plaats tussen de budgethouder, een adviseur vanuit het stafteam Planning & Control en de controller over de financiële en inhoudelijke voortgang van de aan de budgethouder toegekende budgetten en kredieten en de op basis hiervan gerealiseerde doelen en activiteiten.

  • 3.

    De budgethouder legt aan het einde van het jaar zowel in beleidsmatige als financiële zin verantwoording af aan het MT over de bereikte resultaten en de hiervoor ingezette middelen. Hiervoor worden formats ter beschikking gesteld.

 

 

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 6 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking per 1 oktober 2017.

2. Per gelijke datum komt de "budgethoudersregeling 2015" vastgesteld op 05 februari 2015 te vervallen.

 

Artikel 7 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald onder de naam "Budgethoudersregeling Omgevingsdienst regio Utrecht 2017".

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 07 september 2017.

 

De voorzitter

Namens deze,

G.F. Naafs

J. Post

Secretaris

Namens deze,

Omgevingsdienst regio Utrecht