Organisatie | Ameland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Preventie en handhavingsplan alcohol De Friese Waddeneilanden 2018-2021 |
Citeertitel | Preventie en handhavingsplan alcohol De Friese Waddeneilanden 2018-2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt eerdere bepalingen op het gebied van de sanctionering in het kader van het toezicht en de handhaving van de DHW.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2022 | nieuwe regeling | 01-05-2018 |
Op 1 januari 2013 is de Drank- en Horecawet (DHW) gewijzigd. De doelstellingen van de wet zijn het terugdringen van het alcoholgebruik onder jongeren, het aanpakken van gerelateerde verstoringen van de openbare orde en het terugdringen van de administratieve lasten voor de ondernemers.
De DHW geeft de gemeenten meer mogelijkheden om lokaal beleid te ontwikkelen en uit te voeren. Dit betekent echter wel dat de gemeenten ook nieuwe verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden hebben gekregen. De wet maakt de gemeente onder andere verantwoordelijk voor het toezicht op en handhaving van de DHW. Deze taak komt naast de bevoegdheid voor het verlenen van de DHW-vergunningen die al bij de gemeente lag. Hiermee is de gemeente verantwoordelijk voor het gehele proces. Tot 1 januari 2013 lag de verantwoordelijkheid voor het toezicht en de handhaving bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
Door deze taakverschuiving moet iedere gemeente keuzes maken over de uitvoering van deze nieuwe handhavingstaken. Het onderwerp raakt daarbij verschillende soorten beleid zoals gezondheidsbeleid, alcoholmatigingsbeleid, horecabeleid, handhavingsbeleid en openbare orde en veiligheidsbeleid.
In artikel 43a van de Drank- en Horecawet (DHW) is bepaald dat de gemeente verplicht is een preventie- en handhavingsplan op te stellen. Hierin legt de gemeente vast hoe ze invulling geeft aan haar toezichts- en handhavingstaak in het kader van de DHW. Het eerste preventie- en handhavingsplan is in 2014 vastgesteld. Het eerste plan loopt tot en met 2018. In 2018 dient er een nieuw preventie- en handhavingsplan te worden opgesteld. Dit document geeft invulling aan die stap.
De Friese Waddeneilanden (Schiermonnikoog, Ameland, Terschelling en Vlieland) hebben gekozen voor een integraal handhavingsbeleid. De gemeenten beschikken over een hoge concentratie en diversiteit aan horecagelegenheden. Jaarlijks trekken de Waddeneilanden veel toeristen, waarbij de horeca een belangrijke functie in het toeristisch-recreatief voorzieningenaanbod vervult.
Naast dit preventie- en handhavingsplan alcohol, dient elke gemeente op grond van artikel 13 lid 2 van de Wet publieke gezondheid ook een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid vast te stellen. Elke vier jaar zal het preventie- en handhavingsplan alcohol gelijk met de nota gezondheidsbeleid door de gemeenteraden moeten worden vastgesteld.
Dit preventie- en handhavingsplan alcohol geeft duidelijkheid over de wijze waarop de gemeente zal optreden indien overtredingen op grond van de Drank- en Horecawet plaatsvinden en welke sanctiemiddelen worden toegepast. Het blijft voor de gemeente echter altijd mogelijk in individuele gevallen af te wijken. Afhankelijk van de situaties kan het bevoegde gezag ervoor kiezen om in bijzondere omstandigheden af te wijken van de zwaarte van de sancties, de hoogte van de dwangsommen en de duur van de termijnen.
Handhaving met betrekking tot alcoholverstrekking kan alleen effectief plaatsvinden als de verschillende handhavingspartners gezamenlijk optreden. In dit preventie- en handhavingsplan alcohol worden de rollen, taken en bevoegdheden van de betrokken handhavingspartners vastgelegd en de manier van optreden bepaald. Daarbij worden bestuursrechtelijke en strafrechtelijke instrumenten op elkaar afgestemd.
Een preventie- en handhavingspian bevat de hoofdzaken van het beleid met betrekking tot de preventie van alcoholgebruik door jongeren en de handhaving van de wet. In dit plan wordt minder aandacht besteed aan de preventie van alcoholgebruik, omdat dat onderwerp in andere notities uitgebreid wordt behandeld.
In het plan komen in ieder geval aan bod:
Voor de nota gezondheidsbeleid is gekozen voor de planperiode 2018-2021. Vanwege de verplichting tot gelijktijdige vaststelling van het preventie- en handhavingsplan alcohol is ervoor gekozen om voor dit plan ook de planperiode 2018-2021 aan te houden. Vanaf dit moment lopen de beide plannen samen op in een meerjarige beleidscyclus.
Het eerste preventie- en handhavingsplan alcohol strekte zich uit over de periode 2014 —2018. In die periode voeren de gemeenten voor het eerst de handhavingstaken uit. In 2013 heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de Tweede Kamer toegezegd met een evaluatie van de DHW te komen. Na de decentralisatie zou er een zichtbare verbetering moeten zijn ontstaan in de problematiek rond alcoholmisbruik bij jongeren.
In 2016/2017 1 heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de decentralisatie van de toezichtstaken uit de DHW geëvalueerd. Over het algemeen wordt de overgang van centraal naar decentraal als goed ervaren. Sommige onderdelen van de wet lijken op decentraal niveau niet eenvoudig uitgevoerd of gehandhaafd te kunnen worden. Een voorbeeld hiervan is handhaving van online verkoop (c.q. het thuisbezorgkanaal) van alcohol. Wellicht dat om die reden het toezicht op verkoop van alcohol via internet evenals het verbod op prijsacties, weer gecentraliseerd wordt.
In 2014 tot en met 2016 is er door de Friese Waddeneilanden gewerkt met een door een extern bureau ontwikkeld preventiemethodiek. Als onderdeel van deze methodiek zijn er in die periode convenanten met bedrijven afgesloten om zich te conformeren aan deze methodiek. Deze methodiek is vooral ingezet voor het controleren van mogelijke overtredingen met betrekking tot het schenken aan minderjarigen. In deze methodiek is niet gewerkt met het reguliere sanctiebeleid voor wat betreft de leeftijdscontroles. Er werd bijvoorbeeld nog geen bestuursdwang toegepast. In plaats daarvan is er gewerkt met een financiële inleg van de bedrijven. Deze inleg werd aan het einde van de periode aan de bedrijven geretourneerd waarbij de hoogte van de teruggave varieerde afhankelijk van het aantal geconstateerde overtredingen. Deze methode leunde meer op zelfregulering.
In 2016 is echter gebleken dat de bovenstaande preventiemethodiek niet verenigbaar was met het wettelijke sanctiesysteem van de Drank- en horecawet. Vanaf 2017 is daarom gewerkt met de reguliere toezicht- en handhavingsmethode die de wet voorschrijft. Het externe bureau dat sinds 2017 het toezicht op de naleving van de DHW uitvoert controleert zowel of de bepalingen over leeftijdsgrenzen worden nageleefd en tevens of aan overige DHW eisen wordt voldaan.
In de periode 2014-2017 is de nalevingspercentage gestaag omhoog gegaan:
Uit deze resultaten blijkt dat de bedrijven minder overtredingen zijn begaan en beter de Drank- en horecawet naleven. De gebruikte preventiemethode heeft daar zeker aan bijgedragen. Daarnaast is gebleken, dat na het overstappen op een andere methode, het nalevingspercentage nagenoeg hetzelfde is gebleven. Voor deze planperiode is het belangrijk om het nalevingspercentage minimaal op het niveau van de afgelopen jaren te houden en om daarnaast te streven naar een percentage van 100%.
Het preventie- en handhavingsbeleid heeft de volgende doelstellingen:
Het drinken van alcohol wordt nog steeds als normaal gezien en iets wat "erbij" hoort. Voorlichting over de gevolgen van alcohol zullen een belangrijke bijdrage moeten leveren aan de te behalen doelstellingen en moeten bijdragen aan verbetering van de naleving van de wet. Voorlichting is een van de interventies die genoemd worden in de nota gezondheidsbeleid.
Het doel voor de langere termijn is dan ook dat de samenleving anders aan gaat kijken tegen het nuttigen van alcohol door jongeren, waardoor het drinken van alcohol door jongeren niet vanzelfsprekend is.
Het hoofddoel van de Drank- en Horecawet en daarop gebaseerd lokaal beleid is dat de samenleving op langere termijn anders aan gaat kijken tegen het nuttigen van alcohol, met name door jongeren. Het drinken van alcohol door jongeren dient niet vanzelfsprekend gevonden te worden. Alcoholmisbruik door jongeren moet met behulp van de DHW teruggedrongen worden. De doelstelling van dit preventie- en handhavingsplan is in dat verband om bij toezicht en controle minimaal 75% naleving te constateren en daarbij te streven naar 100%.
Alcoholpreventie raakt ook andere beleidsterreinen, waaronder de volksgezondheid. Op het gebied van preventie heeft onze gemeente een nieuwe nota "Gemeentelijke Gezondheidsbeleid 2018-2021" en een bijbehorend uitvoeringsprogramma opgesteld. Deze nota is op <datum> door de raad vastgesteld.
Aangezien deze nota al het nodige geregeld wordt op het gebied van de preventie zal er in deze nota aan dat onderwerp geen aandacht worden besteed. Voor wat betreft het onderdeel preventie wordt verwezen naar de inhoud van hoofdstuk 2.2. van de nota "Gemeentelijke Gezondheidsbeleid 2018-2021" en het bijbehorende uitvoeringsprogramma. Het onderhavige plan is dan als bijlage bij de nota gevoegd.
Het handhavingsplan is van toepassing op alle alcoholverstrekpunten in de gemeenten. Onder deze alcoholverstrekpunten bevinden zich:
Voor de uitvoering van de toezicht- en handhavingstaken werken de Friese Waddeneilanden met een extern bureau. Voor de periode 2018-2021 blijven we gebruik maken van een extern bureau. Op die manier zijn we voorzien van voldoende capaciteit om de toezicht- en handhavingsrol goed uit te oefenen.
Verstrekkers die bijzondere aandacht nodig hebben, bijvoorbeeld omdat er veel jongeren komen, noemen we in dit plan een "hotspot". Ook een eerder geconstateerd "slecht" nalevingsgedrag kan ertoe leiden dat een verstrekker als "hotspot" wordt gekwalificeerd.
In de voor een kalenderjaar te plannen controles en preventieve acties wordt op rekening gehouden met deze hotspotlocaties. Bij het vaststellen van de planning wordt expliciet aangegeven welke verstrekkers als hotspot worden aangemerkt. Wanneer een verstrekker als hotspot wordt aangemerkt, betekent dit dus slechts dat sprake is van een mogelijk verhoogd risico, niet dat de betreffende verstrekker het "niet goed" zou doen.
De hotspots zijn geen statische hotspots, maar kunnen doorlopend worden aangepast. Voorgesteld wordt dat deze hotspots op basis van een analyse jaarlijks worden bepaald.
Er zijn diverse toezichtsvormen te onderscheiden. Deze zijn afhankelijk van het soort
bedrijf/activiteit. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt tussen de volgende controles:
Toezicht bedrijven zonder Drank- en Horecavergunning:
Een aantal cafetaria's beschikt niet over een Drank- en Horecavergunning. Zij mogen wel alcoholhoudende drank verkopen, maar deze drank mag niet ter plaatse worden opgedronken. Controles bij deze bedrijven zijn gericht op leeftijdsgrens en het al dan niet ter plaatse nuttigen van alcoholhoudende drank.
Toezicht in de openbare ruimte.
Toezicht wat specifiek gericht is op het gebruik van alcohol door jongeren onder de 18 jaar op hangplekken of op een andere locatie in de openbare ruimte. Dit is gericht op het verbod voor personen om jonger dan 18 jaar alcohol bij zich te hebben. Daarnaast kan dit een controle zijn van de relevante bepaling(en) in de APV.
De gemeenten kunnen naar gelang de situaties kiezen voor een bepaalde vorm van toezicht (of een combinatie van vormen).
Dit preventie- en handhavingsplan alcohol is opgesteld om de wijze van aanpak inzichtelijk te maken. In dit plan zijn de categorieën van overtredingen en de daartegen te treffen acties ( mogelijke sancties) opgenomen.
Elke overtreding dient in beginsel te leiden tot handhavend optreden. De opgelegde bestuurs- en strafrechtelijke maatregelen dienen daadwerkelijk ten uitvoer te worden gelegd. Het opleggen van een sanctie is geen doel op zich, maar bedoeld als pressiemiddel om een overtreding te beëindigen, ongedaan te maken en/of herhaling te voorkomen.
De overtredingen op grond van de DHW zijn gekoppeld aan een categorie waarvoor een stappenplan is opgesteld. Elke categorie geeft inzicht in de stappen die worden ondernomen op het moment dat er een overtreding plaatsvindt. Binnen het handhavingsbeleid zijn de overtredingen opgedeeld in vijf categorieën, met elk hun eigen aanpak. De vijf categorieën zijn hieronder beschreven.
Direct toepassen bestuursdwang
Bij overtredingen die onder categorie vallen gaat het om urgente, ernstige zaken die direct dienen te worden beëindigd. Er is sprake van een situatie waarbij acuut gevaar is voor de volksgezondheid en/of de veiligheid in het geding is. Er is spoedeisendheid vereist om tot beëindiging van de overtreding te komen.
Last onder dwangsom of last onder bestuursdwang
Bij overtredingen die onder categorie 2 vallen gaat het om ernstige overtredingen, maar is geen sprake van een acute (gevaar)situatie. Een overtreding kan ook als categorie 2 worden aangemerkt als er verzwarende omstandigheden met betrekking tot de overtreder aan de orde zijn.
Last onder dwangsom of last onder bestuursdwang
De overtredingen die onder categorie 3 vallen zijn de overtredingen die van minder ernstige aard zijn. Dit zijn bijvoorbeeld overtredingen rondom administratieve vereisten, signaleringen of gedragingen.
Vervolging conform Richtlijn voor strafvordering DHW (boete)
Onder deze categorie vallen drie artikelen uit de DHW, te weten: artikel 20 vijfde lid, artikel 20 zesde lid en artikel 45 DHW. Deze artikelen kunnen alleen strafrechtelijk worden afgedaan (zie de Richtlijn voor strafvordering DHW). Het opleggen van een bestuurlijke boete is niet mogelijk.
Bij een aantal overtredingssituaties is het niet wenselijk om een hersteltermijn toe te passen aangezien deze overtredingen van ernstige aard zijn. Doeltreffend is om bij het overtreden van deze artikelen de bestuurlijke boete toe te passen en, indien nodig, gevolgd door toepassing van artikel 32 van de DHW (schorsen van de Drank- en Horecavergunning) en artikel 31, lid 2 van de DHW (intrekking van de Drank- en Horecavergunning).
De acties die stapsgewijs na constatering van een overtreding worden gezet zijn hieronder beschreven. Deze tabel geeft duidelijkheid over de sanctiemiddelen die per categorie worden inaezet.
De overtredingen op grond van de DHW worden nader beschreven in bijlage 2 (sanctietabel: behorend bij het preventie- en handhavingsplan alcohol De Friese Waddeneilanden 2018¬2021). Elke overtreding is gekoppeld aan een categorie die hierboven is besproken. Tevens is in de handhavingsstrategie opgenomen welk sanctiemiddel wordt geadviseerd en welke begunstigingstermijn (termijn voor het ongedaan maken van een onrechtmatige situatie) wordt aangehouden. Daarnaast wordt de taak van het Openbaar Ministerie genoemd en zijn de bijzonderheden per artikel aangekaart.
In de sanctietabel wordt de last onder bestuursdwang aanbevolen, waarbij concrete acties worden aangegeven. Deze acties kunnen onder andere bestaan uit het stopzetten/ verbieden van de alcoholverkoop. Bij het inzetten van de bestuursdwang dient de zwaarte van de maatregel in proportie te staan tot de aard, de gevaarzetting en de urgentie van de overtreding.
Daarnaast is ook veelal de last onder dwangsom als sanctiemiddel aanbevolen. De hoogtes van de dwangsommen zijn per artikel opgenomen in de sanctietabel. Daarbij is als uitgangspunt genomen dat het maximum dwangsombedrag drie keer de opgelegde dwangsom bedraagt.
Wanneer een overtreder op grond van de DHW een overtreding begaat en daarvoor wordt bestraft zal dezelfde overtreding binnen twee jaar nadat het eerste sanctiemiddel is ingezet worden beschouwd als recidive. Deze termijn vervalt als de overtreder binnen twee jaar geen overtreding begaat. Na deze termijn wordt bij een eerstvolgende overtreding weer gestart met de eerste stap uit de desbetreffende sanctiecategorie. Blijkt dat toepassing van de aanbevolen sanctie niet effectief is, dan kan een ander sanctiemiddel worden ingezet, zoals schorsing van de Drank- en Horecavergunning.
Zoals eerder gesteld, kan in specifieke situaties worden afgeweken van de in dit beleid voorgestelde sanctiemiddelen en termijnen. Hierbij is artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht van belang. Het bestuursorgaan handelt namelijk overeenkomstig het preventie- en handhavingsplan, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met het handhavingsplan te dienen doelen. Van belang is om in deze situaties gemotiveerd af te wijken van de gestelde sanctiemiddelen en termijnen binnen deze maatregel.
Voor overtredingen van categorie 2 en 3 geldt dat voor het opleggen van een sanctie een "vriendelijk" traject wordt gevolgd. Dit houdt in dat de toezichthouder eerst waarschuwend zal optreden om zo de ondernemer de kans te bieden om de situatie overeenkomstig de DHW te herstellen. Blijkt na een hercontrole dat de ondernemer de overtreding niet beëindigd heeft, dan zal de sanctie zoals genoemd in de sanctietabel worden toegepast.
Met de vaststelling van dit preventie- en handhavingsplan alcohol De Friese Waddeneilanden 2018 — 2021 komen eerdere bepalingen op het gebied van de sanctionering in het kader van het toezicht en de handhaving van de DHW te vervallen.
Dit preventie- en handhavingsplan alcohol De Friese Waddeneilanden 2018 — 2021 treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ameland op 25 juni 2018
De raadsgriffier
De voorzitter
Bijlage 1: toelichting middelen en overige
In Nederland bestaat de algemene beginselplicht tot handhaving. Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd, dit niet te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisering bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie kan worden afgezien. Het is daarom van belang dat handhaving op een weloverwogen en gerichte wijze wordt gedaan aan de hand van kaders en met gebruikmaking van de daartoe geëigende middelen en instrumenten.
Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van het juiste sanctiemiddel wordt rekening gehouden met:
In het preventie- en handhavingsplan alcohol De Friese Waddeneilanden 2018-2021 zijn de sanctiemiddelen opgenomen die het bevoegde bestuursorgaan kan toepassen bij een overtreding op grond van de Drank- en Horecawet. De toezichthouder zal ten tijde van een overtreding het stappenplan hanteren.
Een bestuursorgaan heeft de keuze uit de volgende middelen:
Een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing wordt in het geval van overtreding van de voorschriften niet als een besluit gericht op rechtsgevolg beschouwd. Hiermee wordt bedoeld dat de overtreder niet in bezwaar kan gaan tegen een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing. De bestuurlijke waarschuwing heeft wel een dwingend karakter. Doel van de waarschuwing is het voorkomen van een besluit dat wel gericht is op rechtsgevolg.
De bestuurlijke waarschuwing is daarom een belangrijke stap binnen het handhavingstraject. Na constatering van een eerste overtreding wordt zo snel mogelijk een waarschuwing aan de verantwoordelijke alcoholverstrekker verzonden.
Met uitzondering van de artikelen 20 vijfde lid, 20 zesde lid en artikel 45 van de Drank- en Horecawet zijn alle artikelen van de Drank- en Horecawet bestuurlijk handhaafbaar. De artikelen 20 vijfde lid, artikel 20, zesde lid en artikel 45 van de Drank- en Horecawet dienen strafrechtelijk te worden gehandhaafd. Artikel 20, vijfde lid van de Drank- en Horecawet (het toelaten én doorschenken aan dronken personen) en artikel 20, zesde lid van de Drank- en Horecawet (het onder invloed van alcoholhoudende drank of psychotrope stoffen, dienst doen in een horecalokaliteit of slijtlokaliteit) kunnen worden beschouwd als zogenaamde stapelartikelen. Deze artikelen gaan veelal gepaard met andere overtredingen en zullen dan als zodanig worden gehandhaafd. Hierop wordt geen gericht toezicht ingezet. Voor artikel 45 (het voorhanden hebben van alcoholhoudende dranken door jongeren beneden de achttien jaar kan gericht en zelfstandig toezicht worden ingezet. Artikel 45 van de Drank- en Horecawet luidt als volgt:
Van deze overtreding wordt een proces-verbaal (woordelijk verslag) opgemaakt door de aangewezen toezichthouder Drank- en Horecawet. Deze aangewezen toezichthouder is tevens Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA). Daarnaast kan een proces-verbaal naar aanleiding van bovenstaand artikel ook worden opgemaakt door een algemeen opsporingsambtenaar van de politie. Het proces verbaal wordt zo spoedig mogelijk naar het Openbaar Ministerie (OM) gezonden, dat vervolgt conform de richtlijn.
De burgemeester kan ook besluiten om overtredingen op grond van artikel 45 Drank- en Horecawet af te doen via een doorverwijzing naar Bureau Halt. In plaats van een boete kan een jongere deelnemen aan een leerprogramma bij een instelling voor verslavingszorg. Van de 'Halt afdoening alcohol' kan alleen gebruik worden gemaakt als dit wordt afgestemd met de Officier van Justitie. Middels dit handhavingsbeleid vindt afstemming plaats.
Conform artikel 36 van de Drank- en Horecawet kan de burgemeester aan andere personen dan hen, die wonen in de ruimte, waarin in strijd met de Drank- en Horecawet alcoholhoudende drank wordt verstrekt, de toegang tot die ruimte ontzeggen. Concreet betekent dit dat de burgemeester, conform de Drank- en Horecawet, bevoegd is om een illegale exploitatie te doen beëindigen door middel van sluiting.
Conform artikel 31 van de Drank- en Horecawet heeft de burgemeester de bevoegdheid om een Drank- en Horecavergunning in te trekken. Indien een Drank- en Horecavergunning wordt ingetrokken, mag in deze inrichting geen alcoholhoudende drank worden verstrekt en aanwezig zijn.
Conform artikel 32 van de Drank- en Horecawet kan de burgemeester een Drank- en Horecavergunning schorsen voor een periode van ten hoogste 12 weken indien niet wordt
voldaan aan de bepaalde gevallen als bedoeld in artikel 31, tweede en derde lid, van de Drank- en Horecawet.
Artikel 5:21 van de Algemene wet bestuursrecht definieert een last onder bestuursdwang als een herstelsanctie inhoudende:
Hierbij kan worden gedacht aan het feitelijk sluiten van een horecabedrijf. Dit is uiteraard een uiterste maatregel.
Op grond van artikel 5:31 van de Algemene wet bestuursrecht kan het toepassen van spoedeisende bestuursdwang in de vorm van sluiting van een horecabedrijf geschieden wanneer zich daar andere feiten of omstandigheden hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het geopend blijven van een ruimte ernstig gevaar oplevert voor de openbare orde.
Op grond van artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht kan het bestuursorgaan dat bevoegd is een last onder bestuursdwang toe te passen, in plaats van het toepassen van een last onder bestuursdwang, een last onder dwangsom aan de overtreder opleggen. Een last onder dwangsom strekt ertoe de overtreding ongedaan te maken of verdere overtreding, dan wel een herhaling van de overtreding te voorkomen. Bij een last onder dwangsom geldt als een verplichting tot het betalen van een geldsom, per tijdseenheid, per overtreding of een bedrag ineens, tenzij wordt voldaan aan de in het dwangsombesluit opgenomen last. Beoogd doel is:
ongedaan maken van een overtreding;
In het handhavingsplan wordt per overtreding bekeken wat de meest effectieve manier is om de overtreding te beëindigen, dan wel een nieuwe overtreding te voorkomen.
In de Drank- en Horecawet wordt de bestuurlijke boete genoemd in artikel 44a. De toepassing van de bestuurlijke boete wordt genoemd in het eerste lid van dit artikel. Wenselijk is om de bestuurlijke boete alleen toe te passen op artikel 20 eerste lid van de Drank- en Horecawet (overtredingen leeftijdsgrenzen), aangezien dit een dusdanig ernstig feit is waarbij geen bestuurlijke hersteltermijn is gewenst.
Indien een niet-vergunningplichtig bedrijf driemaal binnen één jaar alcoholhoudende drank verstrekt aan een persoon beneden de 18 jaar kan de burgemeester de verkoop van alcoholhoudende drank verbieden voor een periode van ten minste één week en ten hoogste twaalf weken.
Handhavingsmiddelen vergen, met uitzondering van het op strafrechtelijke basis geschoeide proces-verbaal, een bestuurlijk besluit in de vorm van een (handhavings-) beschikking door het bevoegde bestuursorgaan. Dit betekent dat - conform de definities in de Algemene wet bestuursrecht- de inzet van de middelen zal leiden tot rechtsgevolgen.
Op grond van artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht moet een belanghebbende in de gelegenheid worden gesteld zijn zienswijze kenbaar te maken, voordat het bestuursorgaan een besluit neemt. Een schriftelijke waarschuwing in geval van overtreding van de voorschriften wordt niet als een besluit gericht op rechtsgevolg beschouwd. Doel van de waarschuwing is immers te voorkomen dat een bestuursorgaan daadwerkelijk een besluit moet nemen dat gericht is op rechtsgevolg.
Een maatregel op grond van het Handhavingsbeleid - (tijdelijke) intrekking van vergunning, vervroeging van de sluitingsuren, opleggen van een last onder dwangsom enzovoort - moet uiteraard wel worden beschouwd als een besluit gericht op rechtsgevolg.
Voorafgaand aan het besluit wordt belanghebbende daarom in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen en kenbaar te maken. Bij dit 'zienswijzegesprek' tussen de ondernemer en vertegenwoordigers van gemeente worden alle overtredingen besproken die de grondslag vormen voor het te nemen besluit met dien verstande dat overtredingen die tot een eerdere sanctie hebben geleid niet nogmaals voor bespreking in aanmerking komen. Bij het zienswijzegesprek voor de eerste sanctie wordt naast de overtreding die leidt tot de sanctie ook de overtreding die aanleiding heeft gegeven tot de waarschuwing(en) besproken.
De Hand havingsstrategie Drank- en Horecawet is beleid in de zin van artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht. Het bestuursorgaan handelt in beginsel overeenkomstig het beleid. In gevallen dat de aard en de omstandigheden dat vereisen, kan het bestuursorgaan gemotiveerd de handhavingsstrategie ter zijde stellen, stappen overslaan of samenvoegen om zo als het ware maatwerk te leveren.
De burgemeester kan op grond van artikel 172, derde lid van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde of bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, in afwijking van de handhavingsstrategie, die bevelen geven die naar zijn oordeel noodzakelijk zijn voor de handhaving van de openbare orde.
Voor de systematiek van het preventie- en handhavingsplan alcohol wordt de onderneming als een ondeelbaar geheel beschouwd. Dit betekent dat indien de ondernemer:
Dit zal worden opgevat als een herhaalde overtreding in de zin van dit Hand havingsbeleid.
Bijlage 2: Sanctietabel: Behorend bij het preventie en handhavingsplan Alcohol De Friese Waddeneilanden 2018-2021
Deze Sanctietabel treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.