Organisatie | Rijswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels 2019 Pilot stallen scootmobielen |
Citeertitel | Beleidsregels 2019 Pilot stallen scootmobielen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2022 | nieuwe regeling | 19-03-2019 | 19.005052 |
Landelijk gezien vinden er binnen het gebied van de Wet langdurige zorg grote veranderingen plaats. Verzorgingshuizen zijn afgeschaft en mensen wonen nu zelfstandig in die locaties. Het aantal plekken waar mensen opgenomen kunnen worden in de GGZ en verpleeghuizen neemt af. Daarom is het belangrijk dat mensen langer zelfstandig kunnen blijven wonen bij voorkeur in levensloopbestendige woningen.
Een adequaat voorzieningenniveau bevordert het behoud en het zelfstandig functioneren van Rijswijkse inwoners met lichamelijke beperkingen ongeacht hun leeftijd zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Scootmobielen worden via het Wmo-loket (Wet maatschappelijke ondersteuning) toegekend of zelf gekocht. Het aantal groeit gestaag. Deze trend brengt echter vaak strijdigheden met zich mee tussen toegankelijkheidsvoorzieningen enerzijds en (brand)veiligheid anderzijds.
Ook binnen Rijswijk neemt het gebruik van scootmobielen toe en dat geeft aanleiding om te kijken naar de brandveiligheid en toegankelijkheid van wooncomplexen. Zowel de brandweer als de woningcorporaties geven signalen af dat het belangrijk is om dit onderwerp op te pakken en oplossingen in beeld te brengen.
Door middel van deze pilot willen wij een bijdrage leveren aan een langdurige oplossing voor het brandveilig stallen van scootmobielen die verstrekt worden binnen de Wmo.
Budgettair is het niet haalbaar om alle wooncomplexen te voorzien van voorzieningen voor het stallen van scootmobielen in Rijswijk. Daarom wordt de keuze gemaakt om ons eerst te richten op de sociale huursector. Complexen worden zo fasegewijs aangepast. Coöperaties hebben woningen voor mensen met een lager inkomen. In deze pilot richten wij ons op de sociale huur sector. Vooral oudere wooncomplexen zijn niet eenvoudig aan te passen om de brandveiligheid te vergroten. Wooncomplexen met koopwoningen kunnen via de VVE’s zelf geld reserveren voor onderhoud en het aanbrengen van deze voorzieningen.
Dit voorstel kwam tot stand na een oriënteert overleg met de brandweer en de woningcorporaties Vidomes en Rijswijk Wonen. Het domein Ruimtelijke Ontwikkelingen geeft aan dat de plannen moeten voldoen aan het bestemmingsplan en de omgevingsvergunningen die de gemeente heeft.
2. De Prestatieafspraken met de woningscorporaties Vidomes en Rijswijk Wonen
3. Brandveilig stallen van scootmobielen
In 2017 verscheen van de Brandweer Nederland de Handreiking brandveiligheid en toegankelijkheid ‘Scootmobielen in woongebouwen’. Uit de handreiking komen richtlijnen voor het verbeteren van:
Bij de stalling van scootmobielen is het probleem tweeledig:
De gemeente moet een oplossing vinden voor de stalling van geïndiceerde scootmobielen maar heeft ook te maken met scootmobielen die inwoners zelf kopen.
De scootmobielen die via de gemeente worden verstrekt hebben op dit moment geen fireblockers. De leverancier van scootmobielen voor de gemeente (Wmo) geeft aan dat de scootmobielen geleverd worden die voldoen aan kwaliteits- en veiligheidsnormen. Er zijn inwoners die zelf een scootmobiel hebben aangeschaft buiten de Wmo om. Ook deze scootmobielen zijn meestal niet voorzien van een fireblocker. In de afwegingen van de gemeente zal rekening gehouden moeten worden met deze scootmobielen omdat zij ook in de vluchtwegen staan.
Verder speelt een structureel probleem, omdat steeds meer woningcorporaties scootmobielen niet meer brandveilig vinden staan op galerijen, bij de lift etc. Voor de lange termijn moet hier samen met woningcorporaties een structurele oplossing voor worden bedacht. De structurele oplossing zal tot stand komen in overleg met andere regiogemeenten.
4. (On)mogelijkheid van stalling
De wet- en regelgeving maakt het mogelijk om een maatwerkvoorziening te treffen in de vorm van het verstrekken van een scootmobiel. Het onderwerp brandveilige stalling begint bij het verstrekken van een scootmobiel binnen de Wmo. Bij de verstrekking van scootmobielen moet gekeken worden of de scootmobielen veilig gestald kunnen worden en geen obstakel in de vluchtroute vormen.
De brandweer geeft richtlijnen voor het stallen van de scootmobiel in een woongebouw. In de bijlage worden de voorwaarden van de brandweer vertaald in een aantal regels. Die regels luiden samengevat als volgt:
Regel 1. Scootmobielen mogen binnen in een gebouw niet worden gestald in gangen, trappenhuizen, bij liften en andere ruimten die onderdeel zijn van een vluchtroute.
Regel 2. Op andere plekken binnen het gebouw met een open verbinding met de buitenlucht kan een scootmobiel alleen onder voorwaarden genoemd in de bijlage worden gestald.
Regel 3. Een scootmobiel mag altijd worden gestald in een aparte ruimte. Deze ruimte moet dan 30 minuten brandwerend worden gemaakt in de richting van de vluchtroutes. De deuren van die ruimte moeten ook brandwerend zijn en bij brand dicht zijn.
Regel 4. Bij het maken van een scootmobiel stalling moet gelet worden op de ontwerpregels voor toegankelijkheid, zoals gepubliceerd in het Handboek voor Toegankelijkheid.
Regel 5. In ruimten waar een scootmobiel wordt opgeladen, moet een goede ventilatievoorziening zijn.
Regel 6. Scootmobielen moeten volgens voorschrift van de fabrikant worden onderhouden, zodat eventuele oorzaken van spontane brand van scootmobielen zo veel mogelijk worden weggenomen.
Mogelijkheden voor stalling van scootmobielen
In sommige gevallen zal toch een oplossing moeten worden gevonden voor de stalling van een of meerdere scootmobielen. Ervan uitgaande dat een scootmobiel ook de juiste voorziening is, is er vaak wel een mogelijkheid te vinden zoals:
Als er geen geschikte plek kan worden gevonden voor het stallen van een scootmobiel, kan ook op een gelijkwaardige wijze dezelfde veiligheid worden bereikt. Het Bouwbesluit biedt hiertoe de mogelijkheid en noemt dat ‘gelijkwaardige oplossingen’. Als bouwtechnische oplossingen niet gevonden kunnen worden komt een “gelijkwaardige oplossing” in beeld. Minder gewenste oplossingen zijn fireblockers en aurosolbusinstallaties. Gezien de verscheidenheid aan situaties, bouwkwaliteit en gebruik, kan hier geen overzicht worden gegeven in welke situaties welke gelijkwaardige oplossingen acceptabel zijn. Het is niet ondenkbaar dat er een gelijkwaardige mate van veiligheid kan worden bereikt in een ruimte die niet voldoet aan de beschreven eisen, maar waar extra voorzieningen worden getroffen. De beoordeling hiervan ligt bij het bevoegd gezag (gemeente) en gebeurt op basis van een zorgvuldige belangenafweging.
5. Criteria voor de toekenning van de financiële tegemoetkoming
Het Wmo-budget dat de gemeente jaarlijks van het Rijk ontvangt is beperkt. Daarom worden er criteria vastgesteld om te bepalen wanneer de gemeente een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten voor het stallen van scootmobielen kan toekennen. In dit voorstel wordt ingegaan op collectieve oplossingen om een langduriger effect te kunnen behalen.
Het college zet het budget in om de twee corporaties (Vidomes en Rijswijk Wonen) in Rijswijk financieel te ondersteunen, tegen de volgende voorwaarden:
Het toekennen van de tegemoetkoming is niet afhankelijk van het aantal woningen dat de coöperatie heeft omdat alle coöperaties verantwoordelijk zijn van het brandveilig stallen van scootmobielen voor hun inwoners.
Het budget dat de gemeente jaarlijks van het Rijk ontvangt is beperkt. De pilot wordt betaald uit het budget van de Wmo. Het totale maximale budget vast te stellen op € 100.000 voor 2019. Het bedrag valt binnen het Wmo budget, post woningaanpassingen 66220201/42300. Voor zowel Vidomes en Rijswijk Wonen kan maximaal € 50.000 als tegemoetkoming worden verstrekt.
Door middel van deze pilot wordt samenwerking gezocht naar het zo optimaal en efficiënt mogelijk inzetten van beschikbare middelen van zowel de corporaties als de gemeente (Wmo).