Organisatie | Oostzaan |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2022 |
Citeertitel | Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Oostzaan |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt op 31 december 2022.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2022 | 01-01-2022 | nieuwe regeling | 17-05-2022 |
Artikel 3: Ambtshalve toekenning
Huishoudens die voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 2, en:
ontvangen de eenmalige energietoeslag 2022 ambtshalve op 19 april 2022.
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.
Aldus vastgesteld op 17-05-2022,
Het college van burgemeester en wethouders,
B.J.M. Polak, burgemeester
L. Flapper, loco-gemeentesecretaris
De beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2022 staan niet op zichzelf, maar zijn gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon in de 3 maanden voor de datum van aanvragen geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Huishoudens die reeds vanuit een andere gemeente een toeslag hebben ontvangen hebben geen aanspraak op de eenmalige energietoeslag. Soms kan dat een hardheid inhouden. Daar voorziet artikel 5 in.
In artikel 2 wordt de doelgroep nader omschreven. Met vermogen wordt geen rekening gehouden. Voor het begrip 'inkomen' wordt uitgegaan van 120% van de voor belanghebbende van toepassing zijnde bijstandsnorm. Dat is afwijkend van het reguliere beleid voor de verlening van bijzondere bijstand, zoals is opgenomen in de Beleidsregels sociale zaken Oostzaan 2017 (110%). Gezien de landelijke richtlijnen, de behoefte aan deze regeling en de keuze van omliggende gemeenten kiest Oostzaan voor 120% als bovengrens.
In deze beleidsregels is een schuldhulppardon toegepast. Dat wil zeggen dat inwoners met een inkomen boven 120% van de geldende bijstandsnorm wel in aanmerking komen voor de energietoeslag wanneer zij problematische schulden hebben en deelnemen aan een schuldhulptraject (WSNP of MSNP) waardoor zij tussen de 95% en 110% van de toepasselijke bijstandsnorm aan besteedbaar inkomen hebben.
Bij de beoordeling van het inkomen dient de gemeente op grond van het Participatiewet uit te gaan van het inkomen waarover iemand redelijkerwijs kan beschikken. Dit betekent in het geval dat er een executoriaal beslag ligt op het inkomen, dat deel van het inkomen waarop beslag ligt niet in aanmerking mag worden genomen bij het bepalen van het recht op een energietoeslag. Voor de bepaling of een huishouden behoort tot de doelgroep van de energietoeslag moet bij de vaststelling van het inkomen dus worden uitgegaan van het inkomen dat resteert na het beslag. Hierin heeft de gemeente geen beleidsvrijheid. Dit inkomen zal tussen de 95% en 110% van de bijstandsnorm liggen. Het daadwerkelijke besteedbare inkomen meenemen geldt ook voor inwoners in een WNSP of MSNP traject.
Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de persoon op de peildatum recht heeft. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die algemene bijstand ontvangen, een uitkering IOAW of IOAZ of algemene bijstand ontvangen van de Sociale Verzekeringsbank; de zogenaamde Aio-gerechtigden.
Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur was. De gemeente kan overwegen om in dergelijke situaties een toets op hardheid van de voorgenomen afwijzing uit te voeren (zie artikel 5). De hardheidsclausule artikel 16 van de Participatiewet voorziet hier niet in.