Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
De Fryske Marren

Subsidieregeling Peuterwerk en Voorschoolse educatie (VE) gemeente De Fryske Marren

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDe Fryske Marren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Peuterwerk en Voorschoolse educatie (VE) gemeente De Fryske Marren
CiteertitelSubsidieregeling Peuterwerk en Voorschoolse Educatie (VE) gemeente De Fryske Marren
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. Algemene Subsidieverordening De Fryske Marren
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-06-2022nieuwe regeling

19-05-2022

gmb-2022-243158

Z.704848

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Peuterwerk en Voorschoolse educatie (VE) gemeente De Fryske Marren

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren;

gelet op de titel 4.2 Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening De Fryske Marren;

besluit vast te stellen de Subsidieregeling Peuterwerk en Voorschoolse Educatie (VE) gemeente De Fryske Marren.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

 

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

 

Aanbieder:

Een in het LRK geregistreerde kinderopvangorganisatie die in gemeente De Fryske Marren peuterwerk en/of VE aanbiedt;

ASV:

Algemene Subsidieverordening De Fryske Marren;

College:

College van Burgemeester en Wethouders van gemeente De Fryske Marren;

Doelgroeppeuter:

Een bij de gemeente ingeschreven peuter in de leeftijd van 2 jaar tot de leeftijd bij start van de basisschool, die op indicatie van de Jeugd Gezondheidszorg (JGZ) in aanmerking komt voor een VE-peuterplaats;

Gemeente:

Gemeente De Fryske Marren;

Gemeentelijke subsidie peuterwerk:

De subsidie die het college verstrekt aan aanbieders voor het bieden van peuteropvang aan peuters van ouders die niet in aanmerking komen voor Kinderopvangtoeslag;

Kinderopvangtoeslag:

Tegemoetkoming voor ouders in de kosten van kinderopvang, uitbetaald via de belastingdienst;

Koptarief:

Subsidie die aan de aanbieder wordt toegekend als tegemoetkoming om het verschil tussen de kostprijs per uur en het maximum uurtarief te overbruggen;

LRK:

Landelijk Register Kinderopvang; het register waarin kinderopvanglocaties zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen;

Maximum uurtarief:

Maximum uurtarief dat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hanteert voor de kinderopvangtoeslag voor de hele dagopvang;

Ouder:

De bloed- of aanverwant in opgaande lijn of pleegouder/verzorger van de (doelgroep)peuter;

Ouderbijdrage:

De inkomensafhankelijke bijdrage die ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag betalen aan de aanbieder;

Ouderbijdragetabel:

VNG adviestabel ouderbijdrage peuteropvang;

Peuter:

Bij de gemeente ingeschreven kind in de leeftijd van 2 jaar tot de leeftijd bij start van de basisschool;

Peuterplaats:

Een plek op een opvanglocatie van twee dagdelen per week van maximaal 4 uur per dagdeel;

Peuterwerk:

Kinderopvang voor kinderen vanaf de leeftijd van 2 jaar tot de leeftijd bij start van het basisonderwijs met een aanbod van maximaal 4 uur per dagdeel, twee dagdelen per week gedurende maximaal 41 weken per jaar;

Subsidiejaar:

Het jaar waarop de subsidie peuterwerk en VE betrekking heeft;

VE:

Voorschoolse Educatie met als doel om doelgroeppeuters beter voor te bereiden op de basisschool en onderwijsachterstanden zoveel mogelijk te voorkomen en in te lopen;

VE-coach:

Een HBO geschoolde medewerker die ingezet wordt ten behoeve van de verhoging van de kwaliteit van voorschoolse educatie;

VE-plaats:

Een plek op een VE-locatie voor doelgroeppeuters van vier dagdelen van 4 uur per week;

Voldoende spreiding:

De gemeente is wettelijke verantwoordelijk voor voldoende spreiding van het aantal VE-plaatsen, zodat alle doelgroeppeuters gebruik kunnen maken van een VE-plaats.

VVE-programma:

Een erkend voor- en of vroegschools programma dat is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut;

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikelen 6 en 12 bedoelde activiteiten.

 

Artikel 3. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan aanbieders van peuterwerk en VE in gemeente De Fryske Marren.

 

Artikel 4. De grondslag voor de subsidie

  • 1.

    De grondslag voor de subsidie is het aantal (doelgroep)peuters dat gebruik maakt van de (VE)peuteropvang.

  • 2.

    De subsidietarieven worden jaarlijks door het college vastgesteld;

  • 3.

    Het subsidieplafond wordt jaarlijks door het college vastgesteld;

  • 4.

    In afwijking van artikel 6 van de ASV, worden de subsidietarieven en het subsidieplafond jaarlijks geïndexeerd met de index die wordt gebruikt door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor het landelijk maximum uurtarief, tenzij er gegronde redenen voor het college zijn om hiervan af te wijken;

 

Artikel 5. Aanvullende weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 10, derde lid, aanhef en onder t, van de ASV kan het college subsidieverlening (deels) weigeren wanneer een evenwichtige spreiding van voorzieningen naar het oordeel van het college onvoldoende is gewaarborgd.

 

Hoofdstuk 2. Peuterwerk en VE

 

 

Artikel 6. Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor peuterwerk en VE.

 

Artikel 7. Subsidie peuterwerk

De subsidie die het college verstrekt aan aanbieders bestaat per bezette peuterplaats uit:

  • 1.

    Een gemeentelijke subsidie peuterwerk per uur voor geplaatste peuters van ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag;

  • 2.

    Een koptarief per uur voor geplaatste peuters van ouders die in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag;

  • 3.

    De subsidie wordt verstrekt voor 2 dagdelen per week, maximaal 4 uur per dagdeel, gedurende maximaal 41 weken.

 

Artikel 8. Subsidie Voorschoolse Educatie

De subsidie die het college verstrekt aan aanbieders bestaat per bezette VE-peuterplaats uit:

  • 1.

    Een gemeentelijke subsidie voorschoolse educatie (VE) per uur voor geplaatste doelgroeppeuters van ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag voor twee dagdelen van 4 uur per week;

  • 2.

    Een koptarief voorschoolse educatie (VE) per uur voor geplaatste doelgroeppeuters van ouders die in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag voor twee dagdelen van 4 uur per week;

  • 3.

    Een gemeentelijke subsidie voorschoolse educatie (VE) per uur voor alle doelgroeppeuters in aanvulling op de subsidie onder lid 1 of 2, voor twee dagdelen van 4 uur per week;

  • 4.

    De subsidie wordt verstrekt voor maximaal 41 weken.

 

Artikel 9. Ouderbijdrage

  • 1.

    Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag betalen zowel voor peuterwerk als voor voorschoolse educatie voor maximaal twee dagdelen per week een ouderbijdrage aan de aanbieder.

  • 2.

    De aanbieder hanteert voor de ouderbijdrage de ‘VNG-adviestabel ouderbijdragen peuteropvang’ van het betreffende jaar;

  • 3.

    De aanbieder int zelf de ouderbijdrage en is verantwoordelijk voor het risico van niet-betalers.

 

Artikel 10. Verplichtingen

Om voor een subsidie zoals bedoeld in artikel 7 en 8 in aanmerking te komen moet de organisatie voldoen aan de volgende verplichtingen:

  • a.

    de aanbieder werkt met een erkend VVE-programma;

  • b.

    de aanbieder levert per kwartaal en per locatie een overzicht aan bij de gemeente van het aantal (doelgroep)peuters en het aantal uren dat deze zijn geplaatst.

  • c.

    de aanbieder zorgt voor een warme overdracht van de doelgroep peuter naar de basisschool;

  • d.

    de aanbieder neemt actief deel aan de VVE-werkgroep van de gemeente;

  • e.

    de aanbieder houdt een strikte financiële scheiding in zijn administratie, waarbij duidelijk onderscheid is tussen de door de gemeente gesubsidieerde activiteiten en anderszins uitgevoerde activiteiten door de organisatie.

 

Artikel 11. Aanvraag

  • 1.

    In aanvulling op artikel 7, eerste, tweede en derde lid, van de Algemene Subsidieverordening De Fryske Marren, bevat een aanvraag voor subsidie:

    • a.

      Het verwachte aantal peuter- en VE-plaatsen en urenoverzicht per locatie;

    • b.

      Het verwachte aantal plaatsen per locatie dat in aanmerking komt voor kopsubsidie.

 

Hoofdstuk 3. VE-coach

 

 

Artikel 12. Activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor de inzet van een VE-coach ten behoeve van de verhoging van de kwaliteit van de voorschoolse educatie in de gemeente.

 

Artikel 13. Verplichtingen

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, moet de aanbieder voldoen aan de volgende verplichtingen:

  • 1.

    De VE-coach wordt ingezet ten behoeve van de implementatie en verdere doorontwikkeling van de resultaat-afspraken;

  • 2.

    De inzet van de VE-coach legt de aanbieder vast in het pedagogisch beleidsplan;

 

Artikel 14. Hoogte subsidie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie wordt bepaald aan de hand van het aantal doelgroeppeuters tussen de tweeënhalf en vier jaar bij de aanbieder op 1 januari van het betreffende subsidiejaar;

  • 2.

    Bij het bepalen van de hoogte van de subsidie hanteert het college een uurtarief. Per doelgroeppeuter, wordt voor 12 uur inzet VE-coach per jaar subsidie verleend. Deze 12 uur bestaat uit 10 directe (wettelijk verplichte) en 2 extra indirecte (niet-wettelijk verplichte) uren.

 

Artikel 15. Aanvraag

  • 1.

    In aanvulling op artikel 7, eerste, tweede en derde lid, van de ASV, bevat een aanvraag voor subsidie een overzicht van het aantal doelgroep peuters per locatie.

  • 2.

    De aanvraag voor subsidie op grond van dit hoofdstuk maakt deel uit van de complete jaarlijkse subsidieaanvraag peuterwerk en VE en wordt tegelijkertijd ingediend.

  • 3.

    Per organisatie kan op grond van dit hoofdstuk jaarlijks eenmalig een aanvraag worden ingediend.

 

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

 

 

Artikel 16. Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag om een subsidie, wordt, conform de ASV, ingediend uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft;

  • 2.

    In afwijking van lid 1 is het voor aanbieders die nog nooit subsidie, zoals bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van de gemeente hebben ontvangen, mogelijk om in de loop van het kalenderjaar een subsidie, zoals bedoeld in hoofdstuk 2 en 3 aan te vragen;

  • 3.

    Een organisatie die VE aanbiedt aan peuters van statushouders en/of peuters welke in een azc verblijven kan, in afwijking van lid1, gedurende het gehele kalenderjaar daartoe een subsidieaanvraag indienen.

 

Artikel 17. Verdeling subsidieplafond

Na de uiterste aanvraagdatum worden de aanvragen beoordeeld. Als op basis van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het beschikbare subsidiebedrag door het college verdeeld. Hierbij spelen de volgende overwegingen een rol:

  • a.

    De realisatie van het voorgaande jaar;

  • b.

    De onderbouwing door de aanbieder voor een hogere aanvraag;

  • c.

    Voldoende spreiding van peuterwerk en VE over de gemeente.

 

Artikel 18. Verantwoording

  • 1.

    De subsidieontvanger dient uiterlijk 1 mei van het jaar volgend op het subsidiejaar is verkregen, een aanvraag tot vaststelling in.

  • 2.

    Een aanvraag tot vaststelling, zoals bedoeld in artikel 15, lid 1 en 16, lid 1 van de ASV, omvat een inhoudelijk en financieel verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en een overzicht van de daadwerkelijk bezette uren peuterwerk en VE en de ontvangen ouderbijdrage

  • 3.

    Vaststelling vindt plaats op basis van werkelijke bezette uren peuterwerk en VE en de werkelijk ontvangen ouderbijdrage.

 

Artikel 19. Hardheidsclausule

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren kan van bepalingen in deze regeling afwijken, als:

  • a.

    daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of – ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen;

  • b.

    daaraan vasthouden niet in het belang is van het betreffende kind.

 

Artikel 20. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op de datum van publicatie.

  • 2.

    Deze subsidieregeling is van toepassing op aanvragen voor subsidie die betrekking hebben op het subsidiejaar 2023 en verder.

  • 3.

    De subsidieregeling Peuterwerk en Voorschoolse educatie (VVE) 2022 vervalt met dien verstande dat de voorwaarden die zijn gesteld van kracht blijven voor de verantwoording van de subsidies die op grond van deze regeling zijn verstrekt

  • 4.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Peuterwerk en Voorschoolse Educatie (VE) gemeente De Fryske Marren.

 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van De Fryske Marren op 19 mei 2022,

gemeentesecretaris, burgemeester,

Ditta Cazemier Fred Veenstra