Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Tijdelijke subsidieregeling ons koloniaal en slavernijverleden en de stad van nu

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTijdelijke subsidieregeling ons koloniaal en slavernijverleden en de stad van nu
CiteertitelTijdelijke subsidieregeling ons koloniaal verleden en de stad van nu
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Subsidieverordening Rotterdam 2014

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-05-2022nieuwe regeling

24-05-2022

gmb-2022-242964

Tekst van de regeling

Intitulé

Tijdelijke subsidieregeling ons koloniaal en slavernijverleden en de stad van nu

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de wethouder Handhaving, Buitenruimte, Integratie en Samenleven van 13 mei 2022;

 

gelet op de artikelen 3, derde lid, 4, tweede lid, 6, derde lid en 7, derde lid van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;

 

overwegende, dat het wenselijk is om een subsidieregeling vast te stellen voor activiteiten die bijdragen aan de kennisontwikkeling of kennisverspreiding van het koloniaal en slavernijverleden en de gevolgen daarvan voor het heden;

 

besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • aanvrager: een natuurlijk persoon of een rechtspersoon zonder winstoogmerk die ingeschreven is in het handelsregister als vereniging, coöperatie of stichting;

  • adviesgroep: groep van door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam aan te wijzen onafhankelijke deskundigen;

  • college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

  • dialoog: open, actief gesprek tussen verschillende mensen, tijdens informatieve, culturele of educatieve activiteiten, dat bijdraagt aan onderling begrip, verbondenheid en inzicht;

  • eenmalige subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de SVR 2014;

  • koloniaal verleden: periode binnen de wereldgeschiedenis en ook de Rotterdamse geschiedenis van de 16e tot in de 20e eeuw waarin Europese staten, waaronder Nederland, gebieden buiten Europa voor eigen gewin veroverde, exploiteerde en hier heerschappij over voerden;

  • slavernijverleden: periode tijdens het koloniaal verleden waarin Europeanen en ook Rotterdammers in overzeese gebieden actief en systematisch mensen aankochten en levenslang hun vrijheid ontnamen, ten behoeve van dwangarbeid voor het verwerven van eigen economisch gewin.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Een eenmalige subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die in Rotterdam plaatsvinden en die:

    • a.

      bijdragen aan bewustwording van het koloniaal of slavernijverleden en de effecten daarvan in het heden op Rotterdam en haar inwoners;

    • b.

      bijdragen aan kennisverspreiding onder Rotterdammers over het koloniaal of slavernijverleden en de effecten daarvan in het heden op Rotterdam en haar inwoners; of

    • c.

      de dialoog onder Rotterdammers stimuleren over het koloniaal of slavernijverleden en op welke wijze dat verleden doorwerkt in het heden.

  • 2.

    De volgende activiteiten komen niet voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      activiteiten die voor studenten onlosmakelijk onderdeel zijn van het curriculum van een opleiding;

    • b.

      activiteiten en producten gericht op enig winstoogmerk.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan aanvragers die actief zijn in Rotterdam, zich aantoonbaar inzetten voor het thema koloniaal of slavernijverleden en die aantoonbaar intern en extern beleid voeren dat gericht is op inclusiviteit en diversiteit.

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Voor subsidie komen in aanmerking de kosten, inclusief verschuldigde btw, die direct betrekking hebben op de subsidiabele activiteiten, bedoeld in artikel 3.

  • 2.

    Niet voor subsidie komen in aanmerking de kosten:

    • a.

      die door de aanvrager zijn gemaakt ten behoeve van de indiening van de aanvraag;

    • b.

      die door de aanvrager zijn gemaakt voorafgaand aan de indiening van de aanvraag;

    • c.

      voor de aanschaf van goederen die duurzaam door de aanvrager kunnen worden gebruikt;

    • d.

      waarvoor aanvrager vanuit een subsidie- of inkooprelatie met de gemeente Rotterdam of vanuit andere bronnen al financiering ontvangt.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

De eenmalige subsidie bedraagt ten hoogste € 25.000 per aanvrager.

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor kalenderjaar 2022 een subsidieplafond van € 400.000.

  • 2.

    Het college kan de hoogte van het subsidieplafond binnen deze periode wijzigen.

Artikel 8 Adviesgroep

  • 1.

    Bij de beoordeling van subsidieaanvragen laat het college zich adviseren door de adviesgroep, die tot taak heeft het college te adviseren over subsidieaanvragen die op grond van deze regeling zijn ingediend.

  • 2.

    De adviesgroep brengt, met inachtneming van de uitgangspunten en doelstelling van deze regeling, een schriftelijk en gemotiveerd advies aan het college uit over de rangschikking van de te verlenen subsidie.

Artikel 9 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag wordt online ingediend via het digitale subsidieloket van de gemeente Rotterdam.

  • 2.

    Een aanvrager kan ten hoogste één aanvraag indienen.

  • 3.

    Aanvragen die niet voldoen aan de eisen voor indiening, dan wel waar het aangevraagde subsidiebedrag hoger is dan € 25.000 worden afgewezen en niet voorgelegd aan de adviesgroep.

  • 4.

    In aanvulling op artikel 5 van de SVR 2014 legt de aanvrager bij zijn aanvraag de volgende gegevens over:

    • a.

      een plan dat ten minste de volgende elementen bevat:

      • een beschrijving van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

      • een onderbouwing waaruit blijkt dat er sprake is van een in artikel 3 bedoelde activiteit;

      • een communicatieplan waarin beschreven staat hoe de activiteit Rotterdammers gaat bereiken en indien mogelijk een beschrijving van de wijze hoe achteraf wordt gecommuniceerd over de plaatsgevonden activiteit;

      • een toelichting hoe de activiteit met inachtneming van inclusiviteit en diversiteit is georganiseerd en uitgevoerd gaat worden;

    • b.

      een onderbouwing waaruit blijkt dat aanvrager aantoonbaar behoort tot de doelgroep, bedoeld in artikel 4;

    • c.

      een sluitende begroting voor de beschreven activiteiten, inclusief een opgave van de aanvragen die bij derden zijn ingediend voor een subsidie, sponsoring of een vergoeding voor diezelfde activiteiten;

    • d.

      bij samenwerking met een andere partij, een intentieovereenkomst of een samenwerkingsovereenkomst waaruit blijkt dat de samenwerking formeel is vastgelegd; en

    • e.

      een verklaring van de aanvrager dat voor de kosten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, niet reeds door de aanvrager een vorm van financiering wordt ontvangen.

  • 5.

    Van een sluitende begroting is sprake wanneer de totale kosten volledig worden gedekt door financiering, inclusief het bedrag waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 10 Wijze van verdeling

  • 1.

    Het college verstrekt subsidie in volgorde van de in dit artikel geregelde rangschikking, totdat het subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    De adviesgroep kent aan de aanvraag punten toe aan de hand van de volgende aspecten, tot het daarbij vermelde maximum aantal punten:

    • a.

      de mate waarin de activiteiten bijdragen aan bewustwording over het koloniaal of slavernijverleden <maximaal 20 punten>;

    • b.

      de mate waarin de activiteiten bijdragen aan kennisdeling over het koloniaal of slavernijverleden <maximaal 20 punten>;

    • c.

      de mate waarin de activiteiten bijdrage aan het stimuleren van de dialoog over het koloniaal of slavernijverleden <maximaal 20 punten>;

    • d.

      de mate van haalbaarheid van het plan, bedoeld in artikel 9, vierde lid < maximaal 20 punten>;

    • e.

      de verhouding tussen het verwachte bereik van de activiteiten en het gevraagde budget; <maximaal 10 punten>;

    • f.

      de mate van onderscheidenheid in karakter van de activiteit <maximaal 10 punten>.

  • 3.

    De adviesgroep adviseert op basis van de toegekende punten over de rangschikking van de subsidieaanvragen.

  • 4.

    Het college volgt het advies van de adviesgroep op, tenzij dit advies naar het oordeel van het college onzorgvuldig tot stand is gekomen.

  • 5.

    Als het college in verband met het bereiken van het subsidieplafond een keuze moet maken tussen meerdere subsidieaanvragen met gelijke score wordt de keuze door loting door het college bepaald.

Artikel 11 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een eenmalige subsidie wordt uiterlijk op 8 juli 2022 Ingediend.

Artikel 12 Beslistermijn

Het college beslist uiterlijk op 2 september 2022 op de aanvraag.

Artikel 13 Vaststelling

Subsidies worden direct bij subsidieverlening vastgesteld.

Artikel 14 Inwerkingtreding en werkingsduur

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin deze wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2023.

  • 2.

    Deze regeling blijft van toepassing op subsidies die krachtens deze regeling zijn verstrekt.

Artikel 15 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling ons koloniaal verleden en de stad van nu.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 24 mei 2022.

De secretaris,

M.J.H. Lamers

De Loco burgemeester,

V.P.G. Karremans

Toelichting op de Tijdelijke subsidieregeling koloniaal en slavernijverleden en de stad van nu

Algemene toelichting

Rotterdam is een diverse stad met verschillende achtergronden, leefwijzen en overtuigingen. Daar zijn we als gemeente trots op. Maar de stad van nu staat niet los van haar geschiedenis.

Uit onderzoek, uitgevoerd door het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) in opdracht van gemeente Rotterdam, blijkt dat Rotterdam een rol speelde in het koloniale en slavernijverleden.

De stad zoals we die nu kennen is dus mede zo geworden door kolonialisme en slavernij in het verleden. Die geschiedenis werkt door in het heden.

Op 10 december 2021, op de Internationale Dag van de Rechten van de Mens, heeft de burgemeester namens het college excuses uitgesproken over de rol van Rotterdamse stadsbesturen in de slavernij en de koloniale onderdrukking. Het koloniale verleden (post slavernij) van Nederland is grotendeels verbonden met betrekking tot de trans-Atlantische slavernij, het Caribisch deel van het Koninkrijk, Suriname en het voormalige Nederlands-Indië (huidige Indonesië) en de Molukken. Sporen van het koloniaal en slavernijverleden zijn terug te zien in onze huidige samenleving en zijn medeverantwoordelijk voor de superdiverse stad van vandaag.

 

De gemeente Rotterdam streeft naar meer kennis onder Rotterdammers over het koloniaal en slavernijverleden als onderdeel van de Rotterdamse geschiedenis, naar bewustzijn onder Rotterdammers van de effecten van dit verleden op het heden en naar een overbrugging van de ongelijkheid die in de samenleving is ontstaan door dit verleden. De gemeente Rotterdam streeft naar acceptatie van de diversiteit die onze stad kenmerkt, met waardering voor verschillen en de nadruk op wat Rotterdammers met elkaar verbindt.

 

Met deze subsidieregeling wil het college meer bewustzijn en kennis creëren over het koloniale en slavernijverleden en de doorwerking van het verleden in het heden en de toekomst.

Het college heeft het vertrouwen dat juist door middel van bewustwording, kennisdeling en dialoog, Rotterdam hier sterker uit zal komen. De verdeeldheid en ongelijkheid onder Rotterdammers wordt hiermee aangepakt. Het streven is een verdraagzaam Rotterdam in de toekomst. Een stad waar iedereen meedoet en waar we niemand buitensluiten.

 

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1Begripsbepalingen

Adviesgroep

Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen speelt de adviesgroep een belangrijke rol. Deze adviesgroep bestaat uit een aantal onafhankelijke personen die deskundig zijn op het terrein van koloniaal- of slavernijverleden.

De adviesgroep heeft geen formele status van commissie ex artikel 86 Gemeentewet. De commissie bestaat uit ten minste 3 leden die hun werkzaamheden verrichten op basis van een overeenkomst tot opdracht.

 

Koloniaal- en slavernijverleden

Zowel het koloniaal verleden als het slavernijverleden zijn in dit artikel gedefinieerd.

Geweld, segregatie en apartheid vormden de basis van beide systemen.

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Met de doorwerking of gevolgen in het heden van het koloniale en/of slavernijverleden wordt bedoeld psychologische, sociaal-maatschappelijke, economische en politieke gevolgen; zowel positief als negatief, die zichtbaar en redelijkerwijs te herleiden zijn naar het koloniale of slavernijverleden. Hierbij kan bijvoorbeeld, maar niet exclusief, gedacht worden aan: superdiversiteit, systemische ongelijkheid, ontdekken of vieren van roots.

 

Bij dialoog en uitwisseling wordt een brede definitie gehanteerd, niet gebonden aan specifieke vormen of disciplines. Naast voor de hand liggende vormen van dialoog, zoals talkshowavonden en podiuminterviews, worden ook andere maatschappelijke en culturele activiteiten en projecten bedoeld zoals, bijvoorbeeld: spoken word, dans, theater, podcasts, gezamenlijk maaltijden bereiden en nuttigen. De uitvoering van de activiteiten moet ten alle tijden plaatsvinden in Rotterdam.

 

In het tweede lid is opgenomen, dat de activiteiten geen vast onderdeel uit mogen maken van het curriculum van een opleiding. Hieronder wordt niet verstaan een keuzevak dat gevolgd kan worden bij een opleiding.

Ook mogen de activiteiten of producten niet commercieel gebruikt worden. Bijvoorbeeld door het uitbrengen van een boek, het ontwikkelen van verkoopbare producten zoals buttons etc.

 

Artikel 4Doelgroep

De personen of organisaties die een subsidie kunnen aanvragen, moeten kunnen aantonen dat zij zich aantoonbaar inzetten voor het onderwerp en daar inhoudelijk kennis over hebben. Bij organisaties kan dit bijvoorbeeld blijken uit de statuten, inschrijving bij de Kamer van koophandel of jaarverslagen. Natuurlijke personen kunnen dit bijvoorbeeld aantonen met publicaties, aantoonbare betrokkenheid bij activiteiten of op social media rond het onderwerp of de eigen familiegeschiedenis. Daarnaast verwachten wij dat aanvrager met zijn activiteiten gericht is op Rotterdam. Op die manier wordt gewaarborgd dat het gaat om activiteiten door en voor Rotterdammers.

 

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Tot de kosten, die betrekking hebben op de subsidiabele activiteiten worden bijvoorbeeld gerekend: kosten van huur locatie, inhuur spreker of gespreksleider, verzorging catering, posters, flyers, brochures. Huur van geluidsinstallatie en camera apparatuur. Bij het maken van theater of exposities het huren van materiaal.

De kosten van het indienen van een aanvraag worden niet vergoed, ook niet als de aanvraag wordt afgewezen. Ook kosten die al zijn gemaakt voordat de aanvraag is ingediend komen niet voor vergoeding in aanmerking.

 

Onderdeel c is opgenomen om duidelijk te maken dat het niet de bedoeling is om goederen aan te schaffen die ook duurzaam door de aanvrager worden gebruikt. Bijvoorbeeld een computer.

Ook kan er geen sprake zijn van subsidiëring van kosten waarvoor al op andere wijze financiering voor wordt verkregen, bijvoorbeeld vanuit een bestaande subsidierelatie.

 

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

De eenmalige subsidie bedraagt ten hoogste € 25.000,- per aanvrager. Dit betekent dat als een aanvrager betrokken is bij meerdere projecten, hiervoor in totaal slechts € 25.000,- kan worden verleend.

 

Artikel 8 Adviesgroep

Zoals in artikel 1 is toegelicht, is de adviesgroep geen formele commissie ex artikel 86.

In het tweede lid staan de taken van de adviesgroep benoemd.

 

Artikel 9 Aanvraag

Uit het tweede lid volgt dat een aanvrager slechts één aanvraag mag indienen. Dit betekent dat als hij toch meerdere aanvragen indient, hij niet voldoet aan de criteria van deze subsidieregeling en de aanvragen derhalve niet kunnen worden gehonoreerd.

 

In het vierde lid is opgenomen welke gegevens hij, aanvullend op de eisen die de SVR 2014 stelt, moet aanleveren.

 

In het vijfde lid is opgenomen dat er sprake moet zijn van een sluitende begroting.

 

Artikel 10 Wijze van verdeling

De rangschikking van de aanvragen geschiedt door de adviesgroep. Belangrijk hierbij is de vraag in hoeverre het plan dat aanvrager indient, bij kan dragen aan de activiteiten benoemd in artikel 3. Dat wordt niet alleen bepaald door de inhoud van het plan zelf. Ook de vraag of het plan wel kan worden uitgevoerd met het aangevraagde budget van maximaal € 25.000.-, gelet op de ingediende begroting, is hierbij van belang.

 

Het uitgangspunt is dat bij de verdeling van de subsidie bewustwording, kennisverspreiding en dialoog binnen de activiteiten voorop staat. Daarom worden de subsidies beoordeeld op verschillende onderdelen. Deze onderdelen zijn opgesomd in het derde lid. Per onderdeel is een maximaal puntenaantal te behalen tot een totaal van 100 punten. Hieronder wordt een aantal inhoudelijke aspecten van deze onderdelen verder toegelicht.

 

Onderdeel a

Bij bewustwording van het koloniaal of slavernijverleden gaat het om:

  • het inzichtelijk maken van het koloniaal of slavernijverleden;

  • de effecten daarvan op onze huidige samenleving;

  • bewustwording hoe dit verleden (ook) een verleden is van Rotterdam en haar inwoners.

Onderdeel b

Onder bijdragen aan kennisdeling kan het volgende verstaan worden:

  • de manier waarop de activiteit zorgt voor het delen van kennis tussen deelnemers

  • de manier waarop de activiteit bijdraagt aan kennisdeling met deelnemers

Onderdeel c

Onder het stimuleren van dialoog wordt verstaan:

  • het stimuleren van Rotterdammers om het gesprek over het koloniaal of slavernijverleden met elkaar aan te gaan;

  • het bieden van een veilige omgeving om van en met elkaar te leren;

  • het motiveren van Rotterdammers om het gesprek ook buiten deelname aan de activiteit met anderen te blijven voeren.

Onderdeel d

Bij de haalbaarheid wordt gekeken naar hoe realistisch het plan is, gelet op de inhoud, wat hiervoor geregeld en gerealiseerd moet worden en het beschikbarre budget.

 

Onderdeel e

In dit onderdeel wordt gekeken naar het verwachte bereik in relatie tot het budget. Een beperkt bereik zal lager scoren dan een hoog bereik.

 

Onderdeel f

Bij de mate van onderscheidenheid in karakter van de activiteit wordt bedoeld in hoeverre de activiteit vernieuwend is.

 

De adviesgroep brengt een gezamenlijk gedragen advies uit aan het college over de per subsidieaanvraag gegeven score,

 

Als de adviesgroep het onderbouwde advies heeft overgelegd aan het college, volgt het college in principe dit advies, tenzij deze onzorgvuldig tot stad is gekomen. Het college neemt vervolgens het besluit tot weigering, toekenning of afwijzing van de aanvragen.

 

Bij het bereiken van het subsidieplafond kan, bij subsidieaanvragen die gelijk eindigen, een loting noodzakelijk zijn. Deze loting geschiedt door een door het college aan te wijzen persoon, onder aanwezigheid van ten minste twee andere personen. Zij mogen niet bij de subsidieverlening betrokken zijn geweest.

 

Artikel 11 Aanvraagtermijn

Een aanvraag geldt pas als ingediend als hij volledig voldoet aan alle vereisten voor het indienen van een aanvraag op grond van deze regeling.

 

Artikel 17 Inwerkingtreding en werkingsduur

Uit deze regeling blijkt dat het gaat om een tijdelijke subsidieregeling.

Mocht er sprake zijn van bijvoorbeeld en bezwaar of beroep, intrekking of terugvordering, dan blijft deze regeling hiervoor de grondslag bieden.