Organisatie | Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Beleidsregels inzake aanwijzing belastingplichtige in een keuzesituatie BsGW |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | geattribueerde functionaris |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | Nieuwe regeling | 31-12-2012 https://bsgw.nl/nl/veel-gestelde-vragen/over-bsgw/beleidsregels-en-publicaties |
De ambtenaar belast met de heffing van waterschapsbelastingen van BsGW;
Gelet op het bepaalde in artikel 2 van de vigerende verordeningen op de watersysteemheffing van de waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas, artikel 3 van de vigerende verordeningen zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing van de Waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 124 van de Waterschapswet;
vast te stellen de beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie BsGW
Hoofdstuk 1 Watersysteemheffing, categorie gebouwd
Indien er met betrekking tot de watersysteemheffing op grond van artikel 2, tweede lid sub d, van de verordeningen op de watersysteemheffing van de Waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas, meerdere potentiële belastingplichtigen zijn aan wie de aanslag kan worden opgelegd, wordt de aanslag in de hierna volgende volgorde opgelegd ten name van:
1. Ter zake van genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak degene die het volle eigendom heeft.
2. Ter zake van genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak degene die het beperkt recht heeft.
3. Ter zake van genot krachtens ongelijke aandelen in volle eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak degene die het grootste aandeel in het volle eigendom of het beperkt recht heeft.
4. Ter zake van genot krachtens gelijke aandelen in eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak degene die het perceel bewoont.
5. Ter zake van genot krachtens gelijke aandelen in eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak bij meerdere bewoners van het perceel:
a. een natuurlijk persoon boven een rechtspersoon;
d. de oudste man waarbij, indien leeftijden niet bekend zijn, de ambtenaar belast met de heffing de belastingplichtige aanwijst;
e. de oudste vrouw waarbij, indien leeftijden niet bekend zijn, de ambtenaar belast met de heffing de belastingplichtige aanwijst.
6. Indien op basis van voorgaande regels geen belastingplichtige kan worden bepaald maar tevens in van de belastingplichtige plaatsvindt door de ambtenaar belast met de heffing.
Hoofdstuk 2 Watersysteemheffing, categorie ongebouwd
Indien er met betrekking tot de watersysteemheffing krachtens artikel 2, tweede lid sub b en c, van de verordeningen op de watersysteemheffing van de Waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas, meerdere potentiële belastingplichtigen zijn aan wie de aanslag kan worden opgelegd, wordt de aanslag in de hierna volgende volgorde opgelegd ten name van:
1. Ter zake van genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak degene die het volle eigendom heeft.
2. Ter zake van genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak degene die het beperkt recht heeft.
3. Ter zake van genot krachtens ongelijke aandelen in volle eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak degene die het grootste aandeel in het volle eigendom of het beperkt recht heeft.
4. Ter zake van genot krachtens gelijke aandelen in eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak degene die in het beheersgebied woont of is gevestigd.
5. Ter zake van genot krachtens gelijke aandelen in eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak waarbij meerdere potentiële belastingplichtigen in het beheersgebied wonen of gevestigd zijn:
a. een natuurlijk persoon boven een rechtspersoon;
d. de oudste man waarbij, indien leeftijden niet bekend zijn, de ambtenaar belast met de heffing de belastingplichtige aanwijst;
e. de oudste vrouw waarbij, indien leeftijden niet bekend zijn, de ambtenaar belast met de heffing de belastingplichtige aanwijst.
6. Indien op basis van voorgaande regels geen belastingplichtige kan worden bepaald maar tevens in andere voorkomende situaties, is het mogelijk dat in afwijking van bovenvermelde regels, aanwijzing van de belastingplichtige plaatsvindt door de ambtenaar belast met de heffing.
Hoofdstuk 3 Zuiveringsheffing/verontreinigingsheffing en watersysteemheffing categorie ingezetenen
Indien met betrekking tot de aanslag zuiveringsheffing/verontreinigingsheffing krachtens artikel 3, tweede lid van de verordeningen zuiveringsheffing en de verordeningen verontreinigingsheffing van de waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas of met betrekking tot de watersysteemheffing krachtens artikel 2, tweede lid sub a, van de verordeningen op de watersysteemheffing van de waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas er meerdere potentiële belastingplichtigen zijn aan wie een aanslag kan worden opgelegd, wordt de aanslag in de hierna volgende volgorde opgelegd ten name van:
1. De meerderjarige die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is vermeld en die tevens het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft van die onroerende zaak.
2. De meerderjarige die met betrekking tot het voorgaande belastingjaar de aanslag heeft gekregen.
3. De meerderjarige die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is vermeld.
4. De meerderjarige man boven de meerderjarige vrouw.
5. De oudste, meerderjarige man waarbij, indien leeftijden niet bekend zijn, de ambtenaar belast met de heffing de belastingplichtige aanwijst.
6. De oudste, meerderjarige vrouw waarbij, indien leeftijden niet bekend zijn, de ambtenaar belast met de heffing de belastingplichtige aanwijst.
7. Indien er geen meerderjarigen als zodanig in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens zijn vermeld, degene die feitelijk gebruiker is.
8. Indien op basis van voorgaande regels geen belastingplichtige kan worden bepaald maar tevens in andere voorkomende situaties, is het mogelijk dat in afwijking van bovenvermelde regels, aanwijzing van de belastingplichtige plaatsvindt door de ambtenaar belast met de heffing.
Inwerkingtreding en citeertitel
1 De beleidsregels aanwijzen belastingplichtige 2004 vastgesteld bij besluit van de ambtenaar belast met de heffing van het Waterschapsbedrijf Limburg van 29-04-2004 worden ingetrokken met ingang van de dag dat dit besluit in werking treedt, met dien verstande dat deze van kracht blijven op belastbare feiten die zich voor deze datum hebben voorgedaan..
2 Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking,
3 Dit besluit wordt aangehaald als: “Beleidsregels aanwijzen belastingplichtige in een keuzesituatie BsGW"