Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noord-Beveland

Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2022-2025

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoord-Beveland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingPreventie- en Handhavingsplan Alcohol 2022-2025
CiteertitelPreventie- en Handhavingsplan Alcohol 2022-2025
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 13 van de Wet publieke gezondheid
  2. artikel 43a van de Drank- en Horecawet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-05-2022nieuwe regeling

24-02-2022

gmb-2022-241162

D22.271851

Tekst van de regeling

Intitulé

Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2022-2025

De raad van de gemeente Noord-Beveland;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 februari 2022;

 

gelet op artikel 13 van de Wet publieke gezondheid en artikel 43a van de Alcoholwet;

 

besluit:

 

gelijktijdig vast te stellen het Regionaal kader gezondheidsbeleid 2022-2025 en het Preventie en Handhavingsplan Alcohol 2022-2025.

 

Inleiding

 

Onderliggend Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2022-2025 beschrijft de belangrijkste maatregelen die onze gemeente neemt om het alcoholgebruik onder onze jongeren tot 24 jaar te voorkomen en terug te dringen. Vermindering van alcoholgebruik draagt bij aan het kansrijk, veilig en gezond opgroeien van jongeren. Minder gebruik leidt tot betere schoolprestaties en een betere gezondheid, vermindert hetschoolverzuim of schooluitval en dringt geweld en overlast terug.

 

‘Laat ze niet (ver)zuipen!’ is sinds 2010 een samenwerking tussen alle Zeeuwse gemeenten, GGD Zeeland, Emergis Preventie (1Nul1), Politie Zeeland-West-Brabant en andere maatschappelijke partners. Samen werken zij aan het terugdringen van het alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar en het tegengaan van schadelijk alcoholgebruik door jongeren van 18 t/m 23 jaar. Belangrijk aandachtspunt is het netwerk rond de jongeren zoals ouders, scholen, sportverenigingen, horeca en supermarkten. De aanpak kenmerkt zich door een integrale benadering (zie bijlage 1).

 

Ouders zijn eerstverantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen en daarmee ook voor regels rondom alcohol. Kinderen van ouders die duidelijke grenzen stellen, beginnen later met drinken, drinken minder en hebben vrienden die ook relatief minder drinken. Jongeren hebben natuurlijk ook hun eigen verantwoordelijkheid. Daarnaast spelen sleutelfiguren zoals leraren, sportinstructeurs en horecaondernemers een belangrijke rol. De gemeente heeft een rol als aanjager, facilitator en handhaver en stelt de publieke grenzen vast.

 

Gemeenten zijn sinds 2013 de belangrijkste uitvoerder van de Alcoholwet geworden. Zowel op juridisch-, handhavings-, als educatief vlak is de gemeente de regisseur van het Nederlandse alcoholbeleid. Het verplicht, door de gemeenteraad vast te stellen, Preventie- en Handhavingsplan Alcohol (hierna: PHA) is in feite de wettelijke bekrachtiging van dit gegeven. Dit plan wordt elke vier jaar opnieuw vastgesteld, parallel aan de cyclus van de nota volksgezondheid.

 

De Alcoholwet kent meerdere belangen zoals economische, openbare orde en veiligheid en volksgezondheid. Het laatstgenoemde belang is met name ook gericht op de bescherming van onze jeugd en jongvolwassenen tegen de schadelijke effecten die genotmiddelen kunnen hebben.

 

Het PHA focust zich als eerste op het gemeentelijke terrein waar preventie van problematisch gebruik van alcohol en handhaving van de Alcoholwet samenkomen en elkaar kunnen versterken. Hoewel getracht is het plan zo concreet mogelijk te maken, is het geen uitvoeringsplan. Noem het een geoperationaliseerd beleidsplan. Voor zowel het preventie- als het handhavingsdeel zullen bepaalde zaken nog verder moeten worden vertaald naar de praktijk en de lokale situatie.

 

Dit Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2022-2025 staat niet op zichzelf. Het vloeit onder meer voort uit het Nationaal Preventieakkoord (november 2018) dat een uitgebreid pakket aan maatregelen omvat voor het terugdringen van roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik. Met dit plan wordt het alcoholmatigingsbeleid operationeel vormgegeven en voldoet de gemeente tevens aan de wettelijke eisen die zijn vastgelegd in de Alcoholwet. Het PHA is in verbinding met onze nota Gemeentelijk Gezondheidsbeleid tot stand gekomen en zal tegelijkertijd vastgesteld worden.

 

Drank- en Horecawet wordt Alcoholwet

 

Het afsluiten van het Nationaal Preventieakkoord en de evaluatie van de Drank- en Horecawet hebben een aantal wijzigingen van de wet tot gevolg. Naast de verandering van de naam in Alcoholwet zijn er tal van wijzigingen die voor gemeenten een grote relevantie hebben. Omdat de nieuwe Alcoholwet is ingegaan per 1 juli 2021 wordt er in dit PHA al aandacht besteed aan de wijzigingen die daaruit voortkomen.

2. Ontwikkelingen in wetgeving en beleid

 

Nationaal Preventieakkoord

 

Het kabinet Rutte III heeft 170 miljoen euro extra vrijgemaakt voor diverse preventiedomeinen gedurende de looptijd van het Nationaal Preventieakkoord (NPA). Het Preventieakkoord is een samenhangend pakket aan maatregelen, acties en ambities die bijdragen aan het gezonder maken van Nederland in 2040. Er is gekozen voor een aanpak op de onderwerpen roken, problematisch alcoholgebruik en overgewicht, omdat deze de grootste oorzaak voor ziektelast in Nederland zijn, met 35.000 doden en 9 miljard aan zorguitgaven per jaar.

 

Wet Bibob

 

De Wet Bibob is de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. Om overheden ook de mogelijkheid te geven om justitiële gegevens op te vragen over de zakelijke relaties van degene die een aanvraag tot een vergunning of subsidie doet, is deze wet per 1 augustus 2020 gewijzigd. In de tweede helft van 2021 is de tweede tranche van de wet Bibob in werking getreden. Door deze tweede wijziging krijgen gemeenten meer mogelijkheden met betrekking tot toetsing.

 

Zeeuws Sportakkoord

In het Nationaal Preventieakkoord komt sport veelvuldig aan bod. In het preventieakkoord staan verschillende doelstellingen die een gezond sportklimaat nastreven. Ook in Zeeland kennen we een akkoord dat hier mooi op aansluit, het Zeeuws Sportakkoord. In dit akkoord is duidelijk verwoord dat overmatig/zwaar alcoholgebruik en sport niet samen gaan. Daar waar dit op dit moment wel het geval is, moet dit veranderen. Goed alcoholbeleid in de sportkantine is integraal beleid en gaat dus hand in hand met rookvrij en een gezond aanbod van eten en drinken. Sportverenigingen en andere sportaanbieders hebben ondersteuning nodig om te komen tot een sportsector die nog meer dan nu gezond gedrag stimuleert en problematisch alcoholgebruik tegengaat. Hiervoor is door LZNVZ de Toolkit Sportgezond ontwikkeld.

 

Lokale ontwikkelingen in gemeente Noord-Beveland

In het kader van de Wet Publieke Gezondheid hebben gemeenten de wettelijke taak om iedere vier jaar een gezondheidsbeleid op te stellen waarin staat wat gedaan wordt om de gezondheid van de inwoners te bevorderen en te beschermen. Binnen de Oosterschelderegio is besloten om te werken in een regionaal kader, waarbij gebruik wordt gemaakt van de landelijke ontwikkelingen en de meest recente wetenschappelijke inzichten. In het Regionaal kader gezondheid Oosterschelderegio 2022-2025 zijn vier speerpunten benoemd:

  • 1.

    Gezonde leefomgeving (het creëren van en leefomgeving die uitnodigt tot ontmoeten, bewegen en gezond gedrag).

  • 2.

    Gezondheidsachterstanden verkleinen (meer gelijke kansen op gezondheid, door aandacht voor vaardigheden, armoede en leefomgeving).

  • 3.

    Mentale gezondheid jongeren (stimuleren te investeren in welbevinden, weerbaarheid en de mentale gezondheid van jeugdigen en jongeren).

  • 4.

    Vitaal ouder worden (ouderen zijn zo lang mogelijk vitaal).

Deze speerpunten hebben een grote invloed op gezondheid en is een gewijzigde insteek, die beter aansluit bij de brede aanpak van gemeentelijke gezondheid. Het regionaal kader wordt tegelijkertijd met het preventie- en handhavingsplan alcohol ter besluitvorming aan de raad aangeboden. Dit tweeluik kan namelijk niet los van elkaar worden gezien en beïnvloedt elkaar. Het inzetten op preventieve gezondheid draagt o.a. bij aan bewustwording met betrekking tot het gebruik van alcohol.

 

Nieuwe Alcoholwet

De naam van de Drank- en Horecawet is veranderd in de Alcoholwet. In aanvulling op het Nationaal Preventie Akkoord wordt een aantal nieuwe maatregelen voorgesteld: prijsacties met alcoholhoudende dranken voor gebruik elders van meer dan 25% korting worden verboden; er komen strenge regels voor de verkoop van alcohol op afstand en wederverstrekking van alcohol aan minderjarigen wordt in de publieke ruimte verboden. De meerderjarige die alcohol koopt voor een minderjarige is voortaan strafbaar. Deze strafbaarstelling is al jaren een wens van gemeenten. Door wederverstrekking strafbaar te stellen, wordt een signaal afgegeven aan de minderjarigen en aan de ondernemers. De handhaving van dit verbod is echter lastig, omdat wederverstrekking vaak moeilijk te constateren is.

3. Alcoholgebruik: het probleem

 

Alcohol is het meest gebruikte genotmiddel in ons land. Het gebruik is sociaal en economisch diep in onze samenleving geworteld. De gevolgen van het problematisch gebruik van alcohol en drugs zijn niet te overzien. De risico’s zijn groot voor alle leeftijden, zowel ongeboren kinderen als voor ouderen. In dit hoofdstuk bespreken we de huidige stand van zaken en de ontwikkeling in de tijd.

 

Jongeren

 

Voor jongeren en jongvolwassenen zijn de risico’s van alcoholgebruik groter dan voor volwassenen (Expertisecentrum Alcohol, 2020). Niet alleen zijn de acute gevolgen voor hen vaak ernstiger – zij raken bijvoorbeeld eerder bewusteloos en kunnen onder invloed over hun seksuele grenzen heen gaan – ook heeft drinken op jonge leeftijd gevolgen voor de lange termijn. Denk aan verstoring van de hersenontwikkeling en een grotere kans op verslavingsproblemen. Agressief, asociaal en delinquent gedrag komt bovendien vaker voor bij jongeren die drinken dan bij hun niet drinkende leeftijdgenoten. Bij jongvolwassenen kunnen (de gevolgen van) alcoholgebruik leiden tot kort- en langduriger verzuim, studievertraging, afname van de studieprestaties en studie-uitval. Het RIVM berekende dat in 20% van de jaarlijkse gevallen van studievertraging en of -uitval in het hbo of wo alcohol een rol speelt (factsheet Trimbos: alcohol- en drugsbeleid voor studenten).

 

Het drankgebruik onder Nederlandse jongeren stabiliseert de laatste jaren. In de groep 12- tot en met 16-jarigen was tussen 2003 en 2015 nog een afname zichtbaar in het alcoholgebruik: van ongeveer 70% naar 25%. Vanaf 2015 echter, is de afname van het alcoholgebruik gestagneerd. In zowel 2015, 2017 als 2019 bleef ongeveer een kwart (25%) van de 12- tot en met 16 jarige scholieren maandelijks alcohol drinken. Ook binge drinken en dronkenschap zijn sinds 2015 niet verder afgenomen (Rombouts e.a., 2020).

 

Als minderjarigen aan drank willen komen is dat nog steeds gemakkelijk in Nederland. Tussen 2018 (37,7%) en 2020 (37.9%) is de totale naleving van de leeftijdsgrens bij alcoholverkoop niet veranderd (Bureau Objectief).

 

Jongvolwassenen

 

Schadelijk alcoholgebruik onder jongvolwassenen komt het meest voor onder de leeftijdsgroep 18-29 jaar (Tuithof e.a., 2018). De meerderheid van de MBO en HBO studenten drinkt en ruim 70% doet dat regelmatig (van Dorsselaer e.a., 2020). Een specifiek onderzoek onder plattelandsjongeren laat zien dat hoewel zij overmatig drinken, dit zelf geen probleem vinden. Zij hebben een positieve houding ten opzicht van alcohol mede omdat drinken in hum omgeving als normaal wordt gezien. Hun kennis over de schadelijkheid van alcohol is beperkt (Paternotte & Prooij, 2019).

 

Ouders/verzorgers

 

Ouders/verzorgers zijn soms nog toegeeflijk met betrekking tot alcoholgebruik door hun kinderen. Zo krijgt een kwart van de 12 tot 16-jarige scholieren die wel eens drinken, alcohol van hun ouders (Rombouts e.a., 2020). Dat aantal is niet gedaald sinds 2016. Maar er zijn meer ouders die hun rol oppakken. Driekwart van de ouders heeft in 2015 expliciet als regel dat hun minderjarige kind niet mag drinken; in 2007 was dat nog 50% (van Dorsselaer e.a., 2016). Ouders die zelf veel drinken, zijn toleranter ten aanzien van alcoholgebruik bij hun kinderen. Hoewel de invloed van peers (leeftijdgenoten, vrienden) op het gedrag toeneemt met de leeftijd, blijven ouders invloed houden op het drinkgedrag van hun opgroeiende kind (Engels e.a, 2013) bijvoorbeeld via hun houding ten opzichte van alcohol of door de afspraken die zij met hun kind maken.

4. Terugblik

 

Zeeuwse trend onder jongeren

 

De afgelopen jaren hebben alle samenwerkende partners allerlei interventies uitgevoerd. Echter, omdat ook landelijke ontwikkelingen, zoals landelijke campagnes als die van de Rookvrije Generatie en NIX18 een grote bijdrage leveren in het verkrijgen van mooie resultaten, is het niet mogelijk om behaalde resultaten alleen toe te schrijven aan de interventies vanuit LZNVZ. Een zeer duidelijke Zeeuwse trend van de afgelopen jaren kunnen we niet goed weergeven omdat sommige Zeeuwse onderzoeken niet herhaald zijn en/of niet met elkaar te vergelijken zijn.

Hieronder bespreken we wel de resultaten aan de hand van de uitkomsten uit de Gezondheidsmonitor Jeugd 2019, Digitaal dossier JGZ, de Jeugdmonitor van ZB | Planbureau en het Nalevingsonderzoek 2018-2019. In vorige edities van het Preventie- en Handhavingsplan werden ook resultaten gedeeld uit het Draagvlakonderzoek door ZB | Planbureau. Deze is niet meer herhaald sinds 2015.

 

Steeds minder 13-jarigen geven aan ooit alcohol te hebben gedronken

Vanaf 2016 (29,2%) tot 2018 is er een dalende lijn te zien in het percentage 13-jarigen dat ooit alcohol heeft gedronken. In 2017 was dit 29,1%, in 2018 27,4% en in 2019 steeg deze weer licht naar 28,3% (GGD Zeeland, Digitaal dossier JGZ).

 

 

Afspraken met ouders over gebruik alcohol, drugs en roken

Drie van de vier (76,9%) 13-jarigen heeft met zijn of haar ouders afspraken gemaakt over het gebruik van alcohol, drugs en roken (GGD Zeeland, Digitaal dossier JGZ, 2019).

 

Daling alcoholgebruik klas 3 VO

Van de Zeeuwse scholieren uit klas 3 van het voortgezet onderwijs gaf in 2015 72% aan wel eens alcohol te hebben gedronken (incl. een paar slokjes). Hoewel dit meer is dan in 2011 (65%), is dit minder dan in 2007 (80%) en 2004 (79%) (ZB| Planbureau, enquete VO, 2015).

 

Minder jongeren (klas 2 en 4 vo) doen aan ‘binge drinken’

Het aantal jongeren op het voortgezet onderwijs dat aan binge drinken doet is ten opzichte van 2007 (44%) gedaald naar 34% in 2011 en vervolgens naar 31% in 2015 ((ZB| Planbureau, enquete VO, 2015).

 

Zeeuwse jongeren rapporteren vaker recent gebruik van genotmiddelen dan landelijke leeftijdsgenoten

Gemiddeld gezien geven meer Zeeuwse jongeren aan recent alcohol te hebben gedronken ten opzichte van het Nederlands gemiddelde (32% versus 26%). Tevens wordt er gemiddeld onder Zeeuwse jongeren meer ‘ooit gerookt’ (13% versus 10%) gerapporteerd. Tot slot wordt er gemiddeld gezien onder Zeeuwse jongeren vaker ‘ooit wiet of hasj gebruikt’ (10% versus 9%) gerapporteerd (GGD Gezondheidsmonitor Jeugd 2019).

 

Zeeuws nalevingspercentage (te) laag

Van de 790 in Zeeland succesvol bezochte alcoholverstrekkers, leeft een derde (33%) de regels rond alcoholverkoop aan jongeren na. Een indicatieve vergelijking met het onderzoek uit 2016 (54%) laat zien dat dit percentage helaas enorm gedaald is. Er zitten grote verschillen tussen de gemeenten en categorieën. In Reimerswaal was het percentage het hoogst (69%) en in Hulst het laagst (3%). Hierbij moet de kanttekening gemaakt worden dat de absolute aantallen laag zijn en dus mogelijk niet representatief zijn (ZB|Planbureau, 2019).

Door de GGD Zeeland brengt periodiek de lichamelijke en psychologische gezondheid van jongeren in kaart in de vorm waarbij de resultaten worden gepresenteerd in de Jeugdgezondheidsmonitor. Wegens Covid-19 wordt er meer gemonitord, om de jongeren goed in kaart te houden. Het onderzoek bestaat uit een vragenlijstonderzoek onder tweede en vierdeklassers van het reguliere voortgezet onderwijs in Zeeland. De uitslag hiervan geeft inzicht in de leefstijl van jongeren, waaronder hun alcoholgebruik en welzijn. Uit het onderzoek blijkt dat in Nederland grote regionale verschillen in alcoholgebruik onder jongeren te zien is. Zeeland scoort ongunstiger en Zeeuwse jongen gebruiken vaker alcohol dan Nederlandse leeftijdsgenoten. Van de Zeeuwse jongen heeft 39% ooit wel eens een heel glas alcohol gedronken. Landelijk ligt dit percentage op 31%. Vlissingen is met 29% de enige Zeeuwse gemeente die onder het landelijke percentage weet te scoren. Ook bij de vragen of in de afgelopen vier weken alcohol is gedronken en in de afgelopen vier weken vijf of meer glazen alcohol per week (binge-drinker) scoort Zeeland hoger dan het landelijk gemiddelde. Met name in de kleinere Zeeuwse gemeenten ligt het percentage binge drinken hoog. In Noord-Beveland geeft 34% van de ondervraagde jongeren aan, aan binge drinken te doen. Landelijk geeft 18% van de ondervraagden dit wel eens te doen. In Noord-Beveland betreft dit dus bijna het dubbele. Gemeenten Vlissingen en Terneuzen scoren hierin wel lager dan het landelijke percentage. De landelijke en Zeeuwse cijfers op de vragen uit de Gezondheidsmonitor worden hieronder weergegeven.

 

Zeeland

Nederland

Ooit alcohol gedronken

Heeft ooit minimaal een heel glas alcohol gedronken

39%

31%

Heeft nooit alcohol gedronken

39%

48%

Heeft ooit minimaal een paar slokjes alcohol gedronken

61%

52%

Recent alcohol gebruik

Heeft in de laatste 4 weken alcohol gedronken

32%

26%

Binge drinken

Heeft in de laatste 4 weken vijf of meer drankjes met alcohol bij één gelegenheid gedronken

22%

18%

Dronken of aangeschoten

Is ooit dronken of aangeschoten geweest

28%

24%

Is in de laatste 4 weken dronken of aangeschoten geweest

16%

13%

*Deze cijfers zijn afkomstig uit de Gezondheidsmonitor Jeugd Zeeland (klas 2 en 4 VO) 2019 – 2020 Tabel 1: Kernindicatoren alle gemeenten – oktober 2020

 

Algemene terugblik

Sinds 2010 zijn we in Zeeland bezig met de integrale, gezamenlijke aanpak om het alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen. Er zijn goede resultaten geboekt. Niet alleen op het bereiken van enkele doelstellingen maar ook op andere gebieden. Denk aan de samenwerking in Zeeland tussen gemeenten onderling maar ook met GGD, Emergis Preventie (1NUL1), politie en andere partners. Men weet elkaar snel te vinden, werkt makkelijk samen en maakt gebruik van elkaars kennis en kunde. Ook de alcoholpoli, het daarbij behorende nazorgtraject (momenteel uitgevoerd door 1NUL1) en de relaties met de landelijke instellingen zijn ontwikkelingen die voort zijn gekomen uit LZNVZ.

 

Echter, op sommige punten is er ook minder vooruitgang geboekt dan gehoopt. Dit laat des te meer zien dat het tijd kost om een zo in de cultuur verweven gewoonte te veranderen. Terugkijkend op de afgelopen 4 jaar geven diverse ambtenaren aan dat er knelpunten worden ervaren. Denk daarbij aan ambtelijke capaciteit. Er is behoefte om meer samen te werken tussen de gemeenten onderling, zoals bijvoorbeeld bij het uitwisselen van mysteryshoppers. Ook hebben we de afgelopen jaren gemerkt dat het nodig is om te controleren op toegepaste methodieken en dat er meer aandacht moet zijn voor het opvolgen van opgelegde boetes. Hiermee kwamen Zeeuwse gemeenten negatief in het nieuws en werden er fouten gemaakt in de procedure tot het opleggen van boetes.

 

Ook borging is een belangrijk onderwerp van discussie. Borging binnen de gemeenten zelf door bijvoorbeeld een jaarplan en een uitvoeringsbudget, maar ook borging van de coördinatiefunctie en het inbedden en aansluiten bij bestaande structuren.

 

Conclusie

Helaas zijn niet alle onderzoeken voor 2022 (op dezelfde wijze) herhaald zodat niet voor alle doelstellingen zoals opgesteld in het PHA 2018-2021 een conclusie getrokken kan worden. Hieronder zullen t.b.v. de conclusie die doelstellingen waar wel concreet wat over gezegd kan worden even kort onder de loep worden genomen.

 

Doelstelling 5 ‘Een verbetering van de naleving onder de verstrekkers van alcohol van 54% in 2016 naar 80% in 2022’ is helemaal niet gehaald. De naleving is juist nog veel slechter geworden (33% in 2018/2019).

 

Doelstelling 6 ‘Het begeleiden van 30 gezinnen met een lage SES binnen het project alcoholpreventie lage SES’ is behaald.

 

De laatste doelstelling ‘Realisatie van een opzet ten aanzien van een integrale, gezamenlijke aanpak van alcoholproblematiek bij de 55+ doelgroep’ is ook behaald, het beleidsadvies hierover is te vinden op de website van LZNVZ.

 

Rekening houdend met de onderzoeksresultaten zoals in dit hoofdstuk beschreven kunnen we concluderen dat er op een aantal punten een dalende trend ten aanzien van alcoholgebruik waarneembaar is. Wel gebruiken Zeeuwse jongeren in vergelijking met leeftijdsgenoten uit het land nog steeds meer alcohol en is ook de NIX18 naleving in Zeeland iets slechter als het landelijke.

 

Het blijft dan ook wenselijk om door te gaan met de integrale aanpak en tegelijkertijd te werken aan de bestendiging van de aanpak.

5. Beleidsfocus

 

Uitgangspunten en onderbouwing van beleid

In dit plan beschrijft onze gemeente hoe zij de jeugd wil beschermen tegen de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik. Om resultaat te bereiken is de bijdrage van iedereen in de gemeenschap nodig: scholen, sportverenigingen, ouders, ondernemers. Daarom betrekt de gemeente deze partijen bij de beleidsontwikkeling en de uitvoering. Gezamenlijk zetten we in op een gezonde bevolking, zonder alcoholgebruik onder de 18 jaar en met verantwoorde alcoholverstrekking aan en verantwoord alcoholgebruik door jongvolwassenen.

 

Omgevingsbenadering

De systeemtheorie van Holder (1998) maakt duidelijk dat alcoholgebruik altijd het resultaat is van een combinatie van factoren. De persoon, zijn sociale omgeving en het overheidsbeleid vormen samen een systeem dat uiteindelijk de keuze van de gebruiker bepaalt. Holder laat daarmee zien dat alcoholpreventie nooit alleen op het individu gericht kan zijn. Het meest succesvol zijn strategieën die vooral de fysieke en sociale omgeving van de drinker beïnvloeden. In de omgeving van de jonge drinker spelen locaties waar alcohol verstrekt wordt, alcoholverstrekkers, scholen en ouders een belangrijke rol. Zo hebben bijvoorbeeld tal van studies aangetoond dat het drinkgedrag van jongeren wordt gestimuleerd door goedkope alcohol en alcoholreclame via radio, tv, internet en via sponsoring van sport- en culturele evenementen. Gemeenten kunnen niet zoveel veranderen aan de reclame via televisie maar wel bijvoorbeeld aan reclame op gemeentelijke reclamedragers. Of ‘happy hours’ en supermarktstunts verbieden.

 

Integrale beleidsvisie

Het preventiemodel van Reynolds (2003) borduurt voort op de systeemtheorie van Holder. Het preventiemodel kent drie beleidspijlers: regelgeving, handhaving en educatie. De pijlers staan deels op zichzelf maar overlappen elkaar ook. Juist in de overlap is het integrale preventiebeleid terug te zien: het model maakt duidelijk dat niet alleen educatie maar ook regelgeving en handhaving bijdragen aan het voorkómen van (problemen door) alcoholgebruik.

Dit Preventie- en handhavingsplan is gebaseerd op deze integrale beleidsvisie. Er is immers sprake van een preventie én handhavingsplan. Dat impliceert dat meerdere afdelingen binnen de gemeenten - en dus ook meerdere typen maatregelen - worden ingezet bij de aanpak van de alcoholproblematiek.

 

Pijler 1: Regelgeving

De Alcoholwet is primair een volksgezondheidswet met als doel om, met name onder jongeren, gezondheidsschade door alcoholgebruik te voorkomen. Daarnaast stelt de Alcoholwet ook als doel om alcohol gerelateerde verstoringen van de openbare orde terug te dringen. De Alcoholwet geeft invulling aan beide doelstellingen door onder andere beperkingen te stellen aan de beschikbaarheid van alcohol. Zo mag er bijvoorbeeld niet worden verstrekt aan een jongere als niet is vastgesteld dat hij of zij 18 jaar of ouder is en is de aanwezigheid van dronken personen niet toegestaan in een horecagelegenheid of slijterij.

 

Pijler 2: Handhaving

Maatregelen ten aanzien van omgevingsfactoren, zoals bijvoorbeeld de beschikbaarheid van alcohol beperken, zijn het meest effectief. Helaas is het nog steeds zo dat jongeren gemakkelijk aan alcohol kunnen komen als ze dat willen. Een voorbeeld van een interventie gericht op deze pijler is: inzetten op een optimale handhaving zodat er niet geschonken wordt aan jongeren onder de 18 jaar.

 

Pijler 3: Educatie

Inzet van publieke bewustwordingscampagnes om het draagvlak voor het beleid te versterken en de norm met betrekking tot problematisch middelengebruik positief te beïnvloeden zijn heel belangrijk. De NIX18-norm moet de geldende norm zijn en dat behoeft voorlopig blijvende aandacht. Kennisverhoging en opvoedgedrag verbeteren door regel- en normstelling zal alleen werken als het algemene publiek via allerlei invalswegen elke keer weer dezelfde boodschap krijgt voorgeschoteld. Dit kun je bijvoorbeeld doen door een Zeeuwse publiekscampagne maar ook in kleinere settings: voorlichting aan ouders, andere volwassenen die om de jongeren heen staan en aan jongeren zelf.

6. Doelstellingen

 

Het doel van LZNVZ is het voorkomen en terugdringen van alcoholgebruik onder alle jongeren en jongvolwassenen tot 24 jaar. Jongeren en jongvolwassenen die extra aandacht nodig hebben om dit doel te bereiken, krijgen die extra aandacht. Daarnaast willen we dat alle alcoholverkopers en -verstrekkers zich aan de wet houden: niet verkopen of schenken aan jongeren onder de 18 jaar en niet doorschenken aan mensen die al te veel gedronken hebben. Omdat grenzen stellen en bewaken niet los staan van normbesef en publiek draagvlak, nemen we ook op die gebieden maatregelen.

 

Er wordt onderscheid gemaakt ten aanzien van de doelstellingen. Er zijn hoofddoelstellingen, inhoudelijke doelstellingen en procesdoelstellingen opgesteld.

 

Hoofddoelstellingen

  • 1.

    Het tegengaan en terugdringen van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar.

  • 2.

    Het tegengaan van risicovol alcoholgebruik door jongeren van 18 tot en met 23 jaar.

Inhoudelijke doelstellingen

De inhoudelijke doelstellingen verschillen in essentie niet van die van de afgelopen periode; op latere leeftijd, minder vaak en minder veel genotmiddelen gebruiken onder jongeren in Zeeland stimuleren. De inhoudelijke doelstellingen zullen getoetst worden aan cijfers die beschikbaar komen vanuit de reguliere monitoringssystemen.

 

  • 1.

    Het percentage Zeeuwse jongeren (uit klas 2 en 4) dat in de afgelopen 4 weken alcohol heeft gedronken, is in 2026 lager dan het percentage in 2019 (32%).

  • 2.

    Het percentage Zeeuwse jongeren (uit klas 2 en 4) wat in de afgelopen 4 weken aan bingedrinking heeft gedaan, is in 2026 lager dan het percentage in 2019 (22%).

  • 3.

    Het percentage jongvolwassenen dat dagelijks of wekelijks drinkt is in 2026 lager dan in 2019 (dagelijks 7% en wekelijks 38%) (Onderzoek Jongvolwassenen ZB, 2019).

  • 4.

    Een verbetering van de naleving onder de verstrekkers van alcohol ten opzichte van 2019 (33%).

Monitoring

De doelstellingen worden getoetst aan de hand van de resultaten uit de Gezondheidsmonitor Jeugd van GGD Zeeland, de monitor jongvolwassenen van het ZB| Planbureau onder 21-23 jarigen en het naleefonderzoek van ZB|Planbureau.

7. Risicoanalyse en interventiestrategie

 

In dit hoofdstuk wordt geïnventariseerd welke risicogevende settingen er zijn en vanuit welke beleidspijler regelgeving, handhaving, educatie) interventies moeten worden ingezet. De risicoanalyse geeft inzicht in de verschillende soorten settingen en de daarbij behorende risicokenmerken. Op basis van deze analyse is vervolgens een interventiestrategie gemaakt (tabel 1). De interventiestrategie geeft aan welke soorten interventies ingezet worden om de risico’s te verkleinen. Door het periodieke karakter van deze analyse, is het tevens een evaluatie-instrument dat inzicht geeft in de resultaten van het lokale alcoholbeleid, dat aanknopingspunten biedt voor een volgend Preventie- en Handhavingsplan Alcohol.

 

Risicoanalyse

 

Gegevens uit onderzoek

 

Het naleefniveau voor drankverstrekking aan minderjarigen door alcoholverstrekkers wordt in Zeeland vastgesteld aan de hand van mysteryshop-onderzoek. Hierbij worden jongeren die niet onmiskenbaar 18 jaar of ouder zijn ingezet, om te toetsen of drankverstrekkers eerst de leeftijd vaststellen alvorens tot verstrekking van alcohol over te gaan. Met het nalevingsonderzoek kan per setting en zelfs per locatie worden bepaald hoe de naleving van de leeftijdsgrens in de praktijk wordt uitgevoerd. Alcoholverstrekkers worden in algemene zin in kennis gesteld van het feit dat dergelijke onderzoeken worden uitgevoerd. De onderzoeken zelf worden in het geheim uitgevoerd om betrouwbare informatie te kunnen verzamelen. In het voorjaar van 2021 zou er weer een naleefonderzoek starten maar dit is vanwege Corona uitgesteld naar 2022 en wellicht 2023.

 

De kenmerken van het alcoholgebruik onder jongeren stellen we vast met de Gezondheidsmonitor Jeugd van de GGD Zeeland en de monitor jongvolwassenen van ZB|Planbureau. Deze monitors worden eens per vier jaar afgenomen. De intoxicatiecijfers worden op basis van de ziekenhuisgegevens van de alcoholpoli van het ADRZ, Bravis en ZorgSaam per kwartaal door 1NUL1 aan LZNVZ teruggekoppeld.

 

Gegevens van informanten

 

Om een praktijkgerichte risicoanalyse uit te voeren, ter aanvulling op de bovengenoemde onderzoeken, raadpleegt onze gemeente o.a. via LZNVZ ook andere bronnen. In eerste instantie zijn dat: politie, jongerenwerk, veldwerk verslavingszorg, de Alcoholwet BOA’s en de registraties bij de alcoholpoli in Zeeland. Van deze partners zal worden gevraagd aan te geven wat zij als de belangrijkste risico’s zien.

 

Interventiestrategie

 

Om het effect van afzonderlijke handhavings- of preventieve interventies te versterken worden deze zoveel mogelijk in samenhang ingezet. Daarnaast kiest de gemeente voor het inzetten van op wetenschappelijke inzichten gebaseerde integrale aanpakken. Zie onderstaande tabel voor (de combinatie van) maatregelen en integrale aanpakken die de gemeente inzet om de doelstellingen van dit plan te behalen. In de volgende hoofdstukken lichten we de verschillende maatregelen toe.

 

Afhankelijk van de setting en de omstandigheden met betrekking tot, bijvoorbeeld, de alcoholconsumptie daaromheen, is de ene maatregel effectiever dan de andere. In sommige gevallen zal een situatie activiteiten op het gebied van bijvoorbeeld handhaving eisen, in andere gevallen juist educatie. Echter, een mix van activiteiten uit alle pijlers is het meest aan te bevelen.

 

Tabel 1: Maatregelenmix per setting

Setting

Handhaving

Regelgeving

Educatie

Integrale aanpak

Detailhandel

  • -

    Toezicht leeftijdsgrens.

  • -

    Sanctiestrategie.

  • -

    Three strikes out

  • -

    Toezicht door detailhandel zelf

  • -

    Toezicht prijsacties (vanaf 1 juli 2021, NVWA)

  • -

    Leeftijdsgrens

  • -

    Prijsacties beperken (per 1 juli 2021 landelijk geregeld in de Alcoholwet)

  • -

    Nalevingscommunicatie

  • -

    Training caissières

  • -

    Communicatie over Alcoholwet, alcoholregels, prijsacties

Horeca/

Evenementen

  • -

    Toezicht leeftijdsgrenzen

  • -

    Toezicht doorschenken

  • -

    Toezicht regels Alcoholwet

  • -

    Toezicht Happy Hours

  • -

    Sanctiestrategie.

  • -

    Leeftijdsgrens

  • -

    Aanvullende eisen tav ontheffing Alcoholwet bij evenementen

  • -

    Beleidsregels ontheffingen art. 35 Alcoholwet

  • -

    Alcoholreclames verbieden

  • -

    Nalevingscommunicatie

  • -

    IVA Training barpersoneel

  • -

    Communicatie over Alcoholwet en alcoholregels, wederverstrekking

  • -

    Dronkenschap en doorschenken

  • -

    Leidraad alcoholbeleid op evenementen voor gemeenten

Clubhuizen en jongerencentra

  • -

    Toezicht leeftijdsgrenzen

  • -

    Toezicht doorschenken

  • -

    Toezicht regels Alcoholwet

  • -

    Toezicht schenkregels paracommercie.

  • -

    Sanctiestrategie.

  • -

    Leeftijdsgrens

  • -

    Schenktijden beperken

  • -

    Verbod sterke drank

  • -

    Alcoholreclames verbieden

  • -

    Opvoeding met betrekking tot middelengebruik

  • -

    Uitgaansopvoeding

  • -

    Communicatie over Alcoholwet en alcoholregels

  • -

    Dronkenschap en doorschenken

Thuis/ouders

  • -

    Ouderlijk toezicht op regels NIX18

  • -

    Ouders adviseren duidelijke regels te stellen en hier ook consequenties aan te verbinden

  • -

    Adviezen t.a.v. opvoeding met betrekking tot middelengebruik delen via socials, artikelen op gemeentelijke pagina’s, free publicity, www.lznvz.nl, (online) voorlichtingsavonden, talkshows, etc.

  • -

    Inzet politie n.a.v. aantreffen dronken jongeren op straat

  • -

    Inzet Emergis Preventie nazorg bij alcoholintoxicatie

  • -

    Huiskamergesprekken

  • -

    Homeparty voor ouders en eventueel jongeren

  • -

    Ouderavonden online

  • -

    Ouderavonden in café

  • -

    Nazorgtraject na alcoholintoxicatie

Sport

  • -

    Toezicht leeftijdsgrenzen

  • -

    Toezicht doorschenken

  • -

    Toezicht regels Alcoholwet

  • -

    Toezicht schenkregels paracommercie.

  • -

    Sanctiestrategie

  • -

    Geen alcohol bij jeugdwedstrijden

  • -

    Toezicht sterkte drank

  • -

    Schenktijden beperken

  • -

    Verbod sterke drank

  • -

    Leeftijdsgrens

  • -

    Verbod aanwezigheid

  • -

    dronken personen

  • -

    Alcoholreclames verbieden

  • -

    Communicatie over Alcoholwet en alcoholregels

  • -

    Alcoholregels duidelijk zichtbaar (NIX18)

  • -

    Uitstraling frisse en gezonde kantine

    Aanbod alcoholvrij alternatief

  • -

    IVA training barpersoneel/vrijwilligers

  • -

    Training vroegsignalering

  • -

    Voorlichting voor jongeren

  • -

    Voorlichting voor ouders en vrijwilligers

  • -

    Interventies uit digitale Toolkit ‘Sport Gezond’

  • -

    Dronkenschap en doorschenken

  • -

    Alcoholbeleid in sportkantines

Scholen

  • -

    Ondersteuning door boa’s en/of Emergis Preventie bij schoolfeesten (bijv. indrinken)

  • -

    Alcoholvrije schoolomgeving en activiteiten

  • -

    Voorlichting over genotmiddelen aan ouders

  • -

    Voorlichtingsavond voor ouders in samenwerking met school.

  • -

    Spreekuren op het VO, Leerlingen kunnen doorverwezen worden naar de preventiewerker als het er zorgen zijn

  • -

    Overleg over integrale aanpak preventie van problematisch gebruik genotmiddelen

  • -

    Alcoholvrije school

  • -

    Helder Op School, een doorlopende leerlijn vanaf de brugklas ( Frisse Start) tot minimaal het vierde leerjaar (In Charge)

  • -

    Gezonde School

Openbare ruimte

  • -

    Toezicht en handhaving in de openbare ruimte:

  • -

    bezit alcohol onder de 18 jaar

  • -

    openbaar dronkenschap

  • -

    Verbod aanwezig hebben alcohol onder de 18 jaar

  • -

    Verbod openbaar dronkenschap

  • -

    Alcoholreclames verbieden

  • -

    Communicatieplan

  • -

    Nalevingscommunicatie

  • -

    Campagne NIX18

  • -

    IkPas Campagne

  • -

    Dranquilo Campagne

(Jongeren) campings

  • -

    Toezicht leeftijdsgrenzen

  • -

    Toezicht doorschenken

  • -

    Toezicht regels Alcoholwet

  • -

    Toezicht schenkregels paracommercie.

  • -

    Sanctiestrategie.

Overleg over (huis)regels

  • -

    Nalevingscommunicatie

  • -

    Voorlichting door Emergis Preventie met een peergroup

Hokken / Keten

  • -

    Toezicht en handhaving in de openbare ruimte.

  • -

    Voorlichting aan ouders

 

8. Regelgeving en handhaving

 

De Alcoholwet is primair een volksgezondheidswet met als doel om, met name onder jongeren, gezondheidsschade door alcoholgebruik te voorkomen. Daarnaast stelt de Alcoholwet ook als doel om alcohol gerelateerde verstoringen van de openbare orde terug te dringen. De Alcoholwet geeft invulling aan beide doelstellingen door onder andere beperkingen te stellen aan de beschikbaarheid van alcohol.

De Alcoholwet geeft gemeenten verschillende verordenende bevoegdheden. Regelgeving is een onmisbare factor van een integraal alcoholbeleid. Om die reden wordt kort uiteengezet welke soorten regels er zijn.

 

Regels centraal en decentraal

 

Er zijn regels die van rijkswege gelden en regels die door de gemeenten zijn opgesteld. De regels van gemeentewege zijn neergelegd in een eventuele verordening paracommercie en/of de Algemene Plaatselijke Verordening. Daarnaast verstrekt de gemeente vergunningen en ontheffingen, al dan niet onder voorwaarden en stelt de gemeente het toetsingskader vast voor beleidsregels van de burgemeester inzake de ontheffingen ex. artikel 35 van de Alcoholwet en de ontheffing op grond van artikel 4 van de Alcoholwet.

 

Verordening

 

Het vastleggen van de schenktijden in de paracommercie is een wettelijke verplichting voor gemeenten (artikel 4 van de Alcoholwet). Doel is het voorkomen van oneerlijke concurrentie tussen paracommercie en commerciële horeca. Met het stellen van regels is rekening gehouden met de pijler alcohol en jeugd. Het is verstandig de schenktijden in sportverenigingen en jongerencentra, zeker daar waar veel jongeren komen, niet te ruim te maken. Achterliggende gedachte is de wetenschap dat ruime schenktijden leiden tot meer consumptie. Ook is het de vraag of vanuit normatief oogpunt wenselijk is dat jongeren tijdens sport en spel van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat geconfronteerd worden met het alcoholgebruik van anderen. De schenktijden kunnen in een aparte verordening paracommercie worden opgenomen of deel uit maken van de Algemene Plaatselijke Verordening. De Alcoholwet biedt gemeenten daarnaast de mogelijkheid in de verordening regels op te nemen op grond van artikel 25a t/m 25d van de Alcoholwet (bijvoorbeeld prijsacties en happy hours beperken of het hanteren van toegangsleeftijden tot 21 jaar bij horeca en terrassen op bepaalde tijdstippen). In onze gemeente zijn de schenktijden opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening. Gemeenten kunnen ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde happy hours beperken. Met deze bevoegdheid kunnen de meest excessieve acties (meer dan 40% korting) worden verboden. Onderzoek (Meier e.a., 2008) laat zien dat de prijs van alcohol een belangrijke voorspeller is voor gebruik en dat met prijsinterventies gebruik kan worden beïnvloed. Het verhogen van alcoholprijzen heeft specifiek impact op mensen die veel alcohol consumeren. Het beperken van mogelijkheden om met prijzen voor alcoholhoudende dranken te stunten is daarmee een geschikt instrument om de stevige consumptie in het uitgaansleven te beperken en dronkenschap te voorkomen.

 

In onze gemeente worden nauwelijks happy hours georganiseerd; er is nog geen noodzaak gevoeld om deze te verbieden in de APV.

 

Beleidsregels ontheffingen

 

De Alcoholwet biedt gemeenten de mogelijkheid om voorwaarden te stellen aan het verlenen van een ontheffing van de Alcoholwet. Gemeenten kunnen beleidsregels vaststellen om te bepalen of een paracommerciële inrichting op aanvraag een ontheffing krijgt van de schenkregels voor tijdelijke gelegenheden van bijzondere aard (artikel 4 Alcoholwet). Daarnaast kan de gemeente beleidsregels hanteren om te bepalen of en onder welke voorwaarden alcoholhoudende drank geschonken mag worden tijdens evenementen (artikel 35 Alcoholwet).

 

Nieuwe bevoegdheden voor gemeenten

 

In de nieuwe situatie is het de BOA ook toegestaan te handhaven wanneer er sprake is van wederverstrekking van alcohol door een meerderjarige áán een minderjarige. Daarnaast wordt het ook geregeld dat gemeenten bepaalde gebieden als alcohol-overlastgebied kunnen aanwijzen. Hiermee kunnen gemeenten extra regels instellen met betrekking tot alcoholverkoop. De nieuwe Alcoholwet regelt ook dat gemeenten ervoor kunnen zorgen dat ook op vervoersmiddelen die bedrijfsmatig alcohol verstrekken (zoals een bierfiets of partyboot) iemand aanwezig moet zijn die in het bezit is van een diploma sociale hygiëne. Wat de naleving van bezorgdiensten betreft wordt er geregeld dat de (online) verkoper verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de leeftijdscontrole, zowel bij de aankoop als bij aflevering.

 

Overige regels

 

In de Alcoholwet zijn nog tal van andere regels opgenomen waaraan alcoholverstrekkers dienen te voldoen. Zo moeten inrichtingen voldoen aan de zogenaamde inrichtingseisen en gelden er specifieke schenktijden/schenkregels voor de paracommerciële horeca.

 

TOEZICHT

Het doel van de gemeente is om door middel van naleving van de wet bij te dragen aan het voorkomen van gezondheidsschade en verstoringen van de openbare orde. Sinds 1 januari 2013 is de gemeente verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de wet en heeft daarmee een belangrijk instrument in handen. Onderzoek laat zien dat handhaving noodzakelijk is om het gewenste effect te bereiken van maatregelen zoals de leeftijdsgrens voor alcohol en het verbod op doorschenken (Babor e.a., 2010).

 

Risicoanalyse

 

Het toezicht op de Alcoholwet bestaat uit drie typen controles. Reguliere inrichtingencontroles (type 1) en controles op leeftijdsgrenzen, dronkenschap en schenktijden (type 2). Om te bepalen welk type controle moet worden ingezet en met welke frequentie, is een risicoanalyse uitgevoerd op inrichtingenniveau. De risicoanalyse gaat uit van de kans dat de regels worden overtreden maal het effect dat daarmee wordt veroorzaakt. Daarnaast wordt bezien of in een bepaalde gelegenheid veel jongeren komen en of het wel of niet paracommercie betreft.

 

De basis van de risicoanalyse wordt gevormd door de formule: Risico = Kans X Effect. De kans wordt in dit verband ook wel genoemd: het overtredersniveau, dus de kans dat de regels niet worden nageleefd. De kans op het overtreden van de regels hangt af van meerdere factoren. Te denken valt aan de drukte, het in werking hebben van een eigen (leeftijdscontrole)systeem en het nalevingsgedrag van de ondernemer in het verleden. Het overtrederniveau wordt ingeschat op basis van de beschikbare informatie en de lokale kennis binnen de gemeente. Indien na controle blijkt dat een ondernemer een betere of slechtere nalever is, dan wordt de score in de risicoanalyse bijgesteld. Dit gebeurt in ieder geval jaarlijks voorafgaande aan de jaarplanning.

 

Het effect is hoger naarmate er bijvoorbeeld meer jongeren of jongvolwassenen in de inrichting komen. Maar het kan ook zijn dat het effect bepaald wordt doordat bij overtreding van de regels meer oneerlijke concurrentie wordt veroorzaakt of meer problemen van openbare orde en veiligheid gepaard gaan.

 

Concreet is het de bedoeling dat de controlecapaciteit dus vooral ingezet wordt naarmate de regels minder goed worden nageleefd en juist op die plekken waar veel jeugd komt. Beide variabelen bevinden zich op een geleidende schaal.

 

De uitgewerkte risicoanalyse is bijgevoegd als bijlage 2. Uit de kolom of er veel of weinig jongeren in de inrichting komen en of het al dan niet een paracommerciële instelling betreft, kan worden afgeleid of controles van het type 2 moeten worden uitgevoerd.

 

Inzet toezicht per type controle

 

Risico-analyse voor toezicht

Het toezicht op de DHW bestaat uit twee typen controles, namelijk reguliere inrichtingencontroles (type 1) en controles op leeftijdsgrenzen, dronkenschap en schenktijden (type 2). Om te bepalen welk type controle moet worden ingezet en met welke frequentie, is een risicoanalyse uitgevoerd op inrichtingenniveau. De risico-analyse voor toezicht gaat uit van de kans dat de regels worden overtreden maal het effect dat daarmee wordt veroorzaakt. Daarnaast wordt bezien of in een bepaalde gelegenheid veel jongeren komen en of het wel of niet paracommercie betreft.

 

De basis van de risico-analyse wordt gevormd door de formule: Risico = Kans X Effect. De kans wordt in dit verband ook wel genoemd: het overtredersniveau, dus de kans dat de regels niet worden nageleefd. De kans op het overtreden van de regels hangt af van meerdere factoren. Te denken valt aan de drukte, het in werking hebben van een eigen (leeftijdscontrole)systeem en het nalevingsgedrag van de ondernemer in het verleden. Het overtrederniveau wordt ingeschat op basis van de beschikbare informatie van Handhaving Support en de lokale kennis binnen de gemeente. Indien na controle blijkt dat een ondernemer een betere of slechtere nalever is, dan wordt de score in de risico-analyse voor toezicht bijgesteld zodat de controlefrequentie bij die inrichting omlaag kan.

Het effect is hoger naarmate er bijvoorbeeld meer jongeren of jong-volwassenen in de inrichting komen. Maar het kan ook zijn dat het effect bepaald wordt doordat bij overtreding van de regels meer oneerlijke concurrentie wordt veroorzaakt of meer problemen van openbare orde en veiligheid gepaard gaan.

 

Concreet is het de bedoeling dat de controlecapaciteit dus vooral ingezet wordt naarmate de regels minder goed worden nageleefd en juist op die plekken waar veel jeugd komt. Beide variabelen bevinden zich op een glijdende schaal.

 

De uitgewerkte risicoanalyse is vertrouwelijk en derhalve niet openbaar. Immers, het is niet wenselijk dat alcoholverstrekkers op voorhand concreet zicht hebben op wanneer een controle plaats zal vinden. Vooral het gegeven dat alcoholverstrekkers dan ook weten wanneer geen controle gepland staat, kan een negatief effect hebben op het naleefgedrag. Alle alcoholverstrekkers komen in principe terug in de programmatische planning. Het verschil zit hem in de frequentie dat een alcoholverstrekker bezocht wordt. Uit de kolom of er veel of weinig jongeren in de inrichting komen en of het al dan niet een paracommerciële instelling betreft, kan worden afgeleid of controles van het type 2 moeten worden uitgevoerd.

 

Inzet toezicht per type controle

 

Type 1: Inrichtingencontroles

 

Bij de inrichtingencontroles wordt gekeken naar de aanwezigheid en actualiteit van de vergunning of ontheffing, het voldoen aan de voorschriften van de vergunning/ontheffing en andere bepalingen uit de DHW, zoals de aanwezigheid van leidinggevenden tijdens openingstijden.1Deze controles vinden vaak overdag plaats en er is direct contact met de drankverstrekker. Ervaringscijfers kunnen tot de conclusie leiden dat sommige inrichtingen een lagere en sommige een hogere controlefrequentie krijgen toegewezen. Om dit goed in te schatten voor de langere termijn zijn alle inrichtingen één maal bezocht tijdens de planperiode 2015-2016, te beginnen met de zgn. Hot Spots. Naar aanleiding daarvan is de risico-analyse bijgesteld en luidt het programma nu als volgt: (3 uur per inrichting, incl. hercontrole):

 

Inrichtingencontroles (type 1)

Risicoscore

Aantal locaties

Controlefrequentie

Te controleren inrichtingen per jaar

Benodigde capaciteit

1-3

77

1 * per 10 jaar

7,70

23,10 uur

4-6

16

1 * per 8 jaar

2,00

6,00 uur

9

1

1 * per 4 jaar

0,25

0,25 uur

TOTAAL

29,85 uur

 

Type 2: Leeftijdsgrenzeninspecties/ dronkenschap/schenkregels2

 

Leeftijdsgrenzeninspecties bij alcoholverstrekkers richten zich in hoofdzaak op het controleren van verstrekking van alcoholhoudende drank aan jongeren onder de 18 jaar. Daarnaast worden controles uitgevoerd op dronkenschap en op schenktijden binnen de paracommercie. Het toezicht bestaat uit observaties op de plaatsen en tijdstippen waarop

(’s avonds en in de weekenden) jongeren alcoholhoudende dranken kopen en gebruiken.

 

De controle-inzet voor type 2 controles wordt als volgt vastgesteld (7 uur per inrichting (2 personen * 3,5 uur)):

 

Leeftijdsgrenzeninspecties/ dronkenschap/schenkregels

Aantal locaties

Controlefrequentie

Te controleren inrichtingen per jaar

Benodigde capaciteit

Hotspots (incl. evenementen)

(jongeren / OOV / leeftijdsgrenzen / doorschenken)

10

1 * per jaar

10,00

70,00 uur

Overig

84

1 * per 4 jr

21,00

147,00 uur

TOTAAL

217,00 uur

 

Scenario:

We begonnen in 2015 met de Hot Spots voor zowel type 1 als type 2 controles, en 21 van de overige 58 inrichtingen, in 2016 de 37 overige inrichtingen zowel type 1 als type 2 controles en werken vanaf 2017 met de bovengenoemde frequenties, uitsmerende met een jaarlijks gemiddelde.

 

Het jaarlijkse gemiddelde wordt:

Type 1:

Risicoscore 1-3: 7,7 inrichtingen

Risicoscore 4-6: 2,0 inrichtingen

Risicoscore 9: 0,25 inrichting

Totaal 9,95 inrichtingen per jaar, maal 3 uur = 29,85 uur.

 

Type 2:

Risicoscore 1-7: 21 inrichtingen

Risicoscore 8-14: 10 inrichtingen.

Totaal 31 inrichtingen per jaar, maal 7 uur = 217 uur.

 

Voor 2022 komt dit neer op een in te zetten capaciteit van afgerond 247 uur.

 

Overige controles

Naast de hierboven genoemde programmatische type 1 en type 2 controles op basis van het bovengenoemde overzicht vinden nog de volgende incidentele controles/acties plaats.

 

Steekproefsgewijze controles bij evenementen

Deze vinden plaats aan de hand van de afgegeven evenementenvergunningen. Vaak jaarlijks terugkerende evenementen, waarbij op basis van ervaringen van de vorige jaren een afweging wordt gemaakt voor een eventuele steekproef.

 

Controles bij ontmoetingsplaatsen/hotspots

Deze vinden plaats op locaties waarover klachten of signaleringen of meldingen van de politie zijn binnengekomen.

 

Juridisch vervolg

Dit komt aan de orde wanneer na een controle handhaving volgt. Met name indien er sprake is van een last onder dwangsom/bestuursdwang of het intrekken van een vergunning.

 

Interventiestrategie bepalen

Op basis van de risicoanalyse worden prioriteiten vastgesteld. Daarbij wordt een afweging gemaakt tussen de aandacht voor de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop van 18 jaar en de bepalingen rondom dronkenschap, zoals het niet toelaten van dronken personen in een horecagelegenheid en het niet schenken aan klanten in kennelijke staat van dronkenschap. Elk jaar worden met het herijken van de hotspots tevens de handhavingsprioriteiten opnieuw vastgesteld.

 

Handhavingsmethoden

 

Opties voor leeftijdscontroles Alcoholwet

(Gemeenten kunnen keuze maken uit één of meerdere opties)

 

Methode

Opmerking

Observatie door eigen toezichthouders

Niet effectief

Controle eigen toezichthouders met mystery shoppers

Risico dat eigen toezichthouders herkend worden.

Controle door mystery toezichthouders zonder mystery shoppers.

De ingevoegde bepalingen van de Alcoholwet bieden hier ruimere mogelijkheden

Controle door mystery toezichthouders met mystery shoppers.

Thans de meest toegepaste methode.

Overige methoden, zoals bijvoorbeeld convenant zelfcontrole door de branche.

Levert over het algemeen rechtsongelijkheid op

1

Controle door toezichthouders zonder mystery shoppers.

werkwijze

  • De horeca-inrichtingen worden bezocht door toezichthouders die ter plaatse een controle doen door middel van observatie .

voordelen

  • Juridisch veilig

nadelen

  • Indien gekozen wordt voor toezichthouders uit de eigen organisatie zijn deze vanwege hun werk veelal bekend binnen horeca-inrichting en ook vallen zij op als zij een horeca-inrichting binnen gaan waar vooral jeugdigere personen hun avond doorbrengen. Een overtreding is door hun dus vrij lastig te constateren. Derhalve is inhuur of uitruil in deze aan te bevelen.

aandachtspunten

conclusie

  • Heeft gezien de zeer lage effectiviteit m.b.t. repressieve handhaving geen voorkeur.

 

2

Controle door eigen toezichthouders met mysteryshoppers.

werkwijze

  • De horeca-inrichtingen worden bezocht door de eigen toezichthouders die worden vergezeld door een mysteryshopper. Deze laatste doet een aankooppoging die wordt waargenomen door de toezichthouder.

voordelen

  • Redelijk flexibel qua planning en regie.

  • Met de invoering van de Alcoholwet is de inzet van 16 en 17 jarige mystery shoppers vereenvoudigd.

nadelen

  • Hetzelfde argument als bij optie 1 vanwege de bekendheid van de toezichthouders.

  • 16 en 17 jarige mystery shoppers m ogen tot uiterlijk 23:00 uur ingezet worden (Arbowet).

aandachtspunten

  • Het gebruik maken van een mystery shopper vraagt om juridische zorgvuldigheid. Zolang er nog geen heldere jurisprudentie is over de inzet van mystery shoppers bij horecacontroles bestaat er een afbreukrisico.

conclusie

  • Heeft gezien de zeer lage effectiviteit m.b.t. repressieve handhaving geen voorkeur.

info

  • Door STAP is een factsheet gepubliceerd met betrekking tot de inzet van mystery shoppers bij de handhaving van de Alcoholwet. In deze factsheet worden de knelpunten die bij de huidige toegepaste methodiek bij controles worden ervaren beschreven.

 

3

Controle door mysterytoezichthouders zonder mysteryshoppers.

werkwijze

  • De horeca-inrichtingen wordt bezocht door een jong uitziende toezichthouder(s) die ter plaatse een controle doen door middel van observatie.

  • De mystery toezichthouder is afkomstig uit een BOA-poule of van een bedrijf ingehuurd.

voordelen

  • Minder opvallend dan controle door eigen toezichthouders.

  • Kan anoniem.

  • Juridisch veilig,

nadelen

  • Meerkosten qua inhuur personeel.

aandachtspunten

  • Deze optie is eigenlijk enkel geschikt indien gekozen wordt voor uitbesteding aan een marktpartij. Daar eigen toezichthouders maar een beperkte periode inzetbaar zijn.

conclusie

  • Kan indien uitbesteed een werkbare methode zijn.

 

4

Controle door mysterytoezichthouders met mysteryshoppers.

werkwijze

  • De horeca-inrichtingen wordt bezocht door een jong uitziende toezichthouder die wordt vergezeld door een mysteryshopper. Deze laatste doet een aankooppoging die wordt waargenomen door de toezichthouder.

  • De mysterytoezichthouder is afkomstig uit een BOA-poule of van een bedrijf ingehuurd.

voordelen

  • Effectieve manier van controleren met een hoge pakkans.

  • Met de invoering van de Alcoholwet is de inzet van 16 en 17 jarige mysteryshoppers vereenvoudigd.

nadelen

  • Vraagt een goede coördinatie met betrekking tot planning en regie.

  • Brengt meerkosten met zich mee als gevolg van personeelskosten door derden.

  • Controle wordt door horecaondernemers als niet chique ervaren.

  • 16 en 17 jarige mysteryshoppers mogen tot uiterlijk 23:00 uur ingezet worden (Arbowet).

aandachtspunten

  • Het gebruik maken van een mysteryshopper vraagt om juridische zorgvuldigheid. Zolang er nog geen heldere jurisprudentie is over de inzet van mysteryshoppers bij horecacontroles bestaat er een zeker afbreukrisico.

info

  • Door STAP is een factsheet gepubliceerd met betrekking tot de inzet van mysteryshoppers bij de handhaving van de Alcoholwet. In deze factsheet worden de knelpunten die bij de huidige toegepaste methodiek bij controles worden ervaren beschreven.

conclusie

  • Met inachtneming van de juridische zorgvuldigheid aan te bevelen als methode voor repressieve handhaving.

 

 

5

Toezicht belegd enkel door middel van een convenant (bijvoorbeeld Jong proef)

werkwijze

  • Het bevoegd gezag en de lokale horeca sluiten een convenant waarbij het toezicht door middel van een vorm van zelfcontrole bij een derde marktpartij wordt belegd.

voordelen

  • Het bevoegd gezag hoeft weinig tijd te investeren in het toezicht,

nadelen

  • Juridisch discutabel,

  • Afhankelijk van de vorm van het convenant kan dit deelnamekosten met zich meebrengen.

  • Weinig zicht op de resultaten en effecten.

  • Bevoegd gezag heeft weinig tot geen regie.

aandachtspunten

conclusie

  • Indien enkel voor een convenant gekozen wordt zonder flankerende controle mogelijkheden is deze optie vanwege de strijdigheid met de beginselplicht tot handhaven (juridisch argument)niet aan te bevelen.

6

Toezicht belegd door middel van een convenant geflankeerd door een ander vorm van toezicht

werkwijze

  • Een zelfde soort convenant als bedoeld in optie 5, maar dan geflankeerd door een protocol dat voorziet in mogelijkheden tot repressieve handhaving bij herhaald niet naleving van de regelgeving. Deze flankerende vorm van handhaving kan door middel van één van de bovenstaande geadviseerde opties.

voordelen

  • Juridisch meer acceptabel dan optie 5 .

  • Waarschijnlijk behoorlijk draagvlak bij de horecaondernemers.

nadelen

  • Relatief hogere (dubbele) kosten.

aandachtspunten

  • Hierbij moet het bevoegd gezag de regie voeren met betrekking tot de handhaving en toepassing van het convenant.

  • Jong proef methode

    Positieve insteek.

    De basis bij de BHBW Jong Proef Preventie Methodiek bestaat uit een convenant afgesloten tussen drie partijen: de gemeente, de alcoholverstrekker en BHBW. De ondernemers hebben een belangrijke rol: als maatschappelijk verantwoordelijke bedrijven spreken zij uit de regels na te leven en hun verantwoordelijkheid hierin te nemen. Met dit convenant conformeren ondernemers zich aan de Alcoholwet met als doel het terugdringen van de verkoop van alcoholhoudende dranken aan jongeren. Na ondertekening van het convenant onderzoekt BHBW met het Jong Proef Onderzoek of deze ondernemingen zich aan de voorwaarden van het convenant houden. Gedurende de looptijd van het convenant zet de gemeente geen toezichthouders in bij de deelnemende ondernemers en is bestuurlijke handhaving niet mogelijk.

  • De overtreder betaalt.

  • De ondernemers leveren, bij het sluiten van het convenant, een financiële bijdrage. Voldoet een ondernemer tijdens een bezoek aan de voorwaarden uit het convenant, dan krijgt hij een gedeelte van zijn ingelegde financiële bijdrage terug. Voldoet een ondernemer niet aan de voorwaarden, dan wordt een gedeelte van zijn ingelegde bijdrage gebruikt om de Jong Proef Preventie Methodiek te bekostigen. Bij herhaaldelijke overtredingen wordt het convenant met de betreffende ondernemer beëindigd en valt hij onder het reguliere toezicht wat hierdoor gericht kan worden ingezet.

  • De opzet is gezamenlijk een beter naleefgedrag te bereiken met een alternatieve en efficiëntere vorm van controle. Iedereen mag meedoen aan het convenant, maar om deel te mogen blijven nemen moet continu aan de voorwaarden van het convenant worden voldaan. Hierbij wordt de ondernemer ook geholpen. Bij de start van het convenant worden de kassamedewerkers geïnstrueerd waar zij op moeten letten bij alcoholverstrekking.

  • Resultaat

    De BHBW Jong Proef Preventiemethodiek levert voor alle partijen voordelen op. De gemeente heeft minder toezichtscapaciteit nodig op het gebied van leeftijdscontroles in de deelnemende branche en kan daarmee kosten besparen. De ondernemers krijgen hulp bij het tegengaan van verkoop van alcohol aan jeugd en vallen tijdens de convenantperiode buiten het reguliere toezicht. Gemeente en ondernemer staan naast elkaar in plaats van tegenover elkaar.

Conclusie

  • Dit kan met in achtneming van het juridische afbreukrisico en mogelijke rechtsongelijkheid een optie zijn die werkbaar is.

 

Opmerking vanuit de werkgroep

 

Uniforme uitvoering van de strategieën.

 

In de praktijk blijkt dat nog niet alle gemeenten uniform omgaan met het toepassen van de toezichtstrategie en de handhavingsstrategie. Zo zijn er significante verschillen per gemeente met betrekking tot de beschikbare uren voor het toezicht op de Alcoholwet. Eveneens zijn er verschillen bij het opleggen van bestuurlijke boetes. Een Zeeuwsbrede aanpak van de materie vraagt ook een Zeeuwsbrede uniforme uitvoering van de handhaving.

 

Toepassen controlemethode

 

Om tot een effectieve Zeeuwsbrede methode van handhaving te komen is het advies om voor zover dit nog niet gebeurd is over te gaan naar de methode van mystery-shoppers. Noord-Beveland doet dit al enkele jaren.

 

Nalevingscommunicatie

 

Communicatie versterkt het effect van de handhaving. Het draagt bij aan een verhoogde subjectieve pakkans en aan meer draagvlak voor de maatregelen. Het is van belang de communicatie naar de diverse doelgroepen in goed overleg met andere afdelingen en partijen vorm te geven.

 

Sanctiestrategie

 

Na controle wordt een controlerapport of boeterapportage opgemaakt. Indien is gebleken dat de gecontroleerde zich niet (geheel) aan de regels houdt, kan het bevoegd gezag verschillende sancties toepassen teneinde de overtreder ertoe te bewegen zich in het vervolg wel te houden aan de voor hem geldende regels. Niet alle overtredingen zijn even ernstig. Bij dit preventie- en handhavingsplan hoort de sanctiestrategie weer waarin is bepaald met welk sanctiemiddel de burgemeester in beginsel reageert op overtredingen. Voor de lichtere overtredingen wordt eerst een waarschuwing gegeven, voor de ernstigere overtredingen wordt direct een daadwerkelijke sanctie opgelegd zoals een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom. Ook intrekken of schorsen van de vergunning behoort tot de mogelijkheden die de burgemeester ter beschikking staan. Aan de sanctiestrategie is tevens wederverstrekking toegevoegd.

 

Hardheidsclausule

 

Afwijken van de sanctiestrategie is mogelijk. Dat kan ten eerste in spoedeisende gevallen, waarbij direct handhavend optreden vereist is en de waarschuwing derhalve achterwege wordt gelaten. Ten tweede kan ook op basis van bijzondere feiten en omstandigheden worden afgeweken van de sanctiestrategie. De sanctie dient immers in alle gevallen proportioneel te zijn. Het toezicht en de handhaving hebben tot doel te komen tot preventie en een betere naleving en waarborging van de geldende wet- en regelgeving. In uitzonderlijke gevallen kan dit doel beter bereikt worden door af te wijken van de sanctiestrategie, waarbij deze afwijking wordt gemotiveerd.

 

Effectmeting en evaluatie

 

Het effect van het toezicht en de handhaving op de naleving van de leeftijdsgrens wordt gemeten met nalevingsonderzoek. Dit onderzoek wordt een keer per twee jaar uitgevoerd.

9. Educatieve- en communicatieve activiteiten

 

In de omgeving van jongeren en jongvolwassenen staan drie doelgroepen centraal die invloed hebben op het alcoholgebruik:

 

  • 1.

    Verstrekkers van alcohol;

  • 2.

    Scholen: BO (in mindere mate), VO, MBO en HBO;

  • 3.

    Ouders/opvoeders/andere volwassenen die (veel) met jongeren te maken hebben.

Daarnaast moeten de jongeren en jongvolwassenen zelf niet worden vergeten. Hoewel we weten dat zij minder open staan voor voorlichting is het wel van belang dat zij weten wat de consequenties van alcoholgebruik kunnen zijn en wat regels zijn zodat zij deze ook na kunnen leven.

 

Meer en meer komt de nadruk te liggen op handhaving. Educatie en communicatie zijn ondersteunend hieraan en zijn belangrijk om draagvlak te creëren voor de NIX18 norm. Ter illustratie worden hieronder enkele mogelijkheden per doelgroep toegelicht.

 

Verstrekkers van alcohol

Met de term verstrekkers worden alle personen bedoeld die verantwoordelijk zijn voor een adequate naleving van de eerder genoemde bepalingen in (onder andere) de Alcoholwet. Dat kunnen horecaondernemers, barpersoneel, barvrijwilligers, portiers, caissières, filiaalmanagers etc. zijn. Van deze professionals wordt verwacht dat ze de leeftijdsgrens voor de verstrekking van alcohol kennen en naleven, evenals het verbod op doorschenken bij dronkenschap, wederverstrekking en het toelaten van personen in kennelijke staat van dronkenschap in de onderneming, vereniging of het evenement. Het gaat in deze paragraaf concreet om: de detailhandel, de horeca/evenementen en de sportkantines.

 

Training

Belangrijk is vooral dat een verstrekker zich bewust is van zijn/haar verantwoordelijkheid en in staat is juist te handelen, ook wanneer er weerstand is bij de klant. Om verstrekkers hierin te bekwamen zijn trainingsprogramma’s ontwikkeld zoals de IVA (Instructie Verantwoord Alcoholgebruik) training voor barvrijwilligers en de Evenementen IVA.

 

Gekoppeld aan het handhavingsplan kunnen horecaondernemers en sportverenigingen bij wie voor een tweede maal een overtreding is vastgesteld op bovengenoemde zaken worden verplicht een training barcode/IVA door hun personeel/vrijwilligers en management te laten volgen. Emergis Preventie (1NUL1) voert deze IVA trainingen uit. Aanvullend hierop is de EHBDU als training.

 

Voor Alcoholwet-vergunningsvrije verkooppunten zoals supermarkten wordt geadviseerd overleg te laten plaatsvinden met de ondernemers(verenigingen) om helder te krijgen wat men intern aan training van personeel doet. 1NUL1 biedt deze trainingen aan.

 

Nalevingscommunicatie

Naleving van de wet kan naast individuele training worden beïnvloed door nalevingscommunicatie. Doel van nalevingscommunicatie is om een gedragsverandering bij de doelgroep te creëren en om de subjectieve pakkans te vergroten. Daarom is een nalevingscommunicatieplan ontwikkeld. Dit kan ook worden ingezet voor andere nalevingsproblemen die in de gemeente spelen.

De volgende elementen maken in ieder geval onderdeel uit van de nalevingscommunicatiestrategie van onze gemeente:

 

Educatieve communicatie

Uitleg van de regels, de argumenten voor deze regels, uitleg over mogelijke hulpmiddelen om na te kunnen leven. Dit is nodig als onduidelijkheid over (het belang van) de regels naleving in de weg staat.

 

Dreigende communicatie

Communicatie over controles, inzet mystery shoppers, sancties, uitbreiding toezichtcapaciteit, etc. Deze vorm beïnvloedt de subjectieve pakkansbeleving en kan effectief zijn als blijkt dat de regels bewust overtreden worden.

 

Normatieve communicatie

Bijvoorbeeld een interview met een ondernemer die de regels goed naleeft, een nieuwsbericht waarin het percentage nalevers wordt genoemd in plaats van het aantal overtreders. Oftewel: het communiceren van de gewenste norm, ervan uitgaande dat de gemiddelde mens graag aan de algemeen geldende norm wil voldoen.

 

Evenementenbeleid

Onze gemeente past waar mogelijk het evenementenbeleid aan en geven tips aan organisator op het gebied van alcoholverstrekking. Hier is een folder en informatiepakket vanuit LZNVZ voor beschikbaar, zie Folder verantwoord gebruik van alcohol bij evenementen | Laat ze niet (ver)zuipen (laatzenietverzuipen.nl). 1NUL1 is vaak betrokken bij het maken van beleid rondom preventie tijdens evenementen.

 

Onderwijs

De school is een belangrijke pedagogische omgeving voor jongeren. De gemeente gaat daarom in samenwerking met 1NUL1 en de GGD (Gezonde School) met de scholen bespreken hoe zij hoe zij volgens de wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen verslavingspreventie (Onrust e.a., 2016) aan alcoholpreventie kunnen werken. Door de schoolomgeving en alle schoolgerelateerde activiteiten alcoholvrij te houden, ondersteunt het onderwijs NIX18 en de norm dat alcoholgebruik niet vanzelfsprekend is. Daar waar mogelijk wordt Emergis Preventie ingezet voor ‘blaasacties’ voorafgaand aan de schoolfeesten.

 

Helder Op School

 

Helder Op School, een doorlopende leerlijn vanaf de brugklas (Frisse Start) tot minimaal het vierde leerjaar (In Charge) waar alle thema’s aan de leerlingen worden aangeboden op het gebied van preventie alcohol en drugs coördinatie 1NUL1)

 

Spreekuren op het VO (door 1NUL1)

 

Leerlingen kunnen doorverwezen worden naar de preventiewerker als er zorgen zijn met betrekking tot middelengebruik of overmatig gamen.

 

Ouderavond via school (door 1NUL1 of Stichting Voorkom)

 

Jongeren zijn gemakkelijk via scholen te bereiken. Ouders van deze jongeren zijn echter steeds minder makkelijk via scholen te bereiken. Om toch een zo groot mogelijke groep ouders te bereiken wordt aangeraden thema’s te combineren. Als ouders bijvoorbeeld toch naar school komen voor een mentoravond, wordt die avond ook ingezet op voorlichting over jeugd en alcohol te geven. Ook theater of social media zijn thema’s waar ouders graag meer informatie over krijgen.

 

Online Talkshows ‘Help! Mijn kind is een puber!’

 

Ter aanvulling op de fysieke ouderavonden is er nu ook de online talkshow ‘Help! Mijn kind is een puber!’. Een initiatief van GGD Zeeland, 1NUL1, Zeeland Zonder Zelfmoord en LZNVZ. Er is een reeks van vier afleveringen opgenomen. Ouders kunnen live vragen stellen via de chat aan de professionals. De afleveringen gaan over:

 

  • 1.

    Genotmiddelen;

  • 2.

    Relaties & Seksualiteit;

  • 3.

    Sociale media & Gamen;

  • 4.

    Stress, Somberheid & Suïcide.

Training Vroegsignalering (door 1NUL1)

 

Door vroegtijdig te signaleren kun je in een eerder stadium ingrijpen zodat problemen bij kwetsbare jongeren voorkomen kunnen worden of minder ernstig zullen uitpakken. Mentoren uit het VO zullen getraind worden om dreigende problematiek rondom gebruik van genotmiddelen bij jongeren vroegtijdig te herkennen. De training signaleren & begeleiden wordt aangeboden aan professionals. Leerkrachten is een doelgroep professionals die deze training met regelmaat krijgt.

 

Ouders en de thuissituatie

Alcoholopvoeding

Ouders denken veelal dat het gedrag van hun puber volledig wordt bepaald door ‘peers’ (als bijvoorbeeld vrienden), terwijl zij wel degelijk ook zelf invloed hebben op het gebruik van genotmiddelen door hun kinderen (van der Vorst, 2006). Uit diverse onderzoeken blijkt bijvoorbeeld dat veel jongeren thuis drinken en zelfs drank van hun ouders krijgen. De beschikbaarheid van alcohol in huis en het stellen van regels zijn geschikte instrumenten om alcoholgebruik tegen te gaan. Uit onderzoek blijkt dat kinderen van ouders die geen duidelijke regels hebben afgesproken en geen leeftijdsgrens hebben gesteld voor het drinken van alcohol al op jongere leeftijd beginnen met drinken. Ze drinken bovendien vaker dan jongeren waarvan de ouders wel een leeftijdsgrens hebben gesteld. Naast het stellen van regels zijn andere beschermende factoren: een goede band tussen ouder en kind en een autoritatieve opvoedstijl.

 

Uitgaansopvoeding

Ook door regels te stellen die niet expliciet gaan over alcoholgebruik, kunnen ouders invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kind. Dan gaat het vooral over afspraken omtrent uitgaan, zoals hoe vaak ze uit mogen gaan en hoe laat zij thuis moeten zijn.

 

Normverandering en opvoedondersteuning

Adviezen met betrekking tot opvoeding over alcoholgebruik zullen wijd onder de ouders verspreid worden. Via diverse invalswegen zullen ouders geconfronteerd worden met de nix18 norm zodat die nieuwe norm voor hen normaal gaat worden. Ook zullen zij handvaten aangereikt krijgen om die norm toe te kunnen passen bij hun eigen kinderen. Dit gaat (onder andere) door:

  • -

    In samenwerking met LZNVZ VO-scholen de nix18 norm en de daarbij behorende opvoedadviezen aan te bieden (bijv. door informatieve stukjes in nieuwsbrieven en website van de school).

  • -

    Het organiseren van stapavonden (door 1NUL1) voor ouders van kinderen tussen de 14 en 18 jaar, waarbij ouders zelf kennis kunnen maken met de uitgaansgelegenheden waar hun kinderen komen en daar workshops van o.a. politie en GGD krijgen, over alcohol maar mogelijk ook drugs en/of social media. Vaak ook gecombineerd met een theatervoorstelling.

  • -

    Homeparty, voorlichting thuis aan ouders en eventueel de kinderen (door 1NUL1). Ouders organiseren zelf deze avond en nodigen belangstellenden uit, die in diverse thema’s op een laagdrempelige manier voorlichting krijgen.

  • -

    Halt stuurt jongeren door die via een proces verbaal bij Halt terecht zijn gekomen na een incident onder invloed van alcohol of drugs. Voorlichting door 1NUL1 is een onderdeel van de leeropdracht die de jongere moet uitvoeren.

  • -

    De inzet van 1NUL1 aangaande de nazorg voor jongeren die terecht zijn gekomen op de alcoholpoli.

  • -

    De inzet van de politie bij het aantreffen van laveloze jongeren; ouders en kind zullen worden uitgenodigd op gesprek en krijgen beelden van de bodycam van de politie te zien. Hierna volgt een gesprek tussen politie, ouders en kind.

  • -

    Het houden van zogenaamde ‘huiskamergesprekken’ waarbij bij ouders thuis een gesprek wordt gevoerd met andere ouders over jongeren en alcohol (door 1NUL1)

  • -

    De online talkshow ‘Help! Mijn kind is een puber!’ breed onder de aandacht te brengen.

  • -

    De theatershow ‘Onder Invloed’ van Play Back te organiseren of Helder Theater uit te nodigen.

Sportverenigingen

Uit eerdere naleefonderzoeken bleek dat de sportverenigingen erg slecht scoorden. Dit zou niet zo mogen zijn. Sportverengingen geven zelf aan in een spagaat te zitten; enerzijds hebben zij de inkomsten vanuit de verkoop van alcoholische dranken hard nodig. Anderzijds willen zij niet het verkeerde voorbeeld geven aan de jeugd. Hiernaast heerst binnen veel sportverenigingen nog de norm dat een biertje erbij hoort (denk aan de zogenaamde ‘3e helft’). Het kost tijd om deze norm te kunnen veranderen. De beste methode om dit te doen is een goede relatie met de sportverengingen op te bouwen en samen met hen te kijken naar wat ze kunnen verbeteren. Onze gemeente gaat hier onder andere de volgende inzet op plegen:

Publiekscommunicatie

Inzet van publieke bewustwordingscampagnes om het draagvlak voor het beleid te versterken en de norm met betrekking tot gebruik van alcohol positief te beïnvloeden zijn heel belangrijk. De NIX18 norm zal de geldende norm moeten worden en dat behoeft voorlopig blijvende aandacht. Kennisverhoging en opvoedgedrag verbeteren door regel- en normstelling zal alleen werken als het algemene publiek via allerlei invalswegen elke keer maar weer dezelfde boodschap krijgt voorgeschoteld. Dit doet onze gemeente door actief aan te haken bij de Zeeuwse publiekscampagne waarin deelcampagnes als de Ikpas, de Sportflight en de NIX18 campagne een belangrijke plek innemen die de communicatie afdeling van onze gemeente ook uitzet. Ook worden er regelmatig via social media en via de nieuwsbrief berichten verspreid en verwerven we zoveel mogelijk free-publicity als er in onze eigen gemeente een activiteit word uitgevoerd. Landelijke, Zeeuwse en lokale campagnes en activiteiten kunnen elkaar immers versterken. Onze burgers begeven zich immers over onze gemeentegrenzen heen.

 

Jongeren

Jongeren zelf zijn nauwelijks vatbaar voor sec voorlichtingsactiviteiten (Roodbeen, 2014). Het is daarom van belang nooit in te zetten op alleen maar voorlichtingsactiviteiten voor jongeren. Toch is het relevant dat jongeren weet hebben van de risico’s die alcoholgebruik met zich meebrengt en kennis hebben over de wet- en regelgeving. We richten ons in samenwerking met LZNVZ met name om de schil rond jongeren heen. Als zij goed op de hoogte zijn zullen zij deze informatie aan de jongeren doorgeven en het goede voorbeeld geven. Hiernaast krijgen ook de jongeren zelf via onze media campagne de boodschap NIX18 mee en willen wij ze laten ervaren dat je ook veel lol kunt hebben zonder alcohol. Een activiteit die hiervoor ontstaan is zijn de zogenaamde ‘frisfeesten’. 1NUL1 coördineert deze tegenwoordig. Belangrijk hierbij is jongeren ook zelf te betrekken zodat je weet dat je een goede line-up, coole drankjes en een goede locatie hebt. 1NUL1 werkt volgens een protocol op basis van eerder georganiseerde frisfeesten zodat incidenten zoveel mogelijk voorkomen kunnen worden.

10. Samenwerking, uitvoering en evaluatie

 

 

Samenwerking met externe partners

Op een integraal dossier als het beleid rondom de aanpak van problematisch gebruik van genotmiddelen is samenwerking essentieel voor een goede uitvoering. De volgende partners zijn daarbij concreet in beeld:

Politie 

Hotspots in kaart brengen, veiligheid tijdens inspecties, jongeren vragen naar ID, inzet bodycams en eventuele samenwerking met betrekking tot de aanpak van doortappen vanuit het Wetboek van Strafrecht en openbare dronkenschap (artikel 252 resp. 453).

Ondernemers/verenigingen

Naleving Alcoholwet, interventies uit de Toolkit Sport Gezond! uitvoeren, nalevingscommunicatie, training personeel/vrijwilligers.

Scholen

Halfjaarlijks overleg over intern schoolbeleid (in kader van Lokale Educatieve Agenda) en over informatievoorziening richting ouders.

Gezondheidsorganisaties 

Partners als de GGD, ziekenhuizen en 1NUL1 zijn belangrijk bij de uitvoering en ontwikkeling van educatieve interventies.

Provinciale samenwerking

In Zeeland wordt op provinciaal en regionaal niveau samengewerkt door middel van een Zeeuwse Jeugd en Alcoholaanpak, ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’. In deze aanpak staat de integrale benadering en samenwerking centraal. Wij ondersteunen deze aanpak en hebben hier al jarenlang een nauwe samenwerking mee.

Hiernaast spelen vanzelfsprekend ook de ouders een hele belangrijke rol. Uit verschillende nationale en internationale onderzoeken is gebleken dat het belangrijk is dat ouders met hun kind over middelengebruik praten. Vooral de manier waarop ouders het gesprek aan gaan is hierin belangrijk. Evenals het maken van duidelijke afspraken. Er is herhaaldelijk aangetoond dat kinderen minder snel middelen gebruiken als hun ouders strenge regels hanteren. Wij zien ook hen als een belangrijke partij, zij het meer als invloedrijke doelgroep om de jongeren heen.

 

Effectmeting en evaluatie

Kritisch evalueren is een belangrijk onderdeel van dit Preventie- en handhavingsplan. Om de kwaliteit van onze aanpak hoog te houden en waar nodig tijdig bij te stellen, gebruikt de gemeente de volgende evaluatiecyclus:

  • Elk jaar wordt in overleg met de samenwerkingspartners het uitvoeringsplan geëvalueerd. Waar nodig wordt de risicoanalyse herijkt.

  • Elke twee jaar komen daarbij de nalevingscijfers uit nalevingsonderzoek van het ZB| Planbureau.

  • Elke vier jaar vindt een uitgebreide evaluatie plaats op basis van beschikbaar onderzoek (Gezondheidsmonitor Jeugd, jongvolwassenen monitor ZB) en input van samenwerkingspartners. Hierbij worden de realisatie van activiteiten, effecten van beleid en achterliggende verklaringen op een rij gezet. Op basis hiervan kan vastgesteld worden in hoeverre het beleid de gewenste uitkomsten heeft opgeleverd en op welke punten het beleid bijgesteld dient te worden.

11. Financiën

 

Voor toezicht op en handhaving van de Alcoholwet is jaarlijks € 14.000 beschikbaar. Voor dit bedrag wordt Handhaving Support ingehuurd.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Noord-Beveland in zijn openbare vergadering van 24 februari 2022.

De Griffier

C.H. Poortvliet

De voorzitter

drs. G.L. Meeuwisse

Bijlage 1  

Inrichten van de omgeving

Interventie

  • Alcoholreclame bushokjes en andere openbare ruimten waar de gemeente invloed op heeft, zoals langs sportvelden en bij evenementen, zoveel als mogelijk verbieden.

  • Happy hours verbieden

  • Gezonde, frisse uitstraling van sportkantines adviseren

Regelgeving en handhaving

  • Werkgroep regelgeving en handhaving

  • Maken van een format voor een Preventie en Handhavingsplan Alcohol

  • Uitvoering geven aan het Preventie en Handhavingsplan Alcohol

  • Inspiratiesessies organiseren

Voorlichting en educatie

Communicatie intern en extern

  • Up to date houden van de website van LZNVZ

  • Social media uitbreiden naar facts via ‘tegeltjes’, thema’s en persoonlijke verhalen

  • Nieuwsbrief LZNVZ om de maand uitbrengen

  • Uitvoering geven aan de publiekscampagne via free publicity

  • Uitvoering geven aan Ikpas campagne

  • Uitvoering geven aan nix18 campagne

  • Uitvoering geven aan Carnavalsactie

  • Uitvoering geven aan Sportflight campagne

Informatie avonden

  • Online ouderavond Help mijn kind is een puber!

  • Advies ouderavond Help mijn kind wordt een puber!

  • Preventieve blaasacties i.s.m. politie en Indigo: 3 in elke regio per jaar

  • Aanpak sportverenigingen: toolkit Sport Gezond! uitrollen

Signalering

  • Inzet training vroegsignalering 1NUL1: in elke regio minimaal 1 training bij het VO of sportverenigingen of MW of gemengd.

  • Pilot inzet bodycams in uitgaansgebieden en nagesprek met ouders en kind zelf door politie

  • Nazorg jongeren die door de politie worden aangetroffen door 1NUL1

Advies en ondersteuning

  • Integrale aanpak alcoholpreventie op het VO i.s.m. Gezonde School en 1NUL1

  • Nazorg alcoholpoli (is sinds 2017 belegd bij de samenwerkingspartner Indigo)

  • Relatiebeheer ZB|Planbureau

  • Relatiebeheer samenwerkingspartners als gemeenten, politie, GGD, Indigo Preventie

  • Relatiebeheer landelijke instellingen en andere regionale programma’s

  • Kennisbank landelijke ontwikkelingen in stand houden

  • Advies MBO en HBO integrale aanpak alcoholpreventie

Extra

Onderzoek

  • Herhaling gezamenlijk Zeeuwsbreed naleefonderzoek

  • Onderzoek HZ: mogelijkheden onderzoeken

  • Advisering ZB en GGD Zeeland tav Zeeuwse monitors

 


1

Voor een volledig overzicht van de regels waarop wordt gecontroleerd wordt verwezen naar de bij het preventie- en handhavingsplan opgenomen sanctiestrategie.

2

Controles type 2 is in dit document de verzamelnaam voor de leeftijdscontroles, het binnenlaten van dronken personen, het doorschenken van alcohol aan dronken personen en het schenken buiten de schenktijden in paracommerciële instellingen.